In de wedloop om grondstoffen wordt steeds gretiger naar de zeebodem gekeken

Grondstoffen Europa heeft steeds meer zeldzame aardmetalen en mineralen nodig voor de energietransitie. De ogen richten zich nu vooral op de zeebodem, zoals bij Noorwegen en in de Stille Oceaan. Maar diepzeemijnbouw is zeer controversieel.

Protest van Ocean Rebellion in Rotterdam in februari 2022 bij de ‘Hidden Gem’. Dit voormalige boorschip is door het bedrijf Allseas omgebouwd tot het eerste diepzeemijnbouwschip ter wereld.
Protest van Ocean Rebellion in Rotterdam in februari 2022 bij de ‘Hidden Gem’. Dit voormalige boorschip is door het bedrijf Allseas omgebouwd tot het eerste diepzeemijnbouwschip ter wereld. Foto Joris van Gennip/ANP/HH

Het is de nieuwste trend in mijnbouw. En het is controversieel. Binnenkort beginnen ook in Europa hoogstwaarschijnlijk de eerste verkenningen: diepzeemijnbouw.

De komende weken legt de Noorse regering de laatste hand aan een plan om het zoeken naar voorraden van gewilde metalen, zoals koper, kobalt en neodymium, op de zeebodem toe te staan. Een noodzakelijke stap, aldus energieminister Amund Vik vorige week tegen de Britse zakenkrant Financial Times: Europa heeft een forse behoefte aan „mineralen en zeldzame aardmetalen om de energietransitie te kunnen maken”. De metalen zitten onder andere in batterijen voor elektrische auto’s, maar op dit moment heeft China de toeleveringsketen in handen.

De plannen van Vik zijn opvallend, omdat ze een gevoelige discussie naar Europa halen: diepzeemijnbouw geldt als zeer controversieel en veel wetenschappers en milieuorganisaties zijn hier fel op tegen. Ook het Noorse milieuagentschap heeft zich kritisch uitgelaten over de plannen.

Pas sinds eind januari is bekend dat zich voor de kust van Noorwegen grote hoeveelheden metalen en mineralen bevinden. Toen rondde een Noors onderzoeksinstituut een studie af naar de zeebodem in een gebied dat grofweg tussen Groenland, Spitsbergen en Noorwegen in ligt.

Er is hier naar schatting 38 miljoen ton aan koper te vinden (meer dan nu jaarlijks wereldwijd gewonnen wordt), en 45 miljoen ton zink. De grondstoffen bevinden zich op drie à vier kilometer diepte, vlakbij vulkanische, hete bronnen. Er liggen voor de kust van Noorwegen ook grote voorraden andere stoffen, zoals magnesium.

De vraag naar deze metalen zal door de energietransitie, die schreeuwt om elektrische auto’s en batterijen, enorm gaan toenemen: het Internationaal Energieagentschap (IEA) voorspelt een toename in de vraag naar koper en zeldzame aardmetalen van 40 procent tegen 2040. Bij kobalt gaat het zelfs om 60 procent.

Pacifische ‘mangaanknollen’

De Noorse plannen zijn de eerste ter wereld van een land om de exploratie van de eigen zeebodem toe te staan bij het zoeken naar metalen. Maar het idee om in de diepzee naar grondstoffen te zoeken is allesbehalve nieuw. De afgelopen jaren heeft zich al een klein ecosysteem aan start-ups ontwikkeld dat van plan is diepzeemijnbouw uit te voeren, vooral in de Stille Oceaan. Daar liggen de metalen in zogenoemde ‘mangaanknollen’, een soort stenen, op de zeebodem.

Het bekendst is misschien wel het beursgenoteerde The Metals Company. Dat Amerikaanse bedrijf heeft, samen met het minuscule eilandstaatje Nauru, twee jaar geleden een verzoek ingediend bij de International Seabed Autohority (ISA), het diepzeebodem-orgaan van de Verenigde Naties. De zone waar The Metals Company metalen wil winnen ligt buiten de zeegrenzen van een staat, en er zijn nieuwe internationale regelgeving nodig om op zo’n plek de diepte in te gaan. De ISA moet na een verzoek als dat van The Metals Company binnen twee jaar over die regels beslissen, en dat gebeurt deze zomer.

Op dit moment is The Metals Company bezig met het indienen van allerlei informatie die is vergaard tijdens apparatuurtests in de Stille Oceaan, aldus een woordvoerder van het Nederlandse bedrijf Allseas: dit maritieme technologiebedrijf werkt intensief samen met The Metals Company. Samen hebben zij bij de tests al kleine hoeveelheden metalen opgedoken. Die komen via een speciaal ontwikkelde ‘stijgbuis’ van de zeebodem omhoog.

De verwachting is dat de ISA zal instemmen met het toestaan van diepzeemijnbouw: het orgaan staat bekend als ondoorzichtig en weinig kritisch op mijnbouw, zo bleek uit onderzoek van The Guardian. Als het zover komt, zal The Metals Company vermoedelijk in het najaar een vergunning aanvragen om daadwerkelijk op commerciële schaal grondstoffen te gaan winnen.

