Metershoge golven snijden bogen in de grootste ijsberg ter wereld (ruim twee keer zo groot als Londen). Het resultaat werd vastgelegd met drones door fotografen aan boord van een schip van het bedrijf EYOS Expeditions. De grote ijsberg met de nogal technische naam ‘A23a’ drijft in hoog tempo noordwaarts weg van Antarctica, terwijl hij smelt door warme lucht en warm oppervlaktewater.
Al in 1986 kwam A23a los. Hij kalfde af van de drijvende Filchner-ijsplaat in West-Antarctica, maar bleef door zijn dikte (zo’n 400 meter; de hoogte van het Empire State Building) vrijwel meteen hangen achter de oceaanbodem van de Weddellzee, ten zuiden van Zuid-Amerika.
Maar na bijna vier decennia was op satellietbeelden te zien dat de ijsberg nu wél beweegt, vanuit de Weddellzee richting de Zuidelijke Oceaan. Vermoedelijk kon hij nu loskomen van de modderige oceaanbodem doordat de ijsschots dunner werd aan de onderkant. Volgens de laatste meting drijft de berg op een hoogte van ongeveer 60° zuiderbreedte. In 1990 en 2019 rapporteerden onderzoekers Antarctische ijsbergen (C-02 en A-57a) die ongeveer 42,5° zuiderbreedte bereikten – de breedte waar ook Tasmanië ligt.
Zoals de meeste ijsbergen in dit gebied zal A23a waarschijnlijk meedrijven met de sterke oceaanstroming, langs een route die de ‘ijsberglaan’ wordt genoemd.
Bron van voedingsstoffen
Met satellieten houden wetenschappers de route van de ijsberg in de gaten, want hij kan riskant zijn voor de scheepvaart. En als hij strandt op een eiland kan hij een pinguïnkolonie in gevaar brengen. Aan de andere kant is het smeltwater een bron van voedingsstoffen voor het leven in de oceaan.
Hoewel afkalven een natuurlijk proces is, versnelt de opwarming van de aarde het proces. Klimaatwetenschappers maken zich zorgen over het ijs op Antarctica. Vorig jaar lag de kleinste hoeveelheid zee-ijs op Antarctica ooit gemeten. In juli (winter op de Zuidpool), groeide het ijs extreem langzaam terug. Vergeleken met normaal groeide er een oppervlak van zestig keer Nederland minder aan.