In Meir Shalevs laatste roman komt al zijn literaire vernuft samen

Je hebt van die mannen die zo mooi zijn dat iedereen naar ze omkijkt. Ithamar Diskin is zo’n man. Hij is vijfenzestig jaar oud, maar heeft nog altijd de looks van een filmster, al draagt hij een bril. En dan is hij ook nog eens vrijgezel.

Eens per jaar reist hij vanuit de Verenigde Staten, waar hij al vijfendertig jaar woont en een sportschool heeft, naar zijn geboorteland Israël om zijn broer Boaz te ontmoeten. Om niet door diens bedillerige vrouw Maja gestoord te worden, huren de twee mannen voor één nacht een hotelkamer, waar ze gezeten op het balkon tot in de vroege uurtjes praten en drinken. Tijdens zo’n ‘broersnacht’ vertelt Ithamar een verhaal over een geheimzinnige vrouw met wie hij twintig jaar eerder een krankzinnige nacht heeft beleefd.

Hiermee begint de roman Vertel het niet aan je broer, die de Israëlische schrijver Meir Shalev in het jaar voor zijn dood in 2023 voltooide. Het is een typisch grondstoffelijk Shalev-boek, waarin op lichte toon en met veel humor de belangrijkste stoorzenders van een gebalanceerd leven voorbijkomen, zoals een moeizame verhouding met je ouders, een stukgelopen liefdesrelatie, onderlinge afgunst en jaloezie. Ook is er net als in Shalevs eerdere romans een spannende en vermakelijke plot, die het verhaal iets van een tragikomische thriller geeft. Kortom, Vertel het niet aan je broer is Shalev op zijn best.

Louche notaris

Maar eerst even naar het gezin waarin Ithamar en Boaz opgroeiden. Hun vader, Jechiël Diskin, is een welgestelde advocaat en notaris in Jeruzalem, die zich vooral bezighoudt met louche zaakjes. In zijn kantoor aan huis pleegt hij ook met enige regelmaat overspel met vrouwen die via een aparte ingang bij hem op bezoek komen. Zijn eigen vrouw, Rachel, heeft het door en slingert hem constant verwijten naar het hoofd. De spanningen in hun huwelijk lopen zo hoog op dat ze alleen nog maar via hun zoons met elkaar communiceren, zo van: ‘Zeg tegen je moeder dat ze…’ Op latere leeftijd voegt Rachels uit te schakelen gehoorapparaat nog een extra vrolijke noot aan die gebrekkige communicatie toe, met een lugubere subplot als resultaat.

Toen Ithamar kind was, pronkte zijn moeder overal met hem, tot grote ergernis van Boaz, die het vooral van zijn intelligentie moest hebben. Aan de liefde tussen de twee broers heeft dat echter geen afbreuk gedaan, want in hun ergernis over hun ruziënde ouders zijn ze elkaars bondgenoten. Nu ze op leeftijd zijn en hun ouders dood, kijken Ithamar, of Ita zoals sommigen hem noemen, en Boaz hoogstens met vermaak terug op hun jeugd.

Dat Boaz, die voor zijn pensioen als ingenieur bij de marine werkte, een nogal grofgebekte macho is, verbaast je niets. Zijn botte, directe gedrag is duidelijk een compensatie voor de gebrekkige aandacht van zijn moeder. Daardoor begrijp je ook waarom Boaz zijn agressie altijd op zijn broer afreageert, alsof hij Ita wil laten voelen dat hij behalve mooi ook een sul is en hij, Boaz, uiteindelijk beter af is.

Toch is Boaz voor Ita de enige met wie hij over het leven kan praten. Want wie kent je tenslotte beter dan je eigen broer? Wie kan je beter confronteren met de waarheid, die je zelf uit de weg gaat? Bovendien vult Boaz met zijn assertieve commentaar aan waarover Ita zwijgt, zoals zijn mislukte huwelijk met de mooie en intellectuele Michal, ook al dertig jaar geleden, toen hij als sportinstructeur bij de Israëlische luchtmacht werkte. Ita denkt nog voortdurend aan haar, alsof hij nog altijd niet begrijpt waarom ze bij hem is weggegaan.

Natuurlijk zijn er soms nieuwe vrouwen in zijn leven, maar die zijn hoogstens kortstondige bedpartners. In dat rijtje lijkt ook de vrouw van die ene, krankzinnige nacht te passen. Hij is aan haar voorgesteld door de bazin van een café waar hij op een avond een grappa drinkt. Die caféhoudster heeft een jonge vriendin, die in haar jonge jaren verliefd geweest is op een ‘onweerstaanbaar mooie man’. Maar omdat die haar niet zag staan, is ze sindsdien altijd naar zo’n man blijven hunkeren. En nu was Ita daar ineens. Zou hij de hunkering van haar vriendin niet kunnen beëindigen, vraagt de caféhoudster? Al was het maar voor een nacht.

Zodra de jonge vrouw in het café verschijnt, zegt ze tegen Ita: ‘Ben jij het stuk dat me is beloofd?’ Sjaron heet ze. En Ita, die geen zin heeft om zijn ware naam te noemen, zegt op zijn beurt dat hij Gadi is.

Na een kort gesprekje vraagt Sjaron hem om even zijn bril af te zetten, omdat ze het gezicht wil kennen zoals dat straks in bed dicht bij het hare komt. Het is een onomwonden uitnodiging voor een seksueel avontuur, die door haar directe toon meteen iets dreigends krijgt. Die dreiging neemt vanaf dat moment per boekbladzijde toe.

Aantrekking en afstoting

Sjaron nodigt Ita uit om met haar mee te gaan. In een dodemansrit rijdt hij achter haar aan om te eindigen bij de verlaten kwekerij van haar overleden vader. Het is de opmaat van een intrigerend spel van aantrekking en afstoting. Als Ita na met Sjaron te hebben gevreeën wil opstappen, omdat hij in zijn eigen bed wil slapen, verstopt zij zijn bril. Hierdoor ziet hij niets meer scherp en wordt hij in feite door Sjaron gegijzeld, want zonder bril kan hij niet autorijden. Steeds meer vraag je je nu af wat Sjaron met Ita van plan is en rijst het vermoeden dat hem iets vreselijks te wachten staat. Ook mooie mannen zijn tenslotte kwetsbaar.

Het knappe van Shalev is dat hij die dreiging telkens weer wat laat afnemen door een komische dan wel tedere en sensuele scène in te lassen. De plot overvalt je dan ook volkomen, want die liefdesnacht eindigt op een manier die zelfs de scherpzinnigste lezer niet zou kunnen raden. Maar voordat het zover is, krijg je eerst nog die subplot opgediend en kom je te weten dat Michals vertrek allerminst te maken heeft met het cliché dat mooie mannen saai zijn.

Met die afwisseling van ernst en humor bewijst Shalev opnieuw zijn literaire vernuft als het over ongrijpbare zieleroerselen gaat. Als geen ander laat hij dan ook zien dat je het leven maar beter als een blijspel kunt beschouwen, omdat het anders ondraaglijk wordt.