‘Ik ben mijn verkeringen veel dank verschuldigd’

„Ik kom uit Trinidad en Tobago, een eilandengroep in het Caribisch gebied met 1,3 miljoen mensen. Het is een prachtige, maar helaas ook gevaarlijke plek. Het staat in de toptien van meest gevaarlijke landen in de wereld. Het stadje waar ik opgroeide, is een soort criminele hotspot. Maar goed, als dat de norm is, weet je niet beter. Ik ben wel eens overvallen op straat; als je dat niet overkomt, heb je geluk. Het is een wat harder leven, gecombineerd met de warmte en de schoonheid van de Cariben.

„Toen ik twintig was, studeerde ik psychologie in de stad St. Augestine en speelde daarnaast semi-professioneel cricket. Ik had het goed naar mijn zin, totdat ik een blessure kreeg aan mijn schouder. Toen kon ik niet meer spelen. Mijn toenmalige vriendin was zich aan het oriënteren op een studie in Europa. Zij vertelde over Groningen, waar je redelijk betaalbaar kon studeren.

„Groningen, dat kende ik niet. Sowieso wist ik niet veel over Nederland en had ik de taal nooit gehoord. Maar met wat googlen stuitte ik op een interessante studie: International Physiotherapy, met veel aandacht voor het holistische aspect van het vak. Dan kijk je niet puur naar het fysieke stuk, maar ook naar mentale en sociale aspecten. Met mijn achtergrond in de psychologie én mijn ervaringen met de behandeling van mijn eigen cricketblessure – die vrij slecht waren – besloot ik de stap te wagen en naar Nederland te komen.

„Dat was een goede keus. Ik vond de studie zo interessant! Het lichamelijke is natuurlijk nauw verweven met het mentale. Denk aan hoofdpijn: op een slechte dag ervaar je dat als veel erger dan wanneer je in een goed humeur bent.

„Het was niet altijd makkelijk. Zo was een stageplek vinden lastig. Een bedrijf moet voor een niet-Europese stagiair een aantal papieren aanvragen, en geen Nederlandse fysiotherapiepraktijk was bereid dat voor mij te doen. Ik ben uitgeweken naar Duitsland, waar mijn toenmalige vriendin contacten had. Ha ha, ja, ik ben mijn verkeringen veel dank verschuldigd in mijn leven!

Fast forward naar november 2020. Ik was afgestudeerd fysiotherapeut, maar het was coronatijd; lastig om ergens aan de slag te gaan. Dus moest ik bedenken wat ik in de tussentijd kon doen om in Nederland te blijven. Zo kwam ik op lesgeven aan mijn eigen opleiding op de Hanze Hogeschool. Dat kon in het vak gedrag en communicatie. Uiteindelijk heb ik ook allerlei andere vakken opgepakt: anatomie, interculturele communicatie, maar ook de begeleiding van stagiairs en het opzetten van een summerschool. Alles om de Hogeschool te laten zien dat ik waarde toevoeg aan het docententeam.

„Daarom was de Docent van het Jaar-verkiezing bijzonder voor mij. Mijn studenten hadden me genomineerd. Ik kwam op een shortlist met de laatste zes kandidaten, maar uiteindelijk heeft iemand anders gewonnen. Dat was een teleurstelling. Als oud-topsporter wil ik gewoon winnen. Gelukkig kon ik er later alsnog tevreden op terugkijken. Als jonge, niet-Nederlandse docent met maar drieënhalf jaar ervaring op een nationaal podium staan: op dat moment was ik toch heel trots.”

Niet haasten

„Op een doordeweekse dag sta ik vroeg op: rond half zeven. Ik hou niet van haasten, dus ik ga rustig ontbijten, kijk wat nieuws en stap onder de douche. Ik woon vlak bij de campus, ik kan lopen naar mijn werk. Om half negen start vaak de eerste les. De rest van de dag verschilt: soms geef ik ’s avonds college, andere keren ben ik vroeg in de middag al klaar.

„Qua werk-privé is het nu redelijk goed in balans. Dat was niet altijd zo; ik heb een periode veel overgewerkt. Ik werkte standaard 55 uur per week en voelde me verantwoordelijk om mijn studenten het beste onderwijs te geven. Hoeveel uren van mezelf erin gingen zitten, was daar ondergeschikt aan. Maar na zo’n dag kwam ik thuis en was ik te moe om nog iets te doen. Daarbij kreeg mijn moeder te horen dat ze kanker had. Dan is het heel moeilijk dat ze duizenden kilometers verderop zit. Ik kon niet zomaar een dagje vrij nemen om even een bezoekje te brengen.”

Vast contract

„Achteraf gezien was het een periode waarin ik de grenzen heb opgezocht om me te bewijzen op de Hogeschool. Nu ik een vast contract heb, is die bewijsdrang gelukkig minder geworden. Ook gaat het een stuk beter met mijn moeder; ze is drie maanden geleden genezen verklaard. Mijn grootste stress is nu even verdwenen.

„Ik heb weer tijd om naast werk andere dingen te doen. Zo zit ik bij een lokale capoeira-groep; dat is een Braziliaanse vechtsportkunst. In de weekenden gaan we vaak bij andere capoeira-groepen in het land langs. Ook doe ik aan boulderen en probeer ik af en toe hard te lopen in het bos. De zondag is voor pubquizen. We hebben een gemixt team, allemaal internationale of Nederlandse docenten van de hogeschool, en iedere zondag kijken we wie er kan.

„Afgelopen februari heb ik mijn vriendin leren kennen, via een datingapp. Ze is Nederlands en werkt als verpleegkundige hier in het UMC Groningen. Zij heeft onregelmatige diensten, maar dat past wel bij mij, want ik hou ook niet zo van plannen en agenda’s.

„Wat ik wél op de planning heb, is dat ik in 2025 mijn permanente verblijfsvergunning wil aanvragen; dat kan nu ik vijf jaar in Nederland ben. Wel moet ik mijn inburgeringscursus afmaken. Nederlands verstaan gaat goed, aan spreken werk ik met een coach. Als alles goed gaat, hoop ik in de loop van volgend jaar bericht te krijgen dat ik hier kan blijven. Oh, dat zou een enorme opluchting zijn.”