N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Weerstand ’s Winters buiten zwemmen of in de kou in korte broek en T-shirt hardlopen: een goed gevoel geeft het zeker. Maar is het gezond?

Foto Getty Images, bewerking NRC
Eindelijk is er weer wat kou in de lucht. Maar nog steeds zie je mensen met blote benen en armen wandelen en hardlopen. Je ziet racefietsers in korte broek en zonder handschoenen voorbijstuiven. En er zijn mensen die vrijwel iedere dag in winterwater zwemmen. Het zeewater is een graad of 7, meldt zeetemperatuur.site. Daar staat bij: „Over het algemeen is deze watertemperatuur onaanvaardbaar om te zwemmen.”
Hebben die mensen zonder lekkere jas en die zwemmers het niet koud? Ja, maar dat is de uitdaging. En trouwens, kou went. Dat weet de wetenschap wel zeker: het is op allerlei manieren gemeten. Bij Britse visfileerders die de hele dag met hun handen in de ijskou werken. Bij noordelijke vissers. Bij Inuit in Canada, bij Samen in Noorwegen – volkeren die al eeuwenlang in de noordelijke kou leven.
De doorbloeding van de huid van neus, oren, handen, armen, voeten en benen verandert bij koude-aangepaste mensen. Het zenuwstelsel past zich aan. Dat regelt de spiertjes rond de kleine bloedvaten naar de huid. Die bloedvaatjes gaan dicht als zenuwen kou detecteren. Maar na een half uurtje gaan ze weer periodiek open, om de ledematen toch wat warmte te gunnen. Bij gewenning aan kou stroomt er meer bloed. De temperatuurregulering van het lichaam past zich zo aan dat er meer warmte wordt gegenereerd zonder te bibberen. Bibberen (en het bijbehorende klappertanden) is een eerste, zeer effectieve reactie van het lichaam om in de kou warmte op te wekken. In bewegende spieren komt veel warmte vrij, veel spiersamentrekking zonder te bewegen, dat is bibberen.
Wie vaak in de kou komt krijgt een lichaam dat minder bibbert, maar waarin de spieren toch warmte opwekken. Die warmte ontstaat waarschijnlijk bij het rondpompen van calciumionen tussen compartimenten van de spiercellen.
Bruin vet
De ontdekking in 2009 dat ook volwassen mensen bruin vet hebben, leidde tot veel speculaties over afvallen door kou lijden. In tegenstelling tot het witte vet (onderhuids, en veel op buik billen en heupen) kan bruin vet direct in warmte worden omgezet. Maar ook al is het er, volwassenen hebben er van nature maar een heel klein beetje van. Veel andere zoogdieren (en mensenbaby’s ook) hebben een hoeveelheid bruin vet die flink bijdraagt aan warm blijven in de kou. Bij volwassenen komt uit dat bruine vet net zoveel warmte vrij als bij een paar minten flink wandelen – verwaarloosbaar. De hoop was dat door koudegewenning volwassen mensen bruinvetmassa kunnen bij kweken. Maar de warmtebijdrage van de calcium pompende niet-bibberende spieren is waarschijnlijk veel groter.
Overal hoor je tegenwoordig dat kou gezond is en mentaal sterk maakt. Dat komt grotendeels door Wim Hof, de ijsman, die in zijn vele media-optredens liet zien dat hij het lang uithoudt in een bad vol water met ijsklontjes. En dat hij op een speciale manier ademhaalt. Hij zegt dat dat gezond is. Zijn koude- en ademhalingstherapie (de Wim Hof-methode) is gebouwd op drie pijlers: de kracht van ademhalen, van koud douchen en van je geest. Op zijn websites gebruikt Wim Hof met regelmaat de term ‘wetenschappelijk onderbouwd’, maar het enige wat is vastgesteld is dat Wim Hof de kou goed kan doorstaan en dat anderen dat kunnen leren. En dat het afweersysteem van mensen die Wim Hofs methode volgen minder sterk op een bepaald geïnjecteerd afweeroproepend stofje reageert, waarbij onduidelijk is of dat helpt tegen ziekte.
Lees ook: Ik verdien de Nobelprijs
Maar Wim Hof staat niet alleen in de kou. Al duizenden jaren zijn er artsen die koudebehandelingen propageren. Er is een papyrustekst van 5.500 jaar oud waarin kou wordt aangeprezen. 2.500 jaar geleden geloofde de beroemde Griekse arts Hippocrates erin. Een paar eeuwen later dompelden Romeinse artsen hun koortspatiënten graag onder in koud water. Duitse kuuroordartsen zijn enthousiast over koudwaterbaden. En er is de sterke Finse saunatraditie. Finnen wisselen de hete sauna vaak af met een plons in ijskoud water. De afgelopen paar decennia werd koudebehandeling van sportblessures populair. Dat nut wordt inmiddels betwijfeld. Wel is wetenschappelijk aangetoond dat koude lucht of koud water een sneller herstel na intensieve trainingen geeft.
