In de Pyreneeën plant de beer zich voort, maar dat gaat niet zonder inteelt

In de centrale Franse Pyreneeën zie je doorlopend beren op de weg – met verf via mallen op het asfalt of belendende rotsen gespoten, in dreigende dan wel vertederende vorm. Begeleidende teksten van ‘Non aux Ours’ tot ‘Vive l’Ours!’, als netste voorbeelden, maken duidelijk: dit zijn politieke dieren.

En die berencontroverse zal in reactie op het in april verschenen wetenschappelijke jaarrapport van de OFB – het Franse Bureau voor Biodiversiteit – weer verder opleven. Want hoewel er steeds meer beren bijkomen, blijkt daar óók vanuit natuurbeschermingshoek een schaduwzijde aan te zitten: de populatie is zo weinig genetisch divers dat inteelt dreigt.

Al eeuwenlang heeft de bruine beer (Ursus arctos) het moeilijk in Europa. Door ontbossing en verstedelijking raakte het leefgebied van de soort vanaf de Middeleeuwen steeds meer versnipperd. De van nature schuwe dieren trokken zich terug in bergachtige, bosrijke gebieden: Scandinavië, de Karpaten, de Apennijnen, de Pyreneeën. Maar ook daar kwamen de populaties onder druk te staan, door illegale jacht, door boeren die hun vee probeerden te beschermen, door toerisme.

In jaren negentig van de vorige eeuw was de bruine beer in de Pyreneeën zodoende vrijwel uitgestorven – bescherming was te laat op gang gekomen en er was een handvol dieren over. Een veelbesproken introductie van dieren uit Slovenië als versterking moest uitkomst bieden. Maar de gemoederen liepen hoog op, tussen natuurbeschermers aan de ene kant en veehouders en jagers aan de andere. Gevreesd werd voor slachtingen op de bergweiden waar het vee in de zomer verblijft.

Een bruine beer in de Spaanse Pyreneeën verlaat een op afstand bestuurde kooi van wildbeheerders.
Foto Juan Medina/Reuters

Dunbevolkte uithoek

In die gespannen sfeer werden op geheimgehouden plekken vanaf 1996 uiteindelijk zestien dieren uitgezet. Het werd een belangrijk voorbeeldproject voor natuurbeschermers elders, als graadmeter voor wat nog haalbaar is in de biodiversiteitscrisis. Want als het al niet lukt een heel aansprekende diersoort te redden in een relatief dunbevolkte uithoek, dan zijn de kansen voor soorten met minder uitstraling in drukker gebied wel héél klein.

Maar het initiatief bleek zijn vruchten af te werpen en ook elders in Europa zorgden natuurbeschermingsmaatregelen voor hogere berenaantallen. Uit een rapport van Rewilding Europe, in 2022, bleek zelfs dat de populatie van Europese bruine beren sinds de jaren zestig met 44 procent was toegenomen. En eerder deze maand was er in de Pyreneeën indrukwekkend nieuws. In een verslag gepubliceerd door overheidsorganisatie OFB werden recordcijfers genoemd. De OFB is te vergelijken met het Nederlandse Staatsbosbeheer. De populatie bruine beren blijft toenemen in de Pyreneeën, met 83 getelde dieren in 2023, vergeleken met 76 het jaar ervoor in het hele massief. In de loop van het jaar werden 16 welpen geboren.

In de Pyreneeën zijn in totaal 83* bruine beren geteld

Reislustige mannetjes

„Het areaal groeit, zo zijn de dieren nu ook waargenomen in Andorra en in de regio’s Catalonië, Aragon en Navarra aan de Spaanse kant van de Pyreneeën”, zegt de OFB hierover. Die gebiedsuitbreiding komt vooralsnog vooral op het conto van jonge, reislustige mannetjes. Sinds 2006 is de gemiddelde jaarlijkse toename van de populatie bruine beren ongeveer 11 procent; 2023 springt er goed uit. „Met elf nesten en zestien geboren welpen is dit bovendien het jaar waarin het hoogste aantal door jongen vergezelde vrouwelijke beren is waargenomen”, volgens het rapport. „De waarnemingen van bronstgedrag en paringen suggereren dat dat aantal in 2024 niet lager zal zijn.”

