In Duitsland groeit de aanhang van de AfD met de dag. In een recente peiling behaalde de radicaal-rechtse partij zelfs 25 procent van de stemmen en versloeg daarmee de CDU, die voorheen altijd de grootste was.
Toen vorige week ook nog uitlekte dat de AfD aan geheime bijeenkomsten had deelgenomen waar gesproken werd om miljoenen mensen van buitenlandse afkomst naar Noord-Afrika te deporteren, gingen bij velen de alarmbellen af. De CDU-minister-president van deelstaat Nordrhein-Westfalen noemde de partij zelfs een nazi-partij. Daarmee waarschuwde hij er indirect voor dat de democratie in gevaar kan komen als die partij in de parlementsverkiezingen van 2025 inderdaad de overwinning behaalt.
De machtsbasis van de AfD ligt in de deelstaat Thüringen. En het is precies in die xenofobe uithoek van Oost-Duitsland waar László Krasznahorkai zijn nieuwe roman Herscht 07769 situeert.
In zijn vorige romans liet de Hongaarse schrijver en Nobelprijskandidaat zien hoe gemakkelijk mensen in voormalige communistische landen van Europa zich iets wijs laten maken door populistische politici, vooral waar het buitenstaanders betreft die als zondebok aangemerkt kunnen worden. Zo vestigt in Baron Wenckheim keert terug (2020) ieders hoop zich op een messias die een beter leven zal brengen in een land waar voormalige communistische bestuurders zich als democraten voordoen en de staatskas leegroven.
Zo’n messias is in Herscht 07769 afwezig, al wordt hij wel verwacht. In het stadje Kana, waar alles nog ruikt en klinkt als in de voormalige DDR, bereidt de Boss, de agressieve eigenaar van een gevelreinigingsbedrijf, die komst voor. Hij krijgt daarbij hulp van een groep jonge neo-nazi’s, die in de Burg 19 bij elkaar wonen. Als er ergens in de deelstaat graffiti verwijderd moet worden of op de daders gejaagd, die overigens nooit gevonden worden, trommelt hij zijn kameraden op. In het weekend drinken ze bier met elkaar in het Herbstcafé, waar ze het dan hebben over Hitler, het Vierde Rijk, raszuiverheid, het glorieuze Duitsland van weleer waarvoor hun vaders en grootvaders zijn gesneuveld.
In Kana onderkent alleen de Joodse garagehouder Ringer het gevaar van die neo-nazi’s. Op een open dag in het gemeentehuis zegt hij tegen zijn gehoor: ‘… u moet niet aanvoeren dat het maar een paar sukkels zijn uit de Burg 19, want zo begint het altijd, het zijn een paar sukkels, een paar zieke stumperds die ermee beginnen, dat is waar, maar er komt een moment dat die figuren “de slagader van ons allemaal” vinden, de ader die ze maar hoeven aan te raken en alles komt terug …’ Als Ringer in actie tegen hen wil komen, waarschuwt zijn vrouw hem met: ‘… tart het lot niet, want hier is bijna iedereen een nazi, ook zij die het nog niet weten van zichzelf, maar daar kun je niets aan doen, je kunt alleen maar beschermen wat van jou is, je gezin, mij …’
Johann Sebastian Bach
De Boss komt op voor alles wat oer-Duits is. Met name voor Johann Sebastian Bach, de vertolker van de ‘Duitse geest’, die in het Thüringse stadje Eisenach werd geboren. Het Bachhaus daar wordt voortdurend door vandalen beklad. Wie dat precies zijn, is onduidelijk, maar het zijn volgens hem zeker daklozen of verweekte liberalen. Migranten, door hem ‘tafelkleedhoofden, theedoekdragers, soepjurken en waterpijplurkers’ genoemd, spelen in het vijandbeeld van de Boss geen rol, de Joden wel, ‘want die hebben allang afgepakt wat van ons is’.
