N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Goudzoeken Smeltende sneeuw woelt Californiës aloude goudader bloot. Het lokt een nieuwe generatie goudzoekers de bergen in, die met kinderlijke enthousiasme aan het graven en zeven slaan. „Holy cow! Dat is meer dan honderd gram!”
Begin mei en de sneeuw in de Sierra Nevada ligt nog altijd metershoog tegen de huizen van Soda Springs, Kingvale en Gold Run aan. Als de temperatuur straks stijgt, zal het smeltwater omlaag denderen naar de vallei rond de Californische hoofdstad Sacramento. Na jaren van extreme hitte is er deze winter eindelijk genoeg neerslag gevallen om het kurkdroge land daar beneden te bevloeien en de waterbekkens te vullen. Jarenlang waren bosbranden de grootste vrees voor de bergbewoners. Deze zomer is het iets anders: goud.
„Pap! Pap! Goud!” Twee broertjes trekken een flesje met goudvlokken uit het rek in de Placerville Hardware Store. Hun vader kijkt veelbetekenend naar eigenaar Albert Fausel: kinderen. Maar zodra Fausel begint te vertellen over zijn vondsten en een serieus goudklompje laat zien, buigt de vader diep over de toonbank terwijl zijn kinderen alweer een barbecue-aansteker in de vorm van een dubbelloops geweer hebben ontdekt.
De ijzerwarenwinkel staat al sinds 1850 op Main Street, toen Placerville nog Hangtown heette omdat de bewoners er vijf bankrovers hadden gelyncht. Dat was vlak na de grootste gold rush in de geschiedenis, toen Californië in tien jaar tijd groeide van 90.000 naar 310.000 inwoners, in de bergen dorpjes in één dag uit de grond verrezen en er geen politie van betekenis was. Deze winkel verkocht destijds de houwelen waarmee in mijnen naar goudaders werd gezocht en de pannen waarmee in de rivieren klompjes goud uit de modder werden gezeefd. In de toonbank zitten nog altijd de sleuven waar de klanten van 1850 hun goud doorheen gooiden, waarna de winkelier het op waarde schatte. Nu hangen er detectoren boven die zijn afgesteld op goud, zilver of andere metalen en heet de stad naar placer mining, klompjes zeven in de rivier.
Fausel („derde generatie eigenaar”) heeft een eigen variant op placer mining ontwikkeld. Hij gaat onder water met een duikbril, een ijzeren klauw en een zuiger. Met de klauw woelt hij de rivierbodem om, met de zuiger grijpt hij stukjes goud van de grond. „Wow”, zegt de vader als hij het handjevol ziet dat Fausel vorig weekend uit de rivier heeft gevist.
In de toonbank zitten nog altijd de sleuven waar de klanten van 1850 hun goud doorheen gooiden, waarna de winkelier het op waarde schatte
In de afgelopen weken heeft Fausel veel meer pannen en zeven verkocht dan normaal. „De koorts neemt toe”, zegt hij. Het is een combinatie van boerenverstand en de juiste aandacht op het juiste moment. Boerenverstand zegt dat de uitzonderlijke hoeveelheid sneeuw straks als water in een hogedrukspuit door de talloze rivieren en kreken in de Sierra Nevada zal razen. De bedding en de oevers zullen worden uitgeschraapt. Verbrand hout en zand van de uitgedroogde oevers zullen als schuurmiddel dienen. In dat geweld worden zonder twijfel nieuwe brokken goud mee omlaag gesleurd. Als het waterpeil in de rivieren daalt, hoeven de zoekers ze maar op te vissen. Klant Shannon Gardner staat met zijn handen in zijn zakken naast de messenvitrine. „In elke kreek zit goud”, zegt hij.
