Na Prinsjesdag is nog altijd onzeker wat de cultuursector kan verwachten aan bezuinigingen. Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) moet structureel 361 miljoen euro bezuinigen op de subsidies die onder zijn ministerie vallen. In november maakt hij bekend hoe dat verdeeld wordt, en hoeveel daarvan bij cultuur terecht komt. Hij kan, zo legt hij dinsdagmiddag uit in de hal van zijn ministerie, nu nog niet zeggen hoe groot de bezuiniging is die bij de cultuursector terechtkomt. Voor 2025 is de geplande bezuiniging op cultuur nog laag: 2,15 miljoen euro.
De omstreden btw-verhoging op cultuur en sport blijft wel staan in de plannen van het kabinet, en moet nog steeds per 2026 ingaan. D66 en CDA hebben alvast duidelijk gemaakt de btw-verhoging op sport niet te willen steunen in de Eerste Kamer, en stellen in plaats daarvan een belasting op e-sigaretten voor. Zo’n voorstel willen de twee partijen ook indienen voor de btw-verhoging op cultuur, legt D66-partijleider en Tweede Kamerlid Rob Jetten dinsdagochtend uit. De inkomsten die met de btw-verhoging op cultuur worden opgehaald, kunnen ook gezocht worden door „een paar nieuwe fossiele subsidies niet in te voeren, maar er is ook extra geld te halen bij het tegengaan van belastingontwijking”. D66 en het CDA hebben samen elf zetels in de Eerste Kamer, de regeringscoalitie heeft er dertig en heeft dus steun nodig.
Talentontwikkeling
Minister Eppo Bruins neemt het advies dat de Raad voor Cultuur in juli presenteerde over. Hierin beoordeelt dit adviesorgaan welke culturele instellingen rechtstreeks rijkscultuursubsidie van het ministerie moeten krijgen. Bruins geeft twee regionale musea, het Groninger Museum en de Museumfabriek in Enschede, die volgens het advies geen geld kregen, de kans om een nieuwe aanvraag in te dienen. Bruins vindt het belangrijk dat in elk van de twaalf provincies een regionaal museum wordt gefinancierd.
Ook is nu duidelijk hoeveel geld minister Bruins beschikbaar maakt voor de talentontwikkeling in de klassieke muziek. Bij het verdelen van de vierjarige subsidies van het Fonds voor Cultuurparticipatie vielen deze zomer vrijwel alle ontwikkelingsinstellingen voor klassiek talent buiten de boot. Dit noemt Bruins een „systeemfout”. Het Fonds voor Cultuurparticipatie zal op zijn verzoek een specifieke meerjarige regeling maken voor talentontwikkeling in de klassieke muziek, waarvoor jaarlijks 1,9 miljoen euro beschikbaar is. Dat geld komt uit de begroting van het Fonds voor Cultuurparticipatie, Fonds Podiumkunsten en de cultuurbegroting.
Een ander lichtpunt voor de cultuursector is het overeindblijven van het fiscale voordeel dat particulieren krijgen als ze schenken aan goede doelen – anders dan in het hoofdlijnenakkoord uit mei stond. Die zogeheten giftenaftrek zorgt voor een belangrijke bron van inkomsten voor culturele instellingen. Wel wordt het voor ondernemingen minder gunstig om zulke schenkingen te doen. Jaarlijks gaat er naar schatting 240 miljoen euro naar cultuur uit giften en nalatenschappen. Het grootste deel, 150 miljoen euro komt van bedrijven, huishoudens schenken 60 miljoen en uit nalatenschappen komt 30 miljoen. Volgens Bruins wordt deze stapeling van maatregelen waar de cultuursector tegenop kijkt „minder pijnlijk dan oorspronkelijk het plan was volgens het hoofdlijnenakkoord”.
In de hal van zijn ministerie hield minister Bruins dinsdag een pleidooi voor het belang van de cultuursector. Dat er niets over cultuur in het regeerakkoord staat, vindt hij geen slecht teken: „Er staan allerlei onderwerpen niet in, en dat is in moeilijke financiële tijden misschien ook helemaal niet erg.”