Waar het Zuid-Limburgse Valkenburg nog altijd treurt om de dertig meter hoge Wilhelminatoren die op een vroege zondagmorgen plots in elkaar stortte, huiveren veel inwoners van het Midden-Limburgse Horn bij de gedachte aan een uitkijktoren van zo’n tachtig meter hoog. Die Siebrandtoren verrijst mogelijk aan de noordkant van hun dorp.
Het plan doemde ineens op, door een vergunningsaanvraag bij Rijkwaterstaat. Een ietwat gedateerd ogende artist’s impression toont een rood, metalen gevaarte, waar de wind van alle kanten doorheen kan waaien. Horn dubt over het waarom van het bouwsel. Ondernemers zouden een horeca-uitspanning in de constructie willen beginnen, zo blijkt uit de aanvraag.
„Maar dat kan het niet zijn”, zegt Henk Luiten, penningmeester van de stichting Dorpsoverleg Horn. „Met koffie en vlaai op zo’n plek valt geen pepernoot te verdienen. Geloof me, ik heb zelf jaren in de horeca gezeten.”
Van een nijpende behoefte aan een plek waar genoten kan worden van de blik op Horn en omgeving, is evenmin sprake. Het dorp heeft een negentig jaar oude kerk en Kasteel Horn, een minstens duizend jaar oude ringmuurburcht.
Dorpelingen vrezen dat de uitkijktoren eigenlijk een voorbode is van grindwinning. „Dat hangt al decennialang boven de markt”, zegt Tonny Hendriks, secretaris van het Dorpsoverleg.
Lees ook
Zomaar opeens heeft Valkenburg er met het instorten van de Wilhelminatoren nog een ruïne bij
Verzet
Onder het grondoppervlak is gesteente te vinden dat door de Maas is meegevoerd vanuit Noord-Frankrijk en België. Dat leent zich voor bouwtoepassingen, bijvoorbeeld als grind. Ten oosten en zuiden van Horn werd vorige en deze eeuw al zo’n dertig vierkante kilometer vergraven om grind te winnen. Zo ontstonden de Maasplassen, kunstmeren die zijn ontstaan omdat grindgaten werden gevuld met water.
Thijs Metsemakers, woordvoerder van Maasgrind BV, een consortium van zogeheten ‘ontgrinders’, geeft toe dat het bedrijf „een visie ontwikkelt” op het gebied bij Horn. Dat is nu al retentiegebied (opslag) bij hoogwater. „Ontgrinden is geen doel op zich, dat moet maatschappelijke meerwaarde hebben, zoals natuurontwikkeling, recreatie en bescherming tegen hoogwater.” En dat probeert Maasgrind volgens Metsemakers in de visie te verwerken.
Met koffie en vlaai op zo’n plek valt geen pepernoot te verdienen
Hij snapt dat het misschien wat merkwaardig lijkt dat het idee voor de toren al naar buiten komt vóór het totaalplan. „Dat heeft te maken met de nieuwe Beleidsregels grote rivieren per 1 februari van dit jaar”, legt hij uit. „Aanvragen van daarvoor worden door Rijkswaterstaat getoetst aan de oude criteria. Een belangrijke verandering per 1 februari is dat er voortaan één set regels geldt voor het hele rivierbed. Dat leidt tot een terughoudender beleid ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.” De regels van ná 1 februari zijn, kortom, een stuk strenger waardoor de toren niet meer zou worden toegestaan. Rijkswaterstaat heeft voor de bouw van de toren de vergunning verleend.
Dat de toren op veel verzet stuit, verbaast Metsemakers niet. „Plannen als deze, voor ontgrinding, roepen altijd weerstand op. En dit is het begin van het proces. Waar het om gaat, is dat we het straks eens worden over de plannen en het gebied mooier en beter achterlaten dan we het aantroffen.”
Maasgrind BV weet dat het opbokst tegen een beeld. „De grindsector had van oudsher een ‘negatief’ imago”, schrijft het op maasgrind.nl. Het vindt zelf dat dat beeld niet klopt: „Wij zijn meesters in het behoud van evenwicht tussen de economische winning van grind, de natuur, recreatie en hoogwaterveiligheid.” Slogans op de site rijmen op grind: „Waar het begint”, „Hoe het verbindt”, „Waar je het wint” en „Iedereen goedgezind”.
Tussen de bomen rechts is een gedeelte te zien van Kasteel Horn, de minstens duizend jaar oude ringmuurburcht van het kerkdorp.
Foto Merlin Daleman
Bieten
Bart Nijskens woont en werkt op een boerderij aan de rand van Horn. Hij heeft grond in het gebied waar de toren moet komen. Er worden gewassen verbouwd: aardappels, bieten, maïs. Echte ruilverkaveling bleef uit. De agrariër laat een kaart zien, een legpuzzel van tientallen percelen. „Maasgrind koopt er steeds meer van op”, zegt Nijskens.
Een toren bouwen vindt hij een slecht idee. „Dan moet je de grond ophogen. Dit gebeurt dan in een retentiegebied, waardoor elders grond moet worden verlaagd. Als water naar dat laagste punt loopt, verdrogen andere plekken.”
Ontgrinden is volgens Nijskens een nog beroerder plan: „Alles en iedereen krijgt extra grond: de woningbouw, de natuur, de grindboeren. Maar agrariërs moeten hectares inleveren. Terwijl deze kleigrond heel geschikt is voor akkerbouw.”
