N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Nederlands elftal Glas, stenen en een keiharde plaat. De WK-voorbereiding van Oranje leek soms op een klucht. Toch bouwde Andries Jonker aan een elftal dat zich weer kan meten met de top. Terwijl sommige speelsters al met hun familie spraken over een mogelijke finale, ging het in de kwartfinale mis tegen Spanje.
Lieke Martens staat in de catacomben van het Wellington Regional Stadium, amper vijf minuten na de uitschakeling van Nederland tegen Spanje op het WK. Ze baalt. En is trots. „Ik ben heel blij dat ik dit toernooi in mijn kracht heb kunnen spelen”, zegt de nummer 11 van Oranje. En dan opeens schieten de tranen in haar ogen als ze met een schokkende stem nog net uitspreekt dat ze het plezier in het voetbal terug heeft gekregen. Martens verontschuldigt zich een loopt weg richting kleedkamer.
Het is ijzig stil na afloop in de ruimte waar Oranje zich voor het laatst tijdens het WK in Australië en Nieuw-Zeeland omkleedt. Lineth Beerensteyn laat de tranen over haar wangen lopen. Stefanie van der Gragt krijgt het ook te kwaad als ze beseft dat haar loopbaan voorbij is. Anderen kijken vooruit in het niets. Bondscoach Andries Jonker werpt even heel kort een blik naar binnen en loopt dan al snel weer weg. Hij laat het troosten van de spelers liever over aan zijn assistent Janneke Bijl. Jonker staat in rustige, afgemeten zinnen de pers te woord. Hij vindt dat Oranje onder zijn leiding het gat met de wereldtop gedicht heeft. Jonker spreekt een paar keer het woord „trots” uit als hij het over zijn spelers heeft.
Jonker had op meer gehoopt dan een plek bij de laatste acht, maar de geboren Amsterdammer is realistisch genoeg om vast te stellen dat zijn ploeg minder is dan Spanje. Een tegenstander die Jonker vooraf al had ingeschat als dé grote favoriet voor de wereldtitel. En zijn eigen Nederland zat daar volgens hem met een aantal andere landen net achter. Dus is Jonker er een beetje ziek van als Nederland op 22 oktober 2022 bij de loting niet alleen in een loodzware poule met Portugal, de VS en Vietnam terechtkomt, maar ook nog eens ‘aan de kant van Spanje’ in het speelschema zit. Dat moment haalt de bondscoach na het 2-1 verlies (na verlenging) in Wellington nog even terug.
Slikken
Het is voor hem ook nieuw, zegt Jonker. Als clubtrainer was hij eraan gewend dat er na iedere nederlaag weer snel een ander duel op het programma stond waarin iets kon worden rechtgezet. Jonker: „In Duitsland zeggen ze altijd: ‘Nach dem Spiel ist vor dem Spiel’. Maar dat geldt nu even niet voor mij. Het is voorbij. We zullen dat met z’n allen moeten verwerken. We zullen dat moeten slikken. Want als we echt de allerbeste willen zijn, dan moeten we opstaan en verder bouwen.”
Bouwen aan een succeselftal. Dat is wat Jonker sinds zijn aanstelling in september vorig jaar heeft gedaan. Daarbij had hij al snel een duidelijk plan voor ogen. Een „prestatie-elftal”, zo noemt hij Oranje. Hij wil ermee zeggen dat er geen plaats is voor spielerei of experimenten. Jonker eist van iedere international totale toewijding. En dat is juist waar oudere, ervaren spelers als Lieke Martens, Daniëlle van de Donk, Sherida Spitse, Jackie Groenen en Stefanie van der Gragt na een mindere periode onder de vorige bondscoach Mark Parsons behoefte aan hebben.
Jonker heeft ook oog voor jongeren. Zo ziet hij al snel dat Esmee Brugts een bijzonder talent is. „Ze heeft geen ruzie met de bal”, zegt hij over de PSV’er die het winnende doelpunt maakt in de beslissende interland om WK-kwalificatie tegen IJsland. Dat doet ze in september vorig jaar nog als invaller. Jonker broedt daarna op een oplossing om haar in het elftal te passen. Zoals hij het ook ziet zitten in Victoria Pelova. Na enig gepuzzel komt Jonker uit bij een zogenoemd 3-5-2-systeem met Brugts en Pelova als moderne wingbacks, die als aanvallend ingestelde verdedigers de hele linker- en rechterkant bestrijken.
Het blijkt een goede greep. Jonker weet de groep te overtuigen van een nieuwe speelwijze. Als Oranje in april van dit jaar een oefenduel met Duitsland speelt, krijgt hij de bevestiging. Nederland verliest weliswaar met 1-0, maar is grote delen van de wedstrijd de betere ploeg. Dat geeft Oranje een boost. Het Nederlands elftal laat voor eerst zien dat het voor een groot voetballand niet onder hoeft te doen.
