Barack Obama was pas een paar maanden president toen hij hand-in-hand met Michelle Obama een enthousiaste menigte in het centrum van Praag begroette. April 2009. Europa was nog in de ban van de Obama-magie. De nieuwe president was nog vol van idealen.
„Vandaag verklaar ik duidelijk en met overtuiging de inzet van Amerika om vrede en veiligheid na te streven in een wereld zonder nucleaire wapens”, zei hij halverwege zijn toespraak. De Tsjechen begonnen meteen te juichen.
Zestien jaar later is van optimisme over de internationale verhoudingen geen sprake meer. De wereld is onoverzichtelijk, de toon is agressief en de zorgen over nucleaire wapens zijn toegenomen, niet afgenomen. Nucleaire arsenalen worden gemoderniseerd en uitgebreid. Wapenbeheersing is op sterven na dood. De verhoudingen tussen de negen kernwapenstaten in de wereld zijn complex en in een aantal gevallen antagonistisch. Nieuwe conventionele wapens, nieuwe technologie als AI en militarisering van de ruimte zorgen voor nog meer onzekerheid.
We leven in een „nieuw en uitdagend tijdperk van multipolaire nucleaire concurrentie tegen de achtergrond van snelle technologische veranderingen”, schrijft Ankit Panda, onderzoeker bij denktank Carnegie in een nieuw boek: The New nuclear Age: at the precipice of armageddon.
En dan is er Donald Trump. Zijn autoritaire stijl en het ongegeneerde dedain voor rechtsregels, internationale samenwerking en fatsoensnormen hebben bondgenoten in Azië en Europa in korte tijd van hun belangrijkste anker in de wereld beroofd. De toekomst van militaire samenwerking met de VS én van de economische relatie is na een reeks Trump-schokken onzeker.
In Azië en in Europa vraagt men zich dan ook af wat de traditionele nucleaire veiligheidsgaranties van de VS nog waard zijn, net op een moment dat Rusland oorlog voert tegen Oekraïne en China zich in de wereld steeds nadrukkelijker manifesteert en in eigen regio machtsvertoon niet schuwt.
Financiële last
Neem de VS-bondgenoten Duitsland en Zuid-Korea. In Seoul wordt hardop nagedacht over een eigen kernwapen voor het geval de VS hun manschappen terugtrekken. De beoogde nieuwe Duitse kanselier Friedrich Merz wil wel nadenken over Franse en Britse nucleaire bescherming, naast de Amerikaanse. In Polen is de premier voorstander van een Europese oplossing, maar heeft de president gevraagd om stationering van Amerikaanse kernwapens.
Trump praat vaak over de financiële last van het nucleaire arsenaal. Waarom, vroeg hij zich af, moeten de VS jaarlijks tientallen miljarden investeren in wapens die als ze ooit gebruikt worden leiden tot de vernietiging van de aarde? Waar voorstanders van bewapening een systeem van afschrikking zien dat 75 jaar heeft gewerkt, ziet Trump een slechte investering.
Trump heeft niet alleen een obsessie met invoerheffingen, ook kernwapens houden hem al een half leven bezig. Midden jaren tachtig, toen nog een jonge projectontwikkelaar op Manhattan, vroeg hij president Ronald Reagan of hij het Amerikaanse team bij de wapenonderhandelingen mocht leiden. In zijn eerste termijn baarde hij veel opzien door twee keer te onderhandelen met de Noord-Koreaanse leider Kim Yong-un over diens kernwapens, overigens zonder resultaat.
In zijn eerste termijn stapte Trump ook uit de nucleaire deal waarin het Westen met Iran overeenkwam dat Teheran zijn atoomprogramma tot een minimum zou beperken in ruil voor vermindering van economische sancties. Waar Europeanen een triomf van diplomatie zagen – aan het akkoord was ruim tien jaar gewerkt – zag Trump „de slechtste deal ooit”.
Waar voorstanders van bewapening een systeem van afschrikking zien dat 75 jaar heeft gewerkt, ziet Trump een slechte investering
Teheran vatte de eenzijdige opzegging door Trump op als verraad. Na Europese pogingen om de afspraak alsnog te redden, voerde Iran zijn atoomactiviteiten weer op.
Trump heeft zijn oude vastgoedmaatje Steve Witkoff niet alleen gevraagd vredesbesprekingen met Vladimir Poetin te openen, maar hem ook verzocht om tussendoor nog met Teheran te onderhandelen over het Iraanse atoomprogramma. Afgelopen weekend vond in Rome een tweede gespreksronde plaats, deze week gaan de gesprekken door. De VS willen de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten bijsturen en bondgenoot Israël steunen. Tegelijk zouden ze de wereld een grote dienst bewijzen als voorkomen wordt dat Iran zich ontwikkelt tot de tiende nucleaire staat.
