N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Walvisvaarders Milieu- en dierenrechtenactivisten juichten het tijdelijke verbod van de overheid toe, in de verwachting dat de walvisjacht in IJsland permanent stilgelegd zou worden.
Een vinvis gevangen door Hvalur wordt geslacht aan de IJslandse kust. Foto Halldor Kolbeins/AFP
De IJslandse walvisjacht mag na een tijdelijk verbod weer hervat worden, aldus internationale persbureaus. De jacht werd in juni stilgelegd door de IJslandse regering vanwege zorgen over dierenwelzijn, maar walvisjagers mogen vanaf donderdag weer uitvaren, zij het onder strenger toezicht.
Moderne walvisjacht is een bloederige bezigheid: vanaf schepen worden harpoengeweren ter grootte van kanonnen afgevuurd op walvissen – meestal vinvissen – die zich aan de oppervlakte wagen. Zo’n harpoen dringt tot zo’n 30 centimeter diep in een walvis door. In de harpoen zit een granaat verwerkt die, eenmaal diep in het walvissenvlees geboord, ontstoken wordt. Grote klauwen schieten aan alle kanten uit het projectiel om zich vast te bijten in het vlees. Daarna wordt de walvis aan boord van een walvisvaarder getrokken en aan land geslacht, hoofdzakelijk voor zijn vlees.
Hvalur
Jaarlijks levert de eeuwenoude IJslandse walvisjacht omgerekend om en nabij de tien miljoen euro op. De jacht wordt nog maar door één IJslands bedrijf bedreven, Hvalur, dat twee operationele harpoenschepen heeft. De sowieso al controversiële walvisjacht kwam in diskrediet toen de IJslandse Voedsel- en Warenautoriteit in mei van dit jaar een rapport uitbracht waaruit bleek dat slechts twee derde van de 58 vinvissen die in het seizoen van 2022 zijn geschoten (vrijwel) direct bewustzijn verliest wanneer ze geharpoeneerd wordt. De andere walvissen moesten meermaals worden gespietst voordat zij stierven of bewusteloos raakten.
‘Hoe dan ook wreed’
De Voedsel- en Warenautoriteit zei deze week dat het mogelijk is om de methodes waarmee op grote walvissen wordt gejaagd te verbeteren. Als Hvalur geen betere jachtmethode zou toepassen, beloofde de regering een einde te maken aan de walvisjacht. Milieu- en dierenrechtenactivisten juichten de stevige uitspraken van de overheid toe, in de verwachting dat de walvisjacht in IJsland permanent stilgelegd zou worden. Ook een krappe meerderheid, 51 procent, van de IJslanders wil dat de walvisjacht wordt verboden.
Kennelijk is het Hvalur gelukt om aan een hogere norm te voldoen, al is onduidelijk wat het bedrijf eigenlijk gaat veranderen aan zijn bedrijfspraktijk. Ruud Tombrock, directeur van de actiegroep Humane Society International, zei over het strengere toezicht op de jacht: „Er is simpelweg geen enkele manier om een walvis met een harpoen te doorboren, zonder dat het wreed en bloederig is. Het maakt niet uit welke jachtmethode wordt gebruikt.”
De walvisjacht wordt sinds 1946 gereguleerd door de onafhankelijke Internationale Walvisvaartcommissie. In 1980 werd de vaart geheel verboden: de walvispopulatie dreigde tot uitstervens toe bejaagd te worden. Sinds 2006 is walvisjagen weer toegestaan. Jaarlijks mogen tegenwoordig 209 vinvisen en 217 dwergvinvissen worden gedood. IJsland, Noorwegen en Japan zijn de laatste landen die nog op walvissen jagen. Het leeuwendeel van de markt voor walvissenvlees bevindt zich in Japan.
