Door bij dove ratten met een geïmplanteerde gehoorprothese óók een gebied in de hersenstam te prikkelen, verbetert de werking van het apparaat. Amerikaanse wetenschappers vermoeden dat de stimulatie van dit cruciale gebied ervoor zorgt dat hersencellen flexibeler worden, waardoor hersennetwerken zich kunnen aanpassen aan de nieuwe manier van ‘horen’. Het nieuwe inzicht, dat woensdag werd beschreven in het wetenschappelijke tijdschrift Nature, biedt aanknopingspunten om de werking van cochleaire implantaten bij mensen te optimaliseren.
Een cochleair implantaat kan het gehoor herstellen bij zeer slechthorende mensen, bij wie het binnenoor niet goed functioneert. Maar het helpt niet bij iedereen even goed: sommige patiënten kunnen binnen een paar uur na de operatie al gesproken woorden begrijpen, maar bij velen duurt het maanden of jaren voordat ze er baat bij hebben.
Gewone gehoorapparaten versterken het geluid dat binnenkomt. Een cochleair implantaat werkt anders: het zet geluid om in elektrische signalen. Cochleaire implantaten zijn de meest gebruikte neuroprotheses: wereldwijd zijn er ruim 735.000 geïmplanteerd. In Nederland hebben ongeveer 8.500 mensen een cochleair implantaat, in 2019 kregen 200 kinderen en 400 volwassenen er een of twee, tijdens de pandemie lagen die aantallen wat lager.
Het implantaat wordt aangebracht in een essentieel deel van het binnenoor: het slakkenhuis (de cochlea), een opgerold buisje gevuld met vloeistof. De wand daarvan is bekleed met tienduizenden haarcellen. Bij horende mensen zetten die haarcellen vibraties – die via het trommelvlies door geluid ontstaan – om in elektrische signalen. Die gaan via de gehoorzenuw, de hersenstam en andere hersengebieden naar de auditieve hersenschors. Daar wordt de luisteraar zich bewust van het gehoorde.
Een cochleair implantaat omzeilt de haarcellen en stuurt elektrische prikkels direct naar de gehoorzenuw. Een microfoon aan de buitenkant van het oor vangt geluiden op, een processor vertaalt die in elektrische signalen, een zender stuurt die signalen naar het implantaat: een elektrode in het slakkenhuis die direct de gehoorzenuw prikkelt. De geluidswaarneming is wel anders dan die van normaal horende mensen.
De onderzoekers testten mini-cochleaire implantaten bij ratten. Die dieren konden aanvankelijk goed horen, en ze werden getraind om alléén bij een bepaalde toon een blokje suiker als beloning te krijgen – en niet bij zes andere tonen. Daarna maakten de onderzoekers de dieren doof met een middel dat haarcellen vernietigt. Vervolgens implanteerden ze de gehoorprotheses en probeerden ze de ratten opnieuw te trainen, maar nu met de exclusieve beloning bij een andere toon. Net als bij mensen werkte het implantaat slechts bij een deel, en varieerde de tijd die de ratten nodig hadden om de verschillende tonen goed te leren onderscheiden.
Belangrijke rol blauwe kern
Bij de dieren die snel de nieuwe taak leerden en bij wie het implantaat dus goed werkte, bleek een specifiek gebied in de hersenstam actief: de locus coeruleus, ofwel de blauwe kern. Als de Amerikanen dat gebied stimuleerden bij de ratten bij wie het implantaat niet goed werkte, leerden die ratten ineens ook binnen een paar dagen correct op de geluiden te reageren.
De blauwe kern blijkt dus een belangrijke rol te spelen bij de aanpassingen die in hersennetwerken moeten plaatsvinden om goed met de kunstmatige signalen van de prothese om te kunnen gaan. De auteurs hopen dat stimulatie van de blauwe kern een manier kan zijn om de prestaties van cochleaire implantaten bij mensen te versnellen en verbeteren, en wellicht ook van andere neuro-protheses.