Rose Gottemoeller, onder Obama belast met onderhandelingen over wapenbeheersing, neemt Trumps nucleaire aversie serieus en houdt hem aan zijn woord. „De interesse van de president is een gelukkig toeval”, schreef ze in Foreign Affairs. „Te midden van de turbulentie van zijn regering kan Trumps neiging tot nucleaire terughoudendheid hem motiveren om echte restricties uit te onderhandelen – op een moment dat de wereld zulke maatregelen hard nodig heeft.”
70.000 kernkoppen
Sinds de eerste kernexplosie , de Trinity-test van Oppenheimer, leeft de wereld met de vraag of de mensheid de verwoestende kracht van atoomsplitsing wel de baas kan. De bommen op Hiroshima en Nagasaki in 1945 leidden niet tot een wereldwijd moratorium, maar tot een krankzinnige wapenwedloop. Vier jaar na de VS had ook de Sovjet-Unie een kernbom. In 1986 hadden de kernmachten samen ruim 70.000 kernkoppen.
Met het einde van de Koude Oorlog brak ook voor kernwapens een nieuw tijdperk aan. De immense arsenalen van de VS en Rusland slonken. Een aantal voormalige Sovjet-staten, waaronder Oekraïne, gaf hun kernwapens op. Noord-Korea trok daarentegen de aandacht omdat het een kernwapen ambieerde om de dreiging uit Zuid-Korea, waar Amerikaanse wapens gestationeerd waren, te pareren. In de jaren negentig waren analisten en politici hoofdzakelijk bezorgd over terreuraanslagen met een vuile bom – een conventionele bom met radioactief materiaal. Maar de post-koudeoorlogperiode werd vooral gekenmerkt door de hoop dat een kernwapenvrije wereld haalbaar was.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037801-a48170.jpg|https://images.nrc.nl/8TN8_cuDWvW2D9gZV6QbiQZvZIs=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037801-a48170.jpg|https://images.nrc.nl/c9adnqQishsD-1HeGvP2Vfpn-i4=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131037801-a48170.jpg)
„Yes we can”, zei Obama in Praag.
Sinds een jaar of vier bevindt de wereld zich in wat Panda omschrijft als een nieuw en pessimistischer nucleair tijdperk. De nieuwe agressiviteit van Rusland in Oekraïne ging gepaard met een verstevigde band tussen Moskou en Beijing. Animositeit tussen China en de VS is sinds de eerste regeerperiode van Trump onmiskenbaar. Sinds vorige week zijn China en de VS bovendien verwikkeld in een bitter handelsconflict dat de twee grootmachten nog verder uit elkaar kan drijven.
De belangrijkste wijziging op het nucleaire speelveld is dat China zijn ambities drastisch heeft opgeschroefd. Na een eerste geslaagde nucleaire test in de jaren zestig, bouwde China in eerste instantie een bescheiden arsenaal van ruim 200 kernwapens, dat, verklaarde Beijing, uitsluitend een defensieve functie had.
In de zomer van 2021 constateerden onderzoekers op satellietbeelden dat China nieuwe silo’s aan het graven was voor intercontinentale raketten, uit te rusten met een of meerdere nucleaire ladingen. De VS gaan er sinds vorig jaar van uit dat China over tien jaar over 1.500 kernkoppen kan beschikken -al waarschuwt Panda dat nog de nodige onduidelijkheid bestaat over de Chinese bedoelingen.
Lees ook
Kan Europa zonder de nucleaire paraplu van de VS? Sterkte en zwaktes van een Europese kernmacht
Met 1.500 kernkoppen zou China numeriek nog altijd ver achterlopen op de VS en Rusland, gelet op hun arsenalen van respectievelijk 3.700 en 4.300 kernkoppen. Maar als de twee oude grootmachten zich houden aan bestaande afspraken, zullen ze daarvan slechts 1.550 op dragers monteren en de rest op voorraad houden. Als China dan zijn hele voorraad zou inzetten, komt Beijing binnen tien jaar op gelijk niveau.
Drie vijanden tegelijk
Voorheen namen de VS het kleine Chinese probleem min of meer op de koop toe. Die lankmoedigheid heeft Washington laten varen. De VS hebben nu niet één maar twee nucleaire concurrenten. En dat is nog niet alles. De dreiging die uitgaat van Noord-Korea wordt ook serieuzer genomen.
