Bewoners van een huurwoning die zonnepanelen op hun dak hebben liggen, zijn na het afschaffen van de salderingsregeling financieel slechter af dan huurders zonder zonnepanelen. Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd onderzoek van het Ministerie van Volkshuisvesting, in samenwerking met de Woonbond en woningcorporatiekoepel Aedes.
Mensen met zonnepanelen kunnen de opgewekte stroom op dit moment via de salderingsregeling voordelig terugleveren aan het net. Maar die regeling vervalt per 1 januari 2027. Daardoor nemen de inkomsten uit de eigen opwek af. Ondertussen moeten huurders via de servicekosten wel blijven betalen voor de panelen op hun dak.
Het gaat om zo’n 22,5 procent van de huurders bij woningcorporaties, en 14,5 procent van de huurders in een particuliere huurwoning, schrijft minister van Volkshuisvesting Mona Keijzer (BBB) in een brief aan de Tweede Kamer. In totaal zullen volgens Keijzer 635.000 huurders de afschaffing van de salderingsregeling gaan voelen.
Volgens de onderzoekers gaan deze huishoudens er vanaf 2027 in veel gevallen enkele tientjes per maand op achteruit, al kunnen de effecten per huishouden verschillen. Wel merken de auteurs van het rapport op dat huurders tot 2027 nog voordeel hebben van de salderingsregeling. Dat voordeel is in het onderzoek naar de nadelige effecten niet meegenomen.
Minder zonnepanelen
Het beëindigen van de salderingsregeling was bedoeld als maatregel om de energietransitie betaalbaarder te maken, maar heeft nu het tegenovergestelde effect, schrijven Aedes en de Woonbond in een reactie. „Huurders zien hun woonlasten stijgen, vaak tot boven het niveau van huurders zonder panelen.”
De organisaties waarschuwen dat huurders door de maatregel minder snel zullen instemmen met de plaatsing van zonnepanelen op hun dak. Zelfs als corporaties de extra kosten laag houden, verwachten de organisaties „grote terughoudendheid, want het vertrouwen in het beleid van zowel de overheid als de energieleveranciers is bij veel huurders beschadigd.”
Ook denken Aedes en de Woonbond dat het aantal zonnepanelen op de Nederlandse daken door de maatregel zal dalen. Uit een enquête van de Woonbond bleek eerder dat een derde van de huurders met zonnepanelen wil dat de verhuurder die weghaalt. „Deze aanvragen komen ook al concreet bij woningcorporaties binnen.”
Grote financiële gevolgen
Het ministerie wijst erop dat het met de afschaffing van de salderingsregeling gunstiger wordt om zelfopgewekte stroom te gebruiken, bijvoorbeeld door overdag de wasmachine of vaatwasser aan te zetten. Maar de mogelijkheden daarvoor zijn beperkt, zo blijkt uit het onderzoek, en lossen de negatieve gevolgen voor huurders niet volledig op.
Een andere manier om huurders te compenseren zou zijn om de woningcorporaties lagere servicekosten te laten betalen voor de panelen. Die oplossing zou echter „te grote financiële gevolgen” hebben voor de verhuurders, aldus het ministerie van Volkshuisvesting.
Aedes en de Woonbond pleiten daarom voor een éénmalige compensatie vanuit de overheid aan de woningcorporaties ter waarde van 585 miljoen euro — bijna evenveel als de totale besparing door het afschaffen van de salderingsregeling (665 miljoen euro).
Het ziet er echter niet naar uit dat dat gaat gebeuren. Hoewel ze de nadelige effecten voor huurders „betreurt”, is er volgens minister Keijzer geen geld beschikbaar om huurders met zonnepanelen te compenseren, zo schrijft ze in haar brief aan de Tweede Kamer.
Lees ook
Wat betekent afschaffing van de salderingsregeling voor consument en energietransitie?
Het is een bal die Anton Gaaei al honderden keren heeft gehad. Een strakke pass over de grond naar zijn positie, rechts achterin, dicht tegen de zijlijn. Een tegenstander is onderweg om hem onder druk te zetten, maar Gaaei heeft nog een seconde of twee, een eeuwigheid op dit niveau. Zijn opdracht is duidelijk: aannemen en direct richting kiezen. Liefst vooruit, zodat hij een middenvelder of aanvaller kan aanspelen. Staat er niemand vrij, dan achteruit, terug naar de keeper. Een routinehandeling voor een speler op zijn positie.
Maar niets voelt vertrouwd op deze zomerse zondagmiddag, 24 september 2023.
De vorige avond heeft Gaaei naar huis gebeld om zijn ouders in Denemarken te vertellen wat tijdens de training was gebeurd. Duizenden fanatieke supporters hadden langs de kant gestaan. Er waren fakkels, vuurwerk, gezang. Het was geweldig, vertelde Gaaei die avond aan de telefoon, hij had zo’n zin in de wedstrijd. Een onverwachte basisplaats tijdens Ajax – Feyenoord, wat een kans om zich te laten zien aan het thuispubliek.
Nu wil hij het liefst onzichtbaar zijn. De fans die hem een dag eerder zoveel energie gaven, jagen hem angst aan. Ruim 50.000 zijn er, zoveel inwoners telt het stadje niet eens waar Gaaei tot anderhalve maand geleden voetbalde. Wat hij precies voelt, hij weet het niet. Dit is nieuw voor hem. Ontzettend trillerig, komt nog het dichtst in de buurt, iets wat alleen maar erger is geworden na de eerste tegengoal. Zijn fout was het, hij liet zich zomaar wegzetten in een duel.
In de thuiswedstrijd tegen Feyenoord (0-4) werd Gaaei al na een half uur gewisseld.Foto Pim Waslander / Getty
Gaaei controleert de pass van de centrale verdediger. Maar zijn benen kiezen geen richting. Wat nu? Hij heeft nog heel even tijd om een keuze te maken, vooruit of achteruit. De tegenstander sprint op hem af. Gaaei’s voeten staan vast, hij ramt de bal naar het midden, ver buiten bereik van zijn keeper. De spits van Feyenoord pikt simpel op, dribbelt een paar passen en schiet binnen. 0-2. Hels gefluit klinkt van de tribunes. Niet veel later gaat het bord omhoog. Nummer 3, inrukken. Er is iets meer dan een half uur gespeeld.
Gaaei is niet boos om de wissel, opgelucht evenmin. Hij zet het op een lopen. Zijn coach kijkt langs hem heen als hij de catacomben in rent, naar de eenzaamheid van de even grote als lege kleedkamer.
Een kleine 800 kilometer verderop, in een bescheiden bungalow in het landelijke dorpje Bruunshab midden op Jutland, is Pia Gaaei inmiddels naar de slaapkamer van haar jongste zoon gevlucht. Weg van de televisie in de woonkamer, waar haar echtgenoot Carsten Gaaei de wedstrijd live volgt. Maar ze hoort aan zijn commentaar wat er gebeurt in Amsterdam. De wissel, nog een tegengoal, vuurwerk op het veld, en nog eens, wedstrijd gestaakt. Even later bestormen hooligans de hoofdingang. „Wat is dit allemaal?”, appen ze aan Simon, hun oudste zoon, die in het stadion zit. En is Anton veilig?