Een man die wordt verdacht van het mishandelen van een dakloze man in Rotterdam met een steen, is woensdag aangehouden in de Franse stad Toulon. Dat schrijven Franse media. De man wordt in Frankrijk verdacht van eenzelfde misdaad, waarbij het slachtoffer de aanval niet heeft overleefd.
De verdachte, een 32-jarige man uit Kameroen, gooide vorige week in het centrum van Rotterdam een steen op het hoofd van een slapende dakloze man. Het 37-jarige slachtoffer ligt nog altijd in coma in het ziekenhuis. Zijn zus opende na het incident een inzamelingsactie en heeft daarmee inmiddels bijna 30.000 euro binnengehaald.
Maandag zou dezelfde verdachte in de Franse stad Lyon ook al een dakloze man hebben aangevallen. De arrestant, Levis E., wordt volgens de Franse krant Le Figaro ook in verband gebracht met moorden in Évry, Straatsburg en Dijon.
De verdachte werd woensdag opgepakt in Toulon, nadat hij daar een vrouw in een trein had aangevallen. Terwijl zij op weg was naar haar stoel, zou hij haar zonder reden hebben geslagen en vervolgens tegen haar been hebben getrapt. Nadat de vrouw de conducteur waarschuwde, hield de politie de verdachte aan bij het eerstvolgende station.
Een journaliste is, ondanks haar geldige perskaart, zondagmiddag bij het protest op de Dam in Amsterdam door de politie aangehouden en urenlang vastgezet. Dat bevestigen de journaliste in kwestie, de secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) Thomas Bruning en de Politie Amsterdam aan NRC. Haar identiteit is bij NRC bekend.
Het protest volgde op de ongeregeldheden in Amsterdam rondom de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv, waarbij Israëlische supporters slaags raakten met pro-Palestijnse Amsterdammers. De journaliste ging naar het protest om te filmen en hield zich naar eigen zeggen afzijdig van de demonstranten. Toch werd ze aangehouden, waarbij ze tegen een busje werd gewerkt terwijl ze riep een perskaart te hebben, zoals te zien is op een filmpje dat rondgaat op sociale media.
Lees ook
Ondanks een verbod werd er op de Dam toch gedemonstreerd: ‘We móéten onze stem laten horen’
De politie toonde geen interesse in haar perskaart. Dat is kwalijk, zegt Thomas Bruning van de NVJ. „Mijn verwijt is niet: ze had niet even aangehouden mogen worden. Maar op het moment dat ze riep een perskaart te hebben, hadden ze daarnaar moeten kijken.” De journaliste heeft een perskaart van de NVJ, „een geldig reglementair middel om op de openbare weg verslag te doen”, zegt Bruning. Er bestaan ook speciale politieperskaarten, maar die zijn alleen nodig om gebieden afgezet door politielint te betreden. „Zo’n kaart is praktischer omdat het groter en zichtbaarder is – maar het is niet noodzakelijk.” De NVJ gaat een formele klacht indienen.
Speldje met vredesduif
Voor zover bekend werd één andere journalist aangehouden die zondag, de Palestijns-Nederlandse Taghreed El-Khodary. Zij was eerder Gaza-correspondent voor The New York Times en werkt nu als freelance journalist in Nederland, onder meer voor Al Jazeera English. Zondag was zij op de Dam om videomateriaal te verzamelen en actievoerders te interviewen toen de demonstranten ingesloten werden door de politie – zij stond daartussenin en bleef filmen.
Toen demonstranten werden aangehouden en in bussen gezet, liet ze een agent haar perskaart zien. Hij geloofde dat ze journalist is, vertelt ze, maar zei ook dat het er niet toe deed omdat ze een speldje van een vredesduif met de tekst ‘Free Palestine’ droeg. En toen een geïnterviewde ‘Free Palestine’ tegen haar zei, zei ze het terug – dat had een andere agent gehoord. Daarom was voor de politie niet duidelijk of ze daar als journalist of demonstrant was. Het maakt haar aanhouding als journalist inderdaad „complexer”, zegt Bruning. „Het kan misverstanden oproepen om tekenen te dragen die kunnen betekenen dat je onderdeel bent van een demonstratie.”
