Liefst tachtig politici namen na de jongste verkiezingen afscheid van de Tweede Kamer. Ruim de helft was niet herkiesbaar. Voor 32 mensen die wél hoopten op herverkiezing, was de uitslag een domper. Zij moeten van de ene op de andere dag op zoek naar een nieuwe baan.
Hoe pak je dat aan, als je decennialang in de politiek actief bent geweest? Of als je een carrière bij een advocatenkantoor of zorginstelling hebt opgegeven voor het Kamerlidmaatschap? Wie zit er eigenlijk op je te wachten?
Het zijn vragen die Rutger Koopmans (65) de afgelopen jaren van tientallen ambtsdragers kreeg. Als loopbaanadviseur staat hij vertrekkende Kamerleden bij – maar ook bewindspersonen en kopstukken uit het bedrijfsleven – in hun zoektocht naar een nieuwe functie. Daarbij kan hij putten uit zijn eigen carrièreverloop. Als bankier bij ING leverde hij in 2008 zijn contract in voor een duik in het diepe. Nu wil hij zijn lessen uit die periode overdragen. Over zijn ervaringen als loopbaancoach schreef hij het boek Op naar een functie elders, een kwinkslag naar de beruchte notitie over de positie die Kamerlid Pieter Omtzigt (toen CDA, nu NSC) in 2021 bij de kabinetsonderhandelingen volgens VVD en D66 moest worden toebedeeld.
Waarom hebben Kamerleden een loopbaanadviseur nodig? Ze vinden toch zo weer een baan?
„Dat is een hardnekkig misverstand. Er zijn natuurlijk gevallen waarin de buitenwereld denkt: hoe kan het nou dat je zo snel weer aan die baan komt. Maar 95 procent van de politici weet niet goed waar te beginnen. De buitenwereld weet vaak ook niet goed wat een politicus nu eigenlijk kan. Mensen kijken naar heel korte fragmenten in het journaal, of op sociale media naar wat gebekvecht bij de microfoon. Bij sollicitaties krijgen politici ook vaak de wat impertinent klinkende vraag of ze kunnen uitleggen wat ze nu eigenlijk kunnen – maar eigenlijk is die vraag heel logisch.”
Lees ook
Binnen de SP kwam steeds meer druk op Marijnissen, die nu zelf zegt dat er ‘behoefte is aan een nieuw gezicht
Als ambtsdragers zo’n vraag krijgen in een sollicitatiegesprek, wat moeten ze dan antwoorden?
„Je moet weten wat je narratief is. Veel politici vertellen een onsamenhangend verhaal tijdens zo’n gesprek, omdat ze nog niet scherp voor ogen hebben wat ze willen. Ik vraag hun concreet te maken wat ze nu eigenlijk kunnen. Bijvoorbeeld door na te denken over vijf dossiers die zij voor elkaar hebben gekregen, en welke rol zij daarin hebben gespeeld. Ik kan zo tachtig parlementariërs opnoemen die bijna niemand kent, maar die wel acht jaar lang belangrijk werk hebben gedaan om een bijdrage te leveren aan bijvoorbeeld de digitalisering of pensioenwetgeving.”
Koopmans zelf ontbrak het in 2008 aanvankelijk ook aan een duidelijk verhaal. Hij was als politicoloog per toeval het bankwezen ingerold en de carrièreladder opgeklommen. Omdat hij nog iets anders wilde, besloot hij te stoppen als topbankier. Die nieuwe droombaan zou vanzelf wel langskomen, dacht hij, met zijn brede netwerk en gunfactor in de zakenwereld. Maar een jaar later had hij nog steeds niets. De buitenwereld zag een ex-bankier, en die waren midden in de bankencrisis weinig populair.
Nu zegt Koopmans zich te realiseren dat het aan hemzelf lag, dat hij een ander verhaal had moeten voorbereiden voor de ‘koffiegesprekken’ die hij voerde.
Johan Cruijff werd Koopmans’ verlosser. Bij ING had hij als bankier al vaak contact gehad met de voetbalgrootheid, nu wilde Cruijff hem als persoonlijk adviseur. In de vier jaar die volgden, stond Koopmans hem bij in alle zakelijke activiteiten, én bij de machtsstrijd die zich bij Ajax ontvouwde. Schrijver Menno de Galan noemde Koopmans in zijn boek De coup van Cruijff het brein achter het offensief dat Cruijff bij de Amsterdamse voetbalclub inzette.
In 2011 beëindigden Koopmans en Cruijff hun samenwerking, vanwege een verschil in zakelijk inzicht. Koopmans nam daarop als zelfstandige adviesklussen en toezichthoudende functies aan.
In 2019 kwam daar loopbaanadvies voor ambtsdragers en mensen in topfuncties bij. Vaak spreekt hij met hen af in zijn werkkamer in een flexkantoor in Amsterdam-Zuid.
Wat is het eerste dat u een vertrekkend Kamerlid vraagt wanneer hij of zij binnenstapt?
