De Hongaarse premier Viktor Orbán heeft donderdag een onderhoud gehad met de Amerikaanse oud-president Donald Trump. De ontmoeting in Florida volgt kort op de belangrijke NAVO-top met verschillende regeringsleiders die deze week in Washington werd gehouden. Naar eigen zeggen was het gesprek met de Republikeinse presidentskandidaat erop gericht om oplossingen te zoeken in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. „Het goede nieuws is, hij zal het probleem oplossen!”, aldus Orbán na afloop op X.
Begin deze maand nam Hongarije het roulerende voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie over van België. Omdat het om een coördinerende rol van wetgevend werk binnen de EU gaat, spreekt het land internationaal niet namens Europa. De Hongaarse premier heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij in Trump een politieke zielsverwant ziet en sprak al vaker zijn bewondering uit voor de oud-president. Het is geen toeval dat de slogan het Hongaarse EU-voorzitterschap op Trumps campagneslogan is geïnspireerd: ‘Make Europe Great Again’.
Lees ook
Hongaars voorzitterschap brengt de EU direct in verlegenheid
De afgelopen weken heeft Orbán de hele wereld afgereisd om meerdere staatshoofden te ontmoeten in wat hij zelf consequent als „vredesmissies” omschrijft. Zo sprak hij in Kyiv de Oekraïense president Volodymyr Zelensky en vloog hij naar Beijing om de Chinese president Xi Jinping te ontmoeten.
Onbegrip voor Rusland-bezoek
Het treffen met de Russische president Vladimir Poetin, tegen wie vanuit het Internationaal Strafhof een arrestatiebevel loopt vanwege oorlogsmisdaden, begin deze maand was het opvallendst. Onder meer Emmanuel Macron plaatste deze week vraagtekens bij Orbáns keuze voor het bezoek aan het internationaal geïsoleerde Rusland. De Franse president betreurde onder meer dat andere Europese leiders vooraf niet werden geïnformeerd en benadrukte dat het bezoek aan Moskou geen enkele goedkeuring vanuit de EU had gekregen.
Eerder distantieerde ook EU-buitenlandchef Josep Borrell zich van het bezoek aan Poetin door te stellen dat die uitsluitend plaatsvond „in het kader van de bilaterale betrekkingen tussen Hongarije en Rusland”. Ook de Litouwse president Gitanas Nauseda uitte zijn onbegrip en maakte duidelijk dat „wie echt vrede zoekt, geen handen schudt met een bloedige dictator”.
Sinds het Huis van Afgevaardigden het voorstel eind vorig maand aannam, heeft Musk forse kritiek op het begrotingsplan, dat belastingen laag moet houden en belangrijke campagnebeloftes van de Republikeinen inlost. De techondernemer laakt dat Trumps wetgevend prestigeproject de enorme Amerikaanse staatsschuld niet serieus terugdringt, maar juist verder laat oplopen.
Vorige week namen de twee nog feestelijk afscheid tijdens een persconferentie in het Witte Huis. De president bedankte Musk voor de ruim vier maanden waarin hij als buitengewoon ambtenaar de overheidsfinanciën op orde zou hebben helpen brengen. Hoewel het slagen van die bezuinigingsmissie door critici betwist wordt, vierden de twee het als een groot succes en gingen ze als ‘vrienden’ uiteen.
Nog geen week later is de toon veel minder vriendschappelijk. Trump schamperde donderdag dat Musk alleen maar kritisch zou zijn, omdat hij het Witte Huis mist. De Tesla-topman zou slechts tegen deze wet ageren, omdat ze ook een belastingkorting op de aanschaf van e-cars beëndigt. Trump stelde dat hij de wet vooraf aan Musk had laten lezen en dat die er niks op aan te merken had gehad.
Musk ontkende dit in een bericht op X stellig. Hij sneerde dat de wet „midden in de nacht werd doorgevoerd, zodat niemand hem ook maar kon lezen”. Volksvertegenwoordigers waren op 22 mei inderdaad al een etmaal wakker toen ze in de vroege ochtend eindelijk mochten stemmen. In koortsachtige, nachtelijke onderhandelingen was nog gesleuteld aan het Republikeinse begrotings- en belastingplan, dat hierdoor aanzwol tot ruim elfhonderd pagina’s. Nadat genoeg tegenstribbelende leden van de regeringspartij waren gepaaid, nam het Huis van Afgevaardigden het nipt aan (215 stemmen voor, 214 tegen).
