‘Ik geniet altijd erg van de omgeving, je voelt je vrij’

Doriene: „Ik ben al dertig jaar vrachtwagenchauffeur. Tussendoor heb ik even in het magazijn van Kruidvat gewerkt, maar het bleef kriebelen. Ik vind het veel leuker op de weg te zitten – al is het wel zwaar. Ik ben begonnen op open trailers. Toen vervoerde ik staal en beton. Ik moest zelf zeilen van 8 bij 16 meter over de lading spannen. Je moet alles vastsjorren zodat de lading niet kan verschuiven. In de winter kan zo’n zeil vollopen met water en als het dan bevriest wordt dat een zwaar pakket om mee te sjouwen.

„Ik geniet altijd erg van de omgeving. De natuur vind ik prachtig, vooral bergen en sneeuw. Je voelt je vrij, als vrachtwagenchauffeur. Redelijk vrij, want je hebt wel een grote verantwoordelijkheid. Het kleinste foutje dat je maakt op de weg kan grote gevolgen hebben.

„Het is wel lastig als vrouw in de transportsector te werken. Je wordt nooit voor vol aangezien. Als ik mijn jongste zoon meeneem die een kop groter is dan ik, denken ze dat hij de vrachtwagenchauffeur is. De klassieke vrachtwagenchauffeur is een gespierde man, een beetje groot. Maar ook een man zonder conditie of met een dikke bierbuik wordt serieuzer genomen dan een vrouw.

Vijf mannen tegelijk

„Toen ik net begon was ik eind twintig en ik had heel grote borsten – ik heb ze inmiddels laten verkleinen omdat ik te veel last van mijn rug kreeg. Als ik ergens ging eten in een wegrestaurant zag ik ze kijken. Daarna ging ik slapen in de vrachtwagen op de parkeerplaats. Dan kwamen er weleens vijf mannen tegelijk aan mijn vrachtwagen rammelen. Die dachten dat ze wel een leuke tijd met mij konden hebben. Dus zo heb ik geleerd: ik moet nooit gaan slapen waar ik eet.

„Er zijn eigenlijk twee soorten reacties van mannelijke chauffeurs. Je hebt de mannen die het leuk en stoer vinden dat ik als vrouw hetzelfde werk doe als zij. En er zijn de mannen die zeggen: ‘What the fuck moet jij op een vrachtwagen?’ Nou ben ik niet snel gepikeerd hoor, en dat moet ook wel. Mannen zijn gewoon anders. Ze flappen vaak opmerkingen eruit die niet gemeend zijn. Seksuele opmerkingen en zo. ‘Hé lekker kippetje’, zeiden ze dan, ‘rij jij helemaal alleen? Ik kom je vanavond wel even opzoeken’. Dat was allemaal toen ik jonger was – gelukkig heb ik daar nu geen last meer van.

„Ik kan alles rijden wat een motor en wielen heeft. Vroeger had ik een motor. Nu heb ik een Renault Twingo en een Amerikaanse van, een bus, uit 1983: zo eentje als ze in The A-Team hadden. Dat is het enige wat ik heb overgehouden aan mijn huwelijk.”

Gescheiden

„Ik ben in 1998 gescheiden van de vader van mijn drie oudste kinderen. Hij mocht van mij alles hebben, ook de overwaarde van ons huis dat we samen gekocht hadden. Ik wilde niks, alleen weg. Toen ben ik met nachtdiensten begonnen om de rekeningen te kunnen betalen, en om er overdag voor de kinderen te kunnen zijn: twee zoons en een dochter. Ik sliep vaak maar twee uur per uur nacht. Na een jaar kreeg ik overal last van. De familie van mijn ex heeft me toen geholpen om het allemaal te bolwerken met de kinderen. En na twee jaar kreeg ik iets met de broer van mijn ex-man. Uit die relatie is mijn jongste zoon geboren. Na zeventien jaar zijn we uit elkaar gegaan, maar we zijn nog wel vrienden.

„Sinds elf jaar werk ik voor FedEx, waar ik alleen maar hoef te rijden. Het laden en lossen doen anderen. Ik woon in een huurhuis in Kesteren bij Tiel, met mijn jongste en oudste zoon: Mike, 34, piloot, en Mitch, 19. Hij wil straaljagerpiloot worden. De middelsten wonen op zichzelf: Jamie, 32, dierenarts, en Peter, 30, die met betonvloeren werkt.”

Zoon Mitch schuift tussendoor even aan: „Ik ben heel erg trots op mijn moeder. Ze heeft van alles meegemaakt. En is blijven vechten voor ons. Nu is ze de eerste vrouwelijke chauffeur bij FedEx die op een vrachtwagen van meer dan twintig ton rijdt.”

Doriene: „Vanavond heb ik spaghetti met gehaktballetjes gemaakt. Het is gezellig hier. We doen van alles samen. Uitgaan, karten, naar de film, naar de dierentuin, bowlen, series kijken.

„Ik rijd momenteel op Denemarken. Ik ga de ene week drie keer op en neer, de andere week twee keer. We vertrekken dan om 20.15 uur naar Denemarken. Ik rijd met een collega. Elke 4,5 uur moeten we elkaar afwisselen. Daar komen we om 5.00 uur aan. Dan moeten we afkoppelen en parkeren. Mijn mannelijke collega slaapt dan in een appartement van FedEx, ik slaap in het stapelbed in de cabine van de vrachtwagen. Dan ga ik eerst nog even instagrammen, netflixen of een spelletje doen op mijn telefoon. Rond 8.30 uur ga ik slapen, tussen 13.30 en 14.00 uur sta ik op. Dan ga ik even wandelen, acht tot tien kilometer. Dan eten opwarmen – ik neem meestal mijn eigen eten mee in Tupperware. Rond 20.30 uur vertrekken we weer naar Nederland.

„Als ik thuiskom gooi ik nog een wasje erin en tegen 8.30 uur of later ga ik naar bed. Rond 12.15 uur sta ik op omdat ik graag lunch met Mitch – anders zie ik hem niet. Verder is er thuis ook nog een hoop te doen. De buitenboel: ramen zemen, onkruid wieden. Boodschappen doen, stofzuigen, dweilen, eten koken.

„Mijn motto is: niet opgeven en altijd het beste ervan maken. Dat heb ik ook mijn kinderen geleerd en mijn dochter Jamie heeft ondanks haar dyslexie uiteindelijk diergeneeskunde gestudeerd aan de universiteit. Je kunt ook wel je hoofd laten hangen, maar daar heb je alleen maar jezelf mee. De rest van de wereld gaat gewoon door.”