De antiheld in deze 400 bladzijden dikke, in één zin geschreven roman heet Florian Herscht. De Boss heeft deze jonge goedzak uit een psychiatrische inrichting gehaald en hem tot zijn trouwe knecht bevorderd. Florian, die geen oog heeft voor de zwarte kanten van de Boss, verdedigt hem tegenover de oudere stadsbewoners, die de schoonmaakbaas als een onruststokende nazi zien.
Florian is een enigszins simpele ziel met het lichaam van een bodybuilder. Ooit zal de Boss een Ridderkruis op zijn borst laten tatoeëren, zoals hij dat zelf ook heeft. Maar vooralsnog trekt hij er met hem op uit om de graffitisprayers te bestrijden en er ook nog eens geld aan te verdienen. Dat laatste doet je al meteen twijfelen aan de ware intenties van de Boss, van wie je steeds meer gaat vermoeden dat hijzelf achter die graffiti zit.
Anders dan de neo-nazi’s met hun piercings en tatoeages is Florian meer in Bach dan in Hitler geïnteresseerd. Wat wil je ook als de Boss hem voortdurend voorhoudt dat diens muziek alle geheimen van het leven bevat.
En er is nog iets wat Florian bezighoudt: de antimaterie en zwarte gaten in het heelal, die volgens hem de aankondiging zijn van de ondergang van de wereld. Hij is ermee in aanraking gekomen tijdens de volkscursussen van natuurkundeleraar Köhler. In paniek over de naderende Apocalyps schrijft Florian de ene na de andere brief aan bondskanselier Merkel om haar te waarschuwen. Als afzender vermeldt hij op de enveloppe alleen zijn achternaam en postcode: Herscht 07769. Als hij geen antwoord krijgt, reist hij naar Berlijn om Merkel persoonlijk te spreken te krijgen op een door hemzelf vastgesteld tijdstip. Je begrijpt dat hij daar niet serieus wordt genomen.
Volksverlakkerij
Voor Krasznahorkai vormen al deze elementen de basis voor het inmiddels vertrouwde verhaal dat hij wil vertellen over de chaos en de volksverlakkerij die na 1989 in de voormalige communistische staten van Midden- en Oost-Europa zijn ontstaan. Maar net zoals in zijn eerdere romans doet hij er ook nu weer iets bijzonders mee: hij stuurt wolven op het stadje af. En aangezien de graffiti er steevast bestaat uit het woord ‘WIR’ en een wolfskop, is het alsof de taal en de symbolen op de gevels ineens een fysieke dimensie krijgen, waardoor de dreiging ervan nog groter wordt. Dat blijkt des te meer als Ringer en zijn vrouw tijdens een boswandeling door een wolf worden aangevallen. Als het dan ook nog eens de Boss is die wolf doodschiet en daarmee het echtpaar redt, lijkt zijn zwarte blazoen ineens gezuiverd, al wil Ringer zelf daar niets van weten.
Vanaf dat moment verspreidt de angst zich als een olievlek over het stadje. Angst voor zo ongeveer alles. Zo bekent de bejaarde hotelhoudster mevrouw Hopf aan Florian dat ze niet alleen bang is voor de wolven en de nazi’s, maar tevens voor terroristen die ‘ook bij ons’ aanslagen met explosieven beginnen te plegen.
De climax wordt bereikt als het sympathieke Braziliaanse echtpaar dat het lokale benzinestation beheert bij zo’n explosie omkomt. Florian is met hen bevriend en neemt wraak. In de volgende tweehonderd bladzijden van dit broeierige boek ontpopt hij zich als een zuiverende ridder uit een Wagner-opera.
Krasznahorkais vaak absurdistische fantasie is in Herscht 07769 minder sterk aanwezig dan in zijn eerdere romans. Wel laat hij opnieuw zien hoe een samenleving kan ontsporen als angst ieders ziel opvreet. Je hoeft alleen maar de juiste bedreigingen uit te serveren. En dan kiest iedereen inderdaad alleen voor zichzelf en biedt ook Bach geen soelaas meer.