De provincie Zeeland heeft Hugo de Jonge donderdag voorgedragen als commissaris van de Koning voor de komende zes jaar. Dat melden onder meer de Provinciale Zeeuwse Courant en Omroep Zeeland. De 47-jarige De Jonge is sinds afgelopen september al waarnemend commissaris in Zeeland; hij nam toen het stokje over van Han Polman. De Provinciale Staten willen nu graag met hem door.
CDA’er De Jonge, die onder meer vijf jaar minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was, profileerde zich de afgelopen maanden actief als boegbeeld van Zeeland, onder meer in talkshows. Hij hield zich als waarnemend commissaris actief bezig met de groei van de provincie. Die is volgens hem noodzakelijk om voorzieningen als onderwijs en zorg op peil te houden, zei hij afgelopen januari in een nieuwjaarstoespraak.
Als Judith Uitermark (NSC), demissionair minister van Binnenlandse Zaken, besluit om de voordracht van de provincie Zeeland over te nemen, wordt De Jonge binnenkort benoemd door de Koning. Normaal gesproken doet een binnenlandminister dat.
Geboren Zeeuw
De Jonge, een geboren Zeeuw, was van 2022 tot 2024 minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van 2023 tot 2024 ook minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvóór was hij vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport – hij werd vooral bekend in de coronacrisis. Ook deed hij een gooi naar het leiderschap van het CDA. Daarvoor werkte hij jarenlang als wethouder in Rotterdam, waar hij momenteel nog woont. Als commissaris zal hij moeten verhuizen naar Zeeland.
De commissaris van de Koning houdt onder meer toezicht op het beleidsproces van de provincie en adviseert en bemiddelt bij bestuurlijke problemen in gemeenten. Daarnaast stimuleert hij samenwerking tussen instellingen en organisaties in de provincie.
Lees ook
Zeeland moet groeien, vinden bestuurders. ‘Terneuzen kan een suburb van de Belgische Randstad worden’
Correctie (5 juni, 23.00u.): in een eerdere versie van dit bericht stond in de kop dat De Jonge is benoemd tot commissaris van de Koning; bedoeld werd: ‘voorgedragen’. Dat is aangepast.
Een Nederlandse vruchtbaarheidskliniek, Medisch Centrum Kinderwens (MCK) in Leiderdorp, heeft donorzaad jarenlang gebruikt voor meer verwekkingen dan wettelijk is toegestaan. Dat blijkt vrijdag uit onderzoek van Nieuwsuur. De kliniek zou tussen 2006 en 2017 bewust minstens 36 massadonoren hebben gecreëerd. Aan de bewuste donoren werd niet gezegd dat hun zaad voor het verwekken van meer dan het toegestane aantal kinderen is gebruikt. Ook ouders zouden door MCK niet op de hoogte zijn gebracht.
In 1992 werd een maximum aantal kinderen vastgelegd dat met hetzelfde zaad verwekt mocht worden: 25. Inmiddels is dat aantal bijgesteld naar twaalf. Het is een richtlijn waar alleen in overleg met een arts van mag worden afgeweken.
In 2006 begon MCK aan zijn donoren te vragen of ze in plaats van voor maximaal 25 kinderen, voor maximaal 25 gezínnen wilden doneren, schrijft Nieuwsuur. „Door een tekort aan donoren, de grote vraag vanuit wensmoeders en de wens voor meerdere kinderen van dezelfde donor binnen één gezin,” zegt de huidige directeur van MCK Wouter van Inzen tegen het programma. Ook kon volgens de kliniek nog een aantal kinderen in het buitenland worden verwekt met het zaad van de massadonor.
1.200 kinderen
Zulke overeenkomsten waren tegen de regels, schrijft Nieuwsuur. Donoren zeggen tegen het programma dat ze dat niet wisten, en hebben in sommige gevallen tot 50 kinderen in binnen- en buitenland verwekt. Er zouden naast de 36 donoren zo’n 900 moeders en 1.200 kinderen slachtoffer zijn geworden van de praktijken van MCK. De kliniek stopte volgens het programma in 2017 met het overtreden van de regels, maar heeft de betrokken donoren, ouders en de inspectie nooit ingelicht.