Boeren
Het Dorpsoverleg Horn heeft samen met de Erfgoedvereniging Bond Heemschut, de Stichting Behoud Leefmilieu Limburg en de Studiegroep Limburg al kritiek geuit richting de gemeenteraad van Leudal, waar Horn onder valt. Ook enkele inwoners deden dat op persoonlijke titel. Ze vrezen geluids-, stof- en verkeersoverlast, aantasting van het landschap en scheurvorming in woningen.
Kasteelheer Robert Magnée deelt die angst. De toren is gepland op een paar honderd meter van zijn burcht, Kasteel Horn, al sinds de achttiende eeuw familiebezit.
Iedereen krijgt extra grond: de woningbouw, de natuur, de grindboeren. Maar agrariërs moeten hectares inleveren
Magnée verwacht dat de grindwinning niet zonder gevolgen blijft. „De gracht valt nu al weleens droog, maar dit gebied is goed zoals het nu is. De boeren werken er, de dorpelingen maken wandelingen. Alleen hondenbezitters die de uitwerpselen van hun dieren niet opruimen, zorgen soms voor overlast.”
In een commissievergadering van de raad van Leudal zei wethouder Pieke Houben van Handhaving en Hoogwater dinsdagavond dat zijn gemeente „niet zal meewerken aan verdere ontgrondingen”. Een vergunningsaanvraag voor de bouw van de toren is bij de gemeente nog niet binnengekomen. Tot het zover is, wil de wethouder zich onthouden van een oordeel over het bouwwerk. Als de aanvraag er wel komt „dan wordt deze getoetst aan het gemeentelijk beleid, de omgevingsdialoog en de relevante ruimtelijke regelgeving”.
Fractievoorzitter Hilde Glessner van Progressief Akkoord Leudal noemde de toren tijdens de commissievergadering „een belachelijk idee”.
Lees ook
De laatste mijn in Limburg is al een halve eeuw dicht, maar het mijnverleden is nog steeds niet afgesloten
Woensdagmiddag in Scheveningen: overal kleine prinsesjes. Ze druppelen uit de tram, uit de parkeergarage, uitgedost in lichtblauw satijn, al dan niet met wapperende cape. Drie geluksvogels worden afgezet door een knalroze limousine. De prinsessen (m/v) stromen richting het Circustheater, of klauteren nog even in de grote letters op het plein. Ouders trekken hun telefoons tevoorschijn.
„1, 2, 3, Elsaaa!”
Frozen de musical is een ideaal gezinsuitje, dat hoef je Daan Oomen niet te vertellen. Hij is bekend in showbizzland, werkt als lichtontwerper aan internationale producties. Alysee, zijn jongste dochter, kreeg voor haar verjaardag kaartjes voor het hele gezin. Oomen geeft haar een bemoedigend duwtje. „Ga hier maar staan, doen we even een fotootje, is dat meteen geregeld.”
Daar komt nog een vader: Alejandro Parada Casaleiro (45), met zoons Manu (9) en Xavi (12). De jongste (3) is thuis. Alejandro en zijn vrouw Carmen hebben samen al veel musicals gezien, Frozen stond nog op hun verlanglijst. Hij kon een middag gemist worden op zijn werk in het ziekenhuis, zij is ’s woensdags altijd vrij. Ook Jan van der Veen (43) hoefde niet op kantoor te verschijnen, vertelt hij terwijl dochter Nina (4) zich verstopt achter zijn benen. „Ik heb twee maanden vitaliteitsverlof. We dachten: wat gaan we doen vandaag? Toen vertelde mama over de Elsa-musical. Dat leek ons wel wat, toch Nien?”
Verlofregelingen
De vaders in Scheveningen zijn eensgezind: ze vinden dat ze genoeg tijd doorbrengen met hun kinderen. Bijna allemaal werken ze minder dan 38 uur per week. Ze hebben flexibele werkgevers of een eigen bedrijf. Ze zijn van de generatie die kon profiteren van verlofregelingen die sinds 2018 stapsgewijs zijn uitgebreid. Lange tijd hadden partners na de geboorte van hun kind recht op twee vrije dagen – een om bij de bevalling te zijn en een om het kind aan te geven bij de gemeente. Tegenwoordig kan een jonge vader in loondienst bijna vier maanden betaald vrij nemen.
„Als je kiest voor kinderen, dan moet je het samen doen”, vindt Alejandro Parada Casaleiro. Hij doet deels het huishouden, kookt en doet boodschappen. „Alleen de was, daar bemoei ik me niet mee.” Hij onderneemt bewust veel met zijn zoons, zoals laatst een bezoekje aan een autobeurs. „Je kunt het niet meer inhalen.”
Alejandro Parada Casaleiro gaat met zijn zoons Xavi (12) en Manu (9) naar ‘Frozen’.
Foto Simon Lenskens
Dat beaamt Daan Oomen, die soms eenzaam was nadat zijn ouders uit elkaar gingen, al groeide hij op in een groot gezin. Nog niet zo lang geleden reisde hij voor zijn werk de halve wereld over, maar sinds hij vader is ging hij anders denken over wat belangrijk is. Met zijn dochters (4 en 7) doet hij het liefst creatieve dingen: „Tekenen, muziek maken, op avontuur. Omdat ik ondernemer ben, heb ik daarin veel vrijheid. Ik moedig hen aan vrij te denken, een open blik te hebben. Hoe is het om méns te zijn? Dat soort dingen leer je niet zo snel op school.”