Pas een uur of drie later krijgen ze de broers aan de lijn, als die in hun pas betrokken appartement in Amsterdam-Zuid zijn aangekomen. De jongste huilt, hij zit er helemaal doorheen. En hij voelt zich schuldig, is boos op zichzelf. Typisch Anton, denkt zijn moeder.
1.Ontheemd in Amsterdam
Wij zijn Ajax wij zijn de beste, luidt een leus van de supporters. In de betere jaren stralen elftallen van Ajax dat ook uit. Teams vol bluf, frivoliteit, arrogantie zelfs.
Dat is allemaal weg bij de ploeg die vorig jaar een rampseizoen beleefde. Zo slecht was het, zo vernietigend de kritiek, dat spelers er ‘mentale littekens’ aan hadden overgehouden, merkte coach Francesco Farioli toen hij afgelopen zomer bij Ajax begon. Gebrek aan zelfvertrouwen. Faalangst. Hij zag ook een groep die er alles voor over had revanche te nemen. Te laten zien aan de buitenwereld én zichzelf dat ze goed genoeg waren om voor Ajax te spelen.
Dat gebruikte de Italiaan. Van een onzekere groep zonder samenhang smeedde hij in korte tijd een hecht collectief met een missie. Hij eiste tomeloze inzet en overlaadde zijn spelers tegelijkertijd met vertrouwen. Basisspelers én wissels.
Het werkte, tot een paar wedstrijden voor het eind. Het spel was meestal niet mooi, lelijk soms zelfs, maar Ajax blonk uit in onverzettelijkheid, discipline, wilskracht. De fans, voorheen vaak getypeerd als verwend, sloten de ploeg in de armen. Na het laatste duel volgde een ovationeel applaus, zelfs al was de titel verspeeld na een uitzonderlijke zwakke reeks in de laatste weken.
Niemand staat zo symbool voor dit Ajax, én het vorige, als Anton Gaaei. Ontheemd oogde hij, verguisd door analisten, gehaat op sociale media. Sinds een half jaar is hij basisspeler, geprezen door zijn trainer om zijn mentaliteit en fitheid. „Een machine op de flank”, noemde de inmiddels vertrokken Farioli hem eerder dit jaar.
Ontheemd oogde hij, verguisd door analisten, gehaat op sociale media
Waarom ging het zo mis met Anton Gaaei? Wat doet zo’n periode met een jonge speler en zijn omgeving? Hoe heeft hij zich teruggeknokt? En hoe verklaart hij het recente verval?
NRC reisde naar Denemarken en sprak uitgebreid met zijn naaste familie. Ook zijn mental coach, met wie Gaaei wekelijks contact heeft, vertelde met goedkeuring van de speler over zijn ervaringen met de Deen. Gaaei zelf deed zijn verhaal in zijn appartement in Amsterdam Zuid. Over druk, verdriet, vertrouwen en volharding.
Of: wat het de voorbije twee seizoenen betekende om de rechtsachter van Ajax te zijn.
2 Op zoek naar een plek aan tafel
Psycholoog Bram Meurs kan zich zijn eerste indrukken nog goed herinneren. Het zijn de laatste weken van augustus 2023, Gaaei heeft net een vijfjarig contract getekend bij Ajax. In een filmpje van de clubzender is het moment vastgelegd: als Gaaei zijn krabbel heeft gezet, krijgt hij een bovenhandse handshake van technisch directeur Sven Mislintat, het handelsmerk van de Duitser. Mislintat straalt ontspanning en vertrouwen uit. Gaaei oogt zelfverzekerd. Hij spreekt van „een van de mooiste dagen van mijn leven” en kan niet wachten op de eerste thuiswedstrijd, de kennismaking met de fans.
Meurs, namens de Talent Academy Group gedetacheerd bij Ajax om de spelers mentaal te begeleiden, ziet iets anders. De psycholoog bouwt snel een vertrouwensband op met Gaaei, die de persoonlijke aandacht prettig lijkt te vinden. Maar in de spelersgroep is de nieuweling stil, gespannen, zoekende naar zijn plek in de hiërarchie. Soms letterlijk: als de selectie gaat eten na een training, aarzelt Gaaei aan welke tafel hij zal plaatsnemen.
Als de selectie gaat eten, aarzelt Gaaei aan welke tafel hij gaat zitten
Normaal gedrag, denkt Meurs. Spelers die van buiten komen, krijgen bij Ajax in een klap met vijftig tot zestig nieuwe gezichten te maken. Teamgenoten, trainers, begeleiders. Bovendien ontbreekt een stevig ‘geraamte’ in de selectie, een kern van gearriveerde voetballers die al langer bij de club spelen. Jongens die iedereen kennen en weten hoe alles werkt, nieuwkomers opvangen, een geintje met ze maken om de spanning te breken.
Gevestigde namen als Dusan Tadic, Jurriën Timber en Davy Klaassen zijn vertrokken. Twaalf aankopen haalt Mislintat die zomer naar Amsterdam, vrijwel allemaal uit het buitenland. Sommigen spreken geen Engels. De trainer, Maurice Steijn, is ook nieuw en heeft nog nooit bij zo’n grote club gewerkt. Iederéén is zoekende, merkt Meurs. Gaaei nog het meest, want hij is jong, twintig nog maar, en komt uit een omgeving die in niets lijkt op de binnenwereld van Ajax. Bovendien: hij is nu eenmaal niet het type dat zich direct op zijn gemak voelt op een nieuwe plek.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Parrents of Anton Gaaei, Pia and Carsten, photographed in Antons childhod home just outside Viborg in midtjutland Denmark, thursday the 8th of may 2025. Foto: Mikkel Berg Pedersen
Mikkel Berg Pedersen
” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Parrents of Anton Gaaei, Pia and Carsten, photographed in Antons childhod home just outside Viborg in midtjutland Denmark, thursday the 8th of may 2025. Foto: Mikkel Berg Pedersen
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Anton Gaaei photographed in his childhood home outside Viborg, Friday, May 30, 2025.
Mikkel Berg Pedersen
” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Anton Gaaei photographed in his childhood home outside Viborg, Friday, May 30, 2025.
Ouders Pia en Carsten Gaaei stuurden hun zoon als tiener naar een kostschool gericht op sport en sociale ontwikkeling.
Foto’s Mikkel Berg Pedersen
Gaaei weet dat van zichzelf. Hij is zestien als zijn ouders hem afzetten voor een jaar efterskole, een Deense variant van een kostschool voor jongens en meisjes, die vooral is gericht op sociale ontwikkeling, met veel ruimte voor sport en muziek. Hij heeft gekozen voor een school in de buurt van Kjellerup, gelegen in de glooiende groene velden van centraal Jutland. Het is maar een kwartiertje rijden vanaf de bungalow in Bruunshab, in de weekenden mag hij naar huis. Toch is hij bloednerveus die eerste schooldagen, met al die nieuwe gezichten om hem heen.