President Biden paste de formele instructie voor de nucleaire verdediging al aan. De krijgsmacht moet erop voorbereid zijn om met kernwapens „gelijktijdig Rusland, China en Noord-Korea af te schrikken”, schreef hij in een nieuwe richtlijn. Het kernwapenarsenaal, zeggen militairen, moet aan die nieuwe taak aangepast worden.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data131048243-34edbe.png|https://images.nrc.nl/rFNNWoLao_sS-FtgxHS4T0cgOCQ=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data131048243-34edbe.png|https://images.nrc.nl/s6Cwu2NsGmMQXvbs8LmGSG-Zq98=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data131048243-34edbe.png)
De VS zijn al jaren bezig hun nucleaire infrastructuur te moderniseren. In tien jaar tijd kost dat ongeveer 756 miljard dollar. De VS hebben drie dragers voor hun kernkoppen: ze kunnen vervoerd worden met intercontinentale raketten die vanaf land afgevuurd worden, met raketten die vanaf nucleaire onderzeeërs gelanceerd worden en met lange-afstandsbommenwerpers. Zowel de raketten als de onderzeeërs en de bommenwerpers worden vervangen.
Generaal Anthony Cotton, commandant van Strategic Command (Stratcom), zei vorige maand dat de nieuwe geopolitieke situatie méér materieel vereist. Zo wil hij niet 100 nieuwe B21 bommenwerpers, maar 145. Ook de vloot van nieuwe onderzeeërs zou uitgebreid moeten worden en er zouden meer nieuwe kruisraketten aangeschaft moeten worden dan voorzien, aldus Cotton. De plannen voor de modernisering stammen uit de jaren tien, vóórdat China zijn ambitie verhoogde.
Overleg
Is het in een wereld van multipolaire concurrentie haalbaar om afspraken te maken over wapenbeheersing? In de bipolaire Koude Oorlog was overleg tussen de VS en de Sovjet-Unie uitermate succesvol. Kernwapenstaten beloofden de verspreiding van kernwapens (proliferatie) tegen te gaan, testen mocht alleen nog maar ondergronds, kernwapens werden op grote schaal en onder wederzijds toezicht vernietigd.
Veel vangrails van destijds zijn inmiddels weggehaald of worden minder relevant. Het non-proliferatieverdrag staat nog overeind, al wordt in de VS beweerd dat Rusland technische kennis deelt met Iran en Noord-Korea en plutonium levert aan China. Het testen van nucleaire wapens werd in de jaren negentig verder aan banden gelegd, al werd het internationale verdrag hierover nooit van kracht omdat niet alle landen het ratificeerden, waaronder de VS. Rusland stapte in 2023 uit het verdrag.
Na de Cubacrisis van 1962, toen de VS en de Sovjet-Unie dicht bij een nucleaire confrontatie kwamen, bleven Washington en Moskou in contact over kernwapens, hoe moeilijk de verhouding op andere terreinen ook werd. Na de Russische inval in Oekraïne viel het overleg stil.
Lees ook
Er gaat ook dreiging uit van een land dat nucleaire wapens kán maken, zegt deze Amerikaanse onderzoeker
Rusland zei in 2023 dat het zich niet langer zou houden aan het laatste grote wapenbeheersingsverdrag met de VS, NewSTART, zolang de VS Oekraïne steunen. Het is denkbaar dat in de marge van de besprekingen over Oekraïne, ook weer nucleaire kwesties ter tafel komen. In principe hebben Trump en Poetin nog tien maanden om het verdrag te redden: zonder tussenkomst verloopt het in februari 2026.
Volgens Obama’s wapenonderhandelaar Gottemoeller hoeft overleg tussen de VS en Rusland niet al te gecompliceerd te zijn. Ze hebben zestig jaar ervaring met elkaar. Poetin heeft dit jaar gezegd dat hij over NewSTART wil praten. Trump kiest in de confrontatie over de Russische aanval op Oekraïne bovendien steevast de kant van Rusland.
China is een lastiger geval voor de VS. Zowel Trump als Biden hebben geprobeerd China te betrekken bij gesprekken over het verminderen van wapens, maar Beijing weigerde omdat het over véél minder wapens beschikt. Moskou en Washington moeten eerst maar eens hun arsenaal verkleinen, vindt Beijing. Gesprekken met China zouden dan ook niet moeten gaan over het verminderen van wapens, maar over openheid en betere communicatie, suggereert Gottemoeller. Of het tijdens de knetterende handelsoorlog van dit moment überhaupt zo ver zal komen, valt te bezien.
Uiteindelijk, stelt analist Panda, kan het alleen tot zinvolle gesprekken komen als de tegenstanders voor zichzelf én tegenover elkaar erkennen dat ze een gezamenlijk belang hebben om te overleven in de schaduw van ongeremde nucleaire concurrentie. „Aan die fundamentele voorwaarde is nu niet voldaan.”
