Honderden Europese scholieren kiezen het beste boek

Reportage

Ontlezing In België, Nederland en Duitsland beginnen dit najaar honderden scholieren aan een schone, gezamenlijke taak: ze lezen zes genomineerde literaire romans voor de Euregio-scholierenprijs. Zelfmoord, psychische problemen, genocide, prostitutie, Holocaustontkenning – het zit er allemaal bij.

Een paar honderd Belgische, Duitse en Nederlandse middelbare scholieren uit de ‘Euregio Maas-Rijn’, zullen in het voorjaar van 2024 stemmen op hun favoriete boek.
Een paar honderd Belgische, Duitse en Nederlandse middelbare scholieren uit de ‘Euregio Maas-Rijn’, zullen in het voorjaar van 2024 stemmen op hun favoriete boek. Foto Peter Hilz / HH

De zeventienjarige Léo is al twee weken met zijn ouders op een camping in het zuidwesten van Frankrijk, het is zomervakantie en snikheet. Hij doet zijn best om mee te doen met de anderen, gaat naar het strand, drinkt op feestjes mee. Maar wat hij ook doet, hij hoort er niet bij. Nog één dag en hij mag naar huis – eindelijk. Op die laatste avond ziet hij Oscar, in de kinderspeeltuin. Hij heeft de touwen van de schommel rond zijn hals gedraaid, langzaam wordt hij gewurgd. Léo en Oscar kijken elkaar in de ogen. Wat zoekt Oscar daar? Genot? Moet Léo iets doen? Hij verstijft en kijkt toe hoe Oscar sterft.

Met deze heftige scène begint Hitte, de debuutroman van de zevenentwintigjarige Fransman Victor Jestin. In de ongeveer vierentwintig uur waarin we zijn hoofdpersoon volgen, leren we Léo beter kennen, zijn puberale ongemak, zijn aangeboren schroom, zijn verborgen verlangens, zijn aarzeling en vooral: zijn morele dilemma. Moet hij opbiechten wat hij heeft gedaan, beter gezegd: wat hij niet heeft gedaan? Kan hij zomaar bij zijn ouders in de auto stappen, terug naar huis, en alles en iedereen vergeten?

Hitte is een van de zes boeken die een paar honderd Belgische, Duitse en Nederlandse middelbare scholieren uit de ‘Euregio Maas-Rijn’, die zich uitstrekt van Sittard tot Hasselt, Luik en Aken, deze maanden zullen lezen. Twee ervan zijn oorspronkelijk in het Nederlands geschreven, twee in het Duits en twee in het Frans – en in alle talen vertaald. Als de leerlingen de boeken hebben gelezen, zullen ze de zes auteurs, hun vertalers én hun medelezers van over de grens ontmoeten. In het voorjaar van 2024 stemmen ze dan op hun favoriete boek.

Grensoverschrijdend

In 2002 ging de eerste Euregio Literatuurprijs naar Over het water van H.M. van den Brink en nog steeds doen tientallen middelbare scholen uit de grensstreek mee. De prijs, ingebed in het netwerk van bibliotheken van ‘Euregio leest’, is, kortom, een grensoverschrijdend project: het draait om het lezen van literatuur, om het inzetten van de verbeelding. De deelnemers leren, met een open mind, kritisch nadenken, ze verdiepen zich in wat aan de andere kant van de grens wordt geschreven. Ze ontdekken hoe interessant het werk van een vertaler is.

Kinderachtig zijn de onlangs door het literatuurbureau geselecteerde boeken bepaald niet. Zelfmoord, psychische problemen, genocide, prostitutie, Holocaustontkenning – het zit er allemaal bij. Net als verliefdheid, vriendschap en de zoektocht naar geluk. Drie van de zes boeken draaien om een existentiële vraag of een individueel dilemma, zoals bij Victor Jestin. In De smaak van wilde peren van de Duitse auteur Ewald Arenz loopt een meisje weg uit een kliniek, haar ouders hebben haar laten opnemen, ze vinden haar niet ‘normaal’. Een vrouw die ooit haar gewelddadige man probeerde te vermoorden en nu in haar eentje een boerderij runt, biedt haar onderdak. Beiden zijn zwijgzaam; wat er in het verleden is gebeurd brandt en schuurt. Langzaam zoeken ze toenadering tot elkaar. Het meisje ontdooit, ze helpt bij het rooien van aardappels, leert tractor rijden, plukt appels en druiven. Ze weet weer waarom ze leeft. Maar natuurlijk duikt de buitenwereld weer op.