Achter gesloten deuren
Jonker wil zijn ploeg in aanloop naar het WK graag nog een keer stevig testen. Maar er zijn geen tegenstanders voorhanden. Dan komt Jonker uit bij een elftal van zijn oude amateurclub De Volewijckers uit Amsterdam-Noord. Een jongenselftal. Daar is de KNVB niet blij mee. De bond is bang dat Oranje dik verliest en imagoschade oploopt. Jonker ziet het probleem niet, maar verzet zich er niet tegen dat het duel tijdens de fandag van Oranje achter gesloten deuren wordt gespeeld. Vlak erna meldt de media-afdeling opgelucht dat Nederland met 2-1 heeft gewonnen.
Jonker verblijft met Oranje op weg naar het WK in verschillende trainingskampen. Zeist, Horst en Sydney worden aangedaan voordat het basiskamp in het Nieuw-Zeelandse havenstadje Tauranga is bereikt.
Jonker gebruikt een duikboot als metafoor om aan zijn staf en zijn internationals duidelijk te maken dat ze weken achtereen samen in een bubbel zouden zitten. En dat de reis om zover mogelijk te komen op het WK niet zonder slag of stoot zou gaan. Jonker krijgt gelijk.
Het lijkt soms wel een klucht. Waar Oranje ook komt, overal lijkt wel wat mis met het trainingsveld. Een oefenduel in het Brabantse Escharen moet worden verplaatst omdat het veld van de plaatselijke EGS’20 vol ligt met glas en stenen, het beoogde oefenterrein in Sydney blijkt te zijn ‘omgeploegd’ door een mannenelftal en op het ‘FIFA-veld’ in Tauranga maakt een harde plaat – die als bescherming dient van onderliggende cricketpitches – het spelen van elf tegen elf onmogelijk. Jonker is woedend, heeft het over „amateurisme van de bovenste plank”, maar legt zich er samen met zijn spelers snel bij neer.
Jonker kan ook niet anders, zegt hij zelf. De bondscoach zeurt daarom ook niet over de vele vluchten die Oranje tijdens het WK moet maken om te kunnen spelen in Dunedin, Wellington, opnieuw Dunedin, Sydney en opnieuw Wellington. Gekscherend spreekt Jonker van „het WK vliegen”. Ondertussen verzachten de resultaten – een moeizame 1-0 tegen Portugal, een verdienstelijk 1-1 gelijkspel tegen de VS, een klinkende 7-0 overwinning op Vietnam en een benauwde 2-0 winst tegen Zuid-Afrika – vrijwel alle pijn.
Oranje groeit in het toernooi en gaat steeds meer geloven in zichzelf. Sommige internationals zoals Lineth Beerensteyn maken al voorzichtig plannen om hun familie tijdens een eventuele WK-finale over te laten komen. Jonker kijkt liever niet verder vooruit dan de komende tegenstander. Zeker niet als dat Spanje blijkt te worden, in de kwartfinales. Toch gelooft de bondscoach dat het elftal van Jorge Vilda te pakken is. Hij wil La Roja met zijn eigen wapens verslaan. Dus met goed positiespel en aanvallend voetbal. Het plan mislukt hopeloos.
Jonker ziet vanaf de zijkant hoe zijn elftal in de eerste helft volledig overhoop wordt gespeeld door een veel sterker Spanje. Een groot deel van de Nederlanders speelt verkrampt. Angstig om de bal te verliezen. Met de Spaanse Nederlander Damaris Egurrola – vervanger van de geschorste Van de Donk – als grootste dissonant. Wonder boven wonder blijven doelpunten voor rust uit. Jonker probeert zijn spelers in de rust op het hart te drukken hun eigen spel te spelen. Ze moeten met durf gaan voetballen. In de tweede helft gaat het aanvankelijk nauwelijks beter.
Geen troost
Dan uit het niets veert Jonker op als Lineth Beerensteyn door Irene Paredes wordt neergetrokken. Scheidsrechter Stéphanie Frappart wijst tot verbazing van de bondscoach naar de stip. Jonker ziet er zelf eerst geen strafschop in. Maar dan grijpt de VAR in. Frappart wordt naar de kant geroepen en oordeelt: geen penalty. Jonker zegt er later op basis van de beelden juist wél een strafschop in te zien. Twintig minuten later schiet Mariona Caldentey Spanje vanaf elf meter naar de 1-0. Een handsbal van Stefanie van der Gragt lijkt fataal te worden.
Als dezelfde Van der Gragt in de blessuretijd na een prachtige splijtende pass van Pelova vanaf twintig meter de gelijkmaker binnen schiet, stormt Jonker met zijn spelers het veld in. Is er dan toch een wonder in de maak? De hoop is opeens terug. En heel even is er serieus geloof in de halve finale als Beerensteyn twee grote kansen krijgt. Maar invaller Salma Paralluelo maakt in de 111e minuut met een bekeken schuiver via de paal een einde aan het WK voor Nederland.
Als Frappart voor het laatst fluit slaan de Nederlandse spelers de handen voor het gezicht. Al snel vloeien er tranen. Oranje is onder Jonker teruggebracht naar de wereldtop, maar dat biedt vlak na de uitschakeling geen troost bij Martens en haar ploeggenoten. En ook niet bij Jonker zelf. Dat besef zal de komende dagen komen, denkt hij. Maar, „we hebben fantastische weken gehad”.