‘Ik werk hard en dat wordt in Nederland beloond’

Emre: „Ik ben opgegroeid in een stad vlak bij Ankara. Ik heb rechten gestudeerd en stelde me kritisch op tegenover de overheid. Toen ik als trainee op een advocatenkantoor werkte, werd ik net als veel andere juristen in verband gebracht met een groep die verdacht werd van de couppoging in 2016. Onterecht, maar ik werd beschouwd als een vijand. Toen steeds meer rechtenstudenten, ook goede vrienden van me, werden gearresteerd, ben ik in paniek het land uit gevlucht. Via onder andere Albanië, Servië, Qatar, Brazilië en Panama kwam ik iets meer dan twee jaar geleden in Nederland terecht, en heb ik hier asiel aangevraagd. Na negentien maanden in het azc in Zutphen kreeg ik een verblijfsvergunning.

„In afwachting van een woning zou ik eigenlijk nog in het azc moeten wonen, maar via het gastgezinnenproject Take Care BnB heb ik onderdak gevonden bij een meneer in Almere. Hij is zelf dertig jaar geleden gevlucht uit Iran. Mijn gastheer en ik doen veel samen: koken, tafeltennissen, een dagje scooteren, voetbal kijken. Dit huis voelt alsof ik in de hemel woon. Ik heb een eigen kamer, kan in stilte slapen en studeren, heel anders dan in het azc, waar geen enkele privacy was. Ik hield me daar staande met de gedachte dat die periode ooit voorbij zou zijn.”

Master aan de VU

„Ik heb mijn tijd in het azc nuttig besteed: ik heb er Nederlands geleerd uit een tweedehands taalboek en via het YouTube-taalkanaal Goed Bezig. Ook heb ik veel vrijwilligerswerk gedaan: als schoonmaker in de Energiewinkel in Zutphen en bij de informatiebalie van de bibliotheek. De eerste keer dat ik daar kwam, vonden ze mijn Nederlands niet goed genoeg, toen ben ik nog harder gaan studeren en drie maanden later mocht ik wel komen. Ik heb ook aan de kassa van de kringloopwinkel gestaan. Die drie banen deed ik naast elkaar, om maar zoveel mogelijk contact te hebben met Nederlanders en de taal te leren. Ik las kranten en sprak veel met mijn taalmaatjes, bekenden die ik had gevraagd om me te helpen. Hoewel ik nooit een taalcursus heb gevolgd, haalde ik binnen veertien maanden het staatsexamen B2, waarmee je kunt worden toegelaten tot een opleiding. In die tijd heeft een bekende mij voorgedragen als lid van de goededoelenorganisatie de Lions; met hen heb ik op straat tulpen verkocht voor de plaatselijke kinderboerderij en koffiepunten verzameld voor de Voedselbank. Ik denk dat ik de enige vluchteling ben die lid is van de Lions.

„Toen ik eenmaal goed Nederlands sprak, heb ik me ingeschreven voor een Nederlandstalige master rechten aan de VU, maar omdat ik toen nog geen verblijfsvergunning had, kreeg ik geen studiefinanciering en moest ik me weer uitschrijven. Vijf maanden daarna kon ik mijn verhaal doen bij de IND en kreeg ik een verblijfsvergunning. Ik voel nog een adrenalinestoot door mijn lijf gaan als ik terugdenk aan dat moment.

„Toen kon ik alsnog gaan studeren en ben ik ook gaan solliciteren. Dat voelde vreemd, want in het azc werd ik omringd door honderden wanhopige en onzekere mensen. De eerste poging, bij het Openbaar Ministerie in Utrecht, was meteen raak. Maar ik had ook gesolliciteerd bij Vluchtelingenwerk en ook daar werd ik aangenomen. Ik heb voor die laatste baan gekozen, omdat ik inmiddels veel interesse had in het migratierecht en veel wist van de asielprocedure. Ik werk nu sinds maart in het azc in Luttelgeest. Ik geef er leiding aan een team dat vluchtelingen ondersteunt bij hun asielprocedure. Ik wil mijn kennis en ervaring graag inzetten voor die kwetsbare groep, omdat ik weet hoe verschrikkelijk het is om te moeten vluchten.

„Omdat ik nog geen eigen huis heb, moet ik me nog steeds eenmaal per week online melden bij mijn casemanager in het azc hier in Almere. Terwijl ik elke ochtend overleg heb met casemanagers van vluchtelingen op mijn werk. Ik ben mijn eigen cliënt, zogezegd. Een gekke situatie. Ik sta op een wachtlijst voor een woning in Putten. Ik heb nooit een uitkering gehad en betaal nu ook belasting. Dat wilde ik graag en daar ben ik trots op.”

Lezingen en sportschool

„Ik werk vier dagen per week, daarnaast geef ik lezingen over de asielprocedure en mijn eigen ervaringen op scholen, ministeries en bij andere organisaties. Verder ga ik drie tot vier keer naar de sportschool om te bodybuilden. Ik doe regelmatig iets leuks met Nederlandse en Turkse vrienden of ga naar mijn familie in Delft. Mijn vader is ook politiek vluchteling en mijn moeder, broer en zusje zijn naar Nederland gekomen in het kader van gezinshereniging. Ik ben ook naar Berlijn en Brussel geweest, want overal in Europa heb ik vrienden die net als ik Turkije moesten ontvluchten. Deze zomer ben ik met mijn familie naar Normandië geweest, de eerste gezinsvakantie sinds tien jaar.

„Ik maak geen langetermijnplannen meer. Ik houd er altijd rekening mee dat het leven plotseling op zijn kop kan komen te staan. Daarom koester ik de vrijheid en de veiligheid die ik in Nederland heb gevonden. Ik zou hier graag weer advocaat worden, maar eerst wil ik me verder verdiepen in het internationale asielrecht en wat meer bestuurlijke ervaring opdoen. Ik denk dat ik veel kanten op kan. Ik werk hard en dat wordt in Nederland beloond, dat waardeer ik enorm.”