Musk is niet de enige die sindsdien kritiek heeft. Nu deze in de Senaat voorligt, kan de wettekst pas werkelijk goed gelezen worden. Door de senatoren, door Republikeinse afgevaardigden die er al mee instemden, door de Democratische oppositie én door de buitenwereld. En bij die zorgvuldigere lezing doken de afgelopen twee weken al verscheidene controversiële bepalingen op. Zeker vier onderdelen van de zogenoemde ‘OBBB’ oogsten binnen en buiten het Congres kritiek – en niet alleen van Musk.
1 Een oplopende staatsschuld
Tweet voor tweet voerde de miljardair Musk, die ruim vier maanden diende als Trumps bezuinigingstsaar, de kritiek op de regeringspartij en haar begrotingsplan deze week hoger op. In een stroom berichten op zijn sociale mediaplatform X bekritiseerde hij het Republikeinse voorstel dinsdag als „een walgelijke gruwel”. Hij herhaalde zijn waarschuwingen dat het Amerikaanse begrotingstekort (nu ruim 6,5 procent van het bbp) te hoog blijft. Dat de staatsschuld te snel oploopt, waardoor de VS uiteindelijk „bankroet” zullen gaan. Musk riep Republikeinen op de wet in deze vorm nog te torpederen: „KILL the BILL”.
Wie wel voor het plan stemt, kan uitgedaagd worden bij voorverkiezingen, dreigt hij. De man die vorig jaar uitgroeide tot Republikeins topdonateur, kan dit dreigement financieel kracht bijzetten door politieke campagnes van rivalen te sponsoren.
Musks felste kritiek richt hij op de uitgavenkant. Het voorstel verlengt Trumps enorme belastingverlagingen uit 2017, die vooral de allerrijkste Amerikanen ten goede kwamen. En die verlichtingen worden maar ten dele gecompenseerd met extra bezuinigingen op het sociale vangnet, zoals zorgregeling Medicaid en voedselbonnenprogramma SNAP. Volgens de onafhankelijke rekenmeesters van het Congres zal de OBBB de komende tien jaar 2.400 miljard dollar toevoegen aan de staatsschuld.
Musk noemt het voorstel „volgepropt met pork”, dat laatste is politiek jargon voor de cadeautjes die politiek Washington zichzelf uitdeelt. In ruil voor, bijvoorbeeld, een lokaal infrastructureel project voor hun kiesdistrict stemmen sceptische Congresleden in met een voorstel. Die koehandel doet de besparingen die Musk de afgelopen tijd zocht met zijn ‘Departement voor Overheidsefficiëntie’ in één klap teniet, klaagt hij.
Begin deze week susten Republikeinen nog dat Musk vooral boos zou zijn, omdat subsidies voor de energietransitie van de vorige regering-Biden geschrapt worden, waarvan ook zijn stekkerautomerk Tesla profiteert. Maar donderdag suggereerde Trump dat de snelste manier om de begroting op orde te brengen is om Musk geen overheidsklussen meer te gunnen. Zo is Musk zakelijk afhankelijk van de regering voor opdrachten voor zijn ruimtevaartbedrijf SpaceX.
Na Trumps uithaal stortte het aandeel Tesla op de beurs fors in. Later op de avond zei Musk dat hij geen vluchten meer naar het internationale ruimtestation ISS zou kunnen verzorgen, zoals hij eerder dit jaar nog deed om twee NASA-astronauten op te halen.
2 Een wraaktaks
Musk en Trump vechten hun onmin nu in het openbaar uit. Maar de techmiljardair is niet de enige zakenman bij wie de wet op weerstand stuit. Zo laat ‘Sectie 899’ van het wetsvoorstel Wall Street sidderen en er alarmbellen afgaan, melde de Financial Times afgelopen zaterdag. Volgens de zakenkrant bleef deze specifieke bepaling „onterecht onderbelicht” bij de behandeling door het Huis. Sectie 899 zou de Amerikaanse overheid de macht geven buitenlandse beleggers en bedrijven een aanvullende belasting te heffen over hun investeringen in de VS.
