De vlammetjes van de kaarsen op de gedenkplek dansen in hetzelfde ritme als het riet langs de oevers van het Spaarne. In het stalen frame van een vervallen verkeersbord voor de scheepvaart prijkt nu een foto van de overleden Duncan Marijt. Haarlemse voorbijgangers staan even stil. Ze laten een roos achter of steken een kaarsje aan. Zeker nu de jaarwisseling dichterbij komt, is het hier drukker dan normaal.
Claudia Brouwer, de moeder van Duncan, komt elke week op deze plek om kaarsjes aan te steken. Bijna een jaar geleden kwam haar zoon, 19 jaar oud, hier om het leven bij een gruwelijk incident, waarschijnlijk met illegaal vuurwerk. „Elke dag mis ik hem”, zegt ze. „Deze plek biedt enorm veel troost voor ons.”
Duncan Marijt was één van de twee vuurwerkdoden tijdens de afgelopen jaarwisseling. Hoewel beide incidenten op zichzelf staan, ziet de politie de populariteit van steeds „luider, spectaculairder en explosiever” vuurwerk toenemen. Parallel aan die trend is het aantal explosies voor criminele doeleinden toegenomen; dit jaar werden ruim 1.100 aanslagen geregistreerd op bedrijven en woningen, inclusief bijvoorbeeld plofkraken op een juwelier. 80 procent daarvan is gepleegd met een Cobra. Ter vergelijking: in 2021 telde Nederland 212 van dat soort explosies.
Gitzwarte nacht
In Haarlem zit vader Daan Marijt samen met zijn ex-vrouw Claudia Brouwer en zoon Melle Marijt op de oude slaapkamer van Duncan. Melle loopt naar de kledingkast. Aan de deurgreep hangt een ketting met een foto van zijn overleden broer.
Even later reconstrueert vader Daan het verloop van de gitzwarte avond. Rond 23.15 uur was Duncan samen met zijn beste vriend Duran naar buiten gegaan om vuurwerk af te steken. Ze gaan naar het Spaarne, dat op zo’n anderhalve kilometer van de woning ligt. Het was een koude Oudjaarsavond. Ondanks de harde wind maken zijn ouders zich geen moment zorgen. Hun zoon steekt al jaren vuurwerk af; hij is handig en ervaren genoeg.
Als de twee vrienden aankomen bij het Spaarne, haalt Duncan een pijl tevoorschijn. Vermoedelijk gaat het om een mortier, die uit een cilindervormige pijp de lucht in schiet en daar tot ontploffing moet komen. Waarschijnlijk vermoedt Duncan de lont niet goed te hebben aangestoken. Op het moment dat hij dat wil controleren, vindt de ontsteking alsnog plaats – vlakbij zijn gezicht. Duran belt direct 112, maar hulpdiensten kunnen niets meer uitrichten. De explosie en ravage zijn enorm.
Rond 23.30 uur zou Duncan al zijn overleden. Tevergeefs proberen zijn ouders hem rond twaalf uur te bellen. „Voor het eerst die avond kreeg ik een ongerust gevoel, zeker nadat ik hem meerdere keren niet te pakken kreeg”, vertelt vader Daan .
Terwijl de rest van het Haarlemse appartementencomplex feestend het nieuwe jaar inluidt, staat even na twaalf uur de politie voor de deur bij Marijt. De agenten delen het dramatische nieuws en nemen het gechoqueerde gezin mee naar het bureau. Pas als ze daar de details horen van het incident, dringt pas echt door wat er zojuist is gebeurd. De politie gaat uit van een ongeval (met vermoedelijk illegaal vuurwerk) en opent geen strafrechtelijk onderzoek.
„De agenten vertelden dat hij waarschijnlijk geen pijn heeft geleden”, zegt Daan. „De klap was zo immens dat hij direct overleed.”
Ingepakt hoofd
Als ze thuis komen, zit de huiskamer vol met vrienden van Duncan. De volgende dag zien ze hem voor het eerst in het mortuarium. Zijn hoofd is ingepakt – het gezicht is niet meer toonbaar. Het beeld doet denken aan een mummie. De kist mag mee naar huis. Daar zet de familie een foto voor het ingepakte gezicht. „Een van zijn vrienden was ’s nachts wakker geschrokken van het ingepakte hoofd. Daarom hebben we die foto ervoor gezet”, aldus de vader.
De familie gaat in rouwtherapie en moet ondertussen een uitvaart organiseren. Die wordt drukbezocht, door vrienden van Duncan uit de buurt, maar ook uit België. Hij had ze via het gamen leren kennen. Meerdere vrienden halen herinneringen op voor de microfoon. Een vriend uit de buurt vertelt over de ketting die ze voor elkaar hadden laten maken. „Voor als een van ons plotseling dood gaat”, was het idee van Duncan. „Bro, doe niet zo gek, zei ik nog. We hebben een heel leven voor de boeg.”
Daarna schetst hij hoe Duncan hem steunde toen zijn zus overleed. Hij was er slecht aan toe en dreigde in het criminele milieu te belanden, maar zijn vriend hield hem op het juiste spoor. „Eigenlijk heb je me daarmee in leven gehouden.”
Geen schuld
Duran, die erbij was toen Duncan overleed, komt vlak na het incident nog vaak bij de familie Marijt over de vloer. „Ik sloot dan vaak de kist”, zegt Daan. „Het was te moeilijk voor hem. Ik heb hem op het hart gedrukt dat hij zich nooit schuldig mag voelen. Volgens de politie betrof het een noodlottig ongeval.”
In de eerste maanden na het verlies vond vader Daan het moeilijk om over zijn zoon te praten. Via de politie komt hij in contact met een man die zijn vrouw bij een ongeluk heeft verloren; ze belandde onder een boom. De man adviseert om, hoe moeilijk dat ook is, de confrontatie aan te gaan door vaak terug te gaan naar de plek van het ongeluk.
Daan Marijt volgt het advies op. Sindsdien praat hij meer en vaker over zijn zoon. Hij legt uit dat Duncan niet alleen zorg droeg voor zijn vrienden, maar ook voor zijn broer Melle. „Die is een keer weggelopen op Koningsdag. Dat maakte zoveel indruk op Duncan dat hij hem sindsdien nooit meer uit het oog is verloren. Toen ik in een rolstoel zat en niet kon werken, betaalde Duncan de kapper en nieuwe schoenen voor zijn broertje. Dat zag hij als zijn verantwoordelijkheid.”
Dat kon hij op negentienjarige leeftijd betalen omdat hij drie banen combineerde. Hij bezorgde pizza’s, sushi en pakketjes voor Amazon. Achter het stuur luisterde hij vaak naar Franse hiphop. Zijn favoriete artiest is rapper Moha La Squale. Deze zomer zou hij naar Parijs gaan om de banlieu te bezoeken waar de rapper opgroeide.
Melle zet een nummer op van La Squale, terwijl buiten in het park alweer vuurwerk wordt afgestoken. De familie is niet anders gaan denken over vuurwerk, ondanks het incident. Daan is niet voor een vuurwerkverbod. „Met legaal vuurwerk houden winkels nog controle op wat ze verkopen: ze geven een vuurwerkbril en aansteeklont mee. Als je alles verbiedt, valt dat toezicht ook weg.”
Wel vindt hij dat illegaal vuurwerk moet verdwijnen „Tegenwoordig kunnen ze daarmee complete gevels wegblazen. Kun je nagaan welke impact het kan hebben als iemand het in zijn gezicht krijgt.”
Lees ook
Vuurwerkcontrole in Overijssel