Hoeveel tijd ouders in Nederland spenderen in gezelschap van hun kinderen, werd in 2016 voor het laatst gemeten. Voor het Sociaal en Cultureel Planbureau hielden 1.893 respondenten een week lang een dagboek bij. De uitkomst: bij heterostellen brachten vaders gemiddeld dertig uur met hun kinderen door, moeders veertig uur. Een ding is zeker: ook bijna tien jaar later is de verdeling van arbeid en zorg bij veel man-vrouw koppels niet gelijk. Vaders doen nog altijd meer betaald werk. Mannen met kinderen onder de twaalf jaar werken volgens het CBS gemiddeld veertig uur, vrouwen 28 uur per week. Vaders die evenveel of meer tijd aan het huishouden en zorgtaken besteden als hun vrouwelijke partner, zijn in de minderheid.
Hoe komt dat? Is het erg? Kunnen de vaders van tegenwoordig – als ze dat willen – volop vader zijn?
‘Waar is je vrouw?’
Toen David Borman zeventien jaar geleden na de geboorte van zijn eerste kind een aantal weken verlof nam, was dat nog allesbehalve vanzelfsprekend. „Op het consultatiebureau kreeg ik te horen: ‘Waar is je vrouw?’ of ‘O, wat leuk, ben je een dagje vrij?’” Sindsdien, zegt hij, is er een hoop veranderd. Zeker sinds partners extra geboorteverlof kunnen opnemen – iets wat ongeveer driekwart ook daadwerkelijk doet – is het draagvlak voor betrokken vaderschap gegroeid. Je ziet het terug op straat, zegt Borman, maar bijvoorbeeld ook in de wetenschap, in het aanbod van podcasts, in de boekwinkel: „Een hele plank met vaderhandboeken.”
Kinderen van betrokken vaders scoren beter op school en vertonen minder gedragsproblemen
Borman, auteur van twee van dat soort boeken, kun je gerust een vaderexpert noemen. Het begon toen hij als verloskundige in het ziekenhuis mannen tegenkwam die eigenlijk geen idee hadden wat een bevalling inhield. Borman merkte dat hun onwetendheid het proces in de weg kon zitten. Pas toen zijn echtgenote in verwachting raakte, kreeg hij door hoezeer alle informatie rond zwangerschap en bevalling op vrouwen was gericht. Het resulteerde in de cursus ‘Aanpakken voor aanstaande vaders’, waarin partners in twee avonden door hem worden bijgespijkerd. Daarnaast traint hij bedrijven en professionals in onder meer de geboortezorg: hoe kunnen zij vaderinclusiever zijn?
Voor een actieve vaderrol valt veel te zeggen. Kinderen van betrokken vaders scoren beter op school, ontwikkelen sterkere sociale vaardigheden en vertonen minder gedragsproblemen, blijkt uit onderzoek van onder meer Unicef. Een Noorse studie wees uit dat er minder geweld is tegen kinderen in huishoudens waarin zorgtaken evenredig zijn verdeeld. Zorgende vaders, aldus een WHO-rapport, zijn zowel lichamelijk als mentaal gezonder. Ze ervaren meer zelfvertrouwen, emotionele groei en verbinding en vertonen minder risicovol gedrag zoals middelenmisbruik. De kans is kleiner dat ze jong sterven. Hun leven kent meer zingeving en structuur.
Traditioneel
Toch is de betrokken vader – Borman spreekt van „de optelsom van liefde, betrouwbaarheid, beschikbaarheid, zorgzaamheid en verantwoordelijkheid” – niet vanzelfsprekend. Een veelzeggend statistiekje: de helft van de stellen met kinderen wil de zorg gelijk verdelen, slechts 9 procent slaagt daarin. De praktijk, constateert het CBS in de laatste Emancipatiemonitor, is „traditioneler dan de wens”. Waarom?
Ten eerste, denkt Jens van Tricht, door de tijd waarin we leven. Van Tricht is oprichter en directeur van Emancipator – een organisatie die werkt aan het veranderen van normen voor mannen en mannelijkheid – en auteur van twee boeken over mannen en feminisme. Om de status quo te duiden, gebruikt hij vaak de metafoor van twee over elkaar schuivende aardplaten: „Op de oude, patriarchale plaat wordt jongens en mannen verteld dat ze vooral man moeten zijn en mannelijk moeten doen en dus never nooit vrouwelijk mogen zijn of lijken. De moderne, geëmancipeerde plaat koestert idealen als gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid en verwacht van jongens en mannen dat ze daaraan bijdragen.”
Jan van der Veen (43) met dochter Nina (4) bij de musical ‘Frozen’.
Foto Simon Lenskens
Mannen, aldus Van Tricht, zitten in een spagaat tussen die twee werelden. Enerzijds willen ze geëmancipeerd zijn, anderzijds leven ze volgens het „dominante patriarchale script” dat succes definieert in meetbare prestaties als een goedbetaalde baan. „Mannen die niet voldoen aan het mannelijkheidsideaal worden gestraft. Dat zie je ook rond vaderschap: wie zijn kinderen voorrang geeft, betaalt daarvoor. Met minder serieus genomen worden. Of in z’n carrièreperspectief.”