Mede daarom vinden zijn ouders de efterskole een goed idee: het zal hem uit zijn schulp te helpen. Hun jongste zoon is vriendelijk, gedisciplineerd en beleefd. Hij kan met iedereen overweg. Maar hij is ook verlegen en op zichzelf. Hij trekt zich graag terug op zijn kleine kamer, direct tegenover die van zijn vijf jaar oudere broer Simon. Wanneer zijn klas eens repeteert voor een theatervoorstelling, vertelt hij thuis vrolijk dat hij een belangrijke rol heeft bemachtigd. Het blijkt te gaan om een plek in de coulissen, Anton beheert het licht.
Op weg naar een bestaan als voetballer is de kostschool geen logische stap. De instelling heeft een aardig voetbalteam en geeft veel gelegenheid om te sporten, maar het gaat er aanzienlijk minder serieus aan toe dan in een profopleiding. Er zijn zelfs kostscholen in de buurt met een betere reputatie op voetbalgebied. Het vormt geen bezwaar. Vier jaar voordat Anton Gaaei een contract tekent bij Ajax lijkt zelfs een bescheiden profcarrière in Denemarken buiten zijn bereik te liggen.
Dat is min of meer zijn eigen keuze. Als kleuter voetbalt Anton eindeloos met zijn oudere broer op de paar vierkante meter betegelde tuin aan de zijkant van de bungalow. Later gaat hij bij de dorpsclub spelen. Hij is snel, heeft een goed schot en zijn talent wordt opgemerkt door scouts van profclub Viborg FF. Vanaf zijn negende speelt hij als rechtsbuiten in de jeugd van de lokale profclub, die pendelt tussen de Deense eredivisie (de Superliga), en het tweede niveau.
Hier verliest hij na een paar seizoenen het plezier in het spelletje. De club heeft veel aandacht voor de paar talenten die er boven uitsteken, de rest dient vooral als opvulling. Gaaei hoort bij de tweede groep. Hij wordt vrijwel iedere wedstrijd gewisseld, vaak al in de rust, en krijgt nauwelijks vertrouwen van de trainers. Die hebben allang besloten wie het eerste elftal gaan halen, concludeert hij, waarom zou ik hier nog zoveel tijd en energie in steken? Gedesillusioneerd besluit hij terug te gaan naar zijn oude vereniging.
Op de kostschool in Kjellerup hervindt Gaaei het plezier in het voetbal
Pas twee jaar later, op de kostschool in Kjellerup, hervindt Gaaei de vreugde in het voetbal. Dankzij de vrienden die hij er maakt als hij zich na een paar weken op zijn gemak begint te voelen. Maar vooral dankzij Poul Erik Kristensen, zijn coach. Een innemende man, vinden de tieners, altijd een lach op zijn gezicht. Kristensen traint zijn pupillen fanatiek, buiten het veld praat hij veel met ze.
Ook met de schuchtere Gaaei, die met de week beter gaat spelen. Hij draaft, passt, scoort en is al gauw met afstand de beste speler van het team dat voor het eerst in de schoolhistorie kampioen wordt. Aan het eind van het jaar is Kristensen overtuigd: Gaaei heeft de potentie om een topspeler te worden.
Was zijn coach die zomer niet naar Viborg FF gestapt om te vertellen dat ze een groot talent over het hoofd zagen, dan had Gaaei nu hoogstwaarschijnlijk in een Deense collegezaal gezeten. Maar Kristensen klopt aan in Viborg, dreigt zelfs zijn speler naar een concurrent te brengen als ze hem geen kans geven.
En zo, dankzij het vertrouwen van een kostschooltrainer, keert Gaaei op zijn zeventiende terug bij de club die hij een paar jaar eerder voorgoed dacht te verlaten.
Dit keer is hij vastbesloten het eerste te halen. Als Gaaei tijdens een training van het beloftenteam zijn arm breekt, vraagt hij zijn ouders een fitnessfiets in de keuken te zetten. Met zijn arm in het gips rijdt hij er 600 kilometer op in drie weken.
Simon ziet het bewonderend aan. Ik mag de makkelijke prater zijn en qua voetbaltalent niet voor mijn broertje onderdoen, denkt hij, Anton heeft de drive en het doorzettingsvermogen om zijn droom waar te maken.
Die bestaat op dat moment uit een profcontract bij Viborg, tegen een salaris waarvan je net rond kunt komen. Op zijn achttiende is het zover. En dan gaat het snel met Gaaei, in die jaren nog altijd vleugelaanvaller. Een paar invalbeurten, blessure van de vaste rechtsachter, een coach die een oplossing zoekt. Zou Gaaei daar niet kunnen spelen, met zijn kracht, dynamiek en traptechniek?
Hij beleeft een indrukwekkend debuutseizoen, verzamelt overtuigende statistieken. De Engelse club Brighton belt, hoe denkt hij over de Premier League? Dan Sven Mislintat. Ajax wil hem hebben. De club van Laudrup, Dolberg, Eriksen. Ook van Cruijff, Van Basten, Bergkamp. Gaaei heeft zijn keuze gemaakt.
In een videocall met de technisch directeur hoort hij wat Ajax met hem van plan is. Mislintat gelooft in zijn kwaliteiten, maar het verschil tussen de Deense middenmoot en de Nederlandse top is groot.
Ajax gaat hem rustig brengen, belooft de Duitser.
3Een wereldkaart van lego
Op maandagochtend 26 februari 2024 stapt Gaaei The Breakfast Club binnen op de Amsterdamse Zuidas. Hij heeft een pet over zijn voorhoofd getrokken, zo laag dat zijn ogen nauwelijks zichtbaar zijn. Ook de rest van zijn gezicht vertoont weinig emotie, ziet mental coach Bram Meurs. Maar zodra ze beginnen te praten, merkt hij hoe diep het verdriet zit bij de Deen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Ajax player Anton Gaaei is scoring the winning penalty during the match Ajax – Panathinaikos at the Johan Cruijff ArenA for the Europa League third qualifying round 2nd leg season 2024-2025 in Amsterdam, Netherlands, on August 15, 2024. (Photo by Marcel van Dorst/NurPhoto)
Marcel van Dorst
” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Ajax player Anton Gaaei is scoring the winning penalty during the match Ajax – Panathinaikos at the Johan Cruijff ArenA for the Europa League third qualifying round 2nd leg season 2024-2025 in Amsterdam, Netherlands, on August 15, 2024. (Photo by Marcel van Dorst/NurPhoto)
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="AMSTERDAM – Anton Gaaei of Ajax viert de 1-0 tijdens de Nederlandse Eredivisie wedstrijd tussen Ajax Amsterdam en Go Ahead Eagles in de Johan Cruijff ArenA op 4 april 2024 in Amsterdam, Nederland. ANP MAURICE VAN STEEN
MAURICE VAN STEEN
” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="AMSTERDAM – Anton Gaaei of Ajax viert de 1-0 tijdens de Nederlandse Eredivisie wedstrijd tussen Ajax Amsterdam en Go Ahead Eagles in de Johan Cruijff ArenA op 4 april 2024 in Amsterdam, Nederland. ANP MAURICE VAN STEEN
Gaaei maakte de beslissende strafschop in de voorrondes van de Europa League tegen Panathinaikos.
