In een katholiek kasteel in Haarzuilens kwam de jetset feesten

De Haar Alle onderdelen van een gebouw moeten voortkomen uit de constructie, vond architect Pierre Cuypers. Maar in het door hem ontworpen Kasteel De Haar is daar weinig van te merken.

Foto’s Wim Hoogveld/ANP, Aerovista Luchtfotografie/ANP en Kasteel De Haar

Wie in de hal staat van Kasteel De Haar in Haarzuilens waant zich eerder in een katholieke, neogotische kerk dan in het grootste kasteel van Nederland. Spitsbogen alom in de achttien meter hoge hal, een van de vier wanden van bestaat zelfs uit op elkaar gestapelde, rijkelijk versierde spitsbogen. In de vele nissen in de pilasters tussen de bogen staan beelden van mannen en vrouwen die heel goed kunnen doorgaan voor heiligen. Hoog in het halfronde, ogenschijnlijk houten tongewelf zijn veelkleurige glas-in-loodramen aangebracht. Alleen een ontbrekend altaar en de stoelen, banken en andere meubels in het midden van de hal verraden dat er geen heilige missen worden opgedragen.

Kasteel De Haar is dan ook ontworpen door de katholieke fanaticus Petrus Jozephus Hubertus Cuypers (1827-1921), de wonderlijkste Nederlandse 19de-eeuwse architect. Cuypers begon zijn onwaarschijnlijke carrière als ontwerper van nieuwe katholieke kerken die na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland in 1853 ook boven de grote rivieren in groten getale werden gebouwd. Daar bleef het niet bij. Vreemd genoeg werd Cuypers, die in de gotiek de enig juiste – want katholieke – stijl zag, de belangrijkste architect van het protestantse Nederland. Hij mocht zelfs het Rijksmuseum in Amsterdam bouwen, het nationale gebouw bij uitstek waarvan hij volgens critici een ‘bisschoppelijk paleis’ maakte.

Net zo wonderlijk is dat Cuypers nog altijd bekend staat als de vader – of eigenlijk grootvader – van de moderne architectuur „Elke vorm die niet door de constructie wordt aangeduid, moet worden verworpen”, was Cuypers devies, een letterlijke vertaling van het motto van de Franse architect Eugène Viollet-le-Duc. Via H.P. Berlage, architect van de kasteelachtige Beurs van Berlage in Amsterdam, kwam dit als ‘rationeel’ beschouwde dogma een eeuw geleden terecht bij een nog jongere generatie architecten. Die vonden uiteindelijk het ‘functionalistische’ Nieuwe Bouwen uit, zo gaat het uitentreuren herhaalde wordingsverhaal van de moderne architectuur in Nederland.


Onbeperkt budget

In 1891 kreeg Cuypers zijn tweede droomopdracht: de restauratie van kasteel De Haar. Een jaar eerder had de in Parijs woonachtige baron Étienne van Zuylen van Nijevelt het tot een ruïne vervallen middeleeuwse kasteel geërfd. Van Zuylen wilde het in oude luister herstellen, maar dan wel met alle gemakken van de moderne tijd, zoals elektriciteit, centrale verwarming, een keuken met een zes meter lang fornuis, enzovoorts. Het bouwbudget was vrijwel onbeperkt doordat Van Zuylen sinds 1887 was getrouwd met de puissant rijke Hélène de Rothschild, lid van de bekende bankiersfamilie.

Ook bij restauraties volgde Cuypers Viollet-le-Duc na. Voor Cuypers was restauratie niet reparatie of het terugbrengen van een bouwval in oorspronkelijke staat, maar „het brengen van een gebouw in een volledige staat die misschien nooit heeft bestaan”, zoals de Franse neogoticus het eens formuleerde. Twintig jaar duurde de restauratie van Cuypers ideale middeleeuwse kasteel, en tijdens de bouw werden de plannen steeds omvangrijker. Voor de aanleg van het immense park rondom het kasteel, dat onder meer een ‘Romeinse’ en een Engelse tuin omvat, werd het dorpje Haarzuilens afgebroken en enkele kilometers verderop in nieuwe vorm weer opgebouwd. Ook bouwden Cuypers en zijn zoon Jos een nieuw poortgebouw en een chatelet, een klein kasteel voor onder meer generatoren en andere machines die nodig waren voor het gewenste wooncomfort.

De Van Zuylens gingen niet permanent wonen op De Haar. Het kasteel was een van hun buitenverblijven, waar ze alleen in augustus en september feestend en dinerend verbleven. In de jaren zestig werd De Haar het trefpunt van de internationale jetset, met gasten als Brigitte Bardot, Yves Saint Laurent, Gina Lollobrigida en, als vreemde eend in de bijt, de filosoof Michel Foucault. In 2000, toen een elf jaar durende restauratie van het kasteel begon, droeg de familie Van Zuylen het kasteel over aan Stichting Kasteel De Haar, maar behield het recht om er de nazomer door te brengen.


Verzet tegen zwaarmoedigheid

Na de restauratie, die dit keer wel bestond uit reparatie, liggen het kasteel en de tuinen er nu bijna griezelig perfect bij. Even kun je door het sobere exterieur van het bakstenen kasteel denken dat Cuypers zich min of meer heeft gehouden aan zijn dogma dat architectuur moet zijn ontdaan van elke overbodigheid. Slechts hier en daar steekt een gargouille uit de muren. Maar in het interieur heeft Cuypers zich zonder voorbehoud overgegeven aan de versieringsdrift die alle neogotische architecten eigen is. Dat begint al in de kerkhal. Hier vormen niet alleen de versierde spitsbogen onconstructieve schermen, maar gaat ook het tongewelf van gietijzer en beton schuil achter eikenhouten planken.

Ook alle vertrekken rondom de hal zijn overdadig versierd. De donkere eetkamer heeft een wegens de cv overbodige schouw in de vorm een enorm neogotisch altaarstuk, met in het midden Adam en Eva bij de boom van de kennis van goed en kwaad. Ook in de balzaal werden de bezoekers herinnerd aan de erfzonde. Daar hangen grote Vlaamse wandtapijten uit de 16de eeuw waarop onder meer de verdrijving van de oermoeder en -vader uit het paradijs is te zien.


Op de eerste etage verslapte Cuypers’ greep op de vormgeving. Hier zijn slechts twee van de negen enorme (slaap)kamers geheel ingericht naar Cuypers ontwerp. In de opvallend lichte slaapkamer van Van Zuylen-Rothschild is zelfs geen spoor van neogotiek te bekennen. Tot woede van Cuypers wilde de barones niet ook de nachten doorbrengen in zijn zwaarmoedige Gesamtkunstwerk. Ze liet de Franse ontwerper Henri Nelson een wit-roze kamer in Louis XVI-stijl ontwerpen. Cuypers vond haar kamer zo detoneren dat hij voor de Louis XVI-deur een zware eikenhouten deur liet plaatsen. Als zoveel in De Haar werd die beslist niet aangeduid door de constructie.