„Hoe gaat het met je? Dat is echt een hele belangrijke vraag. Ik spreek Kamerleden die zo fris zijn als een hoentje en meteen door willen, maar ook vertrekkers die aan het einde van hun Latijn zijn. Die hebben tot de laatste snik doorgewerkt om er toch nog een wetsvoorstel doorheen te krijgen, of heel hard campagne gevoerd. Die hebben eerst gewoon rust nodig.”
Zit er verschil tussen Kamerleden die zich niet herkiesbaar stelden en Kamerleden die door een verkiezingsnederlaag niet terugkeren?
„Zeer zeker. De eerste groep is al een aantal maanden bezig met een toekomst na het Kamerwerk. De andere zit misschien met een rotgevoel onder de kerstboom en weet nog niet wat 2024 brengt. Vaak moeten Kamerleden zich even herbezinnen op wie ze zijn en hoe ze ervoor staan, mentaal en fysiek. In de Kamer zit je in een bubbel, met een heel eigen dynamiek. Als je daaruit stapt, heb je dat jasje metaforisch gesproken niet meer aan.”
Kunnen vertrekkende Kamerleden niet teren op het netwerk binnen hun partij?
„Ook dat is een misverstand, en zeker niet mijn ervaring. Politieke partijen kijken opvallend weinig om naar vertrekkende Kamerleden. Na een verkiezingsuitslag gaat de blik op de nieuw benoemde politici. Het is bier, bitterballen en vooruitkijken. Welke coalitie bouwen we? Waar gaan we zitten in de Tweede Kamer? Partijen zijn minder bezig met de mensen die tot gister hun collega’s waren, of met de vraag hoe het nu met hen gaat.”
Is dat ook iets wat u te horen krijgt van politici die in deze stoel voor uw neus zitten?
„Ja, al zeggen ze het niet altijd meteen hardop. Partijen doen heel veel aan het scouten van politiek talent, maar ze zouden ook meer aan offboarding moeten doen. Het maakt me als burger blij als ik mensen een veelbelovende carrière zie loslaten voor een tussenstap in de politiek. Willen we de democratie gezond houden, dan kunnen we dat alleen maar waarderen. Maar het moet wel gefaciliteerd worden. Als je van tevoren weet dat je na vier of acht jaar niet aan je lot wordt overgelaten, zullen meer mensen die stap willen maken.”
Als Kamerlid specialiseer je je in een portefeuille, zoals migratie of landbouw. Is dit vaak ook uitgangspunt voor de vervolgstap in de carrière?
„Eigenlijk kom ik dat nauwelijks tegen. Veel mensen die ik spreek, zijn juist nieuwsgierig naar wat er nog meer is. Ja, er zijn politici die hun hart hebben verpand aan het onderwijs of de zorg en daarnaar terugkeren. Maar ook zijn er mensen die iets compleet nieuws willen, die buiten de gebaande paden willen denken en zich niet blindstaren op de openstaande vacatures. Ook omdat het lastig is iets in het verlengde van je vorige portefeuille te blijven doen, zeker voor bewindspersonen. Zij moeten voldoen aan strengere regels en mogen niet meteen de lobby in.”
Maakt dit het lastiger om als adviseur bewindslieden te bemiddelen?
„Absoluut, er zitten blokkades. Bepaalde beroepen waar ze hun kennis en ervaring goed voor zouden kunnen inzetten, zijn een tijd een no-goarea. We hebben in Nederland gewoon al vrij snel het vermoeden van een belangenconflict. Om dat helemaal uit de wereld te helpen, zijn die regels opgesteld.”
Vindt u die lobbyregels terecht?
„Ik denk dat ze er niet voor niks zijn, er zal altijd een aantal goede mensen onder lijden. Bewindslieden weten ook heel goed waar de grenzen liggen. Ik heb er nooit discussies over hoeven voeren. De enkeling die in het verleden lobbyregels overtrad, daar heb ik nooit mee gesproken.”
Tussen hun Kamerwerk en hun nieuwe baan ontvangen politici wachtgeld. Hebben ze dat nodig?
„Wachtgeld is absoluut geen roze wolk. Zo’n tussenperiode is echt noodzakelijk om een nieuwe baan voor een ambtsdrager te vinden. En dat komt zeker niet door luiheid van de politici. Zij willen vaak heel snel weer aan de slag. Tijd is een heel interessant aspect van het begeleidingstraject. De nieuwe baan komt zo snel als mogelijk en zo langzaam als noodzakelijk. Dat kan ook een jaar duren.”
Welke loopbaanles had u zelf liever eerder in uw carrière gehad?
„Dat je op elk moment in je carrière, succesvol of niet, moet denken aan wat er nog meer is. Hoe fijn is het idee dat je, aan het einde van je werkende leven, al je talenten de kans hebt gegeven zich te ontwikkelen? Dat gun ik iedereen.”
Lees ook
Is de PVV economisch links? Dat valt wel mee, laat het stemgedrag zien
Leeslijst