Net als afgelopen vrijdag met zijn afscheidsvideo, verraste Pieter Omtzigt Nederland zondagavond 20 augustus 2023 met een filmpje op X. Hij kondigt de oprichting van een nieuwe politieke partij aan, Nieuw Sociaal Contract (NSC) en schudt zo het politieke landschap op in aanloop naar de verkiezingen van november. „Ons land heeft grote problemen en die vragen om een nieuwe manier van politiek bedrijven”, zegt hij in de video. Omtzigt spreekt van „een bestuur dat niet goed functioneert”. „We hebben crisis na crisis en krijgen ze niet opgelost.”
De belofte van Omtzigt was duidelijk: met NSC zou het helemaal anders gaan in politiek Den Haag en zou er een nieuwe bestuurscultuur komen. Maar die verandering realiseren bleek voor Omtzigt en NSC na het mooie verkiezingsresultaat (20 zetels) heel erg lastig. Dat had te maken met de nieuwe rol die Omtzigt en zijn partij al snel moesten aannemen: van parlementaire waakhond en systeemcriticus in de Kamer werd NSC direct een regeringspartij die moest bewijzen dat het bestuurlijk beter kon na het tijdperk-Rutte.
Lees ook
Pieter Omtzigt wilde een lastig politicus zijn, maar werd door zijn partij steeds meer als last gezien
Een bepalende keuze van Omtzigt was om toch te gaan regeren met de PVV van Geert Wilders. Hoewel hij dit in de campagne had uitgesloten, zag hij na de monsterzege van de PVV (37 zetels) geen andere optie. Omtzigt probeerde voorwaarden aan de samenwerking te stellen om afstand tot de PVV te houden. Zo wilde hij eerst alleen gedogen en moest de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB daarna ‘extraparlementair’ worden, met veel bewindslieden van buiten de partijen. Dat gebeurde niet, het kabinet-Schoof werd al snel een heel gewoon kabinet waarin PVV en NSC volop moesten samenwerken.
Omtzigtiaanse oplossing
Inhoudelijk nog veel ingewikkelder was de nadruk die Omtzigt jarenlang op het beschermen van de democratische rechtsstaat had gelegd, terwijl de PVV juist geldt als een partij die daar met veel voorstellen lijnrecht tegenin gaat. De NSC-leider kwam met een Omtzigtiaanse oplossing: in de formatie werd een document opgesteld, de ‘basislijn rechtsstaat’, waarin alle vier de coalitiepartijen plechtig beloofden rechters, instituties en media te respecteren en op fatsoenlijke wijze het politieke debat te voeren. Maar PVV-leider Geert Wilders en sommige PVV-bewindslieden trokken zich in de praktijk niets van de basislijn aan, waardoor al snel het beeld ontstond dat Omtzigt op dit belangrijke principiële punt niets had bereikt.
Ook de beoogde ‘extraparlementaire’ werkwijze van de coalitie, een idee van Omtzigt, komt tot nu toe totaal niet uit de verf. Het oorspronkelijke idee was dat er meer afstand tussen kabinet en Tweede Kamer zou komen: in de jaren van de kabinetten-Rutte werd er te veel afgestemd tussen regering en coalitiefracties, klaagde Omtzigt vaak. Het kabinet moest meer vrijheid krijgen voor beleid en met voorstellen naar de Kamer komen om daar het debat te voeren, het tijdperk van de achterkamertjes zou verleden tijd zijn.
Het meest pijnlijk voor NSC is het misschien wel de totaal vastgelopen hersteloperatie voor het Toeslagenschandaal
Het tegenovergestelde is gebeurd. In de coalitie zelf was afgelopen zomer al grote verbazing en ergernis over het detailniveau waarop Omtzigt zich met de begrotingsonderhandelingen bemoeide. De afgelopen week was hij bij de besprekingen over de Voorjaarsnota niet fysiek aanwezig en ook minder intensief betrokken, maar de urenlange onderhandelingen tussen het kabinet en de rest van de coalitietop lieten opnieuw zien dat het kabinet juist weinig beleidsvrijheid heeft. Het zijn de coalitiepartijen die het land besturen en over elk detail moeten onderhandelen omdat ze elkaar niet echt vertrouwen.