Daar komt bij dat Nederland nogal moedergericht is. Een kwart van de Nederlanders vindt dat vrouwen beter voor kinderen kunnen zorgen dan mannen – al is dat idee allang wetenschappelijk achterhaald. De ‘moederschapsideologie’ kreeg vooral vorm na de Tweede Wereldoorlog, toen de overheid het financieel aantrekkelijk maakte voor mannen om fulltime te werken en voor vrouwen om thuis te blijven – denk aan partnerpensioenregelingen en schaarse, kostbare kinderopvang. Pas in 1956 werden getrouwde vrouwen ‘handelingsbekwaam’ en móchten ze werken. Met de erfenis hiervan leven we nog steeds, zei hoogleraar familiesociologie Renske Keizer eerder in NRC, want beleid beïnvloedt cultuur en andersom. „Je kunt wel evenveel willen zorgen voor je kind maar als dat heel duur is, doe je het niet.”
Weinig steun
Ook in de zorg rond zwangerschap, geboorte en opvoeding draait het meestal om de moeder. Vaders krijgen zelden vragen van de verloskundige, vinden weinig steun als ze het zwaar hebben, worden alleen zijdelings aangesproken in folders, voelen zich – soms letterlijk – over het hoofd gezien. Daarom deden deskundigen en organisaties vorig jaar een oproep om vaders serieuzer te nemen in het zorgsysteem: geef hen dezelfde status als moeders, schreven ze, erken hun behoeften via de Zorgverzekeringswet. Betrek hen, als volwaardig ouder, vanaf het prille begin.
Er zijn natuurlijk mannen die dat niet per se willen, een gelijke verdeling. Misschien zien zij een veertig- of vijftigurige werkweek juist als een vorm van zorg: als kostwinner brengen zij hun gezin welvaart en stabiliteit. Misschien maakt het hen gelukkig. Misschien hebben ze een partner die niet kán werken, of die bewust thuis blijft.
En jonge vader in loondienst kan bijna vier maanden betaald vrij nemen
Steeds minder gezinnen leven van één inkomen, maar ondertussen maakt het idee dat mannen providers en protectors zijn en vrouwen verzorgers een comeback. Het meest zichtbaar is dat op sociale media en in de politiek. Radicaal-rechtse partijen zijn zich gaan richten op de maatschappelijke positie van mannen en mannelijkheid. Zo schreef FvD-leider Thierry Baudet enkele jaren geleden in een veelbesproken essay dat werkende vrouwen de oorzaak zouden zijn van „constant conflict, constante competitie en – uiteindelijk – ruzies, scheiding en sociale isolatie, en een nieuwe generatie van jongens en meisjes die opgroeien in een verminkte setting”.
De PVV – in haar laatste verkiezingsprogramma fel gekant tegen „genderwaanzin” en „diversiteitsgeneuzel” – beperkte de steun voor vrouwenrechten en gendergelijkheid door ongekend te bezuinigen op ontwikkelingshulp.
Manfluencers
Of het werkt? Jonge mannen – Gen Z’ers – in Nederland zijn volgens onderzoeksbureau Ipsos niet per se conservatiever geworden. Internationale studies, zoals die van de Universiteit van Oxford, laten wel een verschuiving naar uiterst rechts zien. In 2024 overwoog bijna 60 procent van de mannen onder de dertig jaar in de Europese Unie op een radicaal-rechtse partij te stemmen; 30 procent deed dat ook daadwerkelijk. Het is een tegenreactie, denken de onderzoekers, op de #MeToo-beweging en het streven naar gendergelijkheid. Ook wijzen ze op de invloed van online media en de polariserende werking van algoritmes.
Jongens en mannen krijgen vaak te horen wat er mis is met mannelijkheid en zoeken houvast op YouTube, TikTok en Instagram
„De manosphere is mainstream geworden”, zegt Jens van Tricht van Emancipator. Hij verklaart de aantrekkingskracht van conservatieve gendernormen als volgt: jongens en mannen zijn door de emancipatie van vrouwen en lhbtqia+-personen onzeker geworden over hun rol. Ze moeten mee-emanciperen én voldoen aan de oude norm, en zoeken houvast op YouTube, TikTok en Instagram. Daar vinden ze manfluencers die een simpele oplossing lijken te hebben voor dit complexe probleem: je moet gewoon weer een echte man worden. „Je kamer opruimen, vaak naar de sportschool – prima adviezen, zou je denken. Maar daarachter blijkt een heel compleet en beperkend ideaalbeeld van mannelijkheid te zitten: je moet presteren, concurreren, de controle houden, onafhankelijk, rijk en succesvol zijn. Pas dan ben je, tussen aanhalingstekens, een echte man.”
En dan gaat het nog een stap verder: namelijk met het idee dat mannen daarin gehinderd worden door vrouwen en alles wat ‘woke’ is. De Amerikaans-Britse Andrew Tate (10,7 miljoen volgers op X, verbannen van Facebook, Instagram en TikTok) is momenteel het boegbeeld van dat gedachtegoed. Tussen de pronkerige video’s en adviezen over hoe je net zo’n vermogende ‘G’ (gangster) kunt worden als hij, deelt hij misogyne opvattingen („Vrouwen doen het werk van Satan. Zonder een man die hen onder controle houdt, brengen zij alle grote vernietigingen teweeg.”)
Ruim de helft van de jonge vaders en bijna een kwart van de vijftien- en zestienjarige jongens heeft een positief beeld van Tate, bleek in 2023 uit een uitgebreide enquête van een Britse organisatie die zich bezighoudt met online veiligheid.
