In een ‘duurzaam paradijs’ delen het talent en de nestor één keuken

Recensie Uit eten

Van de kaart eet bij ‘wegrestaurant’ Zacht Staal in Beverwijk, dat een keuken deelt met Café Picknick. De gerechten, zowel vlees- als vega-, in de kas zijn uitstekend.
Wegrestaurant Zacht Staal op landgoed Rorik bij Beverwijk
Wegrestaurant Zacht Staal op landgoed Rorik bij Beverwijk foto Isa Wolthuis

Pal naast de A9, ter hoogte van Beverwijk, staat een glazen kas, die een enkeling zou kunnen herkennen van de Floriade. Ernaast wat grappige ‘huisjes’ opgebouwd uit tweedehands materialen, waarin en waaromheen gekampeerd kan worden. En het imposante geraamte van een schuur in aanbouw, met pijlers gemaakt van het hout van oude sluisdeuren. Dit wordt de nieuwe verwerkingsruimte van ‘de Groente Amsterdammer’, die achter de camping boert. Er is ook een fruitboomgaard, een wijntuin en een plukbos. Dit geheel is het Landgoed Rorik: „duurzaam paradijs” onder de rook van staalgigant Tata, „waar landbouw, natuur en recreatie samenkomen op toekomstgrond [en] wordt uitgevogeld hoe een duurzame toekomst eruitziet”, aldus de website.

In die centrale Floriade-kas zit een restaurant. Of eigenlijk twee: Wegrestaurant Zacht Staal en Café Picknick. Die laatste serveert hoofdzakelijk buiten (je kunt er ook mandjes krijgen om elders op het terrein mee neer te strijken), maar maakt bij minder weer ook gebruik van de eetzaal in de kas. De initiatiefnemers van Rorik beoogden een zelfvoorzienend restaurant, waar niet alleen de groenten van eigen land worden geserveerd, maar ook de varkens die worden gevoerd met de restjes (zover is het nog niet, maar er wordt aan gewerkt: de varkens zijn onderweg). Daarvoor hebben ze twee chefs aangetrokken: Lenny Ylstra en Kees Elfring. Het talent en de nestor.

Elfrings kookstijl is grotendeels gevormd door zijn ervaringen in de keuken van Alice Waters – zij wordt gezien als de grondlegger van de Amerikaanse artisanale farm-to-tablebeweging in de gastronomie. In de jaren negentig kookte hij zijn versie van deze sprankelende, dagverse en duurzame cuisine in Pomphuis in Ede (toen een van de eerste openvuurkeukens) en later in zijn Amsterdamse huiskamerrestaurant Marius. En een vleziger robuustere, maar even ambachtelijke versie in het aanpandige Wijncafé Worst.

Ik verlang regelmatig weemoedig terug naar de vele pieds de cochon die ik daar aan de bar heb verorberd. Gelukkig vinden we de andere Worst-klassieker, de kippenleverparfait, zo goed als onveranderd terug op de kaart bij Picknick. De vitello tonato is op dezelfde manier een heerlijke echo van Marius. De Picknick-gerechten zijn robuust à la campagne – neem de hele stukken, glibberige, maar ook lekker aangefikte en goed bittere radicchio – maar met een fijne touch bereid – dat proef je in de opgewekte, tamelijk lichte, zure bagna cauda, die mooi dik aan de bladeren blijft hangen. Een heerlijk spel van basissmaken op een bord vol groenten.

Zelfde geldt voor de ricottataart, naast wat grove stukken artisjok die zijn bestrooid met hele bladeren peterselie: een megasappige kaastaart, met sprankelende tuinboontjes en parmezaankorstjes als kaaskoekjes. Het is allemaal ook nog bijzonder zacht geprijsd: vis van de dag (vandaag heek) voor 16 euro… kom er maar eens om. En dat wordt-ie ook nog gebakken door Kees.

Rauweradijzensnack

Het eufemistisch getitelde ‘wegrestaurant’ Zacht Staal verzorgt de fine dining in deze opzet. Ook daar zien we wat van Elfrings erfenis – een versie van zijn befaamde kreeftenworst. Maar dit is bovenal het podium voor Ylstra, die zich eerder in de kijker kookte met zijn mooie groentebereidingen in het Amsterdamse restaurant De School.

Ook bij Zacht Staal veel groenten in de hoofdrol: pas bij de derde gang scheiden de wegen van het vleesloze en -houdende menu. Na een amusebordje – met onder meer een bijzonder geslaagd toefje linzenhummus met za’atar-achtige kruiderij die twee knisperend verse, maar verder simpele rauwe radijzen omtovert tot een volwaardige snack – eerst een rouleau van prei, die mooi in z’n waarde gelaten is maar kundig aangekleed met wat Groningse mozzarella als drager voor de bleekselderijsaus, een crème van druivenmost en krokante mosterd. Het enige dat niet past zijn twee forse, uitgestoken shisobladeren, die nogal overheersen als je er toevallig een te pakken hebt. Maar dat is – samen met het feit dat de witte asperges een beetje smakeloos zijn – eigenlijk het enige kritiekpunt vanavond.

Na die asperges met gebarbecuede spitskool in een saus van gefermenteerde asperge wordt in het vega-menu doorgepakt met doperwten en witlof van de barbecue in een wei-saus. Hier wordt twee keer na elkaar zeer succesvol dezelfde truc toegepast: uitgesproken groenten (witlof en spitskool) krijgen extra diepte van de vuursmaak, en body van een schuimige botersaus die tamelijk zuur is om de lichtheid erin te houden – in het eerste geval afgemaakt met kruidige smaken van daslook en zuring en in het twee met zilte monniksbaard en zoete doperwtjes.

Na die heerlijke langoustineworst wordt de vleeseter getrakteerd op een kwartel in eigen jus. Het borstje gegrild, het pootje geconfijt – comme il faut. Maar Ylstra gaat nog een stap verder: van de pluksels van het karkas heeft hij een fluwelen farcie gemaakt, delicaat gekruid met een weinig cayenne. Voor de vega zijn er plompe, vlezige morilles op barbecuebiet. Beide met een boterzachte, zalvende knolselderijpuree.

In de ambiance is precies een juiste balans gevonden tussen het strandtentgevoel van de grote speakers op de houtenvlondervloer en de meer restaurantige tafeltjes ingedekt met wit linnen, antiek tafelzilver en veldboeketjes. Ook dit vijfgangenmenu is zeer schappelijk geprijsd (net als de wijnkaart met ruime keus onder de vijf tientjes per fles) en dan komt er ook nog een dessertamuse langs – zelfgemaakte ijskoekjes met parfait van karnemelk en zuring, op zomerse rabarber – voordat we afsluiten met hooi-ijs met diepdonkerbruine sojakaramel. Simpelweg verrukkelijk.

Kortom, neem vooral eens een stukje de A9, want Zacht Staal en Café Picknick zijn – zoals de beroemde Franse bandenfabrikant het altijd zo mooi verwoordt – absoluut de omweg waard.