Hoe zinvol is een coolingdown?

Foto Sergey Mironov

Wie kent ze niet, die sportinstructeurs die beweren dat de coolingdown misschien wel het allerbelangrijkste onderdeel is van de hele training. Maar is dat wel zo? Bewegingswetenschapper en atleet Bas van Hooren heeft het onderzocht.

Allereerst ontdekte Van Hooren dat een coolingdown geen noemenswaardig effect heeft op sportprestaties. Verder vond hij nauwelijks wetenschappelijk bewijs voor de veelgemaakte claim dat de coolingdown zou helpen tegen spierpijn of stijfheid.

Van Hoorens onderzoek wees verder uit dat je het risico op blessures niet verlaagt door een coolingdown te doen. Je hartslag komt wel degelijk iets sneller tot rust als gevolg van een coolingdown. „Maar dat scheelt zo weinig in tijd, dat dat effect verwaarloosbaar is.”

Volgens Van Hooren moet een coolingdown dan ook vooral gezien worden als een extra beetje training. „Je blijft tenslotte gewoon bewegen. Zelf loop ik bij wijze van warming-up vijf kilometer naar de atletiekbaan en bij wijze van coolingdown vijf kilometer terug naar huis in een rustig tempo. Maar dat doe ik vooral om aan wat extra kilometers te komen.”

Mensen die bijvoorbeeld maar een uur de tijd hebben om te trainen, adviseert Van Hooren dan ook om daarvan zo min mogelijk te besteden aan een coolingdown. „Dat is zonde. Gebruik die tijd dan vooral voor je training en trek voor je coolingdown liever een minuut uit dan een kwartier.” Want als je het nou eenmaal fijn vindt om een coolingdown te doen, moet je dat vooral blijven doen, vindt Van Hooren. „Het baat niet, maar het schaadt ook niet.”