N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
WK wielrennen Drie medailles won Lotte Kopecky al tijdens dit ‘super-WK’. Maar in de wegwedstrijd moest ze de sterke Nederlandse ploeg van zich afschudden. Dat lukte. „Ik weet soms ook niet waar ik het vandaan haal.”
Innig omhelsden ze elkaar zondag in de straten van Glasgow, net als twee weken geleden op de mistige top van de Tourmalet. Lotte Kopecky als de glorieuze wereldkampioen, Demi Vollering na een ultiem sprintje op zeven seconden tweede. Bij de Tour de France Femmes was de einduitslag nog precies andersom. Maar net als toen waren de Belgische en de Nederlandse kopvrouw allebei tevreden. Ook in Glasgow had de beste uiteindelijk gewonnen. Kopecky nam de regenboogtrui over van Annemiek van Vleuten, die haar afscheids-WK met kushandjes naar het publiek en een achtste plaats voltooide.
Met de wereldtitel op de weg kroonde Kopecky zich tot onbetwiste uitblinker van dit ‘super-WK’ wielrennen, waar alle disciplines van de sport samenkwamen. De 27-jarige Belgische had eerder dit WK al op de baan twee keer goud (afval- en puntenkoers) en brons (omnium) gepakt. In de spectaculaire wegwedstrijd domineerde Kopecky van start tot finish, zoals Mathieu van der Poel een week geleden bij de mannen. „Wat een jaar was dit”, sprak de eerste Belgische wereldkampioene sinds Nicole Van den Broeck in 1973 na de finish. „Ik weet soms ook niet waar ik het vandaan haal.”
Als topfavoriet wist Kopecky al voor de start alle ogen op zich gericht. Drie medailles op de baan, ritwinst en zes dagen geel in de Tour de France Femmes, tweede in het eindklassement bovendien. En dan een WK op een parcours dat veel weg had van de Vlaamse voorjaarskoersen, waarin ze de laatste jaren uitblonk en vaak won. Maar één ding leek niet in haar voordeel. Waar ze het hele jaar deel uitmaakt van de sterkste sponsorploeg van het internationale peloton, het Nederlandse SD Worx, moest ze het nu doen met de veel minder sterke Belgische nationale ploeg. Haar ploeggenoten van SD Worx waren nu tegenstander: Vollering als kopvrouw van Nederland, Marlen Reusser voor Zwitserland.
„Ik denk niet dat het de wedstrijd gaat beïnvloeden”, had Kopecky vooraf nog gezegd bij de Belgische tv-zender Sporza. Geen afspraken vooraf over welke renner van SD Worx wereldkampioen zou worden? „Reusser, Vollering en ik willen hier allemaal winnen.”
Een ‘raar gevoel’
Concurrent Vollering sprak vlak voor de start van een „raar” gevoel. „Normaal gezien maak je samen een plan, nu moet je tegen elkaar opboksen.” Zou Kopecky tegen haar gaan rijden? „Ik denk dat Lotte het me wel gunt, maar daarom geeft ze het me nog niet. Hopelijk komt er een mooie wereldkampioene uit.”
Kopecky stak met kop en schouders boven de rest uit in de afsluitende zes rondes van 14,3 kilometer door de straten van Glasgow, met 48 bochten en zeven oplopende stroken. Ze viel aan waar ze wilde, maar moest opboksen tegen een nummerieke meerderheid van vooral Nederland. Shirin van Anrooij – die in de categorie tot 23 jaar het zilver zou pakken – leverde knap werk in de jacht op de Zwitserse koploper Elise Chabbey. Kopecky moest zelf alles geven om de ontsnapte Van Vleuten terug te halen.
Ik denk dat er niet meer in zat
Demi Vollering kopvrouw Nederland
Bij het ingaan van de slotronde, net toen Chabbey werd ingelopen door een uitgedund groepje van zeven, reed Van Vleuten voor de tweede keer in de race lek. „Na die lekke band was ik kansloos”, sprak de 40-jarige wereldkampioen op de weg van 2019 en 2022, die er niet meer in slaagde voorin terug te keren. Toch kwam ze in haar laatste seizoen lachend over de finish. „Ik heb genoten van alle mensen die me aanmoedigden. Ik kreeg daar kippenvel van. Maar het is nu mooi geweest.”
Vooraan zette Kopecky intussen de kroon op haar werk. Eerst was er een krachtige aanval waarmee ze Vollering losjes uit het wiel reed. Toen de Nederlandse na enig aarzelen vooraan nog terugkwam, volgde het ultieme bewijs wie de sterkste was dit WK. Terwijl bij Vollering de kramp in haar benen schoot, had Kopecky nog genoeg over om in de laatste kilometers twee keer te versnellen en iedereen uit het wiel te rijden. „Ik denk dat er niet meer in zat”, sprak Vollering nadat ze de Deense Deense Cecilie Uttrup Ludwig in een sprintje nog net naar de derde plaats had verwezen. „Lotte Kopecky was vandaag de sterkste.”