Fausel en een paar van zijn beste klanten, zoals Mark Dayton, hebben dit verhaal onlangs aan The New York Times verteld – de juiste aandacht. De verslaggever is een paar dagen meegegaan met Dayton, die een meester van de metaaldetector is, en publiceerde een artikel onder de kop Eureka! Wat? Heeft Dayton een onbekende meegenomen naar zijn beste vindplaatsen? „Nou, niet naar de béste”, zegt hij. Maar hij is nooit jaloers op wat een ander vindt. „Ik heb altijd idioot veel geluk, dus waarom zou ik het anderen misgunnen?”
En het gaat niet om het goud alleen. „Iedereen heeft wat te winnen bij dit verhaal. De verslaggever ziet zijn waarde stijgen als veel mensen zijn verhaal lezen. Albert krijgt meer klanten in zijn winkel. En mijn YouTube-kanaal krijgt meer volgers.” Op @BrassMedic vertelt Dayton over zijn vondsten: goud, maar ook historische objecten en meteorieten. Naar aanleiding van het krantenartikel maakte Dayton een post onder de wervende titel ‘GOLD Nuggets Everywhere! California Flood Gold 2023’.
Fool’s gold
Er is iets kinderlijks aan de opwinding rond goud. Het glinstert áltijd, zegt Dayton. Een diamant ziet eruit als een gewone steen, goud glanst je tegemoet, in de rotsen, in de modder. Je grijpt er als vanzelf naar. Hij speelt een filmpje af van een zoektocht met een vriend. „We waren al op weg naar huis, maar ik laat altijd tot het laatst mijn detector aan.” Ineens: piep! Dayton ging graven, zijn vriend filmde het. Van centimeters diep diste hij een stuk goud op, groot als de palm van zijn hand. Van achter de camera hoor je: „Holy shit! Mother! Holy cow! You’re kidding me? Dat is meer dan honderd gram!”
Susan Okey geeft goudzoek-les met de pan in het Marshall Gold Discovery State Historic Park in Coloma. Ze strooit uit een zakje goudvlokjes en granaatschilfers in een trog met water, kiezels en zand, en dan mogen de bezoekers voor tien dollar per persoon zoeken. „De ouders zijn even opgewonden als hun kinderen zodra ze goud vinden.”
Het historisch park ligt in Coloma, een plaatsje dat ontstond nadat bij een zaagmolen aan de zuidtak van de American River goud was gevonden. De vondst bij Sutter’s Mill zette de gold rush van 1849 in gang en daarmee de ontwikkeling van Californië, voorheen deel van Mexico, als Amerikaanse staat. Nog altijd is dit stuk van de American een geliefde plek voor panning. Op de oostoever wijst een bord: ‘Plek voor goudzeven. Alleen met de hand of met de pan.’ Het water raast hoog en bruisend door de bedding.
Okey in haar bruine State Park-overhemd steekt de plastic pan in de trog met water en zand. Flinke schep, even roeren met de pan en dan een, twee, drie keer onder water de pan vooruit bewegen zodat een groot deel van het zand eruit valt. „Goud is het zwaarst, dat blijft achter”, zegt Okey terwijl ze op de drie halve ringen in de pan wijst die het goud moeten tegenhouden. Daarna herhaal je de procedure net zo lang tot bijna alle zand is weggespoeld en er alleen nog kiezels en zware metalen in de pan liggen.
Het is net zoiets als vissen. Je bent buiten met vrienden
Susan Okey goudzoeker
Daar! Een glimmertje. „Dat is fool’s gold”, zegt Okey. Waardeloze mineralen, meestal pyriet, beduidend witter dan goud, die schatjagers door de eeuwen heen tot wanhoop hebben gedreven. Uiteindelijk liggen er vier stukjes goud in het zand en twee schilfers granaat. De bezoekers mogen alles meenemen – net zoals een goudzoeker mag houden wat-ie op publieke gronden vindt.
Okey vertelt over de Gold Hounds, de club waarmee zij en haar echtgenoot goud zochten. Zij heeft het als kind van haar grootmoeder geleerd. „Het is net zoiets als vissen. Je bent buiten met vrienden. Mensen vertellen elkaar de goeie plekjes en houden de beste voor zichzelf.” Met haar man deed ze mee aan de wereldkampioenschappen panning, tot die van 1998 in Placerville. Daarna werd hij langzaam blind en alleen vond ze het niet leuk.