De aantallen zijn gebaseerd op bewijsmateriaal van het bruineberennetwerk, waar gespecialiseerde nationale en regionale organisaties deel van uitmaken. Sinds het uitvallen van de laatste vier halsbandzenders in 2020 kiest men voor terughoudende methoden. Genetische analyses van haar en uitwerpselen en beelden van wildcamera’s maken de schattingen mogelijk.

De schade lijkt stabiel, met ruim vijfhonderd gewonde of gedode schapen en geiten per jaar – ondanks populatiegroei van de (voornamelijk vegetarisch levende) beren. Dat is mede te danken aan afschrikmaatregelen waar de in Nederland gevestigde International Bear Foundation aan werkt. Eén initiatief is kuddebescherming door lama’s. Gebruikelijker is de nu weer toenemende inzet van de aloude Pyrenese berghonden als kuddebewakers en het gebruik van flexibele afrasteringen met schrikdraad rond kuddes op afgelegen bergweiden. Allemaal goed nieuws. Maar in het rapport ontbreekt één belangrijk punt: inteelt.

Alle welpen van 2023 zijn belast door inteelt

Populatiegenetica zorgt hier voor een flinke domper. Want wanneer is een populatie nog – of wéér – levensvatbaar? De vuistregel is: met een minimumpopulatie van honderd dieren. Daaronder is er een verlies van de broodnodige genetische variatie, wat de gezondheid ondermijnt. Het aanpassingsvermogen van een kleine of te versnipperde populatie neemt af.

De beren in de Pyreneeën halen de honderd nog niet. Erger is: die norm geldt voor een zogeheten effectieve populatie, waarin ieder dier, het liefst in gelijke mate, aan de voortplanting meedoet. Bij de beren is dat niet het geval.

De belangenorganisaties namens de beren kijken naar de huidige genetische samenstelling en de ‘bloedlijnen’ over de generaties heen. De huidige populatie blijkt grotendeels gebaseerd op die van twee vrouwelijke dieren: Mellba en Hvala. Aan de mannelijke kant is het nog erger. Meer dan 85 procent van de individuen die sinds 1996 zijn geboren stammen af van één superdominant mannetje: Pyros. Met wat overdrijving: de Pyreneeënpopulatie van 83 beren is genetisch gezien niet veel meer dan een trio.

Een vrouwelijke beer ligt verdoofd in een kooi, na een onderzoek door dierenartsen.
Een verdoofde beer wordt onderzocht door een dierenarts om meer over de populatie te weten te komen.

Foto’s: Juan Medina/Reuters

Een dubbele controverse

Direct na de publicatie van het OFB-rapport kwamen negen organisaties met de kritiek dat er geen maatregelen worden genoemd om inteelt tegen te gaan. „Alle welpen die in 2023 zijn geboren zijn belast door inteelt, net als bijna alle aanwezige beren – en dit wordt alleen maar erger.”

Het rapport wilde mogelijk bijdragen aan politieke rust aan het berenfront. Die zal er niet komen. Er is nu een dubbele berencontroverse. Niet alleen tussen boeren en beschermers, maar ook tussen de overheid en de organisaties die vinden dat er mooi weer wordt gespeeld in een feitelijk onverminderd zorgelijke situatie. De organisaties roepen op tot de oprichting van een onafhankelijk wetenschappelijk berencomité en nieuwe introducties.

Wetenschappelijk onderbouwde natuurbeschermingspolitiek blijft lastig. Misschien wordt er gekozen voor een tactvolle tussenstap: de vervanging van vier in 2020 en 2021 geschoten of vergiftigde dieren. Een loslating van dieren die de gemoederen zal beroeren, het verhaal begint weer opnieuw. Op stille nachten zal misschien een enkele beer opkijken van het hernieuwde gerammel van geschudde spuitbussen.