Verschillende bewindslieden, inclusief NSC-vicepremier Eddy van Hijum, toonden zich de afgelopen dagen ontstemd over de bepalende rol van de coalitiepartijen en de ingrijpende verschuivingen in de begrotingen, die vaak zonder goede afstemming met de ministeries plaatsvonden. Het weerspiegelde bepaald niet de NSC-idealen van bestuurlijke zuiverheid en gezonde nieuwe verhoudingen, maar leek eerder een politieke uitruil zonder duidelijk idee.
Omtzigt in een wandelgangengesprek met Jan Paternotte (D66) tijdens een Tweede Kamerdebat.
Foto Peter Hilz/ANP
Bestaanszekerheid
Intussen heeft NSC moeite om in deze coalitie ook echt iets voor elkaar te krijgen. De partij toonde zich deze week trots over de resultaten rond bestaanszekerheid in de Voorjaarsnota, door bijvoorbeeld te wijzen op extra geld voor de afwikkeling van de problemen met de WIA-uitkeringen en een hoger minimumjeugdloon. Maar met de grote institutionele veranderingen die de partij wil, gaat het moeizaam. Omtzigt zelf had stokpaardjes als de oprichting van een grondwettelijk hof en een complex nieuw kiesstelsel, maar dit zijn ingrijpende hervormingen die jaren tijd kosten en waarvan onzeker is of NSC-minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken) ze tot een goed einde kan brengen.
Het meest pijnlijk voor NSC is het misschien wel de totaal vastgelopen hersteloperatie voor het Toeslagenschandaal. In zijn afscheidsvideo vertelt Omtzigt trots dat hij het schandaal jaren geleden onthulde en nog altijd „boordevol ideeën” zit om de slachtoffers te helpen. De realiteit is dat NSC sinds vorig jaar zomer zelf bestuurlijk verantwoordelijk is voor de hersteloperatie, eerst met staatssecretaris Nora Achahbar, en nu met Sandra Palmen. De verhoudingen tussen het ministerie van Financiën en de stichting van prinses Laurentien, die zich bezighoudt met afwikkeling van de schade voor de slachtoffers, zijn echter zo verzuurd dat een goede en snelle oplossing voor de ouders verder weg lijkt dan ooit, wat NSC ook probeert.
Nu Omtzigt zelf wegvalt zal moeten blijken hoe houdbaar zijn politieke ideeën en partij zijn. In zijn afscheidsfilmpje zegt Omtzigt dat bij zijn partijgenoten in kabinet en Tweede Kamerfractie „het gedachtengoed van bestaanszekerheid en goed bestuur in uitstekende handen is”. Maar zonder boegbeeld, en met twee virtuele zetels in de peilingen, is het vooral de vraag of Omtzigt NSC niet met een onmogelijke opdracht achterlaat.
De leiders van PVV, VVD, NSC en BBB hadden er een marathonsessie van 25 uur voor nodig, maar toen was daar toch eindelijk een Voorjaarsnota. Deze nota was cruciaal voor beslissingen over belangrijke zaken als defensie, kinderopvang en sociale zekerheid. Maar de nota was ook cruciaal voor het voortbestaan van deze coalitie. Het kabinet-Schoof is er nog, maar heeft wéér een crisis moeten bezweren.
In deze Haagse Zaken hoor je van Petra de Koning en Marko de Haan wat er in de langverwachte nota staat, hoe die tot stand is gekomen en wat het ons leert over de verhoudingen in politiek Den Haag.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
De leiders van PVV, VVD, NSC en BBB hadden er een marathonsessie van 25 uur voor nodig, maar toen was daar toch eindelijk een Voorjaarsnota. Deze nota was cruciaal voor beslissingen over belangrijke zaken als defensie, kinderopvang en sociale zekerheid. Maar de nota was ook cruciaal voor het voortbestaan van deze coalitie. Het kabinet-Schoof is er nog, maar heeft wéér een crisis moeten bezweren.
In deze Haagse Zaken hoor je van Petra de Koning en Marko de Haan wat er in de langverwachte nota staat, hoe die tot stand is gekomen en wat het ons leert over de verhoudingen in politiek Den Haag.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].