Foto Marcel van Dorst / Getty, Foto Maurice van Steen / ANP
Een dag eerder is Gaaei in de uitwedstrijd tegen AZ al voor rust gewisseld. Opnieuw. Een te makkelijk verloren duel leidt de eerste tegengoal in, net als tegen Feyenoord een half jaar eerder. Even later valt een afgeslagen hoekschop voor zijn voeten. Gaaei is de achterste man, zijn teamgenoten staan verzameld in de buurt van het doel van AZ. Hij kapt terwijl hij moet passen: bal kwijt. De tegenstoot gaat rakelings naast, maar coach John van ’t Schip – de opvolger van de ontslagen Steijn – heeft genoeg gezien. Zijn rechtsback vormt een acuut risico en moet direct naar de kant.
Diep weggedoken in de capuchon van zijn jas ziet hij vanuit de dug-out hoe Ajax de wedstrijd verliest. Later, in de kleedkamer, opent Gaaei zijn telefoon. Talloze notificaties, van reacties op foto’s die hij eerder op Instagram heeft geplaatst. Hij kan de inhoud raden. Na zijn wissel tegen Feyenoord las hij de stroom commentaren van supporters die hoopten dat hij nooit meer een Ajax-shirt aantrok. En berichten van enkelingen die hem dood wensten. Dit keer niet. Zonder te lezen verwijdert hij al zijn foto’s.
De klap is er niet minder om. Gaaei dacht dat hij de zwaarste periode bij Ajax achter de rug had. Na het debacle tegen Feyenoord is het helemaal misgegaan met de club. Ontslag van Mislintat, vrije val op de ranglijst, laatste plaats, ontslag Steijn. De sfeer in het team was slecht. Niet dat er ruzie was, maar het ontbrak aan zelfvertrouwen en leiderschap.
Met de komst van Van ’t Schip is Ajax iets beter gaan draaien. Spelers voelen zich prettig bij hem. Ook Gaaei. Hij speelt regelmatig onder de nieuwe coach, traint hard, valt niet uit de toon. Hij weet dat hij veel beter kan, dat hij veel beter moet, maar dat geldt voor de hele ploeg.
Gaaei heeft veel aan Kenneth Taylor. De jonge middenvelder beleeft eveneens een moeilijk seizoen, maar neemt toch de moeite zich om zijn Deense ploeggenoot te bekommeren. Af en toe een bemoedigend appje, een arm om de schouder, wegwijs maken op de club.
Buiten het veld geven zijn Deense familie en vrienden houvast. Hij trekt veel op met zijn oudere broer, die een tussenjaar heeft genomen om hem te ondersteunen. Soms pakken ze de metro de stad in, vaker kijken ze films of spelen ze darts, Playstation en Yahtzee in de woonkamer van het appartement dat groter is dan hun ouderlijk huis.
De broers Gaaei waren al close, in die moeilijke maanden groeien ze nog meer naar elkaar toe
De broers waren al close, in deze periode groeien ze nog meer naar elkaar toe. Simon merkt dat Anton zijn steun waardeert, al is zijn broertje niet het type dat daar snel over zal praten. Hij is meer van het gebaar. Als Simon een paar dagen naar zijn studentenwoning in Aarhus vertrekt, stuurt Anton hem een Ajax-shirt met opschrift: ‘Aan de beste broer ter wereld, van Anton, ik hou van je’.
Vrienden komen langs. Voor de gezelligheid, maar ook omdat Gaaei wil dat ze zich een voorstelling kunnen maken van zijn wereld. Hoe groot Ajax is, wat de club voor mensen betekent. Wanneer hij het voetbal even wil vergeten, concentreert hij zich op zijn lego. Hij werkt wekenlang aan een wereldkaart, gemaakt van bijna 12.000 blokjes. Hij maakt bloemen, een papegaai, de skyline van New York en Dubai. En hij belt met Poul Erik Kristensen, zijn kostschooltrainer, die lijdt aan de progressieve spierziekte ALS.
Op de moeilijkste momenten denkt Gaaei aan Oudejaarsdag 2017. Hij is net vijftien als hij ziet dat zijn vader in elkaar zakt tijdens een hardloopevenement in Viborg. Hartaanval. Carsten Gaaei raakt in coma en komt pas twee dagen later weer bij. Hij overleeft, maar al die tijd denkt Anton dat zijn vader doodgaat. Het is een herinnering die hem helpt het voetbal te relativeren.
Relativeren is niet wat Bram Meurs doet in The Breakfast Club, de dag na AZ. De dag nadat analisten, onder wie Gaaei’s landgenoot Kenneth Perez, op televisie en in kranten hebben geconcludeerd dat hij simpelweg te slecht is voor Ajax. Gaaei heeft voor de tweede keer voor het oog van miljoenen kijkers gefaald. En Meurs, ooit profvoetballer bij FC Eindhoven, begrijpt hoe ellendig dat moet zijn. Nu zeggen dat het wel meevalt, zou Gaaei het gevoel geven dat hij niet serieus wordt genomen, denkt Meurs.
Ze praten over hoe het nu verder moet. Een paar ploeggenoten hebben laten weten dat ze met hem meeleven. Van ’t Schip heeft Gaaei verzekerd dat de club vertrouwen in hem heeft. Maar hij heeft bescherming nodig, vinden zowel de trainer, de dokter van Ajax als zijn mental coach. En tijd. Tijd die hem vóór zijn komst al was beloofd, om te wennen aan zijn medespelers, het tempo, de positionering die veel meer van hem vraagt dan in Denemarken. Tijd die hij niet heeft gekregen.
Het voorstel van Meurs en Van ’t Schip is dat hij een paar dagen naar zijn ouders gaat om mentaal aan te sterken. Even ‘uit de situatie’, zoals dat heet. Daarna keert hij terug, maar in eerste instantie in de luwte. Te beginnen bij de beloften, dan af en toe een invalbeurt bij het eerste. Gaaei stemt in.
Meurs vraagt Gaaei wat hem definieert als speler. Wat zijn wapens zijn, wanneer hij een goede wedstrijd speelt. Hij heeft een goede trap, antwoordt Gaaei, en is fysiek ijzersterk, hij kan vrijwel ongelimiteerd langs de lijn draven. Als hij daarnaast agressief is in de duels, is hij van waarde voor Ajax.
