In de heuvels van Bretagne winnen de veteranen en lijkt de ploeg van Marianne Vos het sterkste collectief

Omringd door tientallen fotografen springen de in paars tenue gestoken rensters van Liv-AlUla-Jayco de lucht in, gevolgd door een schreeuw. De Spaanse Mavi Garcia staat in het midden van de club. Ze is er net in geslaagd om haar late aanval succesvol af te ronden. In de stevig oplopende finishstraat in Quimper wint ze, voor alle klassementrensters.

Zo zijn het de veteranen die in het openingsweekend van de Ronde van Frankrijk toeslaan. Garcia is met haar 41 jaar de oudste renster in het peloton. Een dag eerder won de Nederlandse Marianne Vos (38) namens Visma-Lease a Bike (LAB) al de eerste etappe, zij is de op-een-na-oudste deelnemer. Niet dat leeftijd haar iets uitmaakt: „In de race denk je niet na over de leeftijd van anderen.” De komst van sterke jonge rensters in het peloton daagt haar juist uit: „Ik moet mezelf erdoor blijven verbeteren”.

Twee dagen lang was het volop koers in de Bretonse heuvels, die aandeden als een combinatie tussen een race- en achtbaan. Op en neer, smalle weggetjes, dan weer plots een muurtje om te beklimmen. Waar de klassiekerspecialisten vooraf hadden uitgekeken naar hun kansen op een etappezege, vreesden klassementsrenners toch ook tijd te verliezen, of zelfs uit te vallen door een valpartij in het gedrang.

In de explosieve openingsrit van Vannes naar Plumelec had Visma een plan gemaakt: zo hard mogelijk afstormen op de slotklim, zodat Vos en de Franse kopvrouw Ferrand-Prévot van voren bleven en mee konden doen om de zege. De opzet slaagde, waardoor Vos zondag voor de zesde keer in haar glorieuze carrière mocht starten in de gele leiderstrui.

Tweeduizend hoogtemeters

In de tweede rit, van Brest naar Quimper, was het opnieuw de bedoeling met een Visma-trein op kop van het peloton de finale in te rijden, zei ploegleider Jos van Emden. Maar het parcours bleek daarvoor net te zwaar. In 110 kilometer moesten de vrouwen meer dan tweeduizend hoogtemeters overleven, en dat had al de nodige krachten gekost.

Garcia ontsnapte op tien kilometer van de finish uit het uitgedunde peloton. Bij aanvang van de twee kilometer lange oplopende weg richting de finish, waarvan vooral het begin flink steil was, had ze nog zo’n twintig tellen over. Niet genoeg, zo leek het, want daarachter kwam de achtervolgende groep met onder anderen Vos, Lorena Wiebes en Demi Vollering tot ontploffing.

De seconden tikten weg, tot het asfalt op zeshonderd meter van de finish afvlakte en de vrouwen achter Garcia naar elkaar keken. Niemand wilde zich opofferen om het gat naar de Spaanse te dichten. Wiebes sprintte nog wel naar de tweede plek, de Mauritiaanse renster Kim Le Court werd derde. Daarmee pakte ze genoeg bonificatieseconden om de leiding in het klassement over te nemen van Vos. Een bijzondere prestatie: ze is de eerste Afrikaanse renster die het geel aan mag trekken.

Marianne Vos domineerde met haar ploeg het openingsweekeinde maar raakte haar gele leiderstrui kwijt in rit twee. Foto Julien de Rosa/AFP

Vos kon leven met het verlies van de leiderstrui: „Natuurlijk is geel iets speciaals, maar ik wist ook wel dat ik ‘m een keer moest inleveren. Het was heel mooi om überhaupt gisteren het geel aan te mogen trekken. Dat nemen ze niet meer af.” Ook ploegleider Van Emden was er niet rouwig om: „De rit van morgen is heel lang rechtdoor. Als je het geel hebt moet je op kop rijden, dat wil ik liever niet. Nu kunnen we onze krachten sparen.”

Met de zege van Vos, Ferrand-Prévot op de derde plaats in het klassement en het sterke rijden van de gehele ploeg oogt Visma-LAB klaar voor de rest van de Tour. „Na dit weekend denk ik dat wij het beste collectief hebben”, vond Van Emden.

Iets verkeerds gegeten

Teleurstellingen waren er ook. Zo verloor Movistar al voor de ronde goed en wel onderweg was de Zwitserse kopvrouw Marlen Reusser, de enige renster die dit jaar de Nederlandse favoriet Vollering in een meerdaagse ronde wist te kloppen. Donderdag had Reusser iets verkeerds gegeten in een restaurant in Vannes, waarna ze vrijdag op de dag voor de Tourstart kokhalzend de pers te woord stond. In finishplaats Plumelec stapte ze zaterdag af.

Ook voor SD Worx, de ploeg die de afgelopen jaren dominant was in het vrouwenpeloton, eindigde zaterdag in mineur. Vooraf waren de verwachtingen rond de Belgische kopvrouw Lotte Kopecky vanwege een rugblessure al naar beneden bijgesteld, maar dat ze op een voor haar op maat gemaakte aankomst meer dan een minuut zou verliezen op de concurrentie had ook ploegleider Danny Stam niet verwacht. „Het viel gewoon tegen”, zei hij zondag.

In Quimper zette de Nederlandse ploeg daarom in op sprinter Wiebes, al moest die dan nog wel het venijnige begin van de klim naar de finish overleven. „Ik wist dat ik me op dat stuk moest vastbijten, en dat ze me er daarna niet meer af zouden rijden”, zei ze na afloop. De tweede plaats voelde niet als een teleurstelling: „Ik ben blij met hoe de benen vandaag waren”.

De etappe van maandag, een redelijk vlakke rit van La Gacilly naar Angers, is voor Wiebes „een honderd procent kans”. Haar ogen twinkelden bij de vraag naar haar ambitie: „We gaan een mooie lead-out neerzetten. Ik kijk ernaar uit.” En Vos? Die start nu in de groene puntentrui voor beste sprinter: „Ook een hele mooie.”