„Ik heb me als journalist nooit uitgesproken, maar draag dat speldje sinds vorige maand elke dag, omdat ik na een jaar lang toekijken voor mijn gevoel niet anders kan”, zegt El-Khodary er zelf over. „Eigenlijk moeten we ons als journalisten júíst uitspreken tegen onrecht, helemaal als dat onrecht ook door internationale organen als zodanig bestempeld wordt.”
El-Khodary werd met andere arrestanten in een busje gezet en afgevoerd naar Amsterdam Nieuw-West, waar ze werden vrijgelaten. De andere journaliste werd naar het politiebureau gebracht en vastgezet.
Voordat ze de cel inging moest ze tekenen voor haar bezittingen, die waren afgenomen. Haar perskaart zat er niet meer tussen. „Pas na aandringen bleken ze te weten waar ie was.” Ze kreeg haar kaart uiteindelijk terug. Na negen uur in de cel – van 14.30 tot 23.30 uur – werd ze vrijgelaten.
Lees ook
Alles draait om Gaza: geweld van de jongens op scooters tegen Israëliërs is niet goed te keuren, zeggen Marokkaanse Nederlanders in Amsterdam, maar wel begrijpelijk
1. Waarom spelen Israëlische teams (nog steeds) in Europa?
Het kortste antwoord: omdat Arabische landen niet tegen Israël willen voetballen. Na de stichting van de staat Israël in 1948 werd het land aanvankelijk, in 1954, lid van de Aziatische voetbalbond AFC. Maar in 1974 kreeg de Arabische boycot van Israël ook vat op het voetbal en werd Israël uit de AFC gegooid. Het land was in de twee decennia daarna geen lid van een continentale voetbalbond. In 1991 begonnen Israëlische teams aan Europese clubcompetities deel te nemen, drie jaar later werd het land ook officieel lid van de UEFA.
Dat betekent dat het land uitkomt in de Nations League, zoals donderdagavond in Parijs tegen Frankrijk, zich via wedstrijden tegen Europese landen kan kwalificeren voor het EK en WK (allebei nog niet gebeurd) en dat Israëlische teams in Europese clubcompetities als de Champions League en Europa League uitkomen.
Na het uitbreken van de oorlog in Gaza klonk, met name vanuit supportersgroepen van Europese clubs, regelmatig de roep om Israël en Israëlische teams uit te sluiten van Europese competities. Dat gebeurde begin 2022 immers ook direct met Russische clubs, die nog steeds niet mogen deelnemen. En eerder dit jaar riepen twaalf landen uit het Midden-Oosten op om Israël uit te sluiten van alle internationale wedstrijden.
Dat is niet gebeurd. Volgens secretaris-generaal Theodore Theodoridis van de UEFA zijn de oorlogen in Oekraïne en Gaza „twee compleet andere situaties in twee landen”. Verdere inhoudelijke toelichting heeft de UEFA niet gegeven, maar er lijkt ook geen druk vanuit Europese voetbalbonden (geweest) te zijn om Israël en Israëlische teams uit te sluiten.
2. Welke plek heeft Maccabi Tel Aviv in het Israëlische voetbal?
Wie een voetbalwedstrijd bezoekt in Israël ziet volgens de Britse journalist James Montague niet alleen een botsing tussen twee steden of wijken, maar ook „tussen verschillende stromingen in de maatschappij”. Montague volgt het voetbal in het Midden-Oosten al meer dan twintig jaar van dichtbij en schreef er een boek over. Eerder dit jaar verscheen de Nederlandse vertaling van zijn meest recente boek, Tussen de ultra’s, over de fanatiekste supportersgroepen in het voetbal.