Halverwege april onthulde Nieuwsuur al dat er meer dan 85 Nederlandse massadonoren zijn, door de manier waarop Nederlandse fertiliteitsklinieken met donorzaad zijn omgegaan. Toen schreef het programma dat klinieken „doelbewust vaker dan 25 keer dezelfde donor hebben gebruikt” en „onderling donorsperma hebben uitgewisseld zonder medeweten van de donor en zonder duidelijke registratie”. Ook was het lang mogelijk voor donoren om zich bij meerdere klinieken aan te melden, omdat er geen landelijke registratie was.
Om zeven uur ’s ochtends is de stationshal van Utrecht Centraal akelig leeg. Waar gewoonlijk vele duizenden reizigers passeren, dwalen er vrijdagmorgen maar enkele rond. De daklozen die normaal opgaan in de massa reizigers, slenteren zichtbaar door de hal.
Op de informatieborden waar de dienstregeling te lezen is, staat in felrode letters dat de treinen vandaag niet rijden door een staking van de NS. De omroeper houdt het positiever. De computerstem vertelt waar nog wel treinen rijden – ook al zijn het er veel minder dan gewoonlijk op dat traject. „Er rijden minder treinen tussen Amsterdam Centraal en Schiphol”, klinkt het blikkerig door de hal.
Op Utrecht Centraal staat alleen op het bord van perron 19 een vertrektijd weergegeven; de internationale treinen vanaf Utrecht rijden wel. Daar zijn Reinout Wissenburg en Bas de Vreeze uit Rotterdam blij mee. „Wij gaan een weekendje weg naar München met mijn ouders”, vertelt Wissenburg net buiten de stationshal. „Gisteren zijn wij al naar mijn ouders gereden en vandaag was de buurman zo vriendelijk ons af te zetten bij het station.”
Lees ook
Lees ook: Waarom zet de NS geen bussen in? En kunnen NS’ers niet iets anders dan staken? Twaalf vragen over de staking die het land deze vrijdag verlamt
Het personeel van de NS staakt, omdat de werknemers ontevreden zijn over het voorstel dat het spoorbedrijf heeft gedaan voor een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (cao). De actie die in eerste instantie alleen was bedoeld voor de regio Midden-Nederland, mondde uit in een landelijke staking. Volgens de NS-woordvoerder komt dat doordat deze staking „het hart van onze operatie raakt”. Daarom zijn vrijdag alle treinen geschrapt.
Dagelijks heeft de NS zo’n 1,1 miljoen treinritten (wie van A naar B treint en terug naar A telt als twee ritten). Op vrijdag ligt het aantal reizen iets lager, op pakweg 1 miljoen. Die reizigers werkten vrijdag thuis, of moeten op zoek naar een andere manier om hun bestemming te bereiken. Twee grote aanbieders van deelauto’s, Greenwheels en MyWheels, gaven donderdag al aan een flinke stijging te zien in het aantal boekingen. Ook Check, dat deelauto’s verhuurt in Amsterdam, zag een stijging, van maar liefst 500 procent.
De bus is ook een alternatief, maar dat duurt voor de meeste mensen wel aanzienlijk langer. Karmen Hakvoort en Daphne van den Haak reizen allebei vanuit Breukelen naar Utrecht. Waar ze normaal binnen 10 minuten op het station zijn, doet de bus er ruim 40 minuten over.
Ook op de carpoolplek naast het station rijden auto’s af en aan. Allison Creutzmann heeft deze staking besloten om te carpoolen, samen met haar collega’s. Vorig jaar tijdens de treinstakingen had ze minder geluk. „Toen moest ik erg lang wachten voordat ik eindelijk in een bus naar Culemborg kon stappen, waar ik werk. Elke bus die langsreed, zat propvol.”
Niet genoeg bussen
Om dat probleem op te lossen, zouden extra bussen ingezet kunnen worden. Maar dat is niet haalbaar, want er zijn niet genoeg beschikbare bussen, aldus NS. In een bus passen vijftig reizigers, in een intercity zo’n duizend. Overigens zitten de bussen niet propvol op de vroege vrijdagochtend op Utrecht Centraal.
