N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zes vragen over stuifmeelallergie Het hooikoortsseizoen kent bijna geen begin en eind meer. Dat betekent niet dat patiënten er maar mee moeten leren leven.
Tranende ogen, een loopneus of juist een verstopte neus, jeuk, een beetje benauwd. Lamlendig en moe! Maar om nou te zeggen dat je ziek bent? De meeste mensen met hooikoorts ploeteren moedig voort, vaak op halve kracht. „Hooikoorts wordt onderschat, terwijl het een enorme impact heeft op de kwaliteit van leven”, zegt Hanneke Oude Elberink, internist en allergoloog in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Ongeveer een kwart van de Nederlanders heeft er last van. Het kost de samenleving zo’n 3 miljard euro per jaar aan verloren arbeidsproductiviteit. Oude Elberink zou graag zien dat huisartsen patiënten vaker doorsturen. „Veel patiënten gebruiken hun medicijnen te hooi en te gras, terwijl een betere behandeling veel klachten kan verhelpen.”
1 Wat veroorzaakt hooikoorts?
Het woord zet je enigszins op het verkeerde been. Niet hooi maar gras zorgt voor allergische reacties. Ook bij de pluizen van wilg en populier en bloeiend fluitekruid denken mensen vaak aan hooikoorts, maar ook dat zijn niet de boosdoeners.
Hooikoorts, allergische rinitis, wordt veroorzaakt door windbestuivers. Dat zijn planten die geen bloemen hebben om insecten te lokken, maar zich voortplanten door stuifmeel met de wind mee te laten voeren. De zogenoemde pollen zijn microscopisch klein, met een gemiddelde doorsnee van 0,025 millimeter. Je ziet ze alleen als ze in grote hoeveelheden op auto’s of dakramen waaien. Droog weer is ideaal voor de verspreiding, dus slecht weer voor hooikoortspatiënten.
Hooikoorts is een containerbegrip voor verschillende allergieën. Sommige pollen geven meer klachten dan andere en niet iedereen is allergisch voor alles. Het ‘onkruid’ Ambrosia bijvoorbeeld is zeer allergeen, maar die plant is (nog) niet alomtegenwoordig. Berken zijn overal, dus veel meer mensen hebben er last van als deze bloeien. De meeste klachten komen door graspollen: het groeit overal én is zeer allergeen.
De Ambrosia zorgt nu nog niet voor heel veel klachten, maar we moeten opletten dat-ie niet te sterk oprukt
Letty de Weger pollenspecialist
2 Wat gebeurt er dan in je neus?
Als stuifmeelkorrels in de neus komen, ontmoeten ze de mestcellen, een bepaald type immuuncel in het slijmvlies. Antistoffen op die cellen (immunoglobuline E) signaleren de indringers, waarop de mestcellen barsten en allerlei ontstekingsbevorderende stoffen vrijgeven, zoals histamine. Dat maakt de bloedvaatjes wijder en zorgt voor jeuk, snot en tranen. Ontstekingsbevorderende stoffen leiden tot verdikking van het slijmvlies waardoor je neus verstopt raakt. Soms word je benauwd en heb je een piepende ademhaling. Artsen spreken wel over runners en blockers: mensen met loopneuzen en waterige ogen versus de groep met verstopte neuzen.
Mensen met pollenallergie zijn vaak ook allergisch voor huidschilfers van huisdieren en huisstofmijt. Steeds meer ziet Oude Elberink een allergische reactie van hooikoortspatiënten op fruit, noten en groenten. Bij zo’n kruisreactie ziet het afweersysteem geen verschil tussen de verschillende eiwitten, waardoor de antistoffen net zo’n hevige reactie ontketenen op bijvoorbeeld appel als op berkenpollen.
Hooikoorts en astma gaan vaak samen: hooikoorts kan astma verergeren en astmapatiënten hebben vaker hooikoorts. Daarnaast hebben kinderen die op jonge leeftijd luchtweginfecties hadden, later een groter risico op hooikoorts.
3 Is er meer hooikoorts dan vroeger?
Ja, op twee manieren: de klachten duren langer en meer mensen hebben last. Door klimaatverandering bloeien bomen vroeger in het jaar, zien ze bij pollentelstations in Leiden en Helmond. Letty de Weger, pollenspecialist van het Leids Universitair Medisch Centrum, zag de eerste elzenpollen dit jaar rond de jaarwisseling. Grassen volgen elkaar op en bloeien in de zomer langer door.
De Ambrosia, een relatieve nieuwkomer, bloeit zelfs tot in september. De Weger: „Die zorgt nu nog niet voor heel veel klachten, maar we moeten opletten dat-ie niet te sterk oprukt.” Data van veertig jaar pollen tellen in de Benelux laten duidelijk zien dat er meer boompollen worden geproduceerd en het graspollenseizoen langer duurt.
„Patiënten hebben vanaf oktober nog maar twee stuifmeelvrije maanden”, zegt Oude Elberink. „Dat was toen ik 25 jaar geleden begon echt niet zo.” Zij ziet veel meer ernstige hooikoortspatiënten dan vroeger, maar het is nog steeds het topje van de ijsberg, zegt ze. In Nederland vlakt de groei af. „Maar in opkomende landen zoals China groeit het sterk.”
