N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In Haïti zijn in de maand april meer dan zeshonderd mensen omgekomen tijdens een „nieuwe golf van extreem geweld”, die met name wijken in de hoofdstad Port-au-Prince teistert. Dat melden de Verenigde Naties dinsdag. „Minstens 846 mensen zijn al om het leven gebracht in de eerste drie maanden van 2023, waar nog eens 393 gewonden en 395 ontvoerden bij moeten worden opgeteld.” Volgens de VN was er afgelopen kwartaal een toename van zo’n 28 procent in vergelijking met het vierde kwartaal van 2022.
In Port-au-Prince nemen sluipschutters van criminele bendes voorbijgangers onder vuur, worden mensen in het openbaar vervoer levend verbrand en komen massale lynchpartijen steeds vaker voor. Groepen burgers, aangespoord door politici en journalisten, wapenen zichzelf tegen het bendegeweld.
Ook wijken die voorheen veilig waren, worden nu besmet met het geweld. Om de „eindeloze vicieuze geweldscirkel op Haïti” te doorbreken, moeten ordehandhavingstroepen op het eiland worden ingezet om de Haïtiaanse Nationale Politie te ondersteunen, aldus de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Volker Türk. VN-lidstaten moeten die gaan leveren.
In Port-au-Prince heerst al maanden onrust door gevechten tussen bendes en politie, die ook veel burgers tot slachtoffer maken. De bendes, die Haïti al sinds jaar en dag teisteren, zijn nog brutaler geworden sinds president Jovenel Moïse werd vermoord in 2021. De Amerikaanse krant The New York Times onthulde dat de moord op Moïse waarschijnlijk iets te maken heeft met zijn pogingen om de Haïtiaanse drugssmokkel dwars te zitten. Hij zou dreigen hooggeplaatste Haïtiaanse functionarissen te ontmaskeren als corrupt.