Hurkend voor hun selfie kukelen de toeristen zo het bloemenbedje in

Tulpenselfies Nu de tulpen in bloei komen, krijgen telers ook weer te maken met toeristen die zomaar hun velden in lopen voor een kleurrijke selfie. Her en der worden daarom ‘selfievelden’ ingericht.

Bezoekers van het tulpenfestival in Creil nemen foto’s op een speciaal daarvoor ingericht ‘selvieveld’.
Bezoekers van het tulpenfestival in Creil nemen foto’s op een speciaal daarvoor ingericht ‘selvieveld’.

Simon Lenskens

Net onder het dorpje Bant, in de Noordoostpolder, banjert zaterdagmiddag een jonge vrouw door het tulpenveld. Tien, twintig passen zet ze het boerenland in. Daar poseert ze, in lichtoranje broek en donkeroranje coltruitje, tussen de tienduizenden oranje tulpen. Haar vriend maakt de foto’s. De outfit lijkt speciaal voor de shoot uitgekozen.

Ze zijn Pools, zegt hij als ze klaar zijn, maar verder hebben ze weinig trek in vragen van de verslaggever. No, no, murmelt hij afhoudend, voor ze in hun Opel Vivant stappen en zich via de N715 uit de voeten maken.

Tulpenboer Jordi van Meer (44) weet er alles van. Hij heeft z’n teeltbedrijf zo’n 10 kilometer verderop, bij het dorpje Creil. „Mensen gaan de velden in, wat je er ook tegen doet”, zegt hij. „Prima als je foto’s wil maken, maar niet erín, want je maakt het stuk. Een tulpenveld van ons dat aan de weg ligt, bloeide vorig weekend al. Zondagmiddag kreeg ik een appje van een andere boer: er lopen állemaal mensen in de tulpen. Er staat wel een waarschuwingsbord bij, maar dat helpt niet. Nu heb ik er een rood-wit lint gespannen. Ik kan er niet zeven dagen in de week bij gaan staan.” Anderen ziet hij soms met hond en al tussen de tulpen, of „ze gaan er met hun dikke reet in zitten”.

En altijd is het voor een foto.

De raarste capriolen

Dit is de tijd van het jaar dat de Nederlandse tulpenvelden in bloei staan – en dat de hele wereld het wil zien. Of liever: ermee gezien wil worden.

Dat merken ze al jaren bij Keukenhof in Lisse. Sinds een paar jaar hebben ze daar betegelde ‘selfiepaadjes’, zodat je toch tússen de bloemen kan gaan staan, en er zijn ‘selfieplekken’ ingericht waar je kunt poseren met een bollenveld of een molen op de achtergrond. „Ie-de-reen loopt hier met een camera rond”, zegt pr-manager Annemarie Gerards via de telefoon. „Vroeger wilden bezoekers foto’s van bloemen. Nu willen ze gewoon heel graag met zichzelf op de foto.” Daarbij worden soms bloemen vertrapt, of bezoekers kukelen na een hurkende pose zo achterover een bloemenbed in. Toenmalig directeur Bart Siemerink zei in 2019 tegen EditieNL dat er ongeveer één keer per dag iemand in het water valt omdat op de stapstenen in de vijver „de meest rare capriolen” worden uitgehaald voor een foto.

Bezoekster van het tulpenfestival in Creil.
Simon Lenskens

En dat is dan nog een park voor toeristen, met een hek eromheen. Ze merken het ook op de particuliere tulpenvelden, zoals in de Bollenstreek, in de kop van Noord-Holland en hier in de Noordoostpolder, waar de komende weken weer zo’n tweeduizend hectare aan tulpen te zien is, lange stroken in felle kleuren. Dat is prachtig, maar óók is het een kwetsbaar gewas en het inkomen van de kweker, die leeft van de tulpenbol die onder de grond groter moet groeien, eind juni wordt geoogst en dan kan worden verkocht. Jordi van Meer, de tulpenboer uit Creil: „En als je een tulp plattrapt, groeit die bol niet meer.”

Afgelopen vrijdag begon in de Noordoostpolder het Tulpenfestival, waarvoor de organisatie jaarlijks een auto- en een fietsroute uitstippelt langs de velden. Bedoeld om de tulp en het gebied te promoten, maar het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de toerist uit- of afstapt om de velden in te gaan.

Als je een tulp plattrapt, groeit die bol niet meer

Jordi van Meer tulpenboer uit Creil

Jordi van Meer is de initiatiefnemer van wat de organisatie van het festival een ‘selfieveld’ noemt: een klein veldje met om de paar passen een andere tulp, ruim vijfhonderd soorten in totaal, en vooraan een bloemenperkje waar je vanaf een stalen ophoging in gele tulpen ‘2023’ kunt zien staan. Hier mag je dus wel parkeren en tussen de bloemen foto’s nemen. In de tent ernaast is eten en drinken te koop, er zijn speeltoestellen voor kinderen. Er staat ook een paar klompen, maatje 100 ongeveer, waar regelmatig mensen in gaan staan voor een foto. Komend weekend vliegt vanaf hier zelfs een helikopter boven de velden, zodat toeristen vanuit de lucht foto’s kunnen maken – volledig uitverkocht, zegt piloot Pieter Veendrick. Hij doet het al jaren, maar nog nooit zat hij zo snel vol.

Fotootje voor Facebook

Het merendeel loopt met een camera of telefoon in de hand, zaterdagmiddag. Zoals Jetty Veenstra (65) uit Joure, die een professioneel toestel bij zich heeft. Hobbyfotograaf is ze, vorig jaar deed ze samen met haar dochter een cursus. Ze heeft al een paar foto’s gemaakt, maar het zint haar nog niet. „Een gele tulp tussen de rode, maar qua scherpte nog niet hoe ik het wil hebben.” Ze doet het puur voor zichzelf, zegt ze, niet om te delen via sociale media. Soms drukt ze er een groot af, dan mag-ie een poosje in de woonkamer hangen.

En een selfie? Nee, nooit. Ja, één keer, herinnert haar man Piet (74) zich: toen ze eens bij het Lago Maggiore waren, tóén hebben ze een selfie gemaakt.


Lees ook: Wat zeggen selfiemusea en selfievelden over deze tijd? Een essay van Christiaan Weijts

Ewa van Vliet (59) uit het Westland is er iets fanatieker in. Ze is hier met haar man en een bevriend stel, en een van de weinigen met een selfiestick. Ze hebben net een groepsfoto gemaakt. Het meeste wat ze schiet is voor vrienden, via WhatsApp, maar „een fotootje voor Facebook is ook welkom”.

Grace Roscher (76) is een van de toeristen die in de klompen gaan staan voor een foto, genomen door haar man Arie (73). Ze zwaait naar de mensen thuis. Beiden werden in Nederland geboren, maar nu wonen ze al decennialang in Alberta, Canada. Ze bezoeken familie in Nederland, vertellen ze, ze komen regelmatig over en reden de tulpenroute ook al vaker. „Everytime we come, we come for the tulips”, zegt Grace. Ze vertrappen? Nee, ze zijn voorzichtig. Ze hebben het wel gezien hoor, vorig jaar, dat mensen bovenop de bloemen gingen staan. Arie, hoofdschuddend over die houding: „De regels zijn er voor jou, niet voor mij.”

En die klompenfoto? Die gaat via WhatsApp naar familieleden in Canada. „Die willen altijd iets van Nederland zien”, zegt zij. „O, ja”, vult hij enthousiast aan, „dat vinden ze práchtig.”

Vrijgezellenfeestvierder op het tulpenfestival in Creil.
Simon Lenskens