„Richt je daarop”, zegt Meurs. Alles wat je moeilijk vindt, het positioneren tussen de linies, de bal vragen in de drukte – specialiteiten van verdedigers die de Ajax-opleiding hebben doorlopen – komt later wel. Terug naar de basis. Dat geeft duidelijkheid, overzicht, controle.
Bij een invalbeurt een paar weken later hoort Gaaei applaus als hij het veld in komt, alsof het publiek heeft besloten hem te steunen in zijn gevecht. Dan volgt een basisplaats tegen Go Ahead Eagles, thuis. Na 24 minuten ramt de opgestoomde Deen een voorzet met een geweldige volley in de bovenhoek: 1-0. Voor het eerst zien de Ajax-fans een glimp van de speler die in Viborg bijna wekelijks uitblonk. Gaaei rent naar de tribunes, laat zich omarmen door juichende supporters.
Hij denkt: ik kan hier nog steeds slagen.
Anton Gaaei toont zijn verzameling voetbalschoenen. Foto Mikkel Berg Pedersen
4‘Sure, we’ll fix that’
In de vensterbank van de Amsterdamse woonkamer van Gaaei staat een ingelijste foto van een grote eik, met daarbij een Deense tekst:
Een eikeltje heeft al alles in zich om uit te groeien tot een grote eik. En de mogelijkheid van honderden, duizenden nieuwe eikeltjes zit erin verborgen. En van honderden en duizenden bomen. Het omvat feitelijk het hele bos. Het eikeltje is al alles, en alles zit in het eikeltje. Net als in jou.
De zinnen komen uit een appje dat Gaaei op 4 december 2024 ontvangt van Felipe Mateos, een van de assistenten van coach Francesco Farioli. Hij is op dat moment tweede keus achter de technisch begaafde Devyne Rensch, een typische Ajax-verdediger. Gaaei interpreteert de woorden van Mateos als een aanmoediging, een blijk van geloof in zijn potentie om uit te groeien tot een vaste waarde.
Het is dit soort kleine signalen die grote betekenis hebben voor Gaaei. Hij voelt zich gezien, onderdeel van het team, ook al is hij geen basisspeler. De Deen is niet de enige voor wie dit geldt. Onder Farioli is de spelersgroep in korte tijd veel hechter geworden, ziet hij. Dankzij zijn vaak bekritiseerde beleid om de basisopstelling regelmatig radicaal te wijzigen, waardoor iedereen kansen krijgt en een bijdrage levert. Door de lange, intensieve dagen die ze samen maken op trainingscomplex De Toekomst. De aandacht die Farioli en zijn assistenten geven aan álle selectiespelers.
Al in de eerste maanden van het seizoen merkt Gaaei dat zijn zelfvertrouwen groeit. Dat hij plezier heeft. Hij houdt van de teambesprekingen van Farioli, waarvoor de Italiaan steeds weer andere invalshoeken en metaforen bedenkt om zijn spelers te prikkelen. Hij verbaast zich over de voor hem ongekende mate van detail waarin de trainer zijn spelers tactisch op wedstrijden voorbereidt. Ook dat geeft comfort: zelden wordt het Ajax van Farioli verrast door een tegenstander.
De bevestiging van het vermoeden dat dit een ander seizoen wordt, krijgt Gaaei op 15 augustus, een jaar nadat hij zijn contract tekent bij de club. Ajax speelt thuis in een volle Arena tegen het Griekse Panathinaikos om een ticket voor de groepsfase van de Europa League. Het komt op strafschoppen aan. Invaller Gaaei komt aan de beurt als vrijwel iedereen is geweest, maar nog steeds geen beslissing is gevallen. Als hij mist, is het voorbij. Hij is gespannen, natuurlijk, maar heeft zijn lichaam onder controle. Hij schiet de bal hard en feilloos in de rechterhoek.
De penaltyreeks lijkt eindeloos te duren. Steeds als Ajax of Panathinaikos het kan afmaken, faalt degene die het moet doen. Na 33 strafschoppen heeft de ploeg van Farioli weer ‘matchpoint’. Aanvoerder Jordan Henderson is aan de beurt, maar Gaaei vraagt of híj hem mag nemen. Dit is zijn kans om echt belangrijk te zijn voor het team, te laten zien dat hij met druk om kan gaan, revanche te nemen voor wat de voorbije periode allemaal is gebeurd. Het mag. Diepe zucht, nog een, aanloop, schot naar links, keeper naar rechts. Doelpunt.
In Bruunshab maakt Carsten Gaaei die avond zijn vrouw wakker. In het stadion naar haar zoon kijken lukt wel, ze weet niet eens precies waarom, maar sinds de wissel tegen Feyenoord en de haatberichten op sociale media kan Pia Gaaei het niet meer aan de wedstrijden te zien op de tv in de woonkamer. De herinnering aan die pijnlijke middag in september zit nog te diep. Als ze van haar man hoort wat er is gebeurd, komt ze uit bed. Tot diep in de nacht kijken ze naar herhalingen, interviews en analyses van de wedstrijd.
Vanaf dat moment presteert Gaaei zoals Ajax. Het is niet altijd spectaculair, maar aanzienlijk beter en stabieler dan in zijn debuutjaar bij de club. Blunders blijven uit, hij lijdt veel minder balverlies, scoort af en toe en is gevaarlijk met zijn voorzetten. Als Rensch in de winterstop vertrekt, promoveert Gaaei tot basisspeler. Even later mag hij corners en vrije trappen nemen. Meurs ziet dat de Deen speelt om zich te laten zien, niet langer om geen fouten te maken.
Ook sociaal is hij steeds meer op zijn plek. Dat hij aanvoerder Henderson durft te vragen een shirtje van zijn idool Trent Alexander-Arnold mee te nemen uit Liverpool, markeert dit voor hem. „Sure, we’ll fix that”, reageert de Engelsman.
Gaaei speelt niet langer om geen fouten te maken, maar om zich te laten zien
Af en toe spoken de nare ervaringen nog door zijn hoofd. Zoals begin februari van dit jaar, voor de thuiswedstrijd tegen Feyenoord. Maar die gedachten verlammen hem niet meer.
Zijn vader en broer zitten op de tribune als Gaaei een uitstekende wedstrijd in blessuretijd bekroont met de assist bij het winnende doelpunt. Met exact de juiste snelheid krult hij de bal langs de verdedigers van Feyenoord, precies in de loop van Kenneth Taylor. En zijn moeder? Die juicht thuis, alleen, voor de televisie in de woonkamer.
5Een knuffel van de coach
Op donderdag 22 mei rijdt Gaaei ruim achthonderd kilometer van Amsterdam naar zijn ouderlijk huis in Bruunshab. Het seizoen met Ajax zit erop. Hij heeft genoeg om over na te denken.
Negen punten voorsprong had Ajax op PSV met nog vijf wedstrijden te gaan. Toch ging het mis. Terwijl afwisselend Nederlandse, Deense en Amerikaanse hiphop uit de boxen schalt, denkt hij aan verprutste kansen, het fatale tegendoelpunt in de laatste minuut tegen FC Groningen. Was het mentale vermoeidheid? Stress? Het moet bijna wel, maar zo heeft hij het niet ervaren. Gaaei begrijpt het nog steeds niet.
