De oud-vicepresident van Ecuador Jorge Glas, die vrijdag werd gearresteerd in de Mexicaanse ambassade in Quito, is maandag in het ziekenhuis opgenomen. Dat meldt persbureau Reuters. Over de oorzaak van zijn opname bestaan verschillende verklaringen.
Volgens de gevangenisautoriteit SNAI werd Glas onwel omdat hij het eten in de gevangenis weigerde. Volgens Ecuadoraanse media heeft hij mogelijk een overdosis medicijnen binnengekregen. De toestand van Glas is inmiddels stabiel, heeft SNAI in een verklaring laten weten.
Mexico verleende vrijdag politiek asiel aan Glas – die wordt verdacht van fraude – in de ambassade in de Ecuadoraanse hoofdstad Quito. Niet veel later bestormden een arrestatieteam van de Ecuadoriaanse politie de Mexicaanse ambassade en arresteerde Glas. De actie wordt fel bekritiseerd door andere Latijns-Amerikaanse landen en de VN.
Lees ook Asiel zoeken in een ambassade is heel gewoon, er eentje binnenvallen allesbehalve
Later werd Glas volgens nieuwssite Primicias bewusteloos aangetroffen in zijn cel. Glas werd daarop naar een militair ziekenhuis gebracht. De advocaten van de oud-vicepresident hebben laten weten dat zij hem nog niet hebben mogen bezoeken in de gevangenis en zijn leven volgens hen in gevaar is. Hun cliënt heeft „misbruiken en mensenrechtschendingen” ondergaan.
De dreiging van statelijke actoren voor Nederland blijft onverminderd hoog en de kans op sabotageacties is de afgelopen jaren zelfs groter geworden. Dat schrijven de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in een donderdag verschenen Dreigingsbeeld Statelijke Actoren (DSA).
In het vorige DSA van eind 2022 stelden de veiligheidsdiensten vast dat de Nederlandse veiligheid steeds meer bedreigd wordt door andere landen, zoals Rusland en China. „Geen enkele dreiging is afgenomen”, schrijven de diensten nu. Sterker nog: de dreiging van ontwrichtende sabotageacties door statelijke actoren is toegenomen.
De veiligheidsdiensten spreken van „een turbulente tijd waarin internationale betrekkingen onvoorspelbaarder worden”. Voorbeelden zijn de oorlogen in Oekraïne en in Gaza en de „onder druk staande” relatie tussen Europa en de Verenigde Staten. „Al deze gebeurtenissen raken ook Nederland en onze nationale veiligheidsbelangen. In sommige gevallen raken ze Nederland direct en in andere gevallen is er sprake van een indirecte of sluimerende dreiging waarvoor ons land moet waken.”
Russische dreiging
De grootste militaire dreiging komt nog steeds vanuit Rusland. „Hoewel er in Europa stevig wordt geïnvesteerd in NAVO-gevechtskracht, heeft Rusland tijdelijk een militaire voorsprong genomen.” In het voor Rusland meest gunstige scenario, schrijven de AIVD, MIVD en de NCTV, heeft Rusland na het eventueel beëindigen van de oorlog tegen Oekraïne „slechts een jaar” nodig voor een „beperkte militaire operatie” tegen NAVO-lidstaten. „Voor Rusland zijn westerse en Russische veiligheidsbelangen strijdig en onverenigbaar.”
Hoewel de veiligheidsdiensten schrijven dat in Nederland geen voorbeelden bekend zijn van fysieke sabotageacties door statelijke actoren, hebben ze wel „vanuit Rusland voorbereidende handelingen daartoe” ontdekt. Sabotage heeft in potentie de grootste impact op de Nederlandse samenleving, omdat het kan leiden tot „maatschappelijke ontwrichting, ontregeling van vitale infrastructuur, verstoringen van militaire operaties of voorbereidingen daarop en economische schade.”
Treinstoring tijdens NAVO-top
Mogelijk is de grote storing die tijdens de NAVO-top een belangrijk deel van het treinverkeer in de Randstad stillegde een eerste voorbeeld van sabotage door statelijke actoren in Nederland. Het onderzoek daarnaar is nog niet afgerond, maar demissionair minister David van Weel (VVD) van Justitie en Veiligheid sloot het niet uit. „Het zou een activistische groep kunnen zijn. Het zou een andere staat kunnen zijn. Het kan van alles zijn.”
