N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spitsuur Stefanie Metsemakers en Tetsuro Miyazaki ontmoetten elkaar tijdens carnaval in Maastricht. Nu werken en wonen ze daar. Over de gelijke verdeling van het huishouden krijgen ze soms vragen.
Stefanie: „We hebben elkaar veertien jaar geleden ontmoet met carnaval in Maastricht. Ik was verkleed als circusdirecteur, met snor en al.” Tetsuro: „En ik als Playboy-bunny. We woonden beiden in Amsterdam, maar waren toen toevallig allebei in Maastricht om carnaval te vieren. Het was in Take Five, mijn favoriete bar in Maastricht. Toen ik in die stad studeerde, heb ik er een tijdje achter de bar gestaan.
Stefanie: „Ik begon met studeren aan de kunstacademie van Maastricht toen Tetsuro al weg was. Take Five werd toen ook mijn stamkroeg. Er kwamen veel creatievelingen.”
Tetsuro: „Na die eerste avond zijn we gaan daten en na een tijdje gaan samenwonen in Amsterdam.”
Stefanie: „Onze eerste, Yuna, is daar geboren. Ik werkte toen bij het Stedelijk Museum op de afdeling educatie. Mensen vroegen weleens: zou je niet terug willen naar Maastricht? Want ik kom daar vandaan. Dan zei ik altijd, een beetje voor de grap: alleen als ik hoofd educatie bij het Bonnefanten [museum] kan worden. Zes jaar geleden kwam die baan opeens vrij.”
Tetsuro: „Ik werkte toen als freelancefotograaf, we woonden op een etage. Het was duidelijk dat we niet in Amsterdam konden blijven als we nog een kind kregen.”
Stefanie: „En we hadden niet zo’n zin om ergens in een randgemeente van Amsterdam te gaan zitten.”
Tetsuro: „Dus toen zijn we naar Maastricht verhuisd.”
Stefanie: „We zeiden: laten we het een jaar proberen. Maar al na een half jaar bleek dit een fantastische keuze. We hebben leuke buren. De kinderen leggen snel contact. De kwaliteit van leven is hier hoog. We wonen in Biesland, in een buurtje waar alle huizen wit geverfd zijn, op zeven minuten fietsen van het Vrijthof.”
Tetsuro: „En aan de andere kant sta je meteen in de natuur. Ook handig: Stefanies ouders wonen vlakbij en mijn moeder woont in Brussel, een uurtje rijden.
Stefanie: „Maastricht heeft veel cafés en een rijk cultureel leven. En de sfeer is er zachtaardiger en gemoedelijker dan in de Randstad.”
Tetsuro: „Ik heb niet zozeer heimwee naar Amsterdam. Ik zou toch niet meer drie keer per week in de Paradiso staan. Soms heb ik wel heimwee naar die periode, toen ik tussen de 25 en 35 was. Je hebt al een beetje geld, weinig verantwoordelijkheid en veel vrijheid. Als ik op vrijdagmiddag drie appjes stuurde, zat ik binnen de kortste keren met tien vrienden op het terras. Nu stuur je tien appjes en daagt er misschien één vriend op, als je geluk hebt.”
Huishouden
Stefanie: „We hebben het huishouden goed verdeeld. Tetsuro doet de boodschappen en kookt. Ik ruim op en doe het regelwerk. Ik ga over de kleding van de kinderen, ik regel de schoonmaakster, doe de financiën. Drie jaar geleden hebben we een online test gedaan en daar kwam uit dat Tetsuro 53 procent van het huishouden deed.”
Tetsuro: „Toen we hem opnieuw deden, kwam eruit dat ik 51 procent deed.”
Stefanie: „Bij de opleiding bedrijfskunde die ik naast mijn werk volg, vertelde ik pas nog dat mijn man elke avond kookt. Een man grapte: dus jouw man zit onder de plak! Zulke reacties krijg je wel vaker.”
Tetsuro: „Soms zeggen we eerst: één van de twee kookt altijd. Dat vindt niemand gek. En dan zeggen we dat ík diegene ben. Dan pas kijken mensen ervan op.”
Stefanie: „Ik houd gewoon niet van koken, zonde van mijn tijd. Het is zoveel werk als je bedenkt hoe snel je het opeet.”
Tetsuro: „Ik vind het leuk om te doen. En ik eet graag wat ik zelf maak.”
Stefanie: „Soms maakt hij zelf sushi of pizza.”
Tetsuro: „Onze kleinste houdt van sushi en friet; dan kan je goed zien dat ze mijn Japanse én Belgische genen heeft.”
Feminist
Stefanie: „Ik kan iedereen aanraden die test te doen. Want vaak zit het toch anders dan je denkt. Bijvoorbeeld: de man denkt dat hij best veel in het huishouden doet, maar dat blijkt tegen te vallen. Of de vrouw doet veel meer dan hij beseft.”
Tetsuro: „Het is al leuk om te zien of je die test allebei hetzelfde invult.”
Stefanie: „Hoe je het verdeelt, maakt niet uit, vind ik – dat kan ook 60/40 zijn, als je er maar allebei oké mee bent en de één niet veel meer doet dan de ander beseft.”
Tetsuro: „Feminist? Nee, ik wil mezelf geen feminist noemen, dat vind ik zo’n label. Laat anderen maar beoordelen of ik feministisch ben.”
Stefanie: „Maar ik ken weinig mannen die zouden verhuizen voor de carrière van hun vrouw.”
Tetsuro: „Dat klopt. Daarentegen ken ik wel veel mensen die verhuisd zijn voor een nieuwe baan van de man. Mensen vragen soms: voel je je niet heel erg gekrenkt in je mannelijkheid? Nou, nee.”
Stefanie: „Voor mij was het makkelijker te landen in Maastricht omdat ik meteen een leuke baan had.”
Tetsuro: „Ik moest wel even schakelen. De mensen zijn erg vriendelijk, maar als ze moeten kiesen tussen mij en een echte Maastrichtse fotograaf, en we zijn allebei even goed, kiezen ze toch die Sjeng, oftewel de Maastrichtenaar. Tegenwoordig werk ik ook als copywriter en conceptontwikkelaar bij een creatief communicatiebureau. Dat heeft meer snelheid en is in sociaal opzicht leuker dan het solitaire leven van een freelance fotograaf, al fotografeer ik nog steeds. Mijn bekendste fotoproject gaat over half-Japans zijn, hafu. Daarvoor heb ik mensen uit meer dan honderd landen gefotografeerd.”
Stefanie: „Voor dat fotoproject is Tetsuro eens drie weken naar Japan geweest. Toen heeft hij tien maaltijden in de diepvries voor mij en de kinderen achtergelaten. Ja, de ideale man!”