Max Verstappen
„Schokkend”, vindt David Borman. Al merkt hij in zijn dagelijkse werk niets van die conservatieve tendensen. „Het is natuurlijk een bubbel, maar ik zie in mijn cursus alleen maar vaders die écht willen, écht doen.” Anders dan een paar jaar geleden, zegt Borman, vertellen deze mannen trots aan vrienden en collega’s dat ze zijn cursus volgen. „En dat terwijl ze weinig rolmodellen hebben. Zie Max Verstappen, die twee dagen na de geboorte van zijn kind alweer op het circuit stond.”
Wat voor vader wil je zijn? Of wil je zien in de wereld? Het zou goed zijn, zegt Van Tricht, om daar deze zondag – op Vaderdag – eens stil bij te staan. Dat is ook wat hij probeert te doen met Emancipator. „Als we het hebben over problemen in de samenleving, kijken we niet vaak naar onszelf. Voor veel mannen is hun man-zijn blijkbaar heel belangrijk. Maar kunnen we het zo invullen dat we volledig onszelf mogen zijn?”
Een avond in de auto naast forensisch arts Jack Menke betekent 139 kilometer afleggen, negentien telefoontjes op de speaker, twee lijkschouwen, een zedenonderzoek, drie politiebureaus bezoeken, twee bloedproeven en een letselonderzoek vanwege huiselijk geweld.
„Dat ze heeft overgegeven, zegt niet zo veel. Is ze ook kortademig?”, vraagt Menke aan de arrestantenverzorger van het Rotterdamse politiebureau Marconiplein. Die belt voor de derde keer in korte tijd over een voor oplichting gearresteerde vrouw die alarm slaat over haar notenallergie. „Nee? Dan hoef je geen actie te ondernemen. Hou in de gaten of ze moeite krijgt met ademen.”
De vrouw dikt haar notenallergie aan, vermoedt Menke. „Niemand vindt het leuk om in de cel te zitten”, vertelt hij, terwijl hij de navigatie volgt naar een dorp buiten Rotterdam, waar zojuist een jonge vrouw is overleden. Een uur geleden viel ze dood neer tijdens het videobellen en hoewel de politie daar geen aanwijzingen voor heeft, moet Menke vaststellen of ze niet door een misdrijf is omgekomen.
Als Menke de stationwagen de hoek om stuurt, ziet hij agenten en verdrietige familieleden staan. Met dokterstas in de hand en gekleed in een grijs casual pak stapt hij eerst het huis van de buren binnen om de familieleden uit te leggen wat hij komt doen. Vervolgens betreedt hij met de politie het huis van de overleden vrouw.
Met de woorden „veel liefs” neemt de arts 55 minuten later afscheid. Het was geen misdrijf, maar de doodsoorzaak is vooralsnog een raadsel. Menke heeft de familie overtuigd aanvullend onderzoek te laten doen met het argument dat de vrouw mogelijk aan een erfelijke kwaal is overleden. Nog voor hij zijn koffers in de auto heeft gezet, wordt hij weer gebeld. „Met Menke van de FARR. Ja, ik ben onderweg.”
Laveloos
In een vorig leven bestreed Menke (59) als tropenarts hiv en aids in Zambia. Zo’n tien jaar geleden keerde hij terug naar Nederland, sindsdien werkt hij voor de particuliere organisatie Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond (FARR). Vorig jaar trad hij ook toe tot de directie. FARR werd ruim twintig jaar geleden opgericht door vijf politieartsen die elders emplooi moesten vinden omdat de politie niet langer zelf artsen in dienst wilde hebben. Momenteel levert FARR forensisch artsen in de politieregio Rotterdam, een gebied met 23 gemeenten en 1,75 miljoen inwoners dat van Goeree-Overflakkee tot Gorinchem loopt.
Menke maakt zich zorgen over de toekomst van de forensische geneeskunde. Die bestaat uit drie pijlers: naast lijkschouw en forensisch medisch onderzoek – na onder meer verkrachting of huiselijk geweld – is dat de medische arrestantenzorg. Jaarlijks sluit de politie zo’n 200.000 personen in. En zolang deze verdachten verblijven in het politiebureau, vallen ze onder de medische verantwoordelijkheid van een forensisch arts. Die controleert of het wel verantwoord is de – geregeld laveloze – arrestanten in de cel te houden, schrijft medicijnen voor en verricht lichte ingrepen, zoals verwondingen hechten.
Bij het kort geding is het centrale argument dat de politie de winnaar van de aanbesteding onjuist heeft beoordeeld
Maar dat deel van het vak dreigt te verdwijnen. De Nationale Politie heeft de medische arrestantenzorg voor alle tien politieregio’s los aanbesteed en afgelopen maart allemaal gegund aan een dochterbedrijf van de Arts en Zorg Groep, die ook de zorg aan asielzoekers levert. Dat betekent dat de huidige aanbieders, onder wie veel GGD’s, de arrestantenzorg kwijtraken. „Het is alsof je bij een keel-neus-oorarts het oor wegneemt”, zo haalt Menke een vergelijking aan die in de beroepsgroep rondgaat.
Tot aanbesteding is overgegaan op advies van een overheidscommissie onder leiding van ex-burgemeester van Maastricht Onno Hoes (VVD). Die onderzocht in 2017 het beroep van forensisch arts. In tegenstelling tot de lijkschouw en forensisch medische onderzoeken was de medische arrestantenzorg volgens de commissie een private taak die kon worden aanbesteed. Zo geschiedde, met enig oponthoud.