Hij mijmert over de voorbije maandag, de dag na de laatste competitiewedstrijd, toen Farioli op het trainingscomplex vertelde dat hij de club ging verlaten. Eventjes had niemand iets gezegd, iedereen was perplex. Later gingen ze met z’n allen naar buiten, het trainingsveld op, waar Farioli de spelers een voor een apart nam en omhelsde. „Ik hoop echt dat ik je later nog eens tegenkom”, had Gaaei gezegd.
Het vertrek van de trainer raakt hem nog meer dan het verspeelde kampioenschap, merkt hij. Zoals Kristensen hem in zijn kostschooljaar hielp het plezier in het spelletje terug te vinden, zo heeft Farioli hem geholpen zijn zelfvertrouwen te herwinnen bij Ajax.
In de dagen daarna, thuis in Bruunshab, maakt frustratie en teleurstelling langzaam maar zeker plaats voor berusting en trots op een goed seizoen. Op maandag wordt hij gebeld. Het is de bondscoach van Denemarken, die hem complimenteert met zijn prestaties en vertelt dat hij is opgeroepen voor de nationale ploeg. Het is tijd om zijn blik weer vooruit te richten: met een beetje geluk maakt hij 7 juni zijn debuut tegen Noord-Ierland.
Op zaterdag 7 juni kan Anton Gaaei zijn debuut maken voor het Deense elftal. Foto Mikkel Berg Pedersen
Wie is Karol Nawrocki, de nieuwe president van Polen? Bijna alle Polen stelden zich die vraag toen hij zich in november kandidaat stelde als president. Uit een peiling bleek dat bijna twee derde nog nooit van hem had gehoord.
Polen hadden Nawrocki (42) kunnen kennen als directeur van het Tweede Wereldoorlog museum in zijn geboorteplaats Gdansk (2017-2021), of als voorzitter van het Nationaal Herinneringsinstituut (IPN, vanaf 2021). Beide instellingen kwamen de afgelopen jaren volop in het nieuws nadat de regeringen van het nationaal-conservatieve PiS (2015-2023) deze flink politiseerden: het Poolse slachtofferverhaal moest vooral de nadruk krijgen. Aan Nawrocki de taak om die boodschap uit te dragen.
Dat hij daarvoor geschikt was bleek al uit zijn historische onderzoeken naar de georganiseerde misdaad, sport en het verzet onder het communisme in zijn tijd als student en beginnend ambtenaar voor het Herinneringsinstituut. Zijn hele carrière was hij toegewijd aan de herdenking van de Poolse strijd tegen de Russen: hij introduceerde monumenten en straatnamen voor de Vervloekte Soldaten – Poolse militairen die na de Tweede Wereldoorlog bleven strijden tegen het communisme. Hij kwam op de Russische opsporingslijsten te staan nadat hij betrokken was bij de sloop van 42 monumenten die een aandenken waren aan het Rode Leger.
Onafhankelijk voor de bühne
Enige politieke ervaring heeft Nawrocki niet. Nadat PiS in 2023 na acht jaar de meerderheid in het parlement verloor, ontstond er een crisis binnen de partij die wordt geleid door Jaroslaw Kaczynski (75). De partijleider is oud en onpopulair onder het electoraat, maar regeert binnen de partij met een ijzeren hand. Eén van de bekende PiS-politici aanwijzen als presidentskandidaat zou leiden tot een interne strijd binnen de partij en dat wilde Kaczynski niet. Temeer omdat de partij na haar verlies in 2023 te maken kreeg met verschillende corruptiezaken en andere onrechtstatelijke affaires; geen enkele PiS-prominent had een schone lei.
Ziedaar de komst van Nawrocki. Maar, hij werd door PiS naar voren geschoven als onafhankelijke kandidaat en moest overkomen als iemand met PiS-denkbeelden, maar zonder enige partijbanden. Dat bleek al snel vooral voor de bühne te zijn: er waren geen PiS-logo’s op zijn bijeenkomsten, posters en campagnefilmpjes, maar alles werd geregisseerd door de partij.
PiS probeerde dezelfde tactiek te herhalen als met de aftredende president Andrzej Duda. Hij won in 2015 de presidentsverkiezingen als relatief onbekende nieuwkomer. Maar waar de jurist Duda al enige politieke ervaring had als Europarlementariër, daar maakte Nawrocki in het begin van de presidentscampagne totaal geen indruk: zijn eerste speech las hij voor vanaf een papiertje, tijdens persconferenties gaf hij geen antwoorden en zelfs Duda moest in het begin spieken op een briefje om zich de naam van Nawrocki te herinneren.
Ene schandaal na het andere
Maar de afgelopen weken kwam Nawrocki volop in de aandacht. Verschillende media wisten het ene na het andere schandaal op te rakelen uit zijn verleden. Hij deed mee aan straatgevechten met hooligans, kocht een huis van een gepensioneerde onder de valse belofte dat hij voor hem zou zorgen en bleek in het verleden als beveiliger van een hotel in badplaats Sopot sekswerkers te introduceren bij hotelgasten.
Hoewel hij al die aanvallen ternauwernood doorstond en vaak verschillende versies naar buiten bracht als wederwoord, maakten de schandalen uiteindelijk geen indruk op zijn electoraat. Voor de ene helft van Polen was hij ‘de hooligan, de pooier en bedrieger’ en voor de andere helft plus één procent, was hij ‘de gewone Pool’ met een krasje. In het extreem gepolariseerde Polen bleken de schandalen Nawrocki alleen maar te versterken. Het idee begon te overheersen dat zijn tegenstanders – inclusief de media – alles zouden doen en proberen te vinden om hem dwars te bomen.
In de campagne zette Nawrocki zich neer als een sportieve amateurbokser, hardlopend voor het Witte Huis en op de vuisten opdrukkend in de ochtend voor verkiezingsbijeenkomsten. Maar tijdens een televisiedebat wist hij het nog geen twee uur vol te houden zonder nicotinemiddelen. Afkomstig uit een traditioneel gezin, vernoemd naar Karol Wojtyla ofwel Paus Johannes Paulus II, groeide hij op tot een hardwerkende patriottische Pool met drie kinderen, van wie een stiefkind – zo is het beeld dat van Nawrocki werd gecreëerd.
In de campagne ging het dan ook nauwelijks over zijn ideeën voor Polen. Hij wil een sterke economie (kerncentrales en een nieuw vliegveld), geen illegale migranten en lagere belastingen. Het is een kopie van het partijprogramma van PiS en verschilt weinig van dat van Donald Tusk. Alleen gaat de president niet over deze zaken. De winst van Nawrocki gaat ook deels schuil in de teleurstelling van veel Polen, die op Nawrocki stemden uit protest tegen de prodemocratische regering van Donald Tusk, die in 2023 veel beloofde maar weinig gedaan kreeg.