Wie wel de bus heeft genomen naar Utrecht Centraal is Irosha Driessen. Gewoonlijk pakt ze de trein vanuit Culemborg. „Ik heb het eerste stuk met de auto gedaan, maar heb hem wel buiten Utrecht geparkeerd. Vanaf daar heb ik de bus gepakt. Parkeren is hier echt een ramp, dus ik ben blij dat de regionale bussen gewoon nog rijden.”
NS’er Michel Eggermont is een van de stakers. Hij staat met een jack van FNV Spoor in de hal van Utrecht Centraal. Eggermont werkt al 28 jaar bij NS, eerst was hij lokettist, daarna servicemedewerker. Hij helpt reizigers aan de balie en in de hal, en gehandicapte reizigers ook op de perrons. Tijdens zijn werk wordt hij meer en meer geconfronteerd met „de nodige verbale agressie”.
NS’er Michel Eggermont: „Nachtdiensten draaien op je 67ste, dat wil je dan toch niet meer?” Foto John van Hamond
Hij staakt dus niet alleen om een hoger loon. Eggermont: „Het loonbod van NS is weliswaar onvoldoende, het dekt niet eens de inflatie. Maar belangrijker vind ik dat de zwaarwerkregeling moet worden verbeterd. Voor collega’s die onregelmatige diensten draaien, maar ook voor mensen in mijn functie die te maken hebben met agressieve mensen op het station.”
Zij moeten eerder kunnen stoppen met werken, zegt Eggermont. „Nu dreigen sommige collega’s buiten die regeling te vallen. Dat moet echt een stuk beter.” Op dit moment moet een servicemonteur van 67 nog steeds nachtdiensten draaien, zegt de NS’er. „Dat wil je toch niet meer op die leeftijd? Die functie valt nu buiten de regeling voor zware beroepen.”
In de hal staat vakbondsbestuurder Huub van den Dungen van FNV Spoor net een aantal politici van de PvdA te woord. „Het is campagnetijd, hè?” Hij vindt dat NS snel met een beter cao-voorstel moet komen. „De Nederlandse Spoorwegen moeten laten zien dat zij een aantrekkelijke werkgever zijn. En een betrouwbare vervoerder. Nu is het beeld – in Den Haag, maar ook bij veel mensen die nooit de trein nemen – dat er altijd gedoe is op het spoor. Vertragingen, annuleringen. Het personeel van NS is bang voor die uitstraling en daarom staken ze ook.”
‘Doen we eens groen, krijg je dit’
Hans en Jacqueline Smith uit Hilversum en hun zoon Max uit Amsterdam behoren tot de weinige klanten van restaurant en stationsrestaurant Julia’s op Utrecht Centraal. Ze zijn hier voor de internationale trein naar Duitsland. Eindbestemming is Zürich. Daar woont een van hun kinderen en die is jarig. Ze hebben overwogen om te gaan vliegen naar Zwitserland, maar ze willen graag duurzaam reizen. „Doen we eens groen en dan krijg je dit”, lacht Jacqueline Smith.
De familie heeft er al een hele reis op zitten. „Vanuit Hilversum hebben wij een Uber genomen”, vertelt Hans Smith. „Max wilde vanuit Amsterdam alvast de internationale trein nemen, maar dat was moeilijk, zei de NS deze week. Een internationale trein mag je blijkbaar niet ook gebruiken voor binnenlands verkeer als er wordt gestaakt. Hij moest ook een Uber zoeken.”
Bestuurder Wim Eilert van de VVMC, de grootste vakbond van NS-personeel, zegt donderdag nog ruzie te hebben gehad met NS over het gebruik van de internationale treinen. „Wij vinden: als er wordt gestaakt, dan moeten ook geen binnenlandse passagiers mee kunnen met de internationale treinen. Zo schaad je ons recht om te staken.” Ook al dupeer je daarmee mensen die blij zijn dat ze bijvoorbeeld van Utrecht naar Arnhem kunnen reizen? „Ik vind dat je vooral aan NS moet vragen waarom ze het zo ver hebben laten komen.”