„Israëlisch voetbal is héél politiek”, stelt de Brit. De naam van een club zegt volgens hem veel over de wortels. Zo komen Hapoel-clubs (bijvoorbeeld uit Tel Aviv of Beër Sjeva) voort uit de vakbond, wat ze doorgaans vrij links maakt. „Hapoel is Hebreeuws voor arbeider.” Beitar, van de radicaal-rechtse club Beitar Jerusalem, is een verwijzing naar de ultranationalistische Betar-beweging. In de hoogste competitie speelt ook een Arabisch-Israëlische club, Bnei Sachnin. Bnei is Hebreeuws voor „zonen”.
Die uiteenlopende achtergronden maken het Israëlische voetbal heel vermakelijk om te kijken, vindt Montague. „Je hebt heel veel verhitte derby’s: zeker niet alleen Joods tegen Arabisch, maar bijvoorbeeld ook links tegen rechts, arm tegen rijk, Joden met voorouders uit Europa tegen Joden met voorouders uit de Arabische wereld.” Beitar tegen Bnei Sachnin is de heftigste confrontatie en altijd een risicowedstrijd.
Clubs met de naam Maccabi (zoals Tel Aviv, Haifa, Netanya) zijn ooit gesticht om de Joodse gemeenschapszin te versterken. Ze zijn zionistisch, maar ook apolitiek. In praktijk gedroegen ze zich lange tijd „niet uitgesproken links of rechts”, aldus Montague. Sportief is Maccabi Tel Aviv volgens hem de „grand dame” van het Israëlische voetbal: het is de enige club die altijd op het hoogste niveau speelde en met 24 landstitels de recordkampioen.
3. Hoe extreem zijn de supporters van Maccabi?
Net als de meeste voetbalclubs heeft Maccabi Tel Aviv gematigde fans en een harde kern. Die laatste groep, volgens Montague enkele duizenden mensen groot, heeft zich verenigd in de Maccabi Fanatics. Israël heeft al jaren een „goed georganiseerde ultra-scene”, merkte hij. Of het nu gaat om gezang, spandoeken op tribunes of instrumenten, toeschouwers doen vaak massaal mee. „Dat geeft een geweldige sfeer in stadions.”
Tegelijkertijd ziet de Brit die ultra’s verrechtsen, overigens niet alleen bij Maccabi, zegt hij. Hooligan-groepen bestaan veelal uit jonge mannen uit de werkende klasse. „Die zie je overal ter wereld naar rechts verschuiven, om allerlei redenen. Zie de opkomst van rechts-populisme, zie de Amerikaanse verkiezingen. Ik beschouw ze als de kanarie in de kolenmijn: aan hun richting zie je waar de maatschappij als geheel heen beweegt.”
Israël is als land de laatste jaren „heel conservatief geworden”, vervolgt hij, en dat is terug te zien op de velden. “In een verdeeld land gold voetbal lange tijd als een heel inclusief toneel. Behalve bij Beitar konden Joden en Arabieren samen in één team spelen. Maar in de laatste tien, vijftien jaar is dat sterk veranderd.” Zo hoort Montague de laatste tijd veel meer anti-Arabische spreekkoren, zegt hij. Bij Beitar niet ongewoon, „maar in Tel Aviv hoorde je die zelden.”
Datzelfde zag ook het New Israel Fund, een Amerikaanse belangenorganisatie die opkomt voor mensenrechten, en dat de laatste jaren bijhield hoe vaak sprake was van racistische spreekkoren in Israëlische stadions. Vorig seizoen was sprake van een toename van 18 procent, tot 224 gevallen, meldde de organisatie voor de zomer. Het uiterst rechtse Beitar leidt de lijst, maar Maccabi Tel Aviv is duidelijk tweede, net als voorgaande jaren.
„Dood aan de Arabieren”, zoals Maccabi-fans ook zongen in Amsterdam, is een terugkerende boodschap. Ander voorbeeld zijn de teksten die fanatieke aanhang in 2014 met spuitbussen rond een stadion schreef: „We willen geen Arabieren bij Maccabi” en „Radi is dood”. Ze waren gericht aan de Arabisch-Israëlische Maharan Radi, op dat moment een van de betere spelers van de club uit Tel Aviv. Hij vertrok kort daarop.