Lees ook
Medische misstanden in Nederlandse gevangenissen. ‘Ik kwam lopend binnen, en verliet de gevangenis in een rolstoel’
Cruciaal
Doelwater, het hoofdbureau van de Rotterdamse politie, belt Menke. Er is een man aangehouden die nog 43 dagen celstraf heeft openstaan. „Amlodipine 5 milligram, oxycodon 5 milligram, pantoprazol 40 milligram”, herhaalt Menke de medicijnen die de man dagelijks slikt. De agenten willen weten hoeveel ze mogen verstrekken. Menke geeft de avonddosering door en belooft voor het einde van zijn dienst, de man na te trekken en een recept uit te schrijven zodat de arrestant de komende dagen genoeg medicatie heeft.
De arts vervolgt zijn verhaal. „Die medische taak maakt het werk leuk en divers, omdat je ook mensen beter maakt. Als we ons alleen met dode mensen en het opnemen van letsel bezighouden, ben je veel minder dokter.” Bovendien is een forensisch arts gespecialiseerd in de zorg voor arrestanten en een reguliere (huis)arts niet.
De zorgen leven breder. Ook koepelorganisatie GGD GHOR Nederland waarschuwde afgelopen maart in een verklaring dat het grote gevolgen heeft voor de strafrechtketen als het beroep van forensisch arts minder aantrekkelijk wordt. In de keten spelen deze artsen, van wie Nederland er nog geen tweehonderd heeft, een belangrijke rol omdat ze letsel vaststellen bij slachtoffers van misdrijven en sporen zoals dna veiligstellen.
Vorige week nam de Tweede Kamer een motie aan van SP en GroenLinks-PvdA die benoemt dat de forensisch arts een cruciaal beroep is voor de strafrechtketen en rechtsstaat. De regering wordt onder meer verzocht te onderzoeken of de arrestantenzorg weer bij forensisch artsen kan worden belegd. „Als we deze pijler verliezen, verliest ons vak glans en charme, die wij nodig hebben om nieuwe collega’s aan te trekken”, schreef branchevereniging Forensisch Medisch Genootschap in maart in een verklaring.
Een FARR-arts bezoekt een arrestant in diens cel.
Foto Kevin Vervoort / FARR
Wiskunde
Glans en charme zijn echter geen argumenten in de rechtszaal. Bij het kort geding deze vrijdag, dat naast FARR door enkele GGD’s en een andere private aanbieder wordt gevoerd, is het belangrijkste argument dat de politie de aanbestedingsinschrijvingen van de winnaar onjuist heeft beoordeeld.
Aanbestedingstrajecten van de overheid hebben veel weg van hogere wiskunde. De complexe werkelijkheid van een dienst als medische zorg wordt in kleine blokjes verdeeld met ieder een eigen weging. Beoordelaars van de aanbesteder kennen vervolgens punten toe op basis van wat bijvoorbeeld over samenwerken met derden (maximaal drie punten) of borging medische en wettelijke standaarden (maximaal zestien punten) naar voren wordt gebracht door degene die de aanbesteding wil binnenhalen. Alle punten worden bij elkaar opgeteld in een formule waarin ook de prijs zwaar meeweegt. Degene met de hoogste score wint de aanbesteding.
In dit geval dus Regionale Medische Diensten (RMD), een dochteronderneming van de Arts en Zorg Groep (128,6 miljoen euro omzet in 2023). Ook 22 huisartspraktijken en zorg voor asielzoekers worden onder de paraplu van het concern uitgevoerd. Volledig nieuw in de arrestantenzorg is het niet, RMD voert die momenteel al uit in de regio Haaglanden.
Onvoldoendes
Volgens de FARR-directie zou de prijs die RMD bood twee tot drie keer lager hebben gelegen dan van andere inschrijvers. Logisch dus, die gewonnen aanbesteding.
De advocaat van FARR, Frederik van Nouhuys, stelt echter dat de politie een cruciale fout heeft gemaakt bij de beoordeling van de aanbesteding. Voor de categorie ‘beschikbaarheid dienstverlening’ – of de organisatie tijdig medische zorg aan arrestanten kan leveren – scoorde RMD volgens de gunningsbeslissing van de politie in zes regio’s een onvoldoende.
De noodkreet dat het beroep van forensisch arts minder aantrekkelijk wordt, kan de Arts en Zorg Groep ‘niet volgen’
„De politie constateert dus bij het lezen van de onderbouwing van de offerte dat het volstrekt onwaarschijnlijk is dat ze krijgen wat ze hebben gevraagd: tijdige medische zorg. Maar omdat het bedrijf heel goed scoort op de prijs, krijgen ze alsnog de opdracht”, licht van Nouhuys telefonisch toe.
Terwijl: „Als je constateert dat je het gevraagde niet krijgt, moet je de inschrijving ongeldig verklaren”, vindt Van Nouhuys. Ter verdere onderbouwing stelt de advocaat in de dagvaarding dat „meerdere alarmerende rapporten” zouden zijn verschenen over de medische zorg door RMD aan asielzoekers.
Sterk
Arts en Zorg Groep vindt de kritiek onterecht. Het bedrijf laat in een reactie weten dat de zorg aan asielzoekers juist tot volle tevredenheid wordt uitgevoerd. Eerdere negatieve berichtgeving zou de zorg voor minderjarige asielzoekers door de GGD hebben betroffen.
