Hoger minimumloon strandt in de senaat, waarom stemt BBB tegen?

Een opluchting voor bedrijven, een tegenvaller voor de laagste inkomens. De extra verhoging van bijstand, minimumloon en AOW met 1,2 procent, die vanaf juli zou ingaan, is van de baan.

De politieke haalbaarheid van dit plan, een initiatief van de ‘oude’ Tweede Kamer, was al vanaf het begin onzeker. Dinsdag werd duidelijk dat hiervoor in de Eerste Kamer, die er volgende week over debatteert, een meerderheid ontbreekt. De grootste fractie, BBB, zal tegen stemmen, zo maakte senator Eugène Heijnen bekend. Zijn partijgenoten deden dat al in de Tweede Kamer.

De verhogingen waren al wel verwerkt in alle koopkrachtramingen voor dit jaar. Voor alleenstaanden op bijstandsniveau (ruim 1.200 euro per maand) is de tegenvaller het grootst. Voor hen raamde het ministerie van Sociale Zaken dit jaar al een koopkrachtdaling van 0,4 procent. Dat wordt nu een min van 0,7 procent.

Andere groepen blijven er ook in de bijgestelde ramingen op vooruitgaan, zij het iets minder. De koopkrachtplus voor alleenstaande ouders met minimumloon zal Sociale Zaken bijvoorbeeld bijstellen van 6,3 naar 5,9 procent.

De extra verhoging was een initiatief van GroenLinks-PvdA, D66 en ChristenUnie, dat ze namen kort na Prinsjesdag en twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen. Het demissionaire kabinet had al plannen om de laagste inkomens te helpen met een verhoging van de huurtoeslag en het kindgebonden budget. De Tweede Kamer wilde meer.

Weerstand

In het bedrijfsleven was veel weerstand tegen de plannen. Het minimumloon is het afgelopen anderhalf jaar zo sterk gestegen, lieten bedrijvenclubs VNO-NCW en MKB-Nederland vorige maand weten, dat het „voor veel, met name kleinere bedrijven nu al bijna niet te dragen is”.

Sinds de invoering van het minimumloon in 1969 steeg dit alleen mee met de cao-lonen, en af en toe werd het bevroren. Per januari 2023 werd voor het eerst een extra verhoging doorgevoerd, van 8,05 procent. En sinds januari van dit jaar is het minimumloon een minimaal bedrag per uur, in plaats van per maand. Daardoor gingen grote groepen werknemers er tot 10 procent op vooruit.

Ook de gebruikelijke halfjaarlijkse verhogingen vallen hoog uit, nu werkgevers en vakbonden cao’s met grote loonsverhogingen afspreken. Per 1 juli stijgen het minimumloon en de daaraan gekoppelde bijstands- en AOW-uitkeringen daardoor alsnog met 3,1 procent.

Voor BBB is die stapeling van werkgeverslasten een belangrijke reden om tegen te stemmen, zegt senator Eugène Heijnen. Maar de partij vindt ook dat deze dure maatregel onvoldoende bij de juiste mensen terechtkomt.

Meer dan de helft van de kosten van de verhoging, 517 miljoen van de 857 miljoen euro, gaat op aan AOW-uitkeringen. En anders dan bij minimumloon en bijstand krijgen ook rijke en vermogende Nederlanders dat. Ongeveer 80 procent van de AOW’ers krijgt daarnaast aanvullend pensioen. Heijnen: „Wij denken dat je dan gerichter, tegen lagere kosten, iets kunt doen voor de mensen voor wie dit echt bedoeld is.”

De Raad van State had dezelfde kritiek op het wetsvoorstel. Het meeste geld, schreef de regeringsadviseur, gaat naar de leeftijdsgroep met het laagste armoederisico. Daardoor blijft minder geld over voor „gerichtere financiële ondersteuning van mensen in armoede”. Bovendien zet het de „houdbaarheid van de overheidsfinanciën” onder druk.


Lees ook
Voor de meeste ouderen is armoede geen risico, dus een hogere AOW hebben ze niet nodig

Voor de meeste ouderen is armoede geen risico, dus een hogere AOW hebben ze niet nodig

Taboe

Tot voor kort leek het een politiek taboe om het minimumloon en de bijstand te verhogen, zónder de AOW te laten meestijgen. Rutte IV wilde dat in 2023 doen, bij de extra stijging van 8,05 procent. Die verhoging moest alleen terechtkomen bij minima, vond het kabinet. De voltallige oppositie dwong toen af dat ook gepensioneerden zouden meeprofiteren.

Maar vorige maand vroegen Tweede Kamerleden zich openlijk af, bij de bespreking van dit wetsvoorstel, of deze koppeling aan de AOW altijd heilig moet blijven. Anne-Marijke Podt (D66) verwees naar de onafhankelijke Commissie sociaal minimum. Die constateerde dat vooral mensen in de bijstand en met het minimumloon geld tekortkomen, AOW’ers houden wel geld over. „Dan is het wrang”, zei Podt, „dat vooral de AOW” zo duur is.

Als deze koppeling altijd in stand moet blijven, wordt het helpen van de allerlaagste inkomens wel heel prijzig, zei ook Tweede Kamerlid Don Ceder (ChristenUnie). „Dan ga je de kloof nooit dichten.”

BBB-senator Heijnen vindt dat de koppeling aan de AOW wél heilig moet blijven. „Als je het eenmalig ontkoppelt, zijn wij bang dat dat een eerste stap is naar meer.”

Het geld om de minimumloonverhoging te bekostigen, had het demissionaire kabinet al gereserveerd. De Tweede en Eerste Kamer hadden er al mee ingestemd om hiervoor onder meer de bankenbelasting te verhogen, en inkoop van eigen aandelen door bedrijven te belasten. Daar kwam felle kritiek op van bedrijfsleven én het demissionaire kabinet, die vinden dat het Nederlandse vestigingsklimaat hierdoor verslechtert.

Deze maatregelen zijn niet automatisch van de baan, nu de minimumloonverhoging niet doorgaat. Het is nog onduidelijk wat er nu met dit gereserveerde geld gebeurt.


Lees ook
Bedrijven klagen steen en been over het vestigingsklimaat. Is het echt zo slecht?

Bedrijven klagen steen en been over het vestigingsklimaat. Is het echt zo slecht?