Dit wordt al een zogenoemde ‘revenge tax’ genoemd, omdat ze kan worden opgelegd aan marktpartijen uit landen die zelf „oneerlijke buitenlandse belastingen” zouden heffen. Dit zou slaan op de meeste EU-landen, maar ook het VK, Canada en Australië. Daarmee echoot deze ‘wraaktaks’ de ‘wederkerige importheffingen’ die Trump begin april invoerde tegen tientallen handelspartners die de VS volgens hem benadelen. De president trok die ‘tariffs’ na groeiende marktpaniek weer in, maar blijft ermee dreigen als onderhandelingswapen in gesprekken over ‘eerlijkere’ handelsafspraken.
Section 899 zet het toch al onzekere investeringsklimaat in de VS verder onder druk, stellen critici. En dat juist op een moment dat Trump buitenlandse bedrijven wil verleiden productiecapaciteit naar zijn land te verplaatsen. Bovendien zijn de VS door hun groeiende schuld nu hard op zoek naar opkopers van staatsobligaties, waarin de interesse recent juist afkoelt. Musks voorspelling dat de overheidsfinanciën onhoudbaar worden, zou zichzelf hiermee versneld inlossen.
3 Vrij spel voor AI
De politica behoort tot een heel ander kamp van het trumpisme dan Musk, maar ook Marjorie Taylor Greene uitte deze week kritiek op de wet. De prominente Republikeinse politica uit zuidelijk Georgia schroomde niet te erkennen dat ze de tekst van de aangenomen wet niet helemaal uitgeplozen had, toen ze vorige maand stemde. Want had de radicale trumpista de inhoud van de pagina’s 278 en 279 namelijk gekend, „dan had ik NEE gestemd”, schreef ze dinsdag op X bij kopietjes van de gewraakte passage.
Deze bepaling regelt dat Amerikaanse staten de komende tien jaar geen eigen wetgeving mogen doorvoeren om kunstmatige intelligentie aan banden te leggen. Republikeinen haten federale bemoeienis en geven individuele staten juist graag meer macht, niet minder.
De bewuste bepaling werd twee dagen voor de Huis-stemming aan het voorstel toegevoegd. Ze lijkt toegeschreven op de wens van de AI-lobby, die veel macht geniet binnen Trump-II. Ook Musk is met zijn bedrijf xAI en chatbot Grok actief in de sector en investeert er fors in.
Taylor Greene geldt daarentegen als exponent van de radicaal-populistische MAGA-vleugel binnen het trumpisme. Ze roept de Senaat op de bepaling nog te schrappen. „We hebben geen idee waartoe AI over tien jaar toe in staat is, het vrij spel geven en de macht van staten inperken is potentieel gevaarlijk.”
4 Geen belasting meer op fooien
De OBBB behelst een enorme overdracht van welvaart van de allerarmste naar de allerrijkste Amerikanen. Dit lijkt ook de reden dat Musk (geschat privévermogen: circa 380 miljard) vooral de uitgavenkant van de wet bekritiseert en niet de aanhoudende lastenverlichting voor hem en andere supervermogenden die ze óók regelt.
Dat is echter niet zoals Trump het voorstel in de markt zet. Zijn regering licht liever één populistisch aspect van het plan eruit: de afschaffing van de belasting op fooien en overuren. Trump lanceerde die belofte van ‘no tax on tips’ op campagne in swing state Nevada, met zijn vele casino’s. Maar niet alleen in gokstad Las Vegas zijn veel mensen afhankelijk van fooien, ook in de horeca krijgen veel werknemers een sub-minimumloon dat ze moeten aanvullen met tips.
Op de website van het Witte Huis staat sinds kort een rekentool waarmee mensen kunnen becijferen hoeveel ze erop vooruitgaan als fooien en overwerk onbelast worden. Vakbonden, activisten voor een „eerlijk” minimumloon en belastingexperts betwijfelen echter of werknemers netto zo sterk profiteren.