Het lijkt Arts en Zorg Groep sterk dat het twee tot drie keer goedkoper is dan de concurrentie. Vermoedelijk is dat verschil te verklaren doordat de concurrentie de vergoeding vanuit de Zorgverkeringswet – die samen met een politiebijdrage het totaal aan inkomsten vormt – niet heeft verdisconteerd in de geoffreerde prijs.
Ook benadrukt Arts en Zorg Groep dat, kort na het winnen van de aanbesteding van de asielzorg, in 2018 op 55 locaties in Nederland huisartsenzorg aan asielzoekers werd verleend: het kan dus snel opschalen. De noodkreet dat het beroep van forensisch arts minder aantrekkelijk wordt, kan het bedrijf „niet volgen”.
Volgens de Arts en Zorg Groep hadden de aanbieders zich sinds het rapport van de commissie-Hoes eind 2017 kunnen voorbereiden op de losse aanbesteding van de medische arrestantenzorg. „Dat zij dit niet hebben gedaan, is volledig aan henzelf te wijten en niet aan de politie of de partij die uiteindelijk de aanbesteding gegund heeft gekregen.”
Een arts van Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond heeft een consult met een gevangene.
Foto Kevin Vervoort / FARR
Lees ook
In de grootste gevangenis van Nederland zoekt Coenradie haar gelijk. ‘Ook hier blijkt weer dat je niet méér gevangenen op een cel kan zetten’
In de werkkamer van Karlijn Hendriks, geschiedenisdocent en conrector van het Stanislascollege Westplantsoen in Delft, staan twee dozen met verse gebakjes klaar. Ze heeft ze midden op de vergadertafel gezet, zodat de drie collega’s die aangeschoven zijn een gebakje kunnen pakken. Maar die hebben er nog geen oog voor. Geconcentreerd kijken ze naar de lijst met eindexamenuitslagen die ze voor zich hebben.
Ruim 144.000 eindexamenleerlingen kregen deze donderdag dat ene spannende telefoontje van school – er deden in totaal rond de 184.000 leerlingen examen. Scholen weten ’s ochtends vroeg al of hun leerlingen geslaagd zijn. Toch bellen ze pas uren later. NRC keek donderdag mee, om te zien wat er op de uitslagendag achter de schermen gebeurt. Waarom duurt het wachten op de uitslag soms zo lang?
Ik noteer deze leerling als kansrijk
Het Stanislascollege in Delft heeft drie afdelingen: havo, atheneum en gymnasium. In de kamer van Hendriks worden 151 atheneum-leerlingen besproken die eindexamen hebben gedaan. Op de uitslagendag ziet de school al om acht uur ’s ochtends op internet wat de zogenoemde N-termen zijn, de normeringen die per vak gebruikt worden om het examencijfer te berekenen. Het College voor Toetsen en Examen heeft die erop gezet, zodat scholen zelf kunnen berekenen welke cijfers de leerlingen hebben gehaald. Elk jaar zijn er N-termen die opvallen. „Voor wiskunde C is de normering dit keer 1,4, terwijl het de afgelopen jaren altijd onder de 1 was”, zegt Lucie Aarts, docent wiskunde en lid van het team dat de atheneum-leerlingen bespreekt. „Dat betekent dat het een relatief lastig examen was en dat je bij minder punten sneller een voldoende krijgt.”
‘Afgewezen’
Sander Overgaag, docent bedrijfseconomie en coördinator van de bovenbouw van het atheneum, leest telkens een naam voor en zegt daarna of de leerling is geslaagd of ‘afgewezen’, zoals zakken officieel heet. Bij de geslaagden zeggen de docenten kortweg „mooi”, „prachtig” of „fijn dat het gelukt is”. Bij de gezakten staan ze langer stil. Ze puzzelen met de cijfers die ze voor zich hebben op de lijst. Wie is er definitief gezakt en wie maakt kans om met een herexamen of via een alternatieve route alsnog te slagen? Daar ligt vandaag de uitdaging voor dit team: strategieën bedenken die de mentoren vanmiddag kunnen voorleggen als ze de ‘nog niet geslaagden’ gaan bellen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Karlijn Hendriks feliciteert een leerling.
Foto Hedayatullah Amid
” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Karlijn Hendriks feliciteert een leerling.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="De resultaten van elke leerling worden secuur bekeken.
Foto Hedayatullah Amid
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="De resultaten van elke leerling worden secuur bekeken.
Foto Hedayatullah Amid
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12201017/data133583886-c163dd.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-12.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-10.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-11.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-12.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-13.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/cq1DZ3Mn3iZq-JlozNrn-0cXYkY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12201017/data133583886-c163dd.jpg 1920w”>De resultaten van elke leerling worden secuur bekeken.
Foto Hedayatullah Amid
<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Twee mentoren van de atheneum-klassen bespreken de resultaten van een leerling.
Foto Hedayatullah Amid
” data-figure-id=”2″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Twee mentoren van de atheneum-klassen bespreken de resultaten van een leerling.
Foto Hedayatullah Amid
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12201023/data133583929-b9e4d3.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-16.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-14.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-15.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-16.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-17.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/w8WyBy_mw8YhByT_nl-AVNxHRVs=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12201023/data133583929-b9e4d3.jpg 1920w”>Twee mentoren van de atheneum-klassen bespreken de resultaten van een leerling.
