In Borssele zit lang niet iedereen te wachten op nog twee kerncentrales

Reportage

Kerncentrales Borssele Is er in Borssele echt zoveel draagvlak voor twee nieuwe kerncentrales, zoals het kabinet beweert? „De overheid laat veel in het vage”, zegt een actiegroep.

Mieke Jansen en Frits Otte, oprichters van actiegroep Borsele tot de kern.
Mieke Jansen en Frits Otte, oprichters van actiegroep Borsele tot de kern.

foto Merlin Daleman

Bekijk je Borssele op een landkaart, dan zie je de vorm van een lichtknop. Het Zeeuwse dorp in de Biblebelt is precies een rechthoek en in het midden daarvan zie je nog een rechthoek: het dorpsplein.

Gezien de vele en grote energieprojecten in en om het dorp ís het ook een beetje een lichtknop. Een lichtknop voor de rest van Nederland. Daar staat Borssele (Zuid-Beveland) óók om bekend, naast zijn rechthoekigheid. In zijn haven- en industriegebied, het Sloegebied, staat de enige kerncentrale van Nederland. Er zijn zonneparken, vele windmolens, een hoogspanningsstation. Er staan talloze hoogspanningsmasten, onder meer voor de ‘aanlanding’ van de energie van windmolens op zee.

Dat is nog niet eens alles én er komt nog meer bij. Zo heeft het Rijk plannen voor een waterstoffabriek en twee nieuwe kerncentrales in Borssele.

Op een zonnige aprilmiddag kijken Frits Otte (69) en Mieke Jansen (64) vanuit hun auto naar de kerncentrale. „Hier zie je dat de centrale op een steenworp afstand van het dorp staat”, zegt Jansen. Ze zijn net de dorpskern uitgereden, tot aan de zeedijk met daarachter de Westerschelde. Rechts zie je in de verte, achter een weiland, de grote koepel met pijp. Statig, trots, alsof-ie vergeten is dat er in de jaren zeventig flink tegen de centrale geprotesteerd is.

Ruim veertig jaar later ageren Otte en Jansen tegen de komst van twee nieuwe centrales in Borssele. Het echtpaar richtte afgelopen december de actiegroep (zelf zeggen ze liever ‘burgerbeweging’) Borsele tot de kern op. Zelf wonen ze in het dorp Driewegen in de gemeente Borsele, waar ook Borssele onder valt. Otte heeft dertig jaar bij het directoraat-generaal energie van het ministerie van Economische Zaken gewerkt. Die achtergrond komt hem nu goed van pas. Bij elke bijeenkomst in Borsele over de kerncentrales, heeft hij een mapje documenten en een lijstje met vragen bij zich.

Het dorp Borssele wordt omgeven door windmolens, de kerncentrale en andere grote installaties.

Foto Merlin Daleman

Koeltorens en hoogspanningsmasten

Afgelopen oktober lekte het nieuws uit dat het kabinet Borssele als voorkeurslocatie zou aanwijzen voor de nieuwe kerncentrales. De bouw van twee nieuwe kerncentrales in Nederland staat, dankzij VVD en CDA, in het regeerakkoord van kabinet-Rutte IV. Het kabinet ziet een aantal grote voordelen in kerncentrales. Zo produceren ze CO2-vrij elektriciteit en kunnen ze voorzien in de grote hoeveelheid stroom die nodig is voor de productie van waterstof (een alternatief voor fossiele brandstoffen).

Naast Borssele waren de Rotterdamse Maasvlakte en de Eemshaven in Groningen in de running als voorkeurslocatie. In december schreef minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) in een Kamerbrief dat de keuze op Borssele was gevallen, onder meer omdat er al een opslagplaats voor radioactief afval is en omdat er voldoende ruimte lijkt te zijn. Ook lokaal draagvlak speelde een rol in de keuze voor Borssele. Jetten schreef dat hij er vertrouwen in heeft dat hij „de benodigde instemming” daar kan vinden. Dat is misschien niet vreemd, aangezien het provinciebestuur zich welwillend toonde. Toen het er even op leek dat de Eemshaven de voorkeurslocatie zou worden, reageerde de Zeeuwse gedeputeerde Jo-Annes de Bat (Economie, CDA) in maart 2021 in NRC: „Bij ons is er gewoon plek voor die centrale. Wij vroegen ons direct af: waarom Groningen wel en Zeeland niet?”

Zo is het beeld ontstaan dat de inwoners van Borssele de komst van de centrales geen probleem zouden vinden. En dat irriteert Otte en Jansen. Niet lang nadat het nieuws was uitgelekt, waren ze bij een bijeenkomst over de kerncentrales voor inwoners van Borsele. De aanwezigen mochten aangeven welke voorwaarden zij wilden stellen aan de komst van de kerncentrales. Otte, Jansen en een aantal anderen reageerden verontwaardigd. Voorwaarden? Moest er niet eerst even gepraat worden over of ze die kerncentrales überhaupt wel wilden?

