Hof draait Europese sancties tegen moeder van Wagnerleider Prigozjin terug


Foto AP

De aanval op de Nord Streampijpleidingen, die in september 2022 zwaar beschadigd raakten door explosieven, is waarschijnlijk uitgevoerd door een pro-Oekraïense groep. Dat schrijft The New York Times op basis van Amerikaanse inlichtingendiensten. Er zou geen bewijs zijn dat Oekraïense autoriteiten betrokken waren bij de aanval.

De twee pijpleidingen raakten beschadigd door explosies op de bodem van de Oostzee bij het Deense eiland Bornholm. Door de schade kwamen grote hoeveelheden aardgas vrij. Enkele maanden later werden al sporen van explosieven gevonden. Wie er achter de aanslagen zat, was echter niet duidelijk.

Volgens de door The New York Times geciteerde inlichtingen gaat het om tegenstanders van het Russische regime, mogelijk Oekraïense of Russische staatsburgers. Of er een staat bij betrokken is, wordt niet gezegd. Bewijs van betrokkenheid van Russische troepen is nooit gevonden, zo zeggen de inlichtingendiensten.


Dit artikel maakt ook deel uit van ons liveblog: ‘Pro-Oekraïense groep achter aanval op Nord Stream-pijpleidingen’