De laagste inkomensklassen betalen al geen federale inkomensbelasting, ook niet over fooien. En er bestaat het risico dat werkgevers (Trump was zelf ooit casinomagnaat) het al schrale basisloon verder verlagen zodra fooien niet meer afgeroomd worden door de fiscus. Dit deel van de wet zou vooral de aandacht moeten afleiden van de veel grotere belastingverlaging voor miljardairs als Musk, van wie er vorig jaar meer genereus doneerden aan Trump.
Nu naar de Senaat
Dat voormalig Trump-vertrouweling Musk kritiek had op de wet liet hij al doorschemeren, maar zijn snoeiharde, openlijke aanvallen op de president en diens partij zetten een reeds hoogst onvoorspelbaar politiek proces verder onder hoogspanning. De komende weken debatteert de Senaat nog over het plan, met het streven het voor 4 juli (Onafhankelijkheidsdag in de VS) in stemming te brengen. Komen de senatoren echter met grote aanpassingen, dan mag het Huis zich ook nog een keer uitspreken.
Met een meerderheid in beide kamers zou het voor Trump en zijn Republikeinen een blamage zijn als dit proces nog ontspoort. Maar voordat hij op Trumps bureau ligt voor ondertekening, zal de wettekst zeker nog verder verfraaid moeten worden. Toen zijn kritiek nog mild klonk, had Musk daar eind vorige maand nog wel een advies over: „Een wet kan óf big óf beautiful zijn”, lachte hij, „maar niet allebei.”
De provincie Zeeland heeft Hugo de Jonge donderdag voorgedragen als commissaris van de Koning voor de komende zes jaar. Dat melden onder meer de Provinciale Zeeuwse Courant en Omroep Zeeland. De 47-jarige De Jonge is sinds afgelopen september al waarnemend commissaris in Zeeland; hij nam toen het stokje over van Han Polman. De Provinciale Staten willen nu graag met hem door.
CDA’er De Jonge, die onder meer vijf jaar minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was, profileerde zich de afgelopen maanden actief als boegbeeld van Zeeland, onder meer in talkshows. Hij hield zich als waarnemend commissaris actief bezig met de groei van de provincie. Die is volgens hem noodzakelijk om voorzieningen als onderwijs en zorg op peil te houden, zei hij afgelopen januari in een nieuwjaarstoespraak.
Als Judith Uitermark (NSC), demissionair minister van Binnenlandse Zaken, besluit om de voordracht van de provincie Zeeland over te nemen, wordt De Jonge binnenkort benoemd door de Koning. Normaal gesproken doet een binnenlandminister dat.
Geboren Zeeuw
De Jonge, een geboren Zeeuw, was van 2022 tot 2024 minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van 2023 tot 2024 ook minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvóór was hij vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport – hij werd vooral bekend in de coronacrisis. Ook deed hij een gooi naar het leiderschap van het CDA. Daarvoor werkte hij jarenlang als wethouder in Rotterdam, waar hij momenteel nog woont. Als commissaris zal hij moeten verhuizen naar Zeeland.
De commissaris van de Koning houdt onder meer toezicht op het beleidsproces van de provincie en adviseert en bemiddelt bij bestuurlijke problemen in gemeenten. Daarnaast stimuleert hij samenwerking tussen instellingen en organisaties in de provincie.
Lees ook
Zeeland moet groeien, vinden bestuurders. ‘Terneuzen kan een suburb van de Belgische Randstad worden’
Correctie (5 juni, 23.00u.): in een eerdere versie van dit bericht stond in de kop dat De Jonge is benoemd tot commissaris van de Koning; bedoeld werd: ‘voorgedragen’. Dat is aangepast.
Op de campus van Tilburg University werd begin mei een Instagram-filmpje opgenomen, een oproep van actievoerders aan studenten en docenten om weer te komen protesteren tegen de banden van de universiteit met Israël. Naast een tentje wapperde een Palestijnse vlag, op een spandoek in het gras stond: „We will be back.” En terug waren ze. Op donderdag 15 mei blokkeerden actievoerders de ingang van het gebouw waar een wetenschapsfestival zou worden gehouden. Toen de politie een einde maakte aan de actie, was het festivalprogramma al voortijdig beëindigd.
