In deze exposities over Srebrenica gaan de hoofdrolspelers niet dood

Wanneer de twintigjarige Satko Mujagic met zijn vader in het concentratiekamp Omarska belandt, zit hij op een dag op een wc. Hij heeft dysenterie, en hoewel zijn vader hem heeft gesmeekt om niet naar de latrines te gaan, doet hij dat toch. Terwijl hij in een van de cabines zit, hoort hij hoe een bewaker enkele cabines opentrapt. In de vijfde treft hij Mujagic aan. „Waarom is de wc zo vies?”, vraagt hij. Wanneer Mujagic geen antwoord heeft, beukt hij op hem in. Mujagic weet los te komen, ligt enkele dagen nauwelijks bij bewustzijn op de grond, en ziet op een gegeven moment dat zijn vader huilt. „In a split second dacht ik: pa kijkt naar mij, ik ga dood.” In een soort stuiptrekking van zijn bewustzijn fluistert hij zijn vader toe: „Je hoeft niet te huilen pa, we zijn de hoofdrolspelers in deze film en de hoofdrolspelers gaan niet dood.”

Bovenstaand fragment is een van de ijzingwekkende verhalen die verteld worden in De 11 stemmen van Srebrenica, waarin Bosnische Nederlanders vertellen over wat zij – of hun ouders – dertig jaar geleden meemaakten. Genocide-expert en overlevende Alma Mustafic en journalist en Balkanexpert Marjolein Koster verzamelden de verhalen, fotograaf en filmmaker Robin de Puy legde de gezichten achter de verhalen vast in schitterende portretfoto’s. Ze fotografeerde ook het ‘schuldig landschap’ van een meer in Tomašica (Prijedor) waar pas in 2013 werd ontdekt dat zich daar het grootste naoorlogse massagraf in Europa bevond, waar niets in de omgeving verwijst naar de massamoord die er plaatsvond. De foto’s, de video’s en enkele kunstwerken zijn te zien in bijbehorende exposities in zowel kamp Vught als FOTODOK in Utrecht.


Eigenlijk zijn de twee exposities en de bijbehorende podcasts niet los van elkaar te zien. De verhalen krijgen een gezicht dankzij De Puy, de portretten krijgen een verhaal dankzij de podcasts en de video’s. Zo maakte De Puy ook een schitterende portretfoto van de inmiddels 53-jarige Mujagic. In Kamp Vught gaat het vooral om de foto’s en de verhalen erbij, in FOTODOK meer om de installaties en de voorwerpen die bij de verhalen horen. Zo maakte Elma Cavcic (eveneens geportretteerd door De Puy) fascinerende schilderijen van op het oog huiselijke taferelen. Neem het werk Coffee time with the neighbors turned into big tea (2024) waarin de pita in de oven verwijst naar de genocide. Op een ander heeft in de huiskamer de radio een prominente rol. Het heet dan ook The radio told us to leave immediately (2023). In de lijsten van de schilderij zijn silhouetten van wapentuig afgebeeld.

Nauwelijks gespreksonderwerp

‘Gereconstrueerde herinneringen’ noemt Cavcic haar schilderijen. En dat typeert de indrukwekkende exposities – het heeft meerwaarde beide te bezoeken – waarbij het gaat om erkenning voor wat er gebeurd is. „In ons lichaam zit zoveel angst”, stelt Fahrudin Alic, die lijdend aan PTSS eenmaal in Nederland ontdekte dat Srebrenica hier nauwelijks tot geen gespreksonderwerp vormde. Naast de erkenning voor wat er gebeurd is gaat het ook om de herinnering en doorgaan. „Ik ben een deel van een volk dat leeft met herinnering, maar ademt met bewustzijn”, vat Azemina Begic-Golubovic dertig jaar na Srebrenica samen. De exposities geven in beeld en verhaal weer hoe die trauma’s eruitzien.

Bij de eerste performance op 11 juli 2006, nodigden vrijwilligers van een voorbijgangers uit ze te helpen de kopjes te vullen met Bosnische koffie, die vervolgens onaangeroerd bleven. Foto Armin Durgut

Het begon met 923 kopjes, inmiddels zijn er genoeg voor alle slachtoffers van de genocide. Foto Armin Durgut

De traditionele koffiekopjes heten fildzani. Foto Armin Durgut

Dat is ook waar architect Arna Mackic en kunstenaar Aida Šehovic, beiden overlevenden van de Bosnische Oorlog (1992-1995), op inzetten in hun tentoonstelling Cups of Memory in KM21 in Den Haag. Het vertrekpunt is het herdenkingsmonument ŠTO TE NEMA (‘Waarom ben je niet hier?’) dat Aida Šehovic op 11 juli 2006 initieerde met een publieke performance in Sarajevo, toen een lokale vrouwenorganisatie de eerste 923 fildzani, traditionele koffiekopjes, verzamelde. Šehovic plaatste die koffiekopjes op straat en vrijwilligers nodigden voorbijgangers uit ze te helpen de kopjes te vullen met Bosnische koffie, die vervolgens onaangeroerd bleven. De performance herhaalde zich in meerdere steden, en inmiddels zijn er voor de slachtoffers genoeg fildzani verzameld.

Arna Mackic en Aida Šehovic : Cups of Memory is van 12 juli t/m 16 november te zien in KM21, Den Haag.