N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
VS-Oekraïne Aan het besluit van Washington Abrams-tanks aan Oekraïne te leveren ging diplomatiek spel tussen Washington en Berlijn vooraf.
Nog maar een week geleden zeiden hoge bestuurders op het Amerikaanse ministerie van Defensie ronduit dat het „geen zin heeft” om Abrams- tanks aan Oekraïne te leveren. „Ik geloof gewoon niet dat we daar al zijn”, zei onderminister Colin Kahl tegen persbureau Reuters na een bezoek aan Oekraïne. „De Abrams-tank is een ingewikkeld stuk wapentuig. Lastig om mee te oefenen. Hij heeft een straalmotor.”
Woensdag was het oordeel 180 graden gedraaid. President Biden kondigde aan dat de VS 31 Abrams M1’s – „ongeveer één Oekraïens tankbataljon” – zullen leveren aan Kiev. Daarmee vervult hij een vurige wens van de Oekraïense president Zelensky, en wie weet van Amerika’s bondgenoten. In elk geval had Mikhailo Podolyak, adviseur van Zelensky, de Amerikaanse tanks op 9 december al op een rondgetwitterd kerstverlanglijstje gezet – op plek drie, achter de Duitse Leopard-tanks en Marder pantservoertuigen.
Lees ook: Hoeveel tanks krijgt Oekraïne, en wat doet Nederland? Vijf vragen over de leveranties
Waar komt deze ommekeer in Washington vandaan? En wat betekent de leveringsbelofte concreet?
Duidelijk is dat het besluit van woensdag komt na weken van intens diplomatiek overleg tussen de bondgenoten van Oekraïne. Ook de Nederlandse premier Rutte lijkt daarin nog een rolletje te hebben vervuld. Hij onderstreepte bij zijn bezoek aan president Biden, vorige week, dat hij voor aankomst in het Witte Huis zowel met president Zelensky als met de Duitse bondskanselier Scholz had gesproken. In gesprekken met journalisten na afloop liet Rutte zelf vallen dat er gesprekken gaande waren over „tanks of tank-achtige systemen”.
Zwaartepunt
Maar het zwaartepunt van het diplomatieke spel speelde zich af tussen Duitsland en de Verenigde Staten. Terwijl Amerikaanse diplomaten en militairen bij elke persconferentie Duitsland de afgelopen weken de hemel in prezen voor zijn bijdrage aan de Oekraïense oorlogsinspanning, werd achter de schermen de druk opgevoerd om bondskanselier Scholz zover te krijgen dat hij niet alleen zou toestaan dat andere bondgenoten (zoals Polen) Leopard-tanks van Duits fabricaat naar Oekraïne zouden sturen, maar dat hij ook vanuit Duitsland zelf tanks zou leveren. Omgekeerd, zo zeggen vooral Duitse media, zou Scholz zijn besluit juist hebben uitgesteld om de Amerikanen ertoe te brengen dat ze tanks zouden leveren. In dat scenario was het vooral Biden die binnenslands druk moest uitoefenen op zijn tegenstribbelende hoogste militairen. In beide gevallen zou de levering van Leopards zijn gelinkt aan die van Abrams.
Druk van president Biden op tegenstribbelende hoogste militairen
Vorige week, na de bijeenkomst van de NAVO-contactgroep in de Amerikaanse legerbasis Ramstein in Duitsland, ontkende minister van Defensie Lloyd Austin zo’n een-tweetje nog – al was het indirect en daardoor niet een in beton gegoten ontkenning. „Ik denk dat u de Duitse minister van Defensie eerder vandaag heeft gehoord, dat er geen direct verband is tussen de levering van de M1’s en de levering van Leopards en volgens mij was hij daar behoorlijk helder over. Dus de suggestie dat er iets moest worden ontgrendeld… weet u, volgens mij is dat geen punt – en belangrijker: ook niet volgens hém.”
Woensdag kreeg de woordvoerder van de Amerikaanse Nationale veiligheidsraad de vraag in zoveel woorden voorgelegd: wat is er veranderd dat de VS nu wel tanks willen leveren? Hij antwoordde dat er inderdaad „een hoop diplomatiek overleg is geweest de laatste weken”, maar dat het vooral „de situatie op de grond is” in Oekraïne, die is veranderd. „Wat hebben de Oekraïners de komende maanden nodig om de Russische troepen te bestrijden?”
Delen van verantwoordelijkheid
Die lezing lijkt hout te snijden. Terwijl al elf maanden lang wordt gespeculeerd over welke steun aan Oekraïne een fatale escalatie van de oorlog zou betekenen, hebben de bondgenoten hun inspanningen steeds opgevoerd, in zo te zien stevige coördinatie. Van Javelin anti-tankraketten naar gewapende drones, naar Patriots en nu naar tanks. Misschien is het delen van de politieke verantwoordelijkheid voor deze nieuwe en beduidende stap in de oorlog wel even belangrijk als het delen van de financiële lasten van de bijdrage. De levering van Abrams-tanks weegt dan voor de VS op tegen de levering van Challenger-tanks door het Verenigd Koninkrijk en Leopards door Duitsland en andere bondgenoten.
Lees ookDuitse kanselier Olaf Scholz: opgejaagde weifelaar of slimme strateeg?
De commandant van de Oekraïense strijdkrachten Valeri Zaloezjny zei in december, in een interview met The Economist: „Ik heb 300 tanks nodig.” Hij krijgt er nu 73, waaronder 31 van de VS en 14 van Duitsland. Volgens Mark Cancian, kolonel der mariniers b.d. en tegenwoordig verbonden aan het Center for Strategic and International Studies in Washington, staan er zo’n 3.600 Leopard tanks in twintig landen. „Dat zijn er dus een heleboel die in aanmerking zouden kunnen komen voor doorlevering aan Oekraïne”, mailt hij op vragen van NRC. De Amerikaanse levering zou volgens hem pas over „een paar jaar” feitelijk zijn beslag krijgen, omdat de Abrams -tanks niet ‘van de plank’ komen, maar bij de fabriek worden besteld.
Ook president Biden leek te suggereren dat de Oekraïners op korte termijn meer aan de Leopards dan aan de Abrams hebben. „Het duurt wel even”, zei Biden over de feitelijke inzet van de Amerikaanse tanks in Oekraïne. De Duitse Leopards, volgens hem spoedig aangevuld met „nieuwe aankondigingen van bondgenoten”, zullen „snel beschikbaar zijn en gemakkelijker kunnen worden geïntegreerd voor gebruik op het slagveld in de komende weken en maanden”.
Cancian vat het samen als een „win-win-win”: „Duitsland krijgt politieke dekking, de VS hoeven niet meteen te beginnen aan een ingewikkelde overdracht en Oekraïne krijgt moderne gevechtstanks.”