In verschillende steden zijn de studentenprotesten weer opgelaaid. Weg waren de actievoerders nooit, maar na de massale protesten van een jaar geleden, die vaak eindigden met ingrijpen van de politie, werden de acties minder zichtbaar.
Enkele universiteiten kondigden de afgelopen tijd aan dat ze de samenwerking met sommige partnerinstellingen in Israël opschorten. Donderdag was het de beurt aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Toch worden in verschillende steden weer universiteitsgebouwen bezet en zijn op sommige campussen de tentenkampen terug. NRC vroeg aan actievoerende studenten in zeven steden hoe ze aankijken tegen de besluiten van hun universiteiten over samenwerking met Israël. De meeste studenten, vaak met een internationale achtergrond, willen niet met hun naam in de krant, omdat zij bang zijn voor problemen op de universiteit of met hun verblijf in Nederland. Hun namen zijn bij de redactie bekend.
Studenten protesteren tijdens de opening van het academisch jaar van de Rijksuniversiteit Groningen bij de Martinikerk.
Foto Jaspar Moulijn / ANP
Tentenkamp
Nog maar een week voordat het wetenschapsfestival van Tilburg University werd verstoord maakte het college van bestuur bekend dat het de samenwerking met twee Israëlische universiteiten opschort. Studenten en medewerkers zullen niet meer uitgewisseld worden naar de Bar-Ilan Universiteit in Ramat en de Reichman University in Tel Aviv. Het lijkt een klinkende overwinning voor de actievoerders, en toch zijn die niet tevreden, integendeel.
Het universiteitsbestuur draait de buitenwereld een rad voor ogen, vinden de actievoerders, door het besluit te presenteren als een grote stap. „Nederlandse studenten gingen al niet meer naar Israël, omdat er een negatief reisadvies geldt”, zegt Rami Fransawi van Palestine Solidarity Tilburg. „Het enige verschil is dat het college van bestuur die uitwisseling nu opschort vanwege de mensenrechtenschendingen in Gaza.” Studenten en wetenschappers uit Israël blijven welkom, omdat het Tilburgse universiteitsbestuur hun, volgens een verklaring van de universiteit „toegang wil blijven bieden tot een academische omgeving waarin in alle vrijheid gediscussieerd kan worden”.
Ons college van bestuur doet helemaal niets
Al met al een „hele kleine, teleurstellende stap, waar ze maanden over hebben gedaan”, zegt Fransawi, die zijn bachelorscriptie vorig jaar schreef terwijl hij bivakkeerde in het tentenkamp. „Wij roepen op tot een volledige academische boycot en niet tot gedeeltelijke opschorting van de samenwerking. We weten dat die druk kan werken. Nederlandse universiteiten hebben in het verleden hun banden met Zuid-Afrika doorgesneden. Dat heeft bijgedragen aan het afschaffen van de apartheid.”
Fransawi verwoordt kritiek die ook te horen is bij actievoerders op andere universiteiten, zoals in Nijmegen, Utrecht en Maastricht. Ze vinden dat hun universiteit mooie sier maakt met een maatregel die weinig moeite kost. In Nijmegen is de uitwisseling van Nederlandse studenten naar de Hebrew University en Tel Aviv University voorlopig opgeschort. „We hebben een jaar gewacht op de uitkomsten van dit proces en dan komt de universiteit met het minimale”, zegt een woordvoerder van Nijmegen Encampment. Aan faculteiten en wetenschappers wordt geen verbod opgelegd om samen te werken met Israëlische collega’s. Ze mogen zelf beslissen of ze de samenwerking willen voortzetten.
Lees ook
Uit de hand gelopen debat laat zien hoe klem universiteiten zitten tussen pro-Palestina studenten en Israël
Pro-Palestijnse activisten tijdens een protest bij het Maagdenhuis van de Universiteit van Amsterdam.
Foto Sem van der Wal / ANP
Vrijheid
Universiteiten verklaarden in juni vorig jaar gezamenlijk dat ze de wetenschappelijke samenwerking met Israëlische instellingen niet categorisch willen stopzetten. Ze vinden dat zo’n boycot ten koste gaat van de academische vrijheid. Ook willen ze kritische Israëlische wetenschappers niet isoleren. Op dat standpunt staan ze nog steeds.