Foto Hedayatullah Amid
Foto Hedayatullah Amid
Naast Hendriks, Aarts en Overgaag zit een gepensioneerde docent aan tafel, Aad Duifhuis. Hij valt in voor de zwangere examensecretaris, die is degene die de examens organiseert. Allemaal hebben ze een rekenmachine voor zich en een papieren lijst met de resultaten van de leerlingen. Daar maken ze notities op van de adviezen die de mentoren vanmiddag kunnen geven. Er komt een leerling voorbij die maar één tiende punt tekort heeft. Ze kijken samen welk vak die zou kunnen herkansen. „Misschien is het slim als deze leerling morgen naar de inzage komt, om te kijken of er een evidente nakijkfout zit in één van de examens”, oppert Duifhuis. In dat geval kun je vragen om het opnieuw nakijken van het examen. „Ik noteer deze leerling als kansrijk”, zegt Hendriks.
Soms zijn er leerlingen die het onverwacht slecht hebben gedaan op het examen. „Deze jongen is helemaal weggezakt”, zegt Overgaag. „Wat is daarmee gebeurd? Heeft-ie last van stress?” „Is er soms een vriendinnetje opgedoken?” oppert een van de anderen. Niemand weet het. „We gaan met hem om tafel”, zegt Hendriks. „Hier moet wel iets gebeuren.”
Alternatieve route
Voor leerlingen die nog ver af zitten van ‘bijna geslaagd’ zijn er twee mogelijkheden: het eindexamen volgend jaar overdoen, of nog in de zomer een diploma krijgen via een alternatieve route. Dat kan via de vavo, het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, via private onderwijsinstelling Luzac of via het staatsexamen. Maar die routes wil het Stanislascollege niet te veel promoten. „Het is echt wel plan B”, zegt Aarts.
Ah, hier is de eerste cum laude
„Ah, hier is de eerste cum laude”, zegt Overgaag. Ook daar wordt naar gekeken. Er zijn soms leerlingen die ruim zijn geslaagd maar nét niet cum laude – met hoge cijfers. Dan wordt er berekend of het mogelijk is om met een herexamen toch op cum laude uit te komen. Wat ook kan is een vak laten vallen waarop de leerling slecht gescoord heeft.
Als de vier alle 151 atheneum-leerlingen besproken hebben en er toch even tijd is gevonden voor het gebak, lopen ze samen naar een ander lokaal. Daar zitten drie collega’s die samen het examenbureau vormen en die ook de hele lijst met leerlingen hebben doorgenomen. Zij controleren of het atheneum-team alles goed heeft berekend. Overgaag begint voor de tweede keer alle namen op te lezen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Feestvierende leerlingen kunnen een foto laten maken in een fotobooth.
Foto Hedayatullah Amid
” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Feestvierende leerlingen kunnen een foto laten maken in een fotobooth.
Foto Hedayatullah Amid
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12201025/data133583941-f357b1.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Xbm_QsP_EqPQSkFNkqpe2cB8too=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12201025/data133583941-f357b1.jpg 1920w”>Feestvierende leerlingen kunnen een foto laten maken in een fotobooth.
Foto Hedayatullah Amid
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Een schoolmedewerker hijst de Nederlandse vlag ter gelegenheid van de examenuitslagdag in Delft.
Foto Hedayatullah Amid
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een schoolmedewerker hijst de Nederlandse vlag ter gelegenheid van de examenuitslagdag in Delft.
Foto Hedayatullah Amid
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12201021/data133583917-064017.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-24.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-22.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-23.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-24.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/over-de-schouders-van-de-docenten-meekijken-op-uitslagendag-je-weet-zeker-al-waarom-ik-bel-25.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/WcdvYJ5KG9f_uju0Pwu0hOaVhmA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/12201021/data133583917-064017.jpg 1920w”>Een schoolmedewerker hijst de Nederlandse vlag ter gelegenheid van de examenuitslagdag in Delft.
Foto Hedayatullah Amid
Foto Hedayatullah Amid
Na een pauze worden alle atheneum-mentoren bij elkaar geroepen. Het is inmiddels twee uur ’s middags. Met zijn dertienen zitten ze aan tafel. Overgaag zal weldra opnieuw de lijst oplezen, met alle adviezen aan de leerlingen erbij. De mentoren kunnen dan vragen stellen over de boodschap die ze straks aan de telefoon moeten overbrengen. Maar eerst wil Hendriks iets zeggen: „Er is gebak. Tast toe want we hebben iets te vieren. Het slagingspercentage is nu 84 procent en we verwachten dat 90 procent haalbaar is.”
Als alle mentoren zijn geïnstrueerd, trekken ze zich terug om hun leerlingen te bellen. Hendriks is zelf ook mentor. Ze loopt terug naar haar werkkamer en gaat aan haar bureau zitten. Ze heeft één leerling die nog niet geslaagd is. Ze haalt diep adem en toetst het nummer in. Als de leerling opneemt zegt ze: „Ik bel jou als eerste, je raadt zeker wel dat ik geen goed nieuws heb. Maar je gaat het alsnog halen. Kom zo snel mogelijk naar school, dan zal ik je vertellen hoe.”
Lees ook
Isis zag op Snapchat dat Lina al aan het leren was voor de eindexamens, maar ze ging toch liever film kijken. Geen stress: ze ‘staat er goed voor’