De kater
Een dag later is Okey ineens heel nerveus. Ze draagt nu een historisch kostuum en is van hogerhand op haar vingers getikt over het gesprek van gisteren. Als sergeant George erbij komt staan, legt hij uit waarom de communicatie over goud gestroomlijnd moet worden vanuit de organisatie: niemand zit hier op een nieuwe gold rush te wachten.
Toen een werknemer van Sutter’s Mill op 24 januari 1848 goud vond in de rivier, kon de lokale krant er niet over publiceren omdat alle redacteuren meteen hun pen hadden neergegooid en naar de vindplaats waren gegaan. De timmerlieden, meubelmakers en smeden die vanuit de oostkust naar Californië waren gestuurd om het voor de Amerikaanse regering duurzaam te koloniseren, sloten hun werkplaatsen en trokken de bergen in om goud te zoeken.
De eigenaar van een ijzerwarenwinkel in Sacramento kocht alle pannen, schoppen en houwelen op die hij kon vinden en reisde naar San Francisco waar hij door de straten holde en ‘Goud! Goud in de American rivier!’ schreeuwde. Pannen die hij voor 20 cent had ingekocht, verkocht hij voor 15 dollar per stuk en zijn winkel was de enige die ijzerwaren verkocht tussen San Francisco en de Sierra Nevada. Binnen een paar weken was hij steenrijk.
Dat is wat goud doet. Goud zette in de jaren 1850 de hele staat en een groot deel van het land op zijn kop. En toen het ‘op’ was, werden de inderhaast opgetrokken nederzettingen even snel weer verlaten. Nog altijd vind je in de bergen losse stenen muren en soms hele bouwsels als herinnering aan het goudfeest en de kater daarna. Maar wie denkt aan de kater als de goudprijs nu boven de 2.000 dollar (1.846 euro) per ounce (ruim 28 gram) is gekomen? Als ze lezen dat de Gold Country Treasure Seekers in een maand tijd voor 50.000 dollar (ruim 45.000 euro) aan goud hebben gevonden? Als ze horen dat geologen schatten dat „80 of 90 procent van het goud nog altijd in de Mother Lode ligt”? De Mother Lode is de gigantische ader die van Mariposa in het zuiden naar Placerville en Georgetown loopt.
„Het is gevaarlijk om mensen aan te moedigen”, vindt sergeant George. „Het water stroomt nu heel snel en is nog geen 7 graden Celsius in plaats van de gebruikelijke 13”, zegt Okey. „Als je erin valt, ben je binnen een kwartier onderkoeld.” Ze zijn bang dat in de zomer, als het goud in de rivieren naar boven is gewoeld en het water weer wat is gezakt, duizenden gelukszoekers naar El Dorado County komen. Dat zijn mensen die volgens Okey hun sigarettenpeukjes gewoon uit het raam gooien, of die vergeten dat je de elektrische kabels van je aanhanger niet over de grond moet laten slepen om geen vonken uit het wegdek te slaan. Mensen die bosbranden veroorzaken die in Californië tussen 2020 en 2022 bijna 30.000 vierkante kilometer in de as hebben gelegd.
Hij leeft niet van het goud dat hij vindt, zegt Mark Dayton in zijn toonkamer annex opnamestudio in Shingle Springs. In de vitrines ligt niet alleen dat goudklompje van YouTube, maar ook munten, kralen en zijn verzameling bronzen gespen van een soort die alleen tussen 1850 en 1855 werden gemaakt. „En voel dit.” Hij reikt een steentje aan dat zwaarder is dan zijn afmetingen doen vermoeden: een meteoriet. Dat is precies wat hij ook zo mooi vindt aan goud, het wordt niet gemaakt op aarde, het komt uit het heelal, van ontplofte super-nova’s. „Het idee dat je iets aanraakt dat geen mensenoog nog heeft gezien, geen mensenhand heeft beroerd.”