Het in het DSA geschetste beeld is in lijn met een inventarisatie van 2024 door de Universiteit Leiden. Daaruit bleek dat er vorig jaar in Europese landen een sterke toename van Russische operaties was, en dat die bovendien agressiever van aard waren. Tegen NRCzei Bart Schuurman, hoogleraar Terrorisme en Politiek Geweld, dat Nederland rekening moet houden met sabotage van publieke voorzieningen, zoals energiecentrales of watervoorzieningen. „Dat is veel waarschijnlijker dan een conventionele aanval door Rusland.”
Lees ook
Onderzoekers: de Russische sabotage schuift op naar het Westen, ook richting Nederland
In Nieuw-Zeeland is na meer dan vijftig jaar een kleine gevlekte kiwi (Apteryx owenii) aangetroffen op het vasteland. Natuurbeschermers zijn uitgelaten over de vondst van de loopvogel, waarvan men dacht dat die zo goed als uitgestorven was.
De kleine gevlekte kiwi, ofwel kiwi pukupuku in de Maori-taal, werd voor het laatst eind jaren zeventig gezien op het vasteland. Volgens Emily King, directeur van de Kiwi Recovery Group, is de vondst een „klein wonder”. De laatste waarneming van een kiwi pukupuku op het vasteland was in 1978. „Ondanks jarenlang gericht zoeken hebben we deze vogel sindsdien niet meer gevonden. Ik heb haast geen woorden om uit te leggen hoe bijzonder deze herontdekking is voor de hele natuurbeschermingswereld.”
Er zijn vijf bekende soorten kiwi’s in Nieuw-Zeeland. De kleine gevlekte kiwi is een van de zeldzaamste soorten. Een jager die door het ministerie was ingehuurd om op invasieve thargeiten te jagen, ontdekte de kleine loopvogel. De thargeit is ooit geïntroduceerd en richt nu veel schade aan in de Nieuw-Zeelandse natuur. De jager was diep in de wildernis aan de westkust van het Zuidereiland, toen hij de zeldzame kiwi pukupuku zag. „Ik wist meteen dat het niet om de alledaagse, bruine kiwi ging”, zei de jager, Luke Hill, tegen de Nieuw-Zeelandse nieuwszender 1News.
Witte vlekken op de veren
Niet alleen vanwege zijn roep onderscheidt de kiwi pukupuku zich van andere kiwi’s. Het dier is kleiner dan andere kiwisoorten en heeft witte vlekken op zijn veren. Hij is de kleinste van de verschillende soorten kiwi’s en weegt tussen de 900 gram en 1,9 kilo.
Boswachter Ian Graham en zijn speurhond Brew, gespecialiseerd in het opsporen van bedreigde diersoorten in Nieuw-Zeeland, werden ingevlogen om de vogel te identificeren. Na vier dagen zoeken vonden ze een vrouwelijk exemplaar. In een video van het Department of Conservation (DOC) is te zien hoe Graham liefdevol het oudere kiwi pukupuku-vrouwtje laat zien. Later is ook een mannetje gevonden, dat waarschijnlijk ook bij de zeldzame soort hoort. Dat wordt nog onderzocht.
De kiwi is een nationaal symbool van Nieuw-Zeeland. Al lang voor de komst van Europeanen was de vogel zeer geliefd bij de inheemse Maori-bevolking. De Maori kwamen als eerste mensen naar de eilanden vanuit andere Polynesische eilanden, zo’n zevenhonderd jaar geleden. Ze hebben een sterke culturele, spirituele en historische band met de kiwi. De veren worden onder meer gebruikt voor het weven van een kahukiwi, een mantel die wordt gedragen tijdens speciale ceremonies door belangrijke leden van een Maori-stam. De Maori gaven de kiwi tevens zijn naam vanwege zijn karakteristieke schelle roep.
Bijna uitgestorven
Voor de komst van Europeanen kwam de kleine gevlekte kiwi overal in Nieuw-Zeeland voor. Maar met de komst van Europese kolonisten en invasieve diersoorten, duurde het niet lang voor de kiwi bijna was uitgestorven. Begin twintigste eeuw werden er een aantal kiwi pukupuku’s naar een kleinere eilanden voor de kust van het Zuidereiland gebracht. Tot nu toe dacht men dat er slechts zo’n tweeduizend in het wild op deze eilanden voorkwamen.
