Er staat een zeskoppige band live muziek te spelen in de hoek van de Emirates Arena in Glasgow, maar niemand die er zaterdagavond op let. Als thuisfavoriet Josh Kerr zijn eindsprint inzet op weg naar de wereldtitel op de 3.000 meter, staan vijfduizend mensen op van hun stoel en produceren ze met hun gejuich duidelijk meer decibellen dan een paar muziekinstrumenten met hun versterkers. Het is zo luid dat op het middenterrein de Amerikaanse hinkstapspringer Donald Scott ervan in de lach schiet.
De sfeer in het stadion blijft de rest van de avond uitgelaten. Femke Bol die goud wint op de 400 meter in een wereldrecord: luid gejuich. De Zwitserse Angelica Moser die een aanloop neemt voor haar polsstoksprong over 4,75 meter, een persoonlijk record: een golf van geluid. Zelfs de atleten die een rondje zijn gelapt op de 3.000 meter worden bij elk van hun laatste meters richting de finish hard toegeklapt.
Het zal tot tevredenheid hebben geleid bij World Athletics, de mondiale atletiekbond. Daar zien ze voor indooratletiek een belangrijke rol weggelegd in de transformatie van de atletiek naar een toekomstbestendige sport. „Deze toernooien halen goede kijkcijfers, ze zijn opwindend voor een jong publiek, ik denk dat het een mooie kennismaking met onze sport kan bieden”, zei voorzitter Sebastian Coe bij de opening van het toernooi.
Voor de atletiek is 2024 een belangrijk jaar. In augustus staan de Olympische Spelen op het programma, en mag de moeder aller sporten zich even het centrum van de wereld wanen. Maar daarbuiten heeft de atletiek het – al jaren – moeilijk met het verkopen van zichzelf aan (televisie)publiek en sponsoren. Mondiale kampioenschappen in Doha (Qatar, 2019) en Eugene (VS, 2021) trokken weinig toeschouwers, en ook kijkcijfers vielen toen tegen. De WK vorig jaar in Boedapest waren een succes, maar dat was eerder uitzondering dan regel.
Lees ook
een reportage uit Glasgow over de gouden medaille van Femke Bol op de 400 meter, in – alweer – een wereldrecord
150 jaar oud
„We staan voor een hele belangrijke tweesprong voor de sport”, benadrukte voorzitter Coe de situatie afgelopen week nog maar eens. De Britse oud-atleet wil er alles aan doen om atletiek relevant te houden.
Daarvoor moet de sport in de ogen van Coe veranderen. „Onze sport is 150 jaar oud en sommige aspecten ervan verdienen het om beschermd te worden. Maar er zijn ook zaken die mensen koud laten.” De voorzitter doelde op de velddisciplines, zoals hoog- en verspringen, kogelstoten en discuswerpen. „We zien dat er tijdens deze disciplines veel mensen afhaken”, zei Coe. In de strijd om de aandacht van jonge kijkers – de heilige graal voor elke sport – heeft de atletiek daarom „een verantwoordelijkheid om te moderniseren”, zei de Brit vorige week.
Coe krijgt bijval van atleten. „Ik luisterde vanmiddag naar een Schotse radiozender toen ze het hadden over dit toernooi. Ze vonden het iets voor hun grootmoeder, dat is niet oké”, zei de Amerikaan Noah Lyles, waarschijnlijk de bekendste atleet ter wereld, nadat hij zaterdag zilver had gewonnen op de 60 meter. Lisanne de Witte, de 400-meterloopster die sinds anderhalf jaar in de atletencommissie van WA zit, ziet veel ruimte voor groei. „Als je ziet hoe groot de sport nu is en hoeveel potentie er nog is, dan zou het mooi zijn als die vervuld wordt.”
De wereldatletiekbond heeft de afgelopen tijd verschillende ideeën gelanceerd om dat te doen. Vanaf 2025 moet elk seizoen worden afgesloten met een wereldkampioenschap, als ultieme climax van het jaar. Er kwam ook een voorstel om bij het verspringen voortaan een ‘afzetzone’ te gebruiken in plaats van een lijn waarvoor afgezet moet worden om situaties zoals tijdens de WK atletiek in Boedapest te voorkomen, waar een derde van alle pogingen in de finale een foutsprong was.
Ook buiten de wereldatletiekbond om zijn er initiatieven. Vorige week was er nieuws dat Michael Johnson, de voormalig viervoudig olympisch kampioen, samen met het sportmanagement- en sponsorshipbureau Winners Alliance, een nieuwe, commercieel aantrekkelijke atletiekcompetitie wil oprichten. „Atleten verdienen meer aandacht en mogelijkheden om hun talenten te tonen en waarde voor zichzelf te creëren”, zei hij bij de lancering van het plan.