Beluister ook deze NRC-podcast uit maart over diepzeemijnbouw: Van wie is de zeebodem?

Actie Greenpeace Rotterdam

Deze nieuwe plannen hebben geleid tot een felle discussie over diepzeemijnbouw. De actieve bedrijven wijzen erop dat mijnbouw op land in slechte omstandigheden plaatsvindt, en dat de diepzee dus een goed alternatief biedt. Ook vestigen ze, net als de Noorse minister Vik, de aandacht op de grote hoeveelheden die straks nodig zijn voor de energietransitie, en de sterke huidige afhankelijkheid van China.

Daarbij stuiten ze op veel milieuorganisaties, waaronder Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds, die fel tegen deze vorm van grondstofwinning zijn. Volgens hen kan het grote schade toebrengen aan het ecosysteem op de bodem van de zee. Dat is juist een van de weinige plekken waar de mensheid nog nauwelijks heeft ingegrepen.

Activisten van Greenpeace beklommen al in 2021 het schip Hidden Gem in Rotterdam. Dat is in bezit van het bedrijf Allseas, dat het schip ombouwde tot het eerste diepzeemijnbouwschip ter wereld. Het bedrijf van Edward Heerema bezit ook aandelen in The Metals Company. Gerard Barron, topman van The Metals Company, bezocht ook al eens een locatie van Allseas in het Noord-Brabantse Heijningen.

Lees ook dit eerdere artikel over Allseas en diepzeemijnbouw

Ook veel wetenschappers zijn kritisch op de plannen voor diepzeemijnbouw. Twee jaar geleden ondertekenden zo’n 600 onderzoekers een petitie om geen diepzeemijnbouw toe te staan totdat er meer bekend is over de gevolgen.

Hoe snel herstelt de zeebodem zich bijvoorbeeld nadat een mangaanknol is opgeraapt, en blijven die ecosystemen dan behouden? Als The Metals Company de winning wil beginnen, „weten we dat nog niet”, zei onderzoeker Sabine Gollner van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee anderhalf jaar geleden tegen NRC. In ieder geval is duidelijk dat het leven op de mangaanknol zelf onherstelbaar wordt beschadigd.

Bij de Noorse zeebodem is de situatie anders, vertelt Gollner nu aan de telefoon. „Vanuit wetenschappelijk perspectief is het echt duidelijk dat winning daar grote consequenties kan hebben.” Dat heeft te maken met de andere situatie op de Noorse zeebodem: bij de hete bronnen vind je unieke diergemeenschappen, zegt Gollner, die bij elke bron weer anders zijn. „We hebben daar de laatste jaren heel veel over bijgeleerd. Die bronnen hebben belangrijke functies voor de dieren die er leven.” Bij winning moet je daar flink ingrijpen. „Er kan echt veel misgaan.”

Brussel wil moratorium

Min of meer gelijktijdig met de bekendmaking van de Noorse plannen kwam afgelopen week de Europese Academie van Wetenschappen met nieuwe argumenten tegen diepzeemijnbouw. Volgens het instituut moet de wereld zich richten op het beter recyclen van metalen en het openen van mijnen op land. Het is volgens het instituut maar de vraag of de metalen uit de diepzee echt zo onmisbaar zijn voor de energietransitie als vaak gezegd wordt.

Sommige Europese landen en instituties sluiten zich tot dusver aan bij de kritiek. Zo is de Europese Commissie officieel voor een moratorium op diepzeemijnbouw, totdat bekend is dat dit echt zonder gevolgen voor de biodiversiteit kan plaatsvinden. Ook Duitsland, Frankrijk en Spanje hebben opgeroepen om voorlopig geen diepzeemijnbouw toe te staan.

De grote vraag is of dit alles de Noorse regering zal tegenhouden. Ook in het land zelf, dat een kans lijkt te zien om de sterk op olie gerichte economie te diversifiëren, is de discussie inmiddels flink opgelaaid: het nationale milieuagentschap gaf kritische waarschuwingen af over de exploratieplannen. Er zijn „significante en onomkeerbare gevolgen voor het maritieme milieu” als de winning uiteindelijk van start gaat. Volgens het agentschap moeten slechts zeer kleine gebieden opengesteld worden voor diepzeemijnbouw.

Toch lijkt de Noorse regering niet van plan te bewegen. Die houdt vol dat diepzeemijnbouw verantwoord plaats kan vinden zonder gevolgen voor het leven in de zee. Tegen een lokale krant zei premier Jonas Gahr Store dat de biodiversiteit niet in gevaar is.

In Noorwegen bestaat, zo schetste de Financial Times, het idee dat als íemand moet beginnen met diepzeemijnbouw, het de Noren zouden moeten zijn: het land heeft veel ervaring met de diepzee vanwege oliewinning. In het najaar stemt het Noorse parlement over de plannen.