In de ecologische tuin mag de natuurlijke cyclus van leven en dood zijn gang gaan

„Er woont hier een grote rat”, zegt plantenkweker Guido van Rijkom (52). Hij wijst naar een korrelig pad in het glad gemaaide gras. De rat zwerft al zo’n vijf jaar rond tussen de bijen- en vlinderplanten. Of Van Rijkom de rat al een naam heeft gegeven? „Nee, nog niet”, zegt hij lachend. Ook dwalen er ringslangen en muizen rond op zijn plantenkwekerij. De muizen kunnen soms vervelend zijn, omdat ze de planten omhoog duwen. Als dat gebeurt stuurt Van Rijkom hun vijand op ze af, zegt hij. De uil. Hij wijst naar de kapschuur naast de kwekerij. „Daar boven zit een kerkuilenkast en daar broeden kerkuilen.” Hij laat de natuurlijke cyclus van leven en dood gewoon zijn gang gaan. En wat daarvan het resultaat is? „Een prachtige tuin.” Hij heeft Bijenkans — zijn kwekerij voor biologische bijen- en vlinderplanten — in 2016 opgericht en is zes dagen per week, soms twaalf uur per dag, in de tuin aan het werk.

Bijenkans in het Utrechtse dorp Groenekan is een van de 280 plekken in Nederland en België waar dit weekend de ecotuindagen worden gehouden. Deze worden georganiseerd door de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren (Velt). Hiermee probeert Velt bewustwording te creëren voor ecologisch leven, koken en tuinieren. Ecologisch beheer houdt in dat in de tuinen bijvoorbeeld geen pesticiden en kunstmest gebruikt worden. Volgens Van Rijkom is een tuin een menselijke creatie, dus iedere tuin kan ecologisch zijn. „Zelfs de strak ingerichte tuin van het Paleis het Loo.” In zijn tuin gebruikt hij geen bestrijdingsmiddelen en kunstmest. In plaats daarvan gebruikt hij bijvoorbeeld compost van eigen planten. „Je gaat niet tegen de natuur werken, maar je werkt met de natuur samen.”

Foto Dieuwertje Bravenboer

Tussen allerlei verschillende soorten felgekleurde bloemen is een stenen sculptuur verstopt. Een kale vrouw met ronde borsten en brede heupen. Verderop onder een boom op een bankje staan drie stenen sculpturen van hoofden, twee met een vrouwelijk gezicht en een met een mannelijk gezicht. Deze heeft Van Rijkom van zijn buurvrouw overgenomen. „Met haar heb ik op mijn zesde mijn eerste plantje geplant”, zegt hij. Sindsdien hielp hij haar altijd mee in haar wilde tuin gevuld met havikskruid en damastbloemen. „Mijn vriendjes kochten lp’s en ik planten.” Op zijn veertiende maakte hij zijn eerste ecologische tuin.

Stoeptegels weggehaald

De planten die nu in zijn tuin staan trekken verschillende insecten aan, zoals hommels en vlinders. Deze komen af op verschillende kleuren en geuren van bloemen en dat zorgt voor verbetering van biodiversiteit. „Het gaat slecht met veel soorten insecten en zo’n aantrekkelijke tuin helpt ze een handje.” Volgens Van Rijkom is ecologisch tuinieren nog veel te weinig doorgesijpeld onder de mensen. Zo is bijvoorbeeld het winterklaar maken van tuinen niet nodig. Het is een begrip verzonnen door hoveniers om meer geld te verdienen, zegt hij. „Een tuin kaal maken is een drama. In de winter moet je de planten laten afsterven, want er zitten beestjes, poppen en eitjes in.”

Kwekerij Bijenkans heeft een gedeelte waar klanten zelf hun groenten kunnen plukken.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Langs de tuin razen kinderen in skelters en wandelen mensen. Sommigen zijn aan het werk in de ecologische moestuin en anderen zijn druk bezig met het uitzoeken van nieuwe planten voor in hun tuin. „Mogen we afrekenen?”, vragen twee vrouwen aan Van Rijkom. Ze hebben in een plastic krat een zonnebloem, een hemelsleutel en een salvia. Die gaan zij planten in de achtertuin van hun huis midden in het centrum van Utrecht. „Ze zijn gezond voor onze tuin en het bodemleven”, zegt de 50-jarige Martha Harssema. Ze doen niet aan „throwaway-planten”. „Dat zijn planten uit tuincentra die snel zijn gekweekt en vol zitten met chemicaliën”, zegt Lindsey Reid (50).

Aan de voorkant van hun huis hebben ze ook een tuin. Harssema laat een foto zien op haar telefoon. „De stoeptegels hebben we weggehaald en er staat nu een ecologische tuin in volle bloei.” Reid lacht en zegt: „Regelmatig blijven voorbijgangers voor ons huis staan en staren ze naar de planten.” Voor Harssema is het belangrijk om de stad te vergroenen, omdat het onder meer biodiversiteit stimuleert en voor verkoeling zorgt. Ze komen een paar keer per jaar langs de tuin Van Rijkom om planten te kopen, maar veel plek in hun kleine stadstuin hebben ze niet meer over. Tenzij er een legertje slakken over hun planten is gekropen, want dan hebben ze weer een reden om Bijenkans te bezoeken.