Ondergeschoven kindje
En dan heerst er dus het geloof dat indooratletiek kan helpen bij de transformatie van de sport. Dat is opvallend, want het is altijd het ondergeschoven kindje geweest in de sport, met minder onderdelen, minder prijzengeld en minder aansprekende atleten die meedoen. „Er zijn twee typen atleten die aan indoor doen: specialisten en atleten die in vorm willen blijven tijdens de winter. Ik behoorde tot die laatste categorie”, gaf oud-atleet Coe vorige week zelf nog toe.
Toch zouden hij en atleten graag zien dat er meer indoorevenementen komen. Volgens Lyles, die altijd opleeft van interactie met toeschouwers, is indooratletiek de mooiste manier om zijn sport in een stadion te bedrijven. „Het publiek zit dichterbij dan buiten, hun gejuich blijft behouden onder het dak, er is veel meer energie in een overdekt stadion.”
Die energie was voelbaar op vrijdagavond toen Lyles en zijn concurrenten zich onder luid gejuich opmaakten voor de finale van de 60 meter. Tegelijkertijd hoorde je de metalen ballen van het kogelstoten tegen de netten ploffen en zag je vrouwen over een lat op bijna twee meter hoogte zweven. Even viel het hele stadion stil toen de snelste mannen ter wereld werden weggeschoten, daarna zetten de machinaties van de topsport zich in alle hoeken van de ovalen baan weer in beweging.
De grote innovatiedrang van de sport kwam voor dit toernooi te vroeg; de veranderingen zaten in Glasgow in kleine details. Niet langer zat, bijvoorbeeld, een scheidsrechter met een witte en rode vlag te kijken of ver- en hinkstapspringers over de lijn stapten, in plaats daarvan stond er een camera met een rood of groen lichtje.
Deze WK waren nog in alle aspecten kleiner dan die in Boedapest vorige zomer. Daar stonden 49 evenementen in negen dagen op het programma, nu waren het er 26 in drie. Ook in prijzengeld was er verschil: de wereldkampioenen van de afgelopen dagen kregen elk 40.000 dollar (circa 37.000 euro). In Boedapest lag er 70.000 dollar (64.500 euro) klaar voor elke winnaar. Als ze daar een wereldrecord liepen, kregen ze een ton bonus. In Glasgow de helft.
Er moet, kortom, nog veel gebeuren voordat indooratletiek een rol van betekenis kan spelen voor de groei van de sport, zegt De Witte. „Je moet het op hetzelfde niveau trekken als outdooratletiek, qua prijzengeld en status. Anders wordt het niet aantrekkelijk, dan draait alles toch om buiten.” Dat gold voor veel atleten, zo bleek dit weekend. Onder meer Lyles en ook Bol gaven toe niet speciaal voor dit toernooi getraind te hebben. In een olympisch jaar waren deze WK slechts een goede trainingsprikkel richting Parijs.
Mooie show
Technisch directeur Vincent Kortbeek van de Atletiekunie ziet dat niet snel veranderen. „Je kunt van indooratletiek makkelijker een mooie show maken, dat is het grote voordeel. Maar een indoorseizoen duurt twee maanden en outdoor de rest van het jaar. Dus dat zal altijd een streepje voor houden.”
Eigenlijk is de sport te groot en zijn er teveel atleten met verschillende belangen, vindt De Witte: „Dat maakt het lastig om iets nieuws door te voeren.” Zelfs de altijd enthousiaste Lyles toont zich sceptisch, als hem bijvoorbeeld wordt gevraagd naar de plannen van Johnson. „Ik wil het eerst uit de ideeënfase zien komen. Maar dan ben ik zeker bereid om mee te denken.”
Kortbeek heeft vaker plannen voor vernieuwing voorbij zien komen, om ze daarna een stille dood te zien sterven. „Ik vind het lastig, want het gaat dan vaak om commercie. Zulke plannen komen niet altijd ten goede van de sporters.”
Zo leidde het plan voor een afzetzone, dat volgens De Witte voortijdig was uitgelekt, tot veel verzet onder verspringers. Ze waren vooraf niet geïnformeerd en zien het maken van een goede afzet als onderdeel van de techniek die je moet beheersen. Enkelen van hen zeiden op de WK te zullen stoppen met hun sport als het plan doorgang zou vinden.
Of World Athletics daarvan terugdeinst, is de vraag. De atletiekbond lijkt onder leiding van Coe vastberaden te zijn om te innoveren. „Er zijn een aantal interessante ideeën die grenzen aan het controversiële”, reageerde de voorzitter laconiek op de kritiek van de verspringers. „In ieder geval heeft men het nu over onze sport.”