De actievoerende studenten vinden dat hypocriet, omdat de universiteiten in 2022, toen Rusland Oekraïne binnenviel, wél alle banden met Russische partners verbraken, nadat de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap daartoe had opgeroepen.
Nederlandse universiteiten zien geen kwaad in samenwerking met Israël zolang kennis uit gezamenlijke onderzoeksprojecten niet wordt gebruikt voor militaire doeleinden (‘dual use’). Zo meldde het Tilburgse college van bestuur dat er geen aanwijzingen zijn „dat onderzoeksprojecten naar vergrijzing en arbeid en non-invasieve methoden voor de screening op darmkanker een risico vormen voor mensenrechten”.
De actievoerende studenten zien dat anders. Het kan wel zijn dat losse projecten geen directe schade aanrichten, zeggen zij, maar Israëlische universiteiten zijn nauw verweven met de Israëlische regering en het leger. Op campussen worden militaire programma’s aangeboden en de universiteiten doen onderzoek naar technologie die door het leger wordt gebruikt. In Tilburg heeft de adviescommissie ook op die verwevenheid gewezen en het college van bestuur om die reden geadviseerd alle banden met Israëlische universiteiten te verbreken. „Het college van bestuur heeft dat deel van het advies compleet genegeerd”, zegt Fransawi.
De actievoerders in Utrecht zien het als een kleine overwinning, dankzij hun protesten. „De universiteit lijkt eindelijk na anderhalf jaar te erkennen dat de situatie echt heel serieus is en dat er actie nodig is”, zegt hun woordvoerder Itaï. „In hun statement staan zelfs een paar woorden over genocidaal geweld.” Maar wie A zegt, moet ook B zeggen, vinden de actievoerders. Ze blijven actievoeren voor een volledige boycot.
Lees ook
‘In Israël zijn de academische instellingen diep verwikkeld in de repressie’
Bureaucratisch proces
Universiteiten stellen dat zij hechten aan zorgvuldige procedures voordat zij besluiten nemen over hun samenwerking met Israëlische partners. Door actievoerders worden die procedures gezien als een vertragingstactiek. Het benoemen van een ethische commissie geeft nog niet de garantie dat er iets gebeurt, zeggen actievoerders in Leiden. „Bij ons heeft het college van bestuur vorig jaar wel een tijdelijke commissie ingesteld, maar die heeft onlangs alleen maar geadviseerd om een nieuwe commissie in te stellen”, zegt Anouk Moritz, student urban studies aan Leiden Universiteit, moedeloos. Zij deed vorig jaar mee aan de protesten en is bestuurslid van studentenpartij DSP op de universiteit. „We weten niet wie er in die commissie zit en wat ze precies aan het doen zijn. Er is geen openbaar verslag. Ze zeiden dat ze tegen de zomer misschien een resultaat zouden hebben.”
Sommige universiteiten willen eerst bredere richtlijnen voor de beoordeling van internationale samenwerkingen uitwerken. Faculteiten en individuele wetenschappers zouden hun projecten dan aan zo’n kader kunnen toetsen, en in geval van twijfel aan een adviescommissie kunnen voorleggen. Aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam werd bijvoorbeeld gewerkt aan een ‘human rights framework’ en Maastricht University kwam met een ‘human rights due diligence assessment tool’.
Wij roepen op tot een volledige academische boycot en niet tot gedeeltelijke opschorting van de samenwerking.
„Wij vinden dit een erg ondoorzichtig proces”, zegt een actievoerder van VU for Palestine. „Je loopt het risico dat wetenschappers zo’n toetsingskader in hun eigen voordeel interpreteren, omdat ze willen dat hun samenwerking doorgaat. Om te testen of het werkt, heeft de universiteit vier of vijf pilotcases getoetst, maar daar is verder niets over bekendgemaakt.” Volgens de VU is dat om de betrokken wetenschappers te beschermen.