Het was toen dat het zaadje werd geplant voor Borsele tot de kern. Met drie andere inwoners vormen Otte en Jansen nu het bestuur van de groep. Eén van de eerste acties was het maken van flyers met allerlei vragen over de mogelijke komst van de kerncentrales, zoals „Komen er extra hoogspanningslijnen bij?”, „Zal het water van de Westerschelde voldoende zijn om de centrale te koelen of komen er twee koeltorens bij? Koeltorens produceren heel veel stoom waardoor je minder zon en meer mist krijgt.” En „Als de gemeente Borsele minder aantrekkelijk wordt, heeft dat dan gevolgen voor de huizenprijzen?” Een groot deel van de bijna 23.000 inwoners van de gemeente heeft de flyers afgelopen winter in de bus gekregen. De groep wilde de inwoners aan het denken zetten, want er was nog nauwelijks informatie gegeven over de nieuwe centrales.


Lees ook: Kabinet wil in 2035 twee nieuwe kerncentrales hebben draaien. Vier vragen over het historische besluit

De groep maakte ook een online petitie tegen de komst van de centrales: ‘Borssele 2 en 3, doch ’t nie!’. Die is inmiddels zo’n 3.400 keer ondertekend. Volgens Jansen is een deel van de sympathisanten van Borsele tot de kern niet tegen kernenergie an sich (Jansen en Otte zijn dat wel), maar wel tegen de komst van de centrales naar de Zeeuwse plaats. Of alleen onder heel strenge voorwaarden, waar mogelijk niet aan kan worden voldaan. De groep denkt dat er nog veel ondertekeningen te winnen vallen door mensen beter te informeren.

En er is nog een ander punt, zien Jansen en Otte. Als ook Willem-Jan Joosse (50), voorzitter van de Borsselse dorpsraad, en Lea van Liere (40), lid van de Werkgroep Leefomgeving Borssele. Die aprilmiddag zitten ze met z’n vieren in het dorpshuis. Ze eten een tosti, een broodje tonijnsalade, soep. De vier Borselenaren zeggen dat veel inwoners gelaten zijn, omdat ze ervaren hebben dat de grootschalige energieprojecten met een nationaal belang in hun omgeving toch wel doorgaan. Bovendien zijn de mensen in Borssele over het algemeen wat gezagstrouwer en minder snel bereid om actie te voeren.

De kerncentrale Borssele.

Foto Merlin Daleman

Thorium

Naar het draagvlak van de inwoners van Borsele voor de kerncentrales is nog geen goed onderzoek gedaan, zeggen de vier. Er is alleen een onderzoek uit oktober 2021 dat Omroep Zeeland heeft laten uitvoeren door onderzoeksbureau Gfk. 1.335 Zeeuwen hebben de enquête ingevuld. Uit dat onderzoek bleek dat in de Oosterschelderegio, waar Borsele onder valt, 30 procent vóór de komst van de centrales is, 27 procent tegen, en nog eens 15 procent is eigenlijk ook tegen het huidige plan, want dat wil dat er thorium als brandstof zal worden gebruikt in plaats van uranium. Alleen is die techniek nog niet ver genoeg voor de schaal van de huidige plannen. 19 procent is „voor, met voorwaarden”.

Maar wat als er niet aan die voorwaarden kan worden voldaan, vragen Otte en Jansen zich af. Dan zijn die mensen dus eigenlijk tegen?

Een heikel punt is het koelen van de kerncentrales. De huidige kerncentrale wordt gekoeld met water uit de Westerschelde en heeft dus geen koeltoren. „Maar die nieuwe kerncentrales gaan mogelijk zo’n drie tot vier keer meer megawatt leveren dan de huidige”, zegt Van Liere. „Zeven”, corrigeert Otte haar, die ijverig een kaartje aan het tekenen is van het Sloegebied en het nabije strand. Van Liere: „En als je nu al ziet wat voor uitlaat [van waaruit het opgewarmde koelwater de Westerschelde weer instroomt] er nodig is bij de huidige kerncentrale, dan blijft er straks van de Kaloot niets over.” De Kaloot is het nabije strand, geliefd bij menig inwoner van Borssele. Ze wil maar zeggen: als dorpsbewoners dat niet willen én ze willen geen koeltorens, kunnen de centrales dan wel naar Borssele komen?


Lees ook: Waar blijft de eerste thoriumreactor?