Jestin en Arenz zijn goede vertellers, hun taal is duidelijk, hun beelden realistisch, ze weten hoe je een roman moet componeren zodat de lezer doorleest, ze verstrekken stukje bij beetje informatie over hun personages. De Franse auteur Tanguy Viel bespeelt een heel ander literair register: hij speelt met perspectief, laat zijn verteller af en toe inbreken in zijn verhaal, is oergeestig en bloedserieus tegelijk, weet filmisch, ironisch en tegelijk maatschappelijk geëngageerd te zijn. Een meisje dat je belt heet zijn roman, waarbij je natuurlijk meteen aan call girls denkt. Dat kun je zomaar worden, laat Viel zien, als je vader, een ex-bokser, de chauffeur is van de burgemeester van een stadje, en als je geen werk hebt, geen huis en geen kruiwagens. Voor je het weet, lees je, ben je dan de call girl van diezelfde burgemeester, die schaamteloos de dochter op de knieën dwingt, terwijl haar vader buiten in zijn auto zit te wachten. Ongelijkheid, machtsmisbruik, handjeklap achter de schermen – Viel bedt het allemaal magistraal in, in spannend literair taalgebruik.

Gewelddadig verleden

In twee van de geselecteerde titels gaan de hoofdpersonen op zoek naar hun afkomst, en ontdekken ze stap voor stap hun verzwegen familiegeschiedenis. Een van de twee is het bejubelde Jaguarman van Raoul de Jong, een belangrijk boek. Minder bekend hier is de in Moskou geboren, Duitse dramaturge Katerina Poladjan, van wie de roman Hier zijn leeuwen is geselecteerd. Haar hoofdpersoon is een boekrestaurator uit Berlijn, die in een atelier in Jerevan gaat werken. Zij raakt in de ban van het bijbeltje dat ze herstelt, speurt naar de achtergrond van de aantekeningen die ze erin aantreft, en gaat en passant op zoek naar haar eigen Armeense voorouders. Knap weeft Poladjan een gepassioneerd heden en een dramatisch, gewelddadig verleden.

De andere Nederlandse titel is Wat wij zagen, het Boekenweekgeschenk uit 2021 van Hanna Bervoets. Het haakt meer dan de andere titels in op de actualiteit van virtuele werelden, online seksfilmpjes en fake news. Haar personages zijn ‘content moderators’, die moeten bepalen wat op een sociaal platform toegestaan is en wat niet. Het antwoord op morele ontsporing bestaat hier uit het in hoog tempo beoordelen van beelden, het toepassen van regelgeving en categorisatie, met burn-out en trauma tot gevolg.

Morele dilemma’s, het doorbreken van lange stiltes: het zijn de rode lijnen in de zes boeken die de leerlingen in het land van Maas en Rijn de komende maanden lezen. Wat te doen? Wegkijken, accepteren, onderzoeken, doorbreken, reguleren? Grote kans dat daar de discussies over zullen gaan.

Het project leunt op bevlogen organisatoren, belezen docenten, schrijvers, vertalers en critici. De methode? Veel lezen. Thema’s zoeken. Verbanden leggen, leren nadenken, inzicht verkrijgen, discussiëren over relevante vragen die de boeken oproepen: hoe werkt macht? Wat schuilt er achter de wereld van de sociale media? Hoe werken kolonisatie en racisme door? Hoe verder als het volk waartoe je voorouders behoren, is uitgemoord? Maar ook: wat betekent een verhaal eigenlijk? Welke emoties roept een roman op? Wat betekent het onderdeel te zijn van een samenleving? Vragen die bepaald niet alleen voor leerlingen in de Eurogio Maas-Rijn van belang zijn.

Lees ook: De leescrisis is als de klimaatcrisis: er moet nú iets gebeuren. Maar wat?