Ook in Maastricht vinden de actievoerders het een bureaucratisch proces. „In februari was het toetsingskader af en sindsdien lijkt het alsof er weinig gebeurt”, zegt de woordvoerder van Maastricht for Palestine. „Het laatste bericht dat we van de commissie hebben gehad is zo vaag. Ze schrijven: ‘Wij zijn er en we gaan in de toekomst advies uitbrengen.’ Maar wanneer, dat staat er niet in.”
Een betoging ten behoeve van Palestina bij de Universiteit van Amsterdam. Foto Roger Cremers
Veiligheid
Toch kijken actievoerders in Wageningen bijna met jaloezie naar wat er in andere steden gebeurt. „Ons college van bestuur doet helemaal niets”, zegt een woordvoerder van Wageningen for Palestine. De studenten krijgen bijval van bijna vierhonderd medewerkers op de universiteit. Die ondertekenden de afgelopen tijd een petitie waarin zij het college van bestuur vragen de banden met Israëlische partnerinstellingen te verbreken. Vijf docenten schreven namens deze groep een brief aan het universiteitsbestuur waarin ze weigeren nog langer samen te werken met Israëlische universiteiten. Ook willen ze geen studenten meer begeleiden die naar Israël gaan, mocht de uitwisseling worden hervat.
Het gesprek tussen actievoerders en het college van bestuur is al maanden stilgevallen. Volgens het universiteitsbestuur is er vorig jaar verschillende keren met actievoerders gesproken, maar is het niet gelukt om elkaar te naderen. De universiteit wil niet dwingend aan studenten en medewerkers opleggen of zij met Israël mogen samenwerken. Er zijn ‘principles of collaboration’ opgesteld die zij kunnen gebruiken om zelf vast te stellen of zij samenwerking verdedigbaar vinden.
„Toen wij vorig jaar ons tentenkamp opzetten op de campus, wilde de universiteit wel met ons praten, maar ze wilden niet echt naar ons luisteren”, zegt de woordvoerder van Wageningen for Palestine. „Keer op keer brachten zij het gesprek naar onze methode van protesteren, dat die intimiderend zou zijn en wat wel en niet zou mogen, in plaats van het te hebben over de inhoud.”
Ook in andere steden klagen actievoerders dat de colleges van bestuur de discussie verschuiven naar de veiligheid. Universiteitsbesturen zeggen dat ze alleen met studenten in gesprek willen als die hun gezicht niet bedekken en geen schade aanrichten aan gebouwen en apparatuur. „Ik vind het uiterst ongepast als ze daarmee komen aanzetten terwijl het zou moeten gaan over de genocide in Gaza”, zegt de woordvoerder van Utrecht Student Encampment. De studenten op hun beurt verwijten de universiteiten dat zij de politie op hen afsturen, maar geen verantwoordelijkheid nemen voor het geweld dat de politie gebruikt bij het beëindigen van protesten.
Nijmegen, 15 april 2025: een pro-Palestinademonstratie bij de bibliotheek van de Radboud Universiteit. Foto John van Hamond
Kampement
In Nijmegen verstoorden de actievoerders in mei de viering van de Dies Natalis, om aandacht te vragen voor een student die zwaargewond raakte door beten van een politiehond. Het universiteitsbestuur nodigde de studenten uit om te komen praten. „Ze wilden het alleen hebben over de voorwaarden waaronder wij actie mogen voeren”, zegt een woordvoerder van Nijmegen Encampment geërgerd.
De rectoren van de universiteiten brachten vorige week een gezamenlijke verklaring uit waarin ze hun zorgen uitspreken over bedreiging van de academische vrijheid. Die staat niet alleen onder druk omdat „overheden zich steeds nadrukkelijker bemoeien met de inhoud van onderwijs en onderzoek”, maar ook omdat „op campussen protesten en bezettingen soms verharden”, „gesprekken polariseren” en „onderwerpen worden vermeden omdat ze als te gevoelig worden ervaren”.
De universiteiten willen daarom het komende jaar een „brede dialoog” voeren over academische vrijheid, waarbij ook „de spanningen die zich momenteel aandienen op de campus” en „de balans tussen het recht om te protesteren en het borgen van een veilige plek voor iedereen” worden besproken.
M.m.v. Dorine Booij
Lees ook
Uit de hand gelopen debat laat zien hoe klem universiteiten zitten tussen pro-Palestina studenten en Israël