In deze documentaire neemt een Nigeriaanse weduwe het op tegen oliereus Shell

Recensie De documentaire Esther and the Law, te zien op het Movies that Matter-festival, toont hoe de Nigeriaanse Esther Kiobel via de Nederlandse rechter de strijd aangaat met Shell. Ze acht het concern medeplichtig aan de executie van haar man.

Een foto van de overleden Barinem Kiobel op de trui van zijn echtgenote Esther Kiobel, een van de weduwen die Shell daagde voor de rechtbank om de executies van hun echtgenoten.
Een foto van de overleden Barinem Kiobel op de trui van zijn echtgenote Esther Kiobel, een van de weduwen die Shell daagde voor de rechtbank om de executies van hun echtgenoten.

Foto Bart Maat/ANP

Esther and the Law is nog geen kwartier bezig als de Nederlandse rechter met het tussenvonnis komt in de zaak van Esther Kiobel en drie andere vrouwen tegen Shell. Volgens de vier is het olieconcern medeplichtig aan de executie, in 1995, van negen Ogonileiders in Nigeria, na een schijnproces. Onder hen waren hun echtgenoten en de schrijver Ken Saro-Wiwa. Maar de rechtbank in Nederland schuift de meeste aangevoerde feiten als niet relevant terzijde.

Wel krijgen de vier weduwen de kans één beschuldiging tegen Shell alsnog te bewijzen: dat Shellfunctionarissen mensen hebben omgekocht om valselijk te verklaren dat de zogeheten Ogoni 9 de moord hadden beraamd op vier gematigde Ogonileiders. Van aansprakelijkheid van Shell kan echter pas sprake zijn, waarschuwt de rechter, als óók wordt aangetoond dat de valse getuigenissen „een rol hebben gespeeld bij de arrestatie, detentie of veroordeling” van de Ogoni 9.

Die bewijsopdracht wordt „extreem moeilijk voor ons”, legt Esthers advocaat Channa Samkalden aan haar uit. Esther wuift het weg. „Nee, niet moeilijk”, zegt ze tegen Samkalden. „We hebben de bewijzen”, antwoordt ze later op een vraag van NOS-verslaggever Eva Wiessing.

Het tekent het optimisme van de Nigeriaanse, van wie de Nederlandse documentairemaker Tatiana Scheltema een liefdevol portret maakte. Dat gaat op 26 maart in première op het Movies that Matter-festival in Den Haag. De film is tegelijkertijd een eerbetoon aan Esthers echtgenoot Barinem Kiobel en aan de strijd van de Ogoni tegen Shell en de vervuiling in Ogoniland, waar de verarmde bevolking niet van de oliedollars profiteerde. Ook laat hij goed zien hoe ingewikkeld het is een multinational ter verantwoording te roepen voor nauwe banden met dictators.

Amnesty International

Esther Kiobel vlucht na de executies naar Benin, waar ze twee jaar verblijft in een vluchtelingenkamp. Daarna krijgt ze asiel in de VS. In 2002 begint ze er een eerste proces tegen Shell, dat in 2013 strandt bij het Hooggerechtshof. Vier jaar later procedeert ze met drie andere weduwen van de Ogoni 9 in Nederland, waar Shell dan nog een hoofdkantoor heeft. Amnesty International betaalt de kosten.

De dagvaarding van 140 pagina’s die haar advocaten indienen, moet de verwevenheid aantonen van Shell met het dictatoriale regime in Nigeria van de jaren negentig. Met raak gekozen fragmenten toont de documentaire hoeveel invloed het olieconcern destijds had op de autoriteiten. Zo hoor je een Nigeriaanse ex-militair per telefoon vertellen hoe Shell destijds pick-uptrucks „en zelfs een helikopter” leverde aan het leger, dat dood en verderf zaaide onder de opstandige Ogoni.

De film draait verder goeddeels om de pogingen de omkoping door Shell te bewijzen. Vier getuigen komen ervoor naar Den Haag. Twee van hen vertellen in de rechtszaal hoe ze werden geïnstrueerd valse verklaringen in het schijnproces af te leggen, in aanwezigheid van „Shell-functionarissen” die hun een contract bij Shell beloofden en 30.000 naira betaalden, toen zo’n 2.500 euro. Geen van hen kan echter een naam of functie van de Shell-functionarissen geven.

In haar eindvonnis wees de rechtbank vorig jaar alle eisen van de vier weduwen af. Esther reageert strijdbaar, toont de film. Maar het poëtische slotbeeld suggereert dat ze haar leven als verpleger inmiddels heeft hervat.

Schikking

Scheltema volgde Esther Kiobel sinds 2017, en schoot sfeervolle beelden in de VS, Nigeria en Nederland, zonder talking heads van deskundige buitenstaanders. Door die keuze blijven sommige aspecten onvermeld. Zoals de schikking van 15,5 miljoen dollar die Shell in 2009 trof met de nabestaanden van Ken Saro-Wiwa en vier andere geëxecuteerde Ogoni-leiders. Dat was een „puur humanitair” gebaar, aldus Shell – maar het concern kwam er pas mee vlak voordat in de VS een proces zou beginnen wegens medeplichtigheid aan de executies. In de film verwijst Esther er alleen even naar, als ze zegt dat ze ‘700.000 [dollar]’ aangeboden kreeg, maar dit afsloeg, omdat ze dan moest beloven „to shut up” over het „kwaad” van Shell.

Het standpunt van Shell komt alleen aan bod via advocaat Wemmeke Wismans. Zij stelt weliswaar dat het concern „niet blind is” voor het „afgrijselijke verlies” van de vrouwen, maar werpt verder alle „aantijgingen” namens Shell „verre van zich”.

Frustrerend besluit

Dat Esther en de andere weduwen vorig jaar besloten het hoger beroep niet door te zetten, heeft de film evenmin gehaald. Advocaat Samkalden zegt desgevraagd dat in Nigeria nog is gezocht naar „aanvullend bewijs”, maar dat enkele potentieel belangrijke getuigen, die destijds „dichter bij Shell” zaten, niet overtuigd konden worden mee te werken. „Het was een moeilijk en frustrerend besluit, al sta ik er achter. Maar een beroepsprocedure vraagt veel van de vrouwen en zou nog eens minimaal anderhalf jaar duren, met een onzekere afloop.”

Twee van de vier weduwen leven in armoede in Nigeria. Samkalden vroeg Shell nog een ‘humanitair gebaar’ te maken, maar daar ging het concern niet op in. „Kennelijk was het humanitaire mededogen op”, zegt ze met een lachje. Voor de weduwen is een inzamelingsactie begonnen.

Esther Kiobel heeft altijd gezegd dat ze met de rechtszaak vooral de naam van haar man wilde zuiveren. Als dat in de rechtszaal al niet is gelukt, dan kan de film die functie vervullen. Want de medeplichtigheid van Shell mag dan niet bewezen zijn, niemand die Esther and the Law heeft gezien, zal nog twijfelen aan de onschuld van dr. Barinem Kiobel.