In deze wijk kun je van (bijna) alle bomen en struiken eten

Voedselbos Appels, frambozen, persimoenen: de Utrechtse nieuwbouwwijk Rijnvliet is de eerste ‘eetbare woonwijk’ van Nederland. Op bezoek tijdens het eerste oogstseizoen. „Mensen vragen elkaar in appgroepen of de vijgen al rijp zijn.”

Hedayatullah Amid

‘Kijk, deze smaakt een beetje naar banaan met chocola”, zegt Sarah Lisa Lugthart. In de bosjes van het ‘stadsvoedselbos’ in de Utrechtse nieuwbouwwijk Rijnvliet wijst ze naar een vruchtje aan een tak, een soort zachte groene noot die je kunt openduwen om er wittig vruchtvlees met zwarte zaadjes uit te halen. „Een schijnaugurk.” De van oorsprong Aziatische vrucht doet zijn naam geen eer aan want hij smaakt niet zuur, maar inderdaad zoetig, banaan-achtig. „Je moet de zwarte zaadjes wel uitspugen want die smaken niet lekker.” Lugthart – wandelschoenen, groen windjack – geeft als voedselbosexpert van lokaal ecologisch kenniscentrum Metaal Kathedraal rondleidingen in Rijnvliet, ‘de allereerste eetbare woonwijk van Nederland’.

In dit parkachtige voedselbosje, vorig jaar geopend, staan appel- en perenbomen en planten en struiken met fruit; de frambozen zijn rijp aan het worden en hangen mooi roze in de struiken. De bramen zijn al geplukt. Er cirkelt een ‘boomkronenpad’ omheen: een loopbrug om beter bij de vruchten en noten te kunnen komen. „Het is nog aan het groeien, pas over tien jaar zal het hier aanvoelen als echt stadsbos”, zegt ‘voedselboswachter’ Annelies van Rijn. Ook buiten het voedselbospark overal fruit- en notenbomen, de perkjes staan vol met kruiden zoals bieslook, citroenmelisse, krulpeterselie, in veel voor- en achtertuinen zijn moestuintjes.

Op meer plekken in Nederland werken gemeenten, bewoners en stedenplanners aan groenere wijken, soms ook met buurtmoestuinen, of zogeheten ‘tiny forests’ en gemeenschappelijke fruit- en pluktuinen. Zo is er in Nieuwegein midden in de woonwijk Hoogzandveld een pluktuin met appels, kersen, pruimen, peren, bessen, aardbeien, groenten en kruiden. In Den Haag is in het Zuiderpark een wijkmoestuin waar vrijwilligers voedsel kweken voor een sociale supermarkt.

Soms worden voedselparken en -bossen zelfs gebruikt als drukmiddel door activisten om gemeentelijk groen te redden van ‘verdozing’: het grootschalig bouwen van distributie- en datacentra. Omwonenden van de Lutkemeerpolder bij Amsterdam willen bijvoorbeeld de herbestemming van de polder tegengaan met een alternatief plan voor een voedselpark, voor en door de bewoners. Kortom, eetbaar groen is hip.

Wildplukpesto

Maar zo ver doorgevoerd als hier in Rijnvliet is het nergens. In deze buurt, nog deels in aanbouw, ingeklemd tussen twee snelwegen aan de rand van nieuwbouwwijk Leidsche Rijn, is op initiatief van de bewoners zoveel mogelijk eetbare beplanting aangelegd. Het idee was de wijk zo groener te maken, de bewoners meer in contact te laten komen met elkaar, de natuur, hun voedsel en de seizoenen. Lukt dat een beetje?

