In de raad gaat het steeds vaker over de groeipijn van Eindhoven

Alleen het Engels praten overal – „English, please!” – was even wennen. Vroeger was dat niet. Hij gebruikt z’n beste Engels en „dat is niet best”. Laatst moest -ie ergens een rietje hebben. „Ja, een straw, nou weet ik het. Maar daar komde nie uit, hè”, zegt Harrie Brands (73), in het winkelcentrum van Meerhoven. Dat is een Eindhovense wijk waar veel kennismigranten wonen, die werken bij hightechbedrijven in de regio, zoals chipmachinemaker ASML en chipproducent NXP.

Brands vindt ze „lieve mensen, hoor”, de kennismigranten. En ja, hij moet nu misschien langer wachten op een afspraak bij de huisarts, maar deze nieuwe Eindhovenaren hebben net zo goed zorg nodig. Op zijn biljartclub hoort hij weleens klachten. „Maar dat is gewoon onderling even stoer doen, oude mannen onder elkaar, zo van: vroeger was alles beter.”

Het winkelcentrum van Vinexwijk Meerhoven, dat zo’n tien jaar oud is, ziet eruit alsof het net uit de verpakking komt: een groot, schoon plein met weinig straatmeubilair en daaromheen strakke hoogbouw in smetteloos bruin. Op een hoek zit een makelaarskantoor. Brigit van Dijk (67) kijkt naar foto’s van woningen die achter het raam zijn opgehangen. VERKOCHT staat in grote letters over ongeveer de helft van de foto’s.

Zelf woont ze in één van de appartementen aan het plein. Er wordt veel verhuisd in haar complex zegt ze, en steeds zijn het internationals. Vaak worden woningen boven de vraagprijs verkocht. Met de internationals heeft ze weinig contact. „Iedereen leeft geïsoleerd”, zegt Van Dijk. Ze is wel trots op Eindhoven en het succesvolle ASML. „Dat Eindhoven zo goed op de kaart staat vind ik wel wat waard.”

Foto Merlin Daleman

Kenniseconomie

Eerder deze maand kwam de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 met haar rapport over de gevolgen van bevolkingsgroei. Volgens de commissie is het noodzakelijk dat migratie naar Nederland beperkt wordt. Zonder ingrijpen kan de bevolking groeien naar 22,8 miljoen inwoners in 2050. Dan zal er „schaarste, hinder en ergernis” ontstaan in het op één na dichtstbevolkte land van de EU, en groeit de sociale ongelijkheid.

Kennismigratie ontmoedigt de commissie niet. Sterker nog: ze schrijft dat Nederland moet kiezen voor een hoogwaardige kenniseconomie en dus moet inzetten op kennismigranten in plaats van arbeidsmigranten.

In Eindhoven wonen veel kennismigranten die in de hightechindustrie van Zuidoost-Brabant werken, het grote economische succes in de regio. Velen komen uit India. Vorig jaar groeide de Eindhovense bevolking van ruim 238.000 mensen naar bijna 244.000, blijkt uit cijfers van het CBS. Die groei kwam bijna volledig door immigratie. Voor 2030 verwacht alleen al ASML met nog 70.000 banen te groeien (inclusief banen bij toeleveranciers).

bewoonster van MeerhovenBrigit van Dijk Iedereen leeft geïsoleerd

De komst van veel kennismigranten kan gepaard gaan met groeipijn, zo is in Eindhoven te zien. In Zuidoost-Brabant stegen de huizenprijzen afgelopen kwartaal met 7,4 procent ten opzichte van een jaar eerder, terwijl dat voor heel Nederland 5,3 procent was, volgens cijfers van de Nederlandse Vereniging voor Makelaars (NVM). Tot 2040 moeten er meer dan 60.000 woningen worden bijgebouwd in de Brainportregio. Brainport is het samenwerkingsverband van bedrijven, kennisinstellingen en overheden in Zuidoost-Brabant.

Ook de druk op voorzieningen neemt toe. Huisartsen en scholenkoepels in de regio Eindhoven uitten vorig jaar hun zorgen hierover bij Omroep Brabant. In het openbaar vervoer is het erg druk. En dan is er nog het probleem dat de kennismigranten en oorspronkelijke Eindhovenaren vaak in verschillende werelden leven, zoals te zien is in de Woenselse Watermolen, een Eindhovense buurt waar NRC vorig jaar een reportage maakte. Ze zwaaien naar elkaar en verdwijnen dan weer in hun huizen.