Van Liere: „Een vriendin van mij zei: ‘Wat maakt mij het uit, nog een centrale. Als ze er maar niet nieuwe hoogspanningsmasten bij zetten, die vind ik zo lelijk.’ Ik zei: ‘Als ze hier nieuwe kerncentrales neerzetten, moet al die extra energie ook weer Zeeland uitgevoerd worden.’”

Rond de tijd dat bekend werd dat de centrales mogelijk naar Borsele zouden komen, nam de gemeente enquêtes af, waarin inwoners voorwaarden konden aangeven voor de komst van de centrales. Ze konden niet aangeven dat ze de centrales niet willen. „Je kunt toch geen voorwaarden stellen aan iets waarvan je nog niet precies weet wat het inhoudt? Dat is een heel rare volgorde”, zegt Jansen. Een woordvoerder van de gemeente laat weten dat de gemeente niet gaat over de informatievoorziening en over „wel of geen kerncentrales”. „Wachten tot alle vragen beantwoord worden door het Rijk, zou ervoor kunnen zorgen dat er weinig tot geen tijd meer overblijft om aan de voorkant afspraken met het Rijk te maken over voorwaarden.”

Van Liere zegt dat ze ervan overtuigd is dat er veel meer weerstand zou zijn als inwoners precies zouden weten wat ze te wachten staat. Jansen: „Het is moeilijk om mensen op de been te krijgen als de overheid dingen heel lang in het onduidelijke laat, in het vage. Dan zit iedereen te wachten op informatie.” Otte: „Er ligt ook nog helemaal geen besluit, dus je kunt niks. Er is alleen een regeerakkoord waarin het voornemen staat om twee kerncentrales te bouwen.”

Borssele is volgens het kabinet de meest geschikte locatie voor twee nieuwe kerncentrales.

Foto Merlin Daleman

‘Het mooiste wat er is’

Wie het oor te luisteren legt in het dorp begrijpt wat het viertal bedoelt. Aan het eind van die aprilmiddag worden twee vrouwen op leeftijd door een auto afgezet bij het dorpsplein. Ze dragen lange rokken en één van hen heeft een rollator. „Liever ha’k ’t nie natuurlijk, maar als ’t nie anders kan. Ik weet ’t ook nie”, zegt de één over de mogelijke komst van de kerncentrales. Beide vrouwen willen niet met hun naam in de krant. „Ja, ik vin ’t ok nie goed”, zegt de vrouw met de rollator. En heeft ze het idee dat ze er iets tegen kan doen? „Nou, da geloof ik nie. Het is toch al besloten. Dat is al zo dikwijls gebleken: je kunt er wel tegenin gaan, maar ’t helpt gewoon nie.”

Het rechthoekige dorpsplein van Borssele – met veel groen, een wit prieel en een kerk – wordt omringd door huizen uit de negentiende eeuw. Voor één van de panden staat een vrouw met een roze handveger tuinmeubilair te vegen. „Ik denk in het algemeen dat hier bijna niemand tegen kernenergie is, maar die jaren dat ze gaan bouwen en die koeltorens…. Dat speelt hier het meeste”, zegt de 49-jarige dorpsbewoonster met roze nagels. Ook zij wil niet met haar naam in de krant. „Tien, vijftien jaar lang zijn ze hier dan aan het bouwen. En dan zit je met alle verlichting, en het lawaai, en noem maar op. Maar de informatie is er niet; niemand weet precies hoe het reilt en zeilt.”


Lees ook: Groningen en Limburg hebben er geen trek in, maar Zeeland wil wel een kerncentrale erbij

Daar komt René van der Sanden (71) aanrijden op een ronkende scooter. Hij groet de vrouw. Hij heeft achterover gekamd, grijs haar en is nog niet zo lang geleden van Rotterdam naar Borssele verhuisd. „Het mooiste wat er is, kerncentrales, de schoonste energie die er bestaat! En ze motte ergens staan.” Waar hij minder van gecharmeerd is, zijn de „elektriciteitspalen” die er waarschijnlijk bij moeten komen. Die vindt hij „geen gezicht”. „Maar je ken het toch niet tegenhouden. Ze luisteren niet naar je.”

De burgemeester van Borsele, Gerben Dijksterhuis, zegt aan de telefoon dat hij ziet dat er een „verschil” zit tussen hoe snel het Rijk met informatie komt en hoe snel de inwoners die willen. „Wij vinden het belangrijk dat we voorbereid zijn. Als het toch allemaal onze kant op komt, kunnen we op onze handen gaan zitten of we gaan aan de slag samen met onze inwoners.” Want de kerncentrales tegenhouden, dat kan niet, zegt Dijksterhuis. „We kunnen ‘nee’ zeggen, maar het Rijk bepaalt uiteindelijk.”