Hormoon voorkomt vroeggeboorte bij moeders met korte baarmoedermond

Bij zwangere vrouwen met een korte baarmoedermond voorkomt een dagelijkse behandeling met het hormoon progesteron een vroeggeboorte beter dan een ondersteunende siliconen ring rond de mond, een pessarium. Dat wijst een studie in twintig Nederlandse ziekenhuizen uit, die dinsdag verscheen in het medisch-wetenschappelijk tijdschrift BMJ. De onderzoekers pleiten ervoor om standaard de lengte van de baarmoedermond op te meten bij de twintigwekenecho. Vrouwen met een baarmoedermond korter dan 25 millimeter zouden dan voor een behandeling met progesteron kunnen kiezen.

Vroeggeboorte is een van de grootste problemen in de geboortezorg, en het is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van ziekte en sterfte van baby’s. Kinderen die te vroeg worden geboren, voor 37 weken zwangerschap, hebben vaak levenslange lichamelijke klachten of ontwikkelingsproblemen. In Nederland worden jaarlijks rond 7.000 baby’s (eenlingen) spontaan te vroeg geboren – met meerlingen erbij is het meer.

Zo stevig als kraakbeen

De baarmoedermond, de uitgang van de baarmoeder, heeft de vorm van een tuitje. Hij normaal is gesproken ongeveer 40 millimeter lang en zo stevig als het kraakbeen in een neuspuntje. De baarmoedermond voorkomt dat een kind uit de baarmoeder zakt. Pas tijdens de bevalling wordt hij dun en zacht. Maar bij vrouwen met een kortere baarmoedermond is er een risico dat dit te vroeg in de zwangerschap gebeurt.

„Bij een normale eerste zwangerschap is het risico op een spontane vroeggeboorte 5 procent”, zegt Eva Pajkrt, hoogleraar verloskunde in het Amsterdam UMC en leider van de studie. „Maar als de baarmoedermond bij de eerste zwangerschap rond twintig weken korter is dan 25 millimeter dan is die kans zeven keer hoger, 35 procent.” Ongeveer 2 procent van de vrouwen heeft een korte baarmoedermond, schat Pajkrt.

Dat een dagelijkse vaginale zetpil met progesteron bij deze vrouwen de kans op vroeggeboorte verlaagt, was al bekend. Vrouwen met een vroeggeboorte bij een eerdere zwangerschap krijgen die behandeling al bij volgende zwangerschappen, vanaf zestien weken. Er waren ook studies die suggereerden dat een ondersteunende ring rond de baarmoedermond, een pessarium, vergelijkbare bescherming kan bieden.

Pajkrt en haar collega’s wilden uitzoeken of dat klopt. Aan de studie, die tussen 2014 en 2022 liep, deden 635 zwangere vrouwen mee met een baarmoedermond die korter was dan 35 millimeter.

Gemiddeld genomen beschermde een pessarium niet beter of slechter dan progesteron tegen vroeggeboorte. Maar bij vrouwen met een baarmoedermond korter dan 25 millimeter was het pessarium twee keer minder effectief. Vooral extreem vroege geboorten vóór 28 weken zwangerschap traden bij de zwangeren met het pessarium vaker op. In die groep kwamen 10 van de 62 baby’s zo extreem vroeg, in de progesterongroep 3 van de 69 baby’s.

Extra echo kost meer tijd

Op basis van de bevindingen adviseren de onderzoekers om bij iedere zwangere de lengte van de baarmoedermond op te meten tijdens de echo die standaard rond twintig weken zwangerschap wordt gemaakt. „Dat gebeurt nu in veruit de meeste verloskundige centra niet”, zegt Pajkrt. „Het argument is dat een te korte baarmoedermond niet goed voorspelt wie er te vroeg zal bevallen – er zijn veel meer oorzaken van vroeggeboorten. Maar we moeten het omdraaien: met deze echo pik je in elk geval de vrouwen eruit die door een korte baarmoedermond hoog risico lopen op een vroeggeboorte. Die kunnen we dan aanbieden om preventief progesteron te gebruiken.”

De extra echo kost wel wat meer tijd, want die kan niet via de buitenkant van de buik worden gedaan. Er is een vaginale echo voor nodig.

Schadelijk voor de baby in de buik is de progesteronbehandeling niet, zegt Pajkrt. „In langetermijnstudies zien we geen nadelige effecten op de motorische en geestelijke ontwikkeling van die kinderen op latere leeftijd.”