Het nieuws wordt in heel Nieuw-Zeeland groots gevierd. In zijn boek Kiwi: A Curious Case of National Identity beschrijft de Nieuw-Zeelandse historicus Richard Wolfe hoe de kiwi een nationaal symbool werd en onderdeel van de identiteit van het land. De grote doorbraak voor de kiwi kwam toen begin twintigste eeuw een producent van schoenpoets besloot zijn product ‘kiwi’ te noemen. De schoenpoets werd door de Britse overheid ingekocht voor het leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. „De blikken kiwi-schoenpoets raakten verspreid over de slagvelden van Europa en al gauw werd de link gelegd met de Nieuw-Zeelandse soldaten die meevochten. Zij werden al gauw ‘kiwi’s’ genoemd”, vertelt Wolfe aan de Nieuw-Zeelandse radiozender RNZ. Sindsdien is de kiwi synoniem met Nieuw-Zeeland.
Volgens King van de Kiwi Recovery Group is de ontdekking een game changer voor de natuurbescherming. De twee kiwi pukupuku’s hebben zenders gekregen en zijn weer vrijgelaten. Ook zijn er microfoons in het natuurgebied geplaatst. Op die manier willen experts erachter komen of er nog meer kiwi’s in het gebied aanwezig zijn. „Ik hoop en duim dat ze er zijn”, zegt King. De verzamelde informatie moet bijdragen aan een betere bescherming van de vogels.
Denken filosofen dat ze beter kunnen denken dan andere mensen? Plato en Aristoteles dachten van wel. Althans, zij vonden een filosofische training onontbeerlijk voor het cultiveren van de menselijke ratio. Sindsdien is het iets van een cliché, soms bewonderend, soms smalend: filosofen, die kunnen pas denken.
Maar is het waar? Amerikaanse onderzoekers denken nu empirisch bewijs te hebben gevonden voor de bewering. Analyse van een massa data van universiteiten wijst uit dat studenten filosofie op rationele vaardigheden significant hoger scoren dan andere studenten.
Bij die vaardigheden gaat het onder meer om logisch redeneren, het kunnen ontrafelen van beweringen en het maken van subtiele onderscheidingen in begrippen.
De onderzoekers doen verslag van hun bevindingen in The Journal of the American Philosophical Association. Een vakblad is een belanghebbende bron, zou je denken. Maar hun methode levert, schrijven ze, het eerste serieuze empirische bewijs op dat studenten filosofie inderdaad beter in staat zijn rationeel te redeneren en bovendien vaker beschikken over eigenschappen als „intellectuele nieuwsgierigheid, bescheidenheid en een open geesteshouding.”
Rationele vaardigheden
Dat laatste is volgens de auteurs relevant omdat het beschikken over rationele vaardigheden op zichzelf nog niet betekent dat je ze ook op een ‘filosofische’ manier gebruikt.
De onderzoekers, verbonden aan de universiteiten van Chapel Hill en Wake Forest, analyseerden verbale en rationele testscores van bijna een half miljoen Amerikaanse studenten aan 800 universiteiten en colleges tussen 1990 en 2019. Ze hielden er rekening mee dat scholieren die al beschikken over goede rationele vaardigheden en intellectueel nieuwsgierig zijn eerder filosofie zullen gaan studeren, wat conclusies over het effect van de studie op zichzelf moeilijk maakte.
De onderzoekers troffen die zelfselectie bij eerstejaars studenten aan, schrijven ze. Maar ook gecompenseerd voor die vertekening en verschillen in vooropleiding en sociale achtergrond, blijken filosofiestudenten het in de loop van hun studie beter te doen dan andere.
Haken en ogen
Hun analyse levert volgens de onderzoekers steun op „voor de populaire en eerbiedwaardige overtuiging dat filosofie een waardevol vak is”. Wel zien ze nog haken en ogen aan de interpretatie van hun resultaten. Zo hebben ze niet onderzocht of er een verschil in effect bestaat tussen soorten filosofieopleidingen.
Aan Amerikaanse universiteiten staan die veelal in de analytische traditie, met een sterk accent op logica, taalfilosofie en rationele argumentatie. Vervolgonderzoek zou kunnen uitwijzen of er verschil bestaat met opleidingen met meer ‘continentale’, Europese filosofie.
Ook leveren de data geen compleet beeld op van alle persoonlijke deugden die van oudsher aan filosofie worden toegeschreven, zoals intellectuele autonomie of moed. Uit de data kan evenmin worden opgemaakt of studenten hun filosofische vaardigheden daadwerkelijk voor de juiste doelen of op de juiste momenten gebruiken. Dat zou heel ander onderzoek vergen, dat buiten de parameters valt van Amerikaanse SAT, LSAT of GRE-scores.