Ze noemt een waaier aan mogelijke verklaringen voor de toename: kinderen wonen minder vaak op het platteland waar gezonde bacteriën helpen hun afweer opbouwen. Ook de voeding is veranderd: minder gefermenteerd, meer bewerkt, en dus met een minder gevarieerde bacteriesamenstelling. Ook luchtvervuiling speelt een rol: roetdeeltjes irriteren het neusslijmvlies en maken zo de barrière voor pollen kwetsbaarder.
Mensen zijn soms in tranen, zo blij zijn ze dat ze van hun klachten af zijn
Hanneke Oude Elberink internist en allergoloog
4 Wat kun je eraan doen?
Stuifmeel vermijden is stap één, maar niet zo eenvoudig bij mooi weer. Bij de drogist en de apotheek zijn antihistaminica zoals cetirizine en loratadine te koop, in de vorm van tabletten, neusspray en oogdruppels. Antihistaminica onderdrukken de allergische reactie door de werking van histamine tegen te gaan. Het werkt vrij snel, vooral tegen loopneuzen en niezen, maar is niet voor iedereen afdoende. Cromoglicinezuur (spray) doet iets vergelijkbaars, maar werkt soms pas na twee of drie weken.
Antihistaminica zijn eerste keus, daarna schrijft de huisarts veelal ontstekingsremmende corticosteroïden (hormonen) voor. Ook die zijn als tablet, spray en druppels verkrijgbaar. Nadeel van corticosteroïden is dat ze pas na één of meer weken beginnen te werken – je moet dus al beginnen voordat de pollen komen.
Als de huisarts patiënten doorstuurt begint een allergoloog of kno-arts bij het begin, zegt Linda Benoist, kno-arts in het Amsterdam UMC. „We vragen bij te houden welke klachten je hebt en wanneer.” Met de pollenkalender ernaast krijg je al een beter beeld. „Daarnaast doen we onderzoek met een camera om te kijken of de obstructie niet door iets anders wordt veroorzaakt, zoals neuspoliepen.”
Een combinatie van een antihistaminicum en corticosteroïden levert voor veel mensen al voldoende verbetering op, als ze die op de goede manier gebruiken. „Beide middelen versterken elkaars effect”, zegt Benoist.
Wat in elk geval niet werkt, zegt ze, is xylometazoline neusspray, bekend als Otrivin, tegen neusverkoudheid. Dat vernauwt de bloedvaatjes in de slijmvliezen waardoor je snel ‘ruimte’ in je neus voelt. „Maar na ongeveer zeven dagen geeft het een rebound-effect.” Snel na de vernauwing zetten de bloedvaatjes weer uit en heb je de neiging opnieuw te sprayen om lucht te krijgen. Zo ontstaat een vicieuze cirkel, een verslaving die officieus ook wel ‘otrivinisme’ wordt genoemd.
Bij hooikoorts werkt alles als het gaat regenen
Hanneke Oude Elberink internist en allergoloog
5 Wat als medicijnen de symptomen er niet onder houden?
Als patiënten na één pollenseizoen met goed medicijngebruik nog steeds last hebben, komt immunotherapie in beeld. Hoe ernstig de klachten zijn, vindt allergoloog Hanneke Oude Elberink daarbij niet doorslaggevend. „Als je al jaren klachten hebt, en je kunt die verminderen, is het de moeite waard.” Zij is er ook voor om kinderen immunotherapie te geven, dan wordt hen veel toekomstig ongemak bespaard. Belangrijk is wél dat patiënten therapietrouw zijn. Want de behandeling is behoorlijk intensief.
Over een periode van drie, vier jaar worden in oplopende doses concentraties allergenen toegediend. In de vorm van smelttabletten, maar vaak ook met injecties bij de huisarts of in het ziekenhuis. Die geleidelijke blootstelling maakt dat het afweersysteem beschermende T-cellen aanmaakt die de allergische respons onderdrukken. „Soms slaat het niet aan, dan stoppen we ermee. Maar bij tweederde van onze patiënten heeft het veel effect. Mensen zijn soms in tranen, zo blij zijn ze dat ze van hun klachten af zijn.”
6 Welke huismiddeltjes helpen?
Een zonnebril, een mondkapje of vaseline in je neus kan een extra barrière opwerpen tussen stuifmeel en neusslijmvlies. Het kan ook helpen gezicht, haar en kleding vaker te wassen en de binnenkant van je neus met fysiologisch zoutwater te spoelen.
Wie gaat googelen ziet dat bijenhoning en vermalen pissebedden als een soort immunotherapie worden voorgesteld. Of dat je moet tongzoenen of gin-tonics drinken tegen hooikoorts. Allemaal niet bewezen. Het kwalijkst vindt Oude Elberink speciale tape die een fysiotherapeut op je rug moet plakken. Al zullen er genoeg mensen zijn die er baat bij zeggen te hebben. „Bij hooikoorts werkt alles als het gaat regenen.”