Een woordvoerder van NS zegt dat het bedrijf „de zorgen van collega’s begrijpt”. „Toch betreuren we het dat reizigers hierdoor worden geraakt. We waren en zijn wat ons betreft niet uitonderhandeld en gaan graag weer in gesprek.”
Niemand wil graag staken, zegt Eilert. „Het rijdend personeel voelt een grote verantwoordelijkheid voor het treinverkeer. Altijd. Anders kun je dat werk ook niet doen. Maar we hebben nu negen gespreksronden gehad over de cao, er is nauwelijks iets gedaan met onze eisen en dan komt er slechts een schamel loonbod… Het is tijd om onze stem te laten horen.”
Hans Smith appt later uit de internationale trein dat het gezin inmiddels op weg is naar Zwitserland. Inclusief zijn zoon Pim en diens partner Christi. Zij hadden vrijdag ook een Uber gereserveerd om van Den Haag naar Utrecht te reizen. Die werd geannuleerd. „Zij hebben gelukkig een taxi gevonden en moesten daarvoor 218 euro neertellen. Wij hebben geklaagd bij Uber, maar gaan die kosten ook proberen te verhalen op NS.” Gedupeerde reizigers hebben recht op teruggave van geld of op een tegemoetkoming in de vervangende kosten. Van 25 euro. Reizigersvereniging Rover zei eerder deze week al dat zij hoopt op meer coulance van NS.
Treinreizigers zijn voorlopig nog niet uit de problemen. Ook volgende week gaan de bonden staken. Dat hebben zij vrijdagmiddag laten weten aan de NS-directie. Op dinsdag 10 juni voert het treinpersoneel actie in Zuid-Holland, Zeeland en westelijk Noord-Brabant. Over een mogelijke actie op donderdag 12 juni in het noordwesten en oosten van het land, die FNV eerder meldde, is nog niets bekend.
‘Heel mijn korte leven had ik al het gevoel dat ik nooit goed genoeg was. Dat ik ieder moment betrapt kon worden en dat zou blijken dat ik niet geschikt was om te doen wat ik op dat moment ook maar aan het doen was.”
Dixit Jacinda Ardern (44), oud-premier van Nieuw-Zeeland, over het moment vlak voor bekend werd dat ze de nieuwe leider van het land zou worden. Met haar boek De nieuwe macht, het leiderschap van de toekomst’, dat deze week verscheen, wil ze tonen dat een imposter syndrome, oftewel bedriegerssyndroom, succes als wereldleider niet in de weg hoeft te staan. In de zes jaar van haar premierschap werd ze internationaal geprezen om haar empathische stijl van leiding geven. Haar boek is opgedragen aan „iedereen die huilt, bezorgd is en anderen omhelst”.
De mal voor politiek leiderschap leek te rigide om te kunnen veranderen
Als tijdens haar premierschap uitputting dreigde, stuurde haar team haar naar een school, schrijft ze in het boek. Altijd stelde ze scholieren dezelfde vraag: hoe ziet een politicus eruit? „De woorden die dan kwamen, braken soms mijn hart: Egoïstisch. Oud. Onbetrouwbaar. Leugenaar. Kaal.” Woorden waarin ze zich niet herkende, maar die overeenkwamen met hoe ook zij vroeger over politici dacht. „Ik achtte mezelf ongeschikt voor de politiek omdat ik dacht dat een politicus die betrokken was, gevoelig, misschien zelfs vol onzekerheid, er een was die gedoemd was te mislukken. De mal voor politiek leiderschap leek te rigide om te kunnen veranderen.” Later in haar premierschap veranderden de antwoorden van de scholieren, schrijft ze. „Voor het eerst vielen woorden als ‘vrouw’ en ‘betrokken’.”
„Ik wilde niet de geijkte politieke memoires schrijven”, zegt Ardern via een videoverbinding vanuit het Amerikaanse Cambridge, waar ze tegenwoordig woont en werkt. Ze leidt aan de Harvard-universiteit een les- en onderzoeksprogramma over empathisch leiderschap. „Het moest een intiem boek worden waarmee ik mensen aanspreek die soms aan zichzelf twijfelen.” Hoewel ze uren achter elkaar interviews doet – „ik ben het geluid van mijn eigen stem helemaal zat” – zit ze opgewekt achter haar computer. Achter haar staan planken vol boeken en een wereldbol.