Ook kreeg Nawrocki steun van de Amerikaanse president Donald Trump, die hem ontving in het Witte Huis voor een campagnefoto. De Amerikaanse minister van Binnenlandse Veiligheid, Kristi Noem, kwam afgelopen week speciaal naar Polen om haar steun voor Nawrocki uit te spreken. Ook de Hongaarse premier Viktor Orbán steunde hem. Met Nawrocki als president krijgen de illiberalen een nieuwe bondgenoot, al is Nawrocki – net als bijna alle Poolse politici – fel gekant tegen Rusland en zal hij geen dwarsligger zijn in de NAVO en de EU als het gaat om steun voor Oekraïne.
Het Poolse presidentschap is voornamelijk een ceremoniële functie. Maar vanwege het vetorecht van de president zal Nawrocki’s presidentschap leidden tot een voortzetting van de politieke patstelling. Nawrocki heeft al aangegeven niet te willen samenwerken met de regering-Tusk. Daarmee zorgt hij voor een politieke crisis binnen de coalitie en lijkt Nawrocki de rode loper uit te leggen voor vervroegde parlementsverkiezingen en de winst van ultrarechts in Polen.
Lees ook
In dit Poolse dorp is de politieke verdeeldheid totaal: de ene helft haat de ene presidentskandidaat, de andere helft de ander
Als het even anders was gelopen, dan had niet Marjolein Faber maar Rita Verdonk zich nu moeten verantwoorden voor het asielbeleid. Vorig jaar werd Verdonk, gemeenteraadslid voor Hart voor Den Haag, naar eigen zeggen gepolst voor de post van minister voor Asiel en Migratie. Ondanks dat ze zich nog altijd hard wil maken voor dit thema, sloeg ze het aanbod af „Ik dacht: dat ga ik mijn gezin niet nog eens aandoen.”
Wie haar precies benaderde, wil Verdonk niet kwijt. Dat ze werd gevraagd is niet zo gek, want ze had goed gepast bij Wilders, met zijn roep om het strengste asielbeleid ooit. Het was immers Verdonk die 22 jaar geleden (2003-2006) als VVD-minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in het kabinet-Balkenende II als eerste de toon zette met een „helder” asielbeleid. Migranten zonder verblijfstatus werden uitgezet, verblijfsvergunningen ingetrokken en inburgering was verplicht.
Verdonk bleef naar eigen zeggen „consequent en rechtlijnig”. Ze kreeg de bijnaam ‘IJzeren Rita’ en deed die reputatie eer aan toen ze in 2006 het Nederlanderschap wilde ontnemen van haar VVD-collega én vriendin Ayaan Hirsi Ali. Dat leidde tot de val van het kabinet. Ondertussen woedde er een machtsstrijd tussen haar en Mark Rutte om het VVD-lijsttrekkerschap. Verdonk verloor. Ze richtte haar eigen politieke beweging op (‘Trots op Nederland’), haalde niet genoeg stemmen en verdween van het toneel.
Drie jaar geleden keerde ze terug naar de Haagse politiek – de lokale dit keer – als raadslid bij de partij van Richard de Mos. Onlangs kondigde ze aan definitief te stoppen met haar politieke carrière.
U stapt uit de politiek?
„Ik ga niet meer in de gemeenteraad. Ik had graag wethouder willen worden, maar dat is niet gelukt. En nu zit ik ook nog eens in de oppositie, omdat Hart voor Den Haag al twee keer buiten het college is gehouden. Echt schandalig.
„Het is lastig om dingen voor elkaar te krijgen. Er zitten een paar goeie wethouders bij, maar de meesten snappen niet wat effectief besturen is. Dan probeer ik wat, linksom of rechtsom. Maar het schiet niet op.
„Vorig jaar hadden we dat debacle over het voormalige HagaZiekenhuis waar nu 440 asielzoekers en driehonderd kwetsbare mensen komen wonen. Midden in een woonwijk. Die omwonenden doodongerust. En dat gesteggel vervolgens met de wethouder. Ik zei: ‘Kunnen we dit ziekenhuis niet ombouwen zodat er kamers komen voor Haagse jongeren die allemaal nog bij hun ouders wonen?’ ‘Nee, want die hebben een dak boven hun hoofd.’ Ja, maar die kunnen niet verder met hun leven. En die asielzoekers, die hebben wel een dak, in het land van herkomst.
„Ik heb met kunst-en-vliegwerk er een motie doorheen gekregen waardoor er nu een veiligheidsplan komt. De bewoners blij. Maar wat een energie daarin gaat zitten.”
Waar heeft u nog meer uw energie ingestoken?
„Er is zóveel dat beter moet, maar ik zie nauwelijks verbetering voor de burgers. In plaats daarvan gaat het vooral over zero emissies, straten versmallen en parkeerplaatsen schrappen. Wij luisteren écht naar de burgers. En zo proberen we iets te doen aan het afval op straat. Stapels vuilniszakken en viezigheid liggen hier gewoon voor je deur. We hebben opruimacties georganiseerd en willen strengere handhaving. In de jaren tachtig woonde ik met mijn man in de Schilderswijk. Daar gooiden bewoners ook zo het vuil uit het raam, als je er iets van zei, was je een racist.”
„Iemand zei: ‘Dat is de zoon van Verdonk’, nou toen kwam er een hele groep allochtone jongeren op hem af”
Hoe weet u wat er speelt in de stad?
„Ik praat met veel mensen. En ik zie een hoop op sociale media. Laatst nog, hoe tuig de kermis in Den Haag en de boulevard van Scheveningen bestormde. Of je ziet hoe jongeren vechten terwijl de ander filmt. Vreselijk.
„Het is overigens wel verslavend, dat sociale media. Dan denk ik: kom op, leg die telefoon nu maar weg. Maar je moet weten wat er speelt in de samenleving. Dat zeg ik ook tegen ouderen. Volg het nieuws, blijf bij de tijd. Zodat je niet wordt opgelicht door een nepagent.”
En integratie, heeft dat nog uw prioriteit?
„ Absoluut. Toen ik minister was, kwam ik in buurthuizen waar migrantenvrouwen samen kleding naaiden. Ze spraken de taal nauwelijks. En nu, twintig jaar later, kom ik daar weer en zie ik weinig verschil. Dat kan toch niet? Je moet gewoon Nederlands spreken om volwaardig te functioneren in onze samenleving. Dan denk ik: waarom hebben we dat in Nederland nooit écht durven aanpakken?”
Als minister was dit uw speerpunt: u introduceerde de Wet inburgering, die zowel nieuwkomers als mensen die de Nederlandse nationaliteit wilden, verplichtte om de Nederlandse taal te leren en zich te verdiepen in de samenleving.
„En er waren sancties. Wie niet slaagde voor het inburgeringsexamen kon een boete krijgen, de verblijfsvergunning werd niet verlengd, het cursusgeld moest worden terugbetaald en naturalisatie was uitgesloten. Maar goed, mijn opvolger heeft alle sancties geschrapt. Tja, dan weet je wat er gebeurt: helemaal niets.
