‘Ik beslis zelf wat er met het geld gebeurt’

Verdienen & Uitgeven Karin Freese (47) is chef-kok in de centrale keuken van een Rotterdams ziekenhuis. „Door iets lekkers te serveren hoop ik bij te dragen aan de kwaliteit van leven van patiënten.”


Foto Bob van der Vlist

In

‘Kort geleden werkte ik nog in de keuken van een verzorgingshuis. Daar heb je toch net een andere doelgroep dan in het ziekenhuis. De mensen in de verzorging zijn ouder en verblijven langer op de locatie. Voor ouderen kookte ik vaker streekgerechten. Die zijn herkenbaar, dat vinden ze fijn.

„In het ziekenhuis lukt het natuurlijk nooit volledig naar individuele smaak te koken, maar we koken er vers, en dat is niet in elk ziekenhuis gebruikelijk. Bovendien bieden we veel keuze, om zoveel mogelijk aan de wensen van patiënten te voldoen.

„Ik werk al mijn hele leven als instellingskok. Het maatschappelijke element is in dit werk veel groter dan wanneer je kookt voor gasten in een restaurant die een avondje uitgaan. De mensen die onze maaltijden afnemen, zijn soms in de slechtste periode van hun leven. Door iets lekkers te serveren hoop ik iets positiefs bij te dragen aan de kwaliteit van hun leven.

„Ik geef leiding, maar kook gelukkig ook mee. Dat helpt me beter tegemoet te kunnen komen aan de wensen van medewerkers. Als er bijvoorbeeld een nieuwe koelkast nodig is, weet ik de reden beter te vertalen naar de organisatie. Ik werk niet fulltime, want ik heb ook nog een gezin te onderhouden. Met 28 uur per week en werkdagen van acht tot half vijf is de balans tussen werk en privé naar mijn mening oké. Als de kinderen ouder zijn, wil ik wel weer meer gaan werken.”

Uit

‘Ik ben een goede spaarder, voor veel zaken heb ik een spaarpot. Voor de kinderen (11, 19 en 21 jaar) bijvoorbeeld, zodat ik hun rijbewijs en hun studie kan betalen. Dat vind ik cadeaus voor het leven. Maar ik heb ook twee paarden, en voor elk heb ik een potje. Stel dat ze iets krijgen, dan kan de veearts uit die pot worden betaald. Zo had een van de paarden een keer een slokdarmverstopping, dat kostte me 300 euro. Valt de ingreep duurder uit dan wat ik bij elkaar heb gespaard, dan moet ik overwegen of het de moeite is. Ik ben thuis de kostwinner en met drie kinderen – van wie er een al uit huis is – moet ik soms strikte keuzes maken.

„Ik heb twee auto’s, en ook voor het onderhoud daarvan is er een potje. Toen mijn dochter haar rijbewijs haalde, wilde ze vaak mijn auto lenen. Ik bewaar veel paardenspullen in mijn auto omdat de paarden altijd in de wei staan, en daarom leek een tweede auto me wel handig. Het zijn kleine auto’s, dus heel duur is het niet.

„Verder heb ik nog een potje voor onderhoud in huis en een potje voor de lange termijn. Ik calculeer maandelijks ongeveer 2.500 euro in voor de vaste lasten, maar soms is het in de praktijk wat meer. Zo’n 600 euro verdeel ik per maand over alle potjes. Omdat ik in m’n eentje ben, beslis ik zelf wat er met het geld gebeurt. Dat is wel makkelijk.”