Hogere inkomens gaan vanaf 2025 meer betalen voor huishoudelijke hulp


Wmo-voorzieningen Waar iedereen momenteel hetzelfde tarief betaalt voor een huishoudelijke hulp van de gemeente, wordt die eigen bijdrage vanaf 2025 inkomensafhankelijk.

Vanaf 2025 moeten hogere inkomens meer gaan betalen voor Wmo-voorzieningen.
Vanaf 2025 moeten hogere inkomens meer gaan betalen voor Wmo-voorzieningen.

Foto Michiel Wijnbergh/ANP

Wie een hoog inkomen heeft en een huishoudelijke hulp van de gemeente wilt, moet daar vanaf 2025 meer voor gaan betalen. Waar momenteel alle huishoudens een vaste eigen bijdrage van 19 euro per maand betalen, wordt deze regeling vanaf 2025 inkomensafhankelijk. Bij de hoogste inkomens kan deze eigen bijdrage oplopen tot 255 euro per maand.

De eigen bijdrage voor voorzieningen die onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vallen, zoals een huishoudelijke hulp of aanpassingen aan het huis, was tot 2020 al inkomensafhankelijk. Na 2020 werd dit voor iedereen maximaal 19 euro per maand, met als uitgangspunt dat de Wmo vooral voor ouderen en gehandicapten bedoeld was.

Veel huishoudens gingen vervolgens gebruikmaken van deze regeling, omdat dit veel goedkoper was dan zelf een hulp regelen en betalen. Er ontstonden vervolgens wachtlijsten voor aanvragen voor een huishoudelijke hulp en gemeenten zagen de kosten enorm toenemen. Ouderen en gehandicapten konden daarnaast niet altijd de hulp krijgen die ze nodig hadden.

Hogere eigen bijdrage

Vanaf 2025 gaan huishoudens met een inkomen vanaf 30.000 euro per jaar meer betalen. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de bijdrage: wie meer dan 66.000 euro per jaar verdient, kan een eigen bijdrage tot 255 euro per maand gaan betalen. Gemeenten krijgen daarnaast vanaf 2025 110 miljoen euro per jaar extra voor Wmo-voorzieningen, zoals trapliften.

In een reactie op de website van de Rijksoverheid zegt staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ChristenUnie) dat door de aanvragen door hoge inkomens „de toegankelijkheid van Wmo-voorzieningen onder druk komt te staan voor juist inwoners in een kwetsbare financiële of persoonlijke situatie”. Hij noemt de herintroductie van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage „een belangrijke stap”.