In het voedselbos in de wijk Rijnvliet appel- en perenbomen en veel planten en struiken met fruit.
Foto’s Hedayatullah Amid

Het bezoekje op deze willekeurige donderdagochtend in het eerste echte ‘oogstseizoen’ in de buurt suggereert van wel; er worden deze dag al vruchten geplukt. De bewoners die er rondlopen blijken behoorlijk actief te zijn in appgroepen en buurtclubs waar ze elkaar tips geven over wat te plukken, de scholen geven voedselboslessen om kinderen te leren welke planten en vruchten wanneer in het seizoen eetbaar zijn. De wijkbewoners organiseerden eind september een buurtmarkt waar bijvoorbeeld jamproeverijen van zelfgeplukt fruit werden gehouden en pizza’s met kruiden uit de wijk werden verkocht. „Wij hebben deze week wildplukpesto gemaakt”, vertelt bewoner Kim Hugen. „En van de calendula die hier groeit maak ik billenzalf. Die zal ik nog wel nodig hebben”, zegt ze terwijl ze op haar zwangere buik wijst.

Voeten in de aarde

Het idee van de eetbare woonwijk heeft wel flink wat voeten in de aarde gehad. De eerste bewoners van Rijnvliet wilden in 2016 dat het een vernieuwende groene wijk zou worden en droegen een voedselbosexpert aan bij de gemeente en projectontwikkelaars. Die zagen het wel zitten. Maar om het te realiseren waren natuurlijk veel verschillende partijen nodig, vertelt Robert-Jan van der Linden, die als ontwerper van landschapsbureau Felixx het plan uitwerkte. „Een voedselbos is een heel natuurlijk systeem”, zegt hij. „Daarvoor heb je een gezonde bodem nodig, actief beheer, tijd en geduld ook. Een voedselbos kan je niet zomaar één op één in een woonwijk neerleggen.”

Hoe leg je zoiets aan, hoe voorkom je dat het een rommeltje wordt op straat met al die noten en vruchten? Plannen voor vergelijkbare wijken in steden als Ede zijn eerder gestrand. Bijvoorbeeld omdat niet alle gemeentes nog een eigen groendienst hebben, volgens Van der Linden. Veel gemeentes besteden het groenbeheer uit aan externe bedrijven en dat staat de benodigde langetermijnsamenwerking weleens in de weg. „Als je iedere vier jaar een andere aannemer hebt die het onderhoud moet doen, kunnen er heel veel dingen fout gaan.”

Rijnvliet loopt in Nederland voorop

Je moet fruitbomen bijvoorbeeld niet te hoog opsnoeien, want dan komen buurtbewoners nooit bij de appels. Het slagen van een eetbare wijk hangt van veel samenwerking af, van coördinatie en welwillendheid op veel verschillende niveaus van besluitvorming en uitvoering.

De groendienst van de gemeente Utrecht, nog wel in eigen beheer van de stad, moest hiervoor bijvoorbeeld speciaal op voedselboscursus. En dan nog gaat het weleens fout. Eerder dit jaar maaide een groenmedewerker in Rijnvliet per ongeluk een heel perk met allerlei kruiden in één klap weg. „Daar gáát je eten dan”, grapt beleidsmedewerker Jeroen Schenkels, bij de gemeente Utrecht verantwoordelijk voor het groen in Rijnvliet. „Daaraan zie je dat het ook echt nog pionieren, uitproberen is wat we hier doen.”

Het is ook de vraag wat een goede verhouding is tussen exotische eetbare gewassen zoals persimoenbomen (een soort kaki-fruit uit Noord-Amerika) en inheemse soorten zoals appelbomen. Aan gewassen die hier oorspronkelijk groeien hebben de bestuivende insecten en het bodemleven meer. „We moeten zelf uit gaan vinden hoe we hier een blijvend gezond ecosysteem krijgen”, zegt voedselboswachter Annelies van Rijn.

Hard werken

Het is dus hard werken, zo’n eetbare wijk. Bewoners, lokale culturele instellingen, wijkclubs, groenbeheerders, gemeente, landschapsarchitecten, voedselbosbeheerders: eetbaar groen is niet zomaar neergezet en al helemaal niet zomaar onderhouden. Het vergt een blik op een langere termijn dan de ambtsperiode van een college van B&W: voordat een voedselbos of buurttuin écht zijn vruchten afwerpt, ben je zó tien jaar verder. „Maar dat is misschien ook wel juist een pluspunt: het brengt mensen samen”, zegt Manon Steinz van het wijkbureau Rijnvliet.