Lees ook
deze reportage over de Indiërs in de Eindhovense wijk Woensel

In de buurt Woenselse Watermolen in Eindhoven komen steeds meer Indiase kenniswerkers tussen de oorspronkelijke bewoners wonen. Himami Sharma werkt bij een multinational die medische apparatuur verkoopt.

‘Brainport Balans Check’

In de gemeenteraad gaat het steeds vaker over de groeipijn van Eindhoven, en ook bij lokale bestuurders is er meer aandacht voor dat probleem. Vorig najaar, na één jaar burgemeesterschap van Eindhoven, zei Jeroen Dijsselbloem (PvdA) in verschillende interviews dat hij wil dat de ‘gewone’ Eindhovenaar óók profiteert van het economische succes van de regio.

Net voor het zomerreces waren de linkse partijen en de ouderenpartijen in de gemeenteraad met een motie gekomen die het bestuur opriep om een ‘Brainport Balans Check’ te maken. Ze wilden onder meer dat het bestuur zou kijken hoe inwoners meer betrokken kunnen worden bij het bepalen van de koers van de stad, of de raad knoppen beschikbaar heeft om het „gas- en rempedaal” van de schaalsprong in te drukken, en of en hoe de raad keuzes kan maken over de verdeling van bijvoorbeeld ruimte en het elektriciteitsnet.

„Afgelopen jaar was het voor het eerst dat ‘Economie’ niet meer het eerste hoofdstuk was van de begroting”, zegt Jannie Visscher, raadslid voor de SP, die samen met GroenLinks het vaakst de groeipijn van de stad adresseert in de raad. „Eén van de eerste zinnen van het economiehoofdstuk was heel mooi: ‘Groei is geen doel op zich’. Maar als je verder las, ging het over alles tegelijkertijd: brede welvaart, iedereen moet meedoen, maar het vestigingsklimaat moet ook ideaal blijven en de economie moet ook floreren. De praktijk leert dat niet alles tegelijkertijd kan.”

burgemeester van EindhovenJeroen Dijsselbloem Ik wil dat het bedrijfsleven op alle fronten meewerkt

Dat lijkt ook de spagaat te zijn waarin burgemeester Dijsselbloem zit, tevens voorzitter van Brainport. Hoewel hij meer oog heeft voor de brede welvaart van de stad dan zijn voorganger John Jorritsma (VVD), neemt hij het ook vaak op voor de grote bedrijven. Zo uitte hij in NRC laatst zijn zorgen over uitspraken van politici als Pieter Omtzigt (NSC), die het belastingvoordeel voor kennismigranten wil schrappen.

En afgelopen november botste Dijsselbloem met de gemeenteraad. Bijna alle fracties waren kritisch over zijn eerste aanzet tot de Brainport Balans Check en zijn Stadsvisie (‘Hoe zien we Eindhoven in de toekomst?’). Die waren te abstract en visieloos, vond de raad. Een paar raadsleden waren ook kritisch op de groei van de bedrijven an sich. Moesten we die snelle groei nog wel willen, als we die niet aankunnen?

Burgemeester Dijsselbloem reageerde fel: „Laten we in de raadszaal nooit lelijk praten over de rol van ons bedrijfsleven.” Hij zei dat hij een „heel grote lichtreclame van Philips” op zijn kantoor heeft hangen, omdat „wij geschiedenis en traditie hebben”. Hij erkende dat de aangeleverde voorstellen beter hadden gekund. Uiteindelijk werden beide aangenomen, maar wel met een amendement dat sommeerde om bepaalde zaken te specificeren.

Internationale concurrentie

Op de vraag waarom een minder harde groei van de hightechbedrijven eigenlijk geen optie is, zegt Dijsselbloem aan de telefoon dat deze bedrijven moeten blijven groeien zodat Nederland zijn internationale concurrentiepositie kan behouden in deze sector. En daarvoor zijn kennismigranten nodig met „heel specifieke kennis”. En kan ASML niet elders in Nederland verder groeien? „ASML assembleert machines in zeer kleine aantallen. Het is geen standaard productieproces. De wetenschap eromheen móét ter plekke aanwezig zijn.”