De verharding is niet alleen verbaal, maar ook fysiek, ziet Montague. Hij verwijst naar een voorval van vier jaar geleden, toen een groep fanatieke Maccabi-fans in Tel Aviv betogers aanviel die demonstreerden tegen de regering van premier Benjamin Netanyahu. Bij een Europese uitwedstrijd tegen Olympiakos in Athene, dit jaar maart, sloegen aanhangers van Maccabi een man het ziekenhuis in, volgens Griekse media omdat hij een Palestijnse vlag droeg.
4. Hoe oordelen andere Israëlische ultra’s hierover?
Wanneer fanatieke voetbalfans naar het buitenland reizen, willen ze hun tegenstander „over de zeik krijgen”, zegt Montague. Voor ultra’s hóórt provoceren bij de trip. „Je wilt de stad overnemen: vlaggen stelen, andere fans stangen, elkaar uitdagen, krijgsliederen. Dat gedrag kun je afkeuren, maar het is niet ongebruikelijk en onderdeel van deze wereld. In het basketbal gebeurt dit ook.”
In Amsterdam was de dynamiek echter compleet anders, stelt hij. Daar kozen Maccabi-fans geen voetbalclub uit om uit te dagen, maar een „politieke stroming” door “verschrikkelijke dingen” te zingen. „Maar de reactie was ook politiek”, zegt hij. Die was niet zo heftig omdat Nederlandse relschoppers moeite hadden met de club Maccabi. “Daar zat zeker ook iets van antisemitisch sentiment in.”
Dat is ook het gevoel dat bij andere Israëlische voetbalfans overheerst, zag Montague. In het land heerst volgens hem een „belegeringsmentaliteit”, het gevoel bang te moeten zijn voor de hele wereld, elkaar hoe dan ook te blijven verdedigen. „Dat zag je terug bij de ultra’s van andere Israëlische clubs: die spraken op sociale media allemaal hun steun uit voor Maccabi.”
5. Hoe gaat het verder met Maccabi in Europa dit seizoen?
Maccabi Tel Aviv speelt nog zeker vier wedstrijden in de Europa League dit seizoen. Om veiligheidsredenen worden thuiswedstrijden überhaupt al niet in Israël gespeeld – zoals alle Israëlische teams hun Europese wedstrijden buiten eigen land spelen, net als Oekraïense teams trouwens. In de voorrondes afgelopen zomer speelde Maccabi Petah Tikvah bijvoorbeeld haar thuiswedstrijden in Sofia en was de kleine Hongaarse provinciestad Kisvárda de ‘thuishaven’ van Maccabi Haifa. Maccabi Tel Aviv speelt haar thuiswedstrijden in de Europa League in het stadion van Partizan Belgrado in Servië.
Maar ook de uitwedstrijd van Maccabi Tel Aviv eind november tegen Besiktas, een club uit Istanbul, is verplaatst. Al vóórdat het in Amsterdam uit de hand liep besloot de Turkse overheid dat, gezien de spanningen in het Midden-Oosten, de wedstrijd niet in Turkije gespeeld mocht worden. Na een zoektocht van een week bleek alleen Hongarije bereid de wedstrijd te organiseren, aldus Besiktas, en wel in Debrecen. Aanvankelijk zouden er ook supporters van beide clubs bij die wedstrijd welkom zijn, maar na de ongeregeldheden in Amsterdam besloten Hongaarse autoriteiten dat de wedstrijd achter gesloten deuren plaatsvindt. De enige andere uitwedstrijd van Maccabi is eind januari tegen het Noorse Bodo/Glimt, een team dat haar wedstrijden boven de poolcirkel speelt. Die bestemming is doorgaans zowel afschrikwekkend als aantrekkelijk voor reizende uitsupporters.