En, ook in een eetbare wijk kun je niet zomaar álles in je mond stoppen. Wanneer zijn welke vruchten, noten, eetbare bloemen in het seizoen? Er groeien ook niet-eetbare planten die lijken op eetbare, er pist weleens een hond op een fruitplant. „En dat zorgt voor merkbaar meer sociale contacten: mensen vragen elkaar in appgroepen of de vijgen al rijp zijn, hoe een kruisbes er ook alweer uitziet”, zegt bewoner Ilse (38), die met een buurvrouw en haar peuter frambozen aan het plukken is. „Het is gewoon heel leuk en leerzaam.”

Producten uit het stadsvoedselbos in Rijnvliet worden te koop aangeboden.
Hedayatullah Amid

Er zijn ook wel bewoners die in de appgroepen zorgen uiten over de nadelen van al dat eetbaars in de buurt. Er zitten veel halsbandparkieten die de vruchten eten. Trekt het ook ander ongedierte? „Ratten ja, die zijn er ook in deze wijk wel, maar die komen vooral op huisvuil af, niet bijzonder op de noten of vruchten hoor”, zegt beleidsmedewerker Jeroen Schenkels.

Gaat zo’n voedselbos niet ook ten koste van schaarse ruimte die beter aan woningen besteed had kunnen worden, gezien het huizentekort? „Nee”, zegt Schenkels. „Het is gewoon een andere invulling van het publieke groen dat er in elke nieuwbouwwijk sowieso moet zijn.” Gemeenten werken met vaste ratio’s tussen groen en bebouwing, daarvoor maakt het in principe dus niet uit wat voor groen dat is.

Elektrische bakfietsen

Is het idee toepasbaar op meer wijken en buurten in Nederland? Wie in Rijnvliet rondwandelt, kan er niet omheen: het wemelt er van de elektrische bakfietsen, zonnepanelen, Tesla’s. Een blik op Funda leert dat een huis met drie slaapkamers hier zomaar acht ton kost. Is het niet ook een soort groene, idyllische enclave voor de progressieve elite? „Ja, je merkt wel dat het een bepaald soort mensen trekt”, zegt bewoner Kim Hugen. Ondanks het feit dat er ook ruimte voor sociale huur is, is de eetbare wijk ook een behoorlijk homogene buurt, „opvallend veel jonge ouders met goede banen”.

Voedselbos zorgt ook voor meer sociale contacten

Toch denkt de gemeente Utrecht dat het idee breder toepasbaar is. Groene buurten zoals de eetbare wijk passen in de strategie van de gemeente een ‘10-minutenstad’ te worden: groener, minder auto’s, alle belangrijke voorzieningen op 10 minuten lopen of fietsen. Uiteindelijk zou de hele stad daar baat bij moeten hebben, is het idee. Partijen die vooral kijken naar het belang van de automobilist denken daar weleens anders over.

Nu is de wijk nog deels in aanbouw, de kruidenperkjes liggen er net, het voedselbos is nog piepjong. Dus produceren de voedselgewassen niet veel meer dan een leuk extraatje, ze voeden bepaald niet de buurt. Maar er zijn al wel ideeën voor voedselkastjes waar bijvoorbeeld zelfgeproduceerde etenswaren kunnen worden uitgedeeld aan mensen die daaraan extra behoefte hebben. „Wat mij betreft zit er een grotere ambitie onder dan alleen wat lekkere schijnaugurken en frambozen”, zegt Sarah Lisa Lugthart van de Metaal Kathedraal. „Deze eetbare wijk laat zien dat er écht andere manieren van samenleven en omgaan met de natuur mogelijk zijn.”