Op internet zijn moeiteloos de zegeningen van koude lucht en koud water te vinden. Alles loopt door elkaar. Op de ene site lees je dat kou de afweer stimuleert. Op de andere site staat net zo vrolijk dat de afweer wordt onderdrukt. De echte medische literatuur is voorzichtiger. In de wetenschappelijke overzichtsartikelen wordt de kwaliteit van het koude-onderzoek doorgaans slecht of matig genoemd. En er zijn veel anekdotische mededelingen. Die beschrijven dan één patiënt die veel baat heeft gehad bij een zelfgekozen koudebehandeling. Zoals de vrouw die een postnatale depressie kwijtraakte toen ze ging zwemmen in koud water.
Hartritmestoornissen
Uiteindelijk resteert een lijst met onzekere zegeningen. Kou zou goed zijn voor je afweersysteem, hart en bloedvaten. Kou beschermt tegen depressie en alzheimer. Kou maakt je snel weer fit. Kou maakt slanker en verandert de vetstofwisseling. Kou verlengt het leven. Kou geeft zelfvertrouwen. Kou maakt je geestelijk sterk.
Er wordt ook gewaarschuwd. Plotselinge blootstelling aan kou kan hartritmestoornissen veroorzaken. De wetenschappelijke-reviewschrijvers eindigen met de opmerking dat mogelijke gezondheidseffecten nader bestudeerd moeten worden, maar een heldere conclusie is dat zwemmen in koud water misschien gezond is, als je tenminste niet bij de eerste onderdompeling doodblijft.
Het is belangrijk de veronderstelde gezondheidseffecten van kou in hun maatschappelijke context te zien. De sociale geneeskunde die kijkt naar gezondheidsverschillen tussen mensen met hoge en lage inkomens, opleidingen en beroepen, ziet kou als een gevaar. Het staat vast dat mensen die in koude, tochtige huizen wonen, die geen geld hebben om hun huis goed te verwarmen of dat door hersenproblemen, ziekte of oorlog niet meer kunnen, vaker depressief zijn en gemiddeld korter leven dan mensen in goed verwarmde huizen. Vrijwillig in korte broek en T-shirt de kou in gaan, of vrijwillig het ijswater induiken en dan denken dat dat mentaal sterk maakt en gezond is, is dus voorbehouden aan mensen die na hun vrijwillige koublootstelling terugkeren in een comfortabel huis.
Rozig gevoel
Of al die gezondheidseffecten op lange termijn er nu wel of niet zijn, er is dat fantastische kortetermijneffect: kou die geleden is geeft meteen erna een fijn, behaaglijk, rozig, zeer tevreden gevoel. Iedere buitensporter kan erover meepraten. Ik ook. Bijvoorbeeld toen tijdens een fietsweek met mijn racefietsgroepje, in de nazomer, over Alpenpassen een plotselinge weersomslag op de laatste bult van de dag ons tot een afdaling van bijna 20 kilometer in ijskoude regen dwong. De kleding tegen kou en regen ging aan. Maar desondanks kreeg ik zulke koude handen dat ik niet meer in mijn remhandels kon knijpen. Ik moest een stukje terug omhoog fietsen om wat op te warmen voordat ik veilig verder kon dalen. In het dal wachtte het hotel en na een warme douche voelden we ons nog fijner en vrolijker dan na een klimfietstocht op een droge dag. Dan zegt de koele wetenschap: door kou worden er hersenstofjes aangemaakt die een high geven en een plezierig gevoel. En er komt een pijn onderdrukkend stofje vrij. Heerlijk.
Voor wetenschappelijke zekerheid over gezondheid op lange termijn moeten we weten of mensen echt langer gezond leven, of minder ziekten krijgen als ze winterzwemmen of schaars gekleed de kou in gaan. Dan moet ook vaststaan dat die winterzwemmers niet sowieso al veel gezonder zijn dan niet-winterzwemmers. Het is alleen met grote en dure experimenten uit te vogelen. En duur wetenschappelijk onderzoek in de geneeskunde wordt bijna alleen betaald door farmaceutische industrieën die geld willen verdienen aan dure medicijnen. Maar kou is gratis en Koning Winter subsidieert geen onderzoek. Dus voor vrijwillige koublootstelling geldt voorlopig: baat het niet, het schaadt ook niet.