„Maar we hebben ook problemen in Eindhoven”, erkent Dijsselbloem. „En ik wil dat het bedrijfsleven op alle fronten meewerkt.” Het plan is om vóór 2040 40.000 woningen bij te bouwen in Eindhoven. Dat gaat tot nu toe nog niet zo vlot. Vastgoedontwikkelaars willen bijvoorbeeld minder ‘goedkope’ woningen bouwen dan dat de gemeente voor ogen heeft. „ASML is met ons bezig een woonfonds op te zetten, om die woningbouwopgave te versnellen. We zijn alvast begonnen met acht projecten die om verschillende redenen vastlopen. ASML zorgt dan bijvoorbeeld voor een garantieregeling voor de projectontwikkelaar.”

Er is ook het Brainport Bereikbaarheidsfonds, voor snelle busbanen en snelle fietspaden. En er is Brainport Voor Elkaar. „Daarbij doen we een beroep op bedrijven om te helpen met de sociaal-maatschappelijke opgave, bijvoorbeeld door schuldhulpverlening aan te bieden aan werknemers die die nodig hebben”, zegt Dijsselbloem. Wat betreft de druk op voorzieningen is er nog werk aan de winkel. „We zijn nu aan het kijken wat de groei betekent voor de ziekenhuizen en huisartsen in Eindhoven.”

kennismigrant uit IndiaRohan Tare In India zagen we gewoon alles om en gaan we bouwen

De vraag is of alle plannen de snelle groei van de stad kunnen bijbenen. En er is kritiek op de manier waarop de gemeente de woningbouw aanpakt, bijvoorbeeld van Stichting Beter Eindhoven, die voornamelijk bestaat uit inwoners met een expertise op het gebied van stedenbouw.

Bij het bouwen kiest de gemeente vooral voor verdichting van de binnenstad. Dat is een slechte keuze, vindt secretaris Peter Struik. „Je ziet dat er allerlei hoogbouwplannen worden gerealiseerd, zonder te kijken naar de impact op de leefbaarheid en omgeving. Er zijn wijken die aan groot onderhoud toe zijn. Als je die nou gaat verdichten, is dat beter voor de sociale cohesie en kunnen mensen ook makkelijker doorschuiven naar verschillende soorten woningen. Bovendien verspreid je de druk op de voorzieningen over de hele stad.”

Foto Merlin Daleman

Philips en ASML

Er zijn ook Eindhovenaren die kritisch zijn op de groei van de stad op zich , maar die hebben zich niet verenigd in een club. Mbo-docent Bob Leenhouwers (53) schreef bijvoorbeeld recent een blogpost op het discussieplatform Digitale Stad Eindhoven, waarin hij kritisch is op de analogie die lokale bestuurders vaak trekken tussen Philips en ASML. Philips bouwde namelijk, in tegenstelling tot ASML, zelf huizen voor de werknemers die het bedrijf toen uit het noorden van het land haalde, schrijft Leenhouwers. „Ik maak me zorgen om de toekomst van mijn drie tieners en hun lotgenoten in mijn klassen”, zegt hij aan de telefoon. „Ik heb een fijn huis in de stad kunnen kopen, maar zij gaan dat heel moeilijk kunnen klaarspelen.”

In het winkelcentrum van Meerhoven zegt Rohan Tare (38) dat hij heeft gehoord over de problemen waarmee Eindhoven kampt door de snelle groei van de stad. Tare is een kennismigrant uit India, hij wil het bedrijf waarvoor hij werkt niet in de krant. „Ik hoor erover bij de koffieautomaat, maar het is niet zo dat mensen me erop aanspreken. En ik snap de zorgen wel. Zelf kom ik uit Mumbai, waar ook veel migranten naartoe komen. Daardoor is de druk op de voorzieningen groot en is het altijd heel druk in de stad.”

Maar, zegt Tare, als Nederland zijn sterke economie wil behouden, dan zal het kennismigranten moeten blijven verwelkomen. Een pasklare oplossing voor de groeipijn heeft hij niet. „Het valt me wel op dat het moeilijk is om in Nederland te bouwen, omdat jullie overal rekening mee willen houden, zoals de natuur, dieren. In India zagen we gewoon alles om en gaan we bouwen.”

Tare voelt zich welkom in Eindhoven. Eerder woonde hij in Amsterdam en Utrecht. „Maar de mensen in Brabant zijn warmer.” Hij vindt ook makkelijk aansluiting bij de Dutchies. Dan probeert hij Nederlands te praten. „Ik kan altijd proberen. With Denglish [een mix tussen Nederlands en Engels] is het makkelijk for me to mingle.

Harrie Brands praat ook per ongeluk Denglish als hij nogmaals zegt dat hij zich niet stoort aan de expats. „No problems hoor! Oh ja, haha, nu je het zegt, dat is ook Engels, ja!”