Ik heb nooit eerder een wereldleider horen praten over het gevoel niet goed genoeg te zijn. Hoe is het u gelukt om desondanks het leiderschap op u te nemen?
„Naast een imposter syndrome heb ik ook een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat dwingt me mijn aarzeling en twijfel opzij te zetten. Als iemand een beroep op me doet, ga ik mijn uiterste best doen, ook als ik denk dat ik het niet kan. Ik wil mensen niet teleurstellen.”
Waar komt dat verantwoordelijkheidsgevoel vandaan?
„Die werkethiek en dienstbaarheid heb ik van huis uit meegekregen. Mijn ouders hebben altijd ontzettend hard gewerkt. Mijn vader was niet alleen fulltime politieagent, hij had ook een kleine commerciële boomgaard en in zijn vakanties was hij gids voor toeristen. Mijn moeder zorgde voor ons en werkte in de kantine van onze school. Daarnaast deed ze veel vrijwilligerswerk voor de kerk. Er was altijd wel iets te doen, iemand om te helpen.”
U groeide op in een mormoons gezin. Als tiener ging u langs de deuren om het geloof te verkondigen. U schrijft hoe u als twintiger besloot afstand te doen van het geloof, vooral omdat de afwijzing van homoseksualiteit door de kerk niet meer paste bij uw persoonlijke waarden. Hoe ging dat afstand doen in zijn werk?
„Ik had het niet verwacht, maar het schrijven van dat hoofdstuk vond ik het moeilijkst. Het was een heel zwaar besluit, zeker voor mijn familie. Toch kwam het voor hen niet als verrassing, ik was duidelijk over mijn overtuigingen. Het hielp dat ik niet fundamenteel veranderde nadat ik de kerk had verlaten. Mijn familie is me blijven steunen, zij vonden het vooral belangrijk dat ik een goed mens zou zijn.”
U schrijft dat u liever een goed mens bent dan een goede politicus.
Lachend: „Ja, maar waarom kan het niet allebei?”
Kunt u die vraag beantwoorden?
„Ik heb geprobeerd beiden te zijn. Ik besloot al vroeg dat ik op een empathische manier politiek wilde bedrijven en accepteerde dat ik dan waarschijnlijk niet bijzonder succesvol zou zijn. Ik was ervan overtuigd dat mijn gevoeligheid mijn zwakte was, een tragische tekortkoming. Onder mijn politieke rolmodellen als jonge beleidsmedewerker, was niemand die als te gevoelig overkwam. Dat ik het toch tot leider heb geschopt zonder mijn visie te veranderen, was een verrassing. Bij mijn verkiezing tot partijleider in 2017 zei ik dat ik ‘onverzettelijk positief’ wilde zijn. Dat heb ik volgehouden.”
Haar voorganger als leider van de Labourpartij was kort voor de verkiezingen opgestapt nadat de partij was gekelderd in de peilingen. Tegen alle verwachtingen in werd Ardern een paar maanden later de jongste vrouwelijke regeringsleider ter wereld. Ze was 37 jaar en net zwanger. Ardern werd de tweede regeringsleider ooit die in functie beviel van een kind.
Jacinda Ardern wordt gefeliciteerd na haar eerste persconferentie als leider van de Nieuw-Zeelandse Labourpartij (1 augustus 2017). Foto Marty Melville/AFP
Haar verbindende leiderschap viel vooral op tijdens crises. Na de terroristische aanslag op twee moskeeën in Christchurch in 2019 droeg ze uit solidariteit een hoofddoek bij bezoeken aan de getroffen gemeenschap, en gaf mensen troostend een omhelzing. Aan het begin van de coronapandemie sprak ze haar „team van vijf miljoen” ongedwongen moed in via live-gesprekken op sociale media. ‘Jacindamania’ verspreidde zich over de wereld, ze werd een icoon van de linkse beweging.