„Daarom vestig ik mijn hoop op dit kabinet. Doe alsjeblieft iets aan die instroom, dat is ook wat Nederland wil.”
Vindt u dat Faber het goed doet?
„Ja, maar het kan nog beter. Ze heeft een aantal wetsvoorstellen gedaan, maar dat doet ze niet altijd even handig. Neem die discussie over die lintjes voor de vrijwilligers van het COA. Dan denk ik: oké, prima dat je een rechte rug hebt, dat weten we nu wel. Je had ook kunnen zeggen: ik teken dit jaar nog, maar volgend jaar niet meer. Nu leidt het alleen maar af van waar het echt om gaat.
„Want laten we eerlijk zijn: de instroom moet verder omlaag. Meer dan de helft van de mensen dat hierheen komen, zijn alleenstaande mannen. De meesten lopen geen gevaar, die komen omdat we een rijk land zijn. Maar dat is géén geldige reden onder onze asiel- of vreemdelingenwet om in Nederland bescherming te krijgen. Echte vluchtelingen, mensen die echt gevaar lopen, moeten we zeker opvangen. Wat Faber zegt: geef ze een tijdelijke verblijfsvergunning, maar geen permanente, en bied ze veiligheid, daar ben ik het mee eens.”
Hoe kijkt u terug op uw tijd als minister?
„Het was heerlijk om dingen voor elkaar te krijgen. Toen de nieuwe Wet inburgering er moest komen, hebben we een heel plan gemaakt met ambtenaren. Op het departement met pizza. Die plannen heb ik toen voorgelegd aan de vaste Kamercommissie. Ik gooi mijn principes niet overboord, maar wilde kijken hoe de Kamerleden reageerden en waar nog ruimte zat. Waar gaan we over onderhandelen?
„Maar het was ook zwaar. Zeker toen met Ayaan. We hadden elkaar gevonden in de strijd tegen eerwraak en vrouwenbesnijdenis. We raakten bevriend. Toen Theo van Gogh werd vermoord [in 2004] heb ik haar thuis opgevangen. Hand in hand zaten we op de bank naar het nieuws te kijken. Eigenlijk wilde de beveiliging dat niet. Maar ik zei: ‘Luister, heren, dit gaat gewoon gebeuren.’ Mijn man en kinderen waren erbij. Ik zal het nooit vergeten.
„Twee jaar later, op een donderdagavond, werd ik opeens gebeld door ambtenaren: ‘Heb je Zembla gezien?’ Ik had het niet gezien. Wat bleek: Ayaan had gelogen over haar naam en geboortedatum om zo sneller asiel te krijgen. De volgende ochtend zeiden mijn ambtenaren: ‘We hebben het uitgezocht. En de vluchtelingenstatus kunnen we niet meer afnemen, dat is verjaard.’ Prima, dacht ik. Maar toen kwam de juridische kant van naturalisatie erbij: in de wet staat dat als iemand bij het verkrijgen van het Nederlanderschap heeft gelogen, het Nederlanderschap geacht wordt nooit te zijn verleend. Tja… Fractieleider Gerrit Zalm wilde dat ik het op zou lossen. Maar dat ging niet, wat moest ik doen? De wet was volkomen duidelijk.
„Een dag later, of misschien twee, kreeg ik een bericht dat Ayaan naar Amerika zou vertrekken. Dat wist ik niet. Dus ik zette de televisie aan, en daar zag ik Gerrit, als een soort ceremoniemeester, aankondigden dat Ayaan naar de VS ging. Dat was bizar. Gerrit, hij was nota bene degene die mij destijds binnenhaalde. Hij stond aan haar kant. Dat kwam hard aan.
„Binnen de VVD wilden veel mensen dat ik een uitzondering zou maken. Voor ons soort mensen. No way„
„En afijn, ik heb gedaan wat ik bij iedereen zou doen. Binnen de VVD wilden veel mensen dat ik een uitzondering zou maken. Voor ons soort mensen. No way. Het was geen leuke tijd. Ook vanwege de strijd om het partijleiderschap met Rutte. Het bestuur en allemaal hotemetoten binnen de VVD moesten mij niet. Dus die haalden alles uit de kast om dit met Ayaan heel groot te maken en mij te beschadigen. Ik heb me zelden zo eenzaam gevoeld.”
Hoe was het voor uw gezin, die tijd?
„Zwaar. Ook voor de kinderen, opeens was ik altijd weg. Een goeie vriendin heeft een tijd voor mijn man en kinderen gekookt. En ik werd natuurlijk beveiligd. Ik kon niet even spontaan iets leuks doen. Mijn zoon is nog eens achterna gezeten in de stad. Iemand zei: ‘dat is de zoon van Verdonk’, nou toen kwam er een hele groep allochtone jongeren op hem af. Maar er zaten ook leuke kanten aan. We zijn met het gezin naar de Toppers geweest, we zaten op de eerste rij.”
Waar komt uw liefde voor besturen vandaan?
„Als tiener nam ik al graag het voortouw. Toen ik vijftien was, gaf ik leiding aan de sociëteit voor jongeren. Plus ik kom uit een ondernemersgezin. Mijn vader had zijn eigen administratiekantoor. Daar hielp ik regelmatig mee. Je leert om hard te werken, om met allerlei mensen om te gaan en iets te bereiken.
„Ik was 28 toen ik adjunct-directeur werd van het Huis van Bewaring in Scheveningen. Ik was verantwoordelijk voor het personeel, het middenkader viel onder mij. Dat waren mannen die jarenlang op zee hadden gezeten. Ik heb veel van hen geleerd. Bijvoorbeeld dat je mensen niet te dicht op de huid moet zitten en ze ruimte moet geven. Ik wilde veel voor de mannen regelen, ik bedoelde het goed. Maar één van hen zei: ‘Even voor de duidelijkheid, je bent mijn moeder niet, dat kan ik zelf ook wel.’”
Wat als Hart voor Den Haag volgend jaar wél deel uitmaakt van de coalitie?
„Stel dat we in het college komen – en het wordt een realistisch college – dan wil ik er misschien wel in. Ik wil plannen maken, draagvlak creëren en dingen uitvoeren.”
En wat gaat u doen als u toch uit de politiek stapt?
„Ik wil best advies geven, als ik maar weer regie heb over mijn agenda. En ik wil fit blijven. Ik sport met een personal trainer. Even een primeurtje: vanmorgen heb ik 140 kilo weggeduwd met mijn benen. Dan zegt die trainer: ‘Zullen we er nog tien kilo bij doen?’ En ik zeg: ‘Yes!’ En dan laten we het gewicht staan. We houden in de gaten wie er na ons op dat apparaat gaat. Die zien mij dat eerst doen en denken: hóe dan?”
Lees ook
Op zoek naar de roots van Marjolein Faber: ‘Ze was altijd al stronteigenwijs’