Om deelnemers van de Grote Schelpenteldag op weg te helpen, zijn op drieëntwintig locaties langs de Nederlandse kust Schelpdesks opgetuigd. Daar krijgen tellers de Zoekkaart Zeeschelpen en het Grote Strandschelpenteldag-invulformulier. Het enige dat de vrijwillige schelpentellers hoeven te kunnen, is tot honderd tellen, werd vooraf aangegeven. „Nou, ik ben de tel kwijt geloof ik”, zegt een deelnemer.
Verspreid over het strand staan verschillende groepjes mensen voorovergebogen naar het zand te staren, op zoek naar, heel cru gezegd, de exoskeletten van schaal- en schelpdieren. Af en toe bewegen de burgerwetenschappers hun hand naar het zand, om een schelpje uit te kiezen en in hun emmertje of zakje te gooien. De bedoeling: honderd schelpen verzamelen, die sorteren in 23 schelpsoorten en 8 slaksoorten. Per soort vervolgens tellen hoeveel het er zijn en die gegevens invullen op het formulier dat ingeleverd mag worden bij de organisatie.
Van de Wadden tot Zeeuws-Vlaanderen wordt er geteld. En dat niet alleen, ook in België en langs de kust van Frankrijk tellen ze wat er op het strand ligt om een beter beeld te krijgen op hoe het ín de Noordzee gaat. Want het klinkt natuurlijk komisch, schelpen tellen, maar het heeft wel degelijk een doel. „Wat je op het strand vindt, is een spiegel van het leven in zee”, zegt Frank Wesselingh, onderzoeker bij Naturalis en professor paleobiologie in Maastricht.
Het belang van weten hoe het gesteld is onder de zeespiegel legt hij uit aan de hand van de wulk. „Kijk, dit is de schelp van een wulk”, zegt hij, en haalt uit een doorzichtig doosje, met watten ter bescherming, een 10 centimeter groot slakkenhuis. „De wulk is een toppredator, een leeuw zeg maar, van groot belang om het ecosysteem functionerend te houden.” In de jaren tachtig ging het onverklaarbaar opeens heel slecht met de wulk, ontdekten ze door monitoring.
„Uiteindelijk bleek dat verf die gebruikt werd in de scheepvaart ervoor zorgde dat mannetjeswulken in vrouwtjes veranderden, waardoor voortplanting onmogelijk werd.” De verf werd verboden en de populatie is zich, langzaam maar zeker, aan het herstellen. „Daarom is observeren zo belangrijk.”
Dit is het tweede jaar dat we meedoen, we maken er een traditie van
‘Wat heb je gevonden?’
Geobserveerd wordt er. Ouders met kinderen, mensen op leeftijd, maar ook verliefde stelletjes van begin twintig, zoeken met emmertjes en bakjes in de hand naar schelpen. Ook is er één grote groep. Die zijn hier via SOL, een welzijnsorganisatie in Leiden. „Dit is de tweede keer dat we de Schelpenteldag als activiteit hebben”, vertelt Elles van Capel (48), van de organisatie. „Dankzij Naturalis en het Natuur om de Hoek is dit mogelijk. Zij hebben de bus voor de deelnemers betaald.” Het is de vijfde keer dat Naturalis, samen met andere organisaties, de Schelpenteldag organiseert.

Met dertig ouders en kinderen zijn ze nu hier. „Wegens Ramadan hebben er wel een aantal mensen afgezegd.” Houcine El Baroudi (47) is er wel, met zijn zoontjes Anwar (7) en Moumou (5). De oudste zou eigenlijk een voetbalwedstrijd hebben vandaag, zegt El Baroudi, maar hij wilde toch mee naar het strand. „Dit is leuker”, zegt hij.
Moumou rent gillend over het strand op Van Capel af. „Wat heb je gevonden?”, vraagt ze. „Ik heb een zeester, ik heb een zeester!” In zijn hand houdt hij inderdaad een zeester, groter dan zijn hand zelfs. „Mooi hè”, zegt hij. Waarna hij hem terugzet in het water.
Verderop staat Caroline Rijnbeek (58). Ze raakte aan de praat met een van haar vriendinnen en daardoor de tel kwijt. „Dit is het tweede jaar dat we meedoen, we maken er een traditie van.” Niet het tellen, maar het zoeken van schelpen was voor haar al een traditie. Samen met haar moeder, een geboren Katwijkse, zocht ze haar in haar jeugd vaak naar venusschelpen op dit strand. „Geluksschelpen, noemde mijn moeder die.”


Het sorteren van de gevonden schelpjes, in 23 schelpsoorten en 8 slaksoorten.
Foto Walter Herfst
Caroline verzamelt ze nog steeds, nu met haar eigen kinderen. „Oma is er helaas niet meer, maar we verzamelen ze daarom nu voor haar. Naast een foto van haar staat een potje, die vul ik met geluksschelpen.”
Terug op het terras begint het echte werk. Want tellen is één, maar het sorteren van de schelpen een tweede. Een zwaardschede (scheermes) is natuurlijk makkelijk te onderscheiden van een mossel, maar als deelnemers bij de ‘de drie strandschelpen’ – de meest voorkomende schelpen op onze stranden – aankomen, wordt het lastig. Die zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. „Ook experts hebben hier moeite mee”, zegt Wesselingh.
Kijk, dit is de schelp van een wulp, een toppredator, van groot belang om het ecosysteem functionerend te houden
Ook strandwachter Martin Cadee (81) weet het soms niet zeker. Net als strandjutter Matthijs IJslievaart (38), die van Cadee probeert te leren hoe hij de schelpen van elkaar kan onderscheiden. „Ik denk dat dit een ovale strandschelp is”, zegt IJslievaart, maar twijfelt dan toch.
„Aan de achterkant is het toch wel minder ovaal eigenlijk hè.”
Bij een volgende is hij zekerder van zijn zaak. „Dit is een halfgeknotte strandschelp. Toch?”, vraagt hij Cadee. „Als dat niet zo is wordt ik gek.”
Cadee neemt het schelpje van hem over en kijkt door een vergrootglas. „Er valt over te twisten.”
„Toch een twijfelgevalletje”, zucht IJslievaart. En dan, opgetogen: „Kijk! Een nonnetje! Eindelijk wat anders.”

Actie ondernemen
Met de nonnetjes gaat het niet goed, vertelt Wesselingh. „Ze worden eigenlijk gekookt door het te warme zeewater.” En zo zijn er natuurlijk nog meer externe invloeden die het inwoners van de Noordzee moeilijk maken. „Het leven in zee is aan tal van veranderingen onderhevig, vertelt hij. „Van suppleties (het opspuiten van zand) tot opwarming van de zeewatertemperatuur, tot windmolenparken en een veranderende faunasamenstelling, bijvoorbeeld door exoten.” Het doel van de Schelpenteldag is om een dataset op te bouwen, om de gevolgen van die veranderingen te kunnen monitoren, zodat er indien nodig actie kan worden ondernomen, zoals bij de wulk.

Vorig jaar werden er 50.000 schelpen gevonden, de hoop is dat het er dit jaar nog meer zijn. Heel soms zit er dan ook een cadeautje van de natuur tussen. Moumou, die een goed oog blijkt te hebben, heeft een heel oude schelp gevonden. Voorzichtig laat Wesselingh het zien. „Het lijkt op een Middellandse Zeemantelschelp, die werd gebruikt als pelgrimsschelp – in de middeleeuwen.” Of die hypothese klopt gaat hij onderzoeken. Zo zie je maar, zegt hij. „Er liggen altijd verrassingen op het strand.”