In het jaar dat ze aantrad als premier, begon Donald Trump in de Verenigde Staten aan zijn eerste termijn. Ardern werd steevast ‘de anti-Trump’ genoemd. Dat heeft ze altijd vervelend gevonden, schrijft ze. „Ik wilde graag bekendstaan om mijn eigen leiderschap en niet worden gedefinieerd aan de hand van dat van iemand anders.” Maar ze lijkt niet aan Trump te kunnen ontkomen. Nu haar boek verschijnt, is hij terug in het Witte Huis en verwikkeld in een felle ruzie met, uitgerekend, Harvard. Hij schrapte miljarden aan overheidssteun aan de universiteit wegens vermeend ‘radicaal links activisme’ op de campus. En door het boek staat ook Ardern opnieuw in de schijnwerpers, na jaren in de luwte te hebben geleefd.
Waarom besloot u zich toch weer bezig te houden met politiek?
„Ik merkte dat er bijna niet wordt gesproken over alternatieve vormen van leiderschap. Ik vroeg me af: wat had mij in mijn begintijd geholpen als leider met een andere stijl dan gebruikelijk? Ik geloof heel sterk dat empathische leiders steun nodig hebben. Ze werken zich vaak uit de naad, maar krijgen niet altijd de aandacht die ze verdienen. Die aandacht is er vaak wel voor politici aan de andere kant van het spectrum, omdat zij die opeisen.”
Lopen empathische en gevoelige leiders extra risico op te branden?
„We hebben politici nodig die in contact staan met hun gevoel, en open staan voor kritiek. Het idee dat deze leiders daardoor minder veerkrachtig zijn, is volgens mij niet juist. Maar ik kan me wel voorstellen dat leiders hun rol voor een kortere periode gaan vervullen. Het leven in de politiek is een onafgebroken, genadeloze cyclus van campagne voeren, verkiezingen – er is nooit een pauze.”
Ik zou me pas echt zorgen gaan maken als de onverschilligheid heerst, als het stil is, als er geen protest zou zijn
Leent de politiek zich überhaupt wel voor empathisch leiderschap?
„Ik ben ervan overtuigd dat er geen belangrijker plek is voor empathie dan de politiek. Het is niet de enige plek waar je een verschil kunt maken in het leven van mensen, maar wel een van de meest invloedrijke. We moeten weer meer oog hebben voor menselijkheid in besluitvorming. Steeds meer mensen hebben het gevoel dat de heersende macht tegen hen is, omdat ze niet menselijk worden behandeld. Een empathische benadering is hard nodig om het vertrouwen in onze instellingen en besluitvormers te behouden.”
Als mensen echt zo’n behoefte hebben aan empathisch leiderschap, hoe verklaart u dan dat ze in democratische verkiezingen voor het tegenovergestelde kiezen?
„Ik snap dat mensen denken dat dat is wat kiezers willen. Maar ik geloof niet dat dit altijd het geval is. Uit onderzoek blijkt dat slechts een kwart van de mensen in Europa die op extreemrechtse partijen hebben gestemd, dat hebben gedaan omdat ze de ideologie steunen.
„Veel mensen leven in grote onzekerheid, dat moeten we erkennen. Maar ik denk niet dat de beste reactie hierop de sterkemannenpolitiek is, waarbij angst en het aanwijzen van schuldigen als wapens worden gebruikt. Er is een alternatief, dat is waar ik het over heb.”
Ardern betaalde een hoge prijs voor het leiderschap. Hoewel ze aanvankelijk zeer geliefd was – in 2020 werd ze met een overweldigende meerderheid herkozen – sloeg de stemming kort daarna om. Een deel van de bevolking keerde zich tegen haar, onder meer vanwege streng coronabeleid. Ze beschrijft demonstraties waar ze afbeeldingen van zichzelf met Hitlersnor zag, of van haar gezicht met de tekst ‘dictator van het jaar’ eronder. Ze werd consequent ‘heks’ genoemd.
Bij haar afscheid begin 2023, een paar maanden voor de verkiezingen, zei ze dat ze „niet langer genoeg in de tank” had voor de functie van premier. Ook na haar vertrek bleef ze permanente beveiliging nodig hebben. Ze heeft nooit openlijk gezegd dat dit een reden was voor haar verhuizing naar de Verenigde Staten, maar het lijkt niet onwaarschijnlijk dat het een rol heeft gespeeld.
Haar man probeerde haar over te halen om aan te blijven, staat in haar boek. „Ik wil gewoon niet dat ze denken dat ze hebben gewonnen”, zei hij tegen haar – doelend op haar online ‘haters’. „Ik wilde ook niet dat ‘zij’ zouden winnen”, schrijft ze. „Maar had ik ze niet al verslagen, in de eerste plaats door aan te treden en daarna door vol te houden?”
Jacinda Ardern sprak het parlement toe bij haar afscheid als premier op 5 april 2023. Mark Coote / AFP
Het is geen makkelijke tijd voor vrouwelijke politici. Ook u kreeg met misogynie te maken. Hebben ‘zij’ niet alsnog gewonnen?
„Er bestaat geen twijfel over dat het moeilijk is voor vrouwen in de politiek en het publieke leven. Daar moeten we aan werken, want ik denk dat het goede mensen ervan weerhoudt de politiek in te gaan. De politieke cultuur is een internationaal fenomeen geworden. Overal is te zien hoe we elkaar ontmenselijken, hoe een taal van geweld wordt gebruikt en agressie wordt gerechtvaardigd. Dat is heel moeilijk, maar ik geloof dat het kan verbeteren.”
Een paar maanden nadat ze afstand deed van het leiderschap, verloor de Labourpartij in Nieuw-Zeeland de verkiezingen. Sindsdien is een conservatief-rechtse coalitie hard bezig haar beleid terug te draaien. Zo had Ardern een verbod op nieuwe fossiele brandstofprojecten ingevoerd; nu zijn juist nieuwe projecten aangekondigd. Ook beleid om de positie van de inheemse Maori-bevolking te verbeteren, heeft de nieuwe regering grotendeels weer afgeschaft.
Heeft u er spijt van dat u bent vertrokken?
„Ik heb besloten geen commentaar te leveren op de binnenlandse politiek. Natuurlijk is er heel veel wat ik mis aan de politiek en aan Nieuw-Zeeland. Maar iets missen is iets anders dan spijt hebben van een keuze.”
Zijn er op dit moment leiders in de wereld die u inspireren?
„Bij de laatste twee verkiezingen in Australië en Canada behaalden de sociaal-democraten een overweldigende overwinning. Zowel Anthony Albanese als Mark Carney spraken tijdens hun overwinningstoespraak over het belang en de kracht van vriendelijkheid en empathie. Er zijn nog steeds leiders die ervoor kiezen om het anders aan te pakken.”
Toch lijkt de trend wereldwijd de andere kant op te bewegen. Waar haalt u uw optimisme dan vandaan?
„Ik heb altijd het gevoel dat ik me moet verantwoorden voor optimisme. Maar juist in donkere tijden zie je de kracht van de mensheid. Ik zou me pas echt zorgen gaan maken als de onverschilligheid heerst, als het stil is, als er geen protest zou zijn.”
Ze haalt het verhaal aan van een van haar helden: ontdekkingsreiziger Ernest Shackleton. Aan het begin van de vorige eeuw probeerde hij als eerste de geografische Zuidpool te bereiken. Met zijn team had hij te voet drieduizend kilometer afgelegd over het ijs. Maar toen ze vlakbij waren, was het weer zo slecht dat hij het ondenkbare deed: hij keerde om. „Shackleton zei: ‘Optimisme is ware morele moed’. Daar denk ik vaak aan. Optimisme is geen latente emotie, het is een keuze. En kiezen voor optimisme is een moedige en noodzakelijke daad in deze tijd.”
Lees ook
Jacinda Ardern wilde als premier empathisch én daadkrachtig zijn
Oud-premier Jacinda Ardern van Nieuw-Zeeland: „Juist in donkere tijden zie je de kracht van de mensheid.” Foto Hagen Hopkins/Getty Images.