Al sinds oktober is het onrustig op Amerikaanse universiteiten. Pro-Palestijnse studenten roepen de besturen van hun instellingen op om alle banden met Israël te verbreken. De strijd staat symbool voor een steeds diepere verdeeldheid tussen progressief en conservatief Amerika, vertelt redacteur Sjoerd de Jong. En die kan zelfs invloed hebben op de Amerikaanse verkiezingen in november.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
Frankrijk heeft zondag een grootschalige wetshandhavingsoperatie in Nieuw-Caledonië, aangekondigd na uit de hand gelopen lokale protesten tegen de electorale hervormingen op het eiland. Dat heeft de Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin zondag bekendgemaakt. De Franse regering gaat 600 zwaarbewapende politiemensen inzetten omdat het naar eigen zeggen de zestig kilometer lange weg die de hoofdstad Nouméa verbindt met het internationale vliegveld weer onder controle krijgen.
In Nieuw-Caledonië, een Frans gebiedsdeel met een bijzondere status ten oosten van Australië, heerst de afgelopen weken groot ongenoegen onder de oorspronkelijke bevolking over verregaande aanpassingen van de lokale verkiezingsregels. De Kanaken vrezen voor hun politieke invloed op de eilanden sinds er plannen liggen om stemrecht te geven aan alle Fransen die minstens tien jaar op de eilanden wonen. Voorheen gold dat alleen voor mensen die zich vóór 1998 vestigden hadden gevestigd. De volksprotesten, waarin die ongenoegen werd geuit, liepen echter uit de hand en mondden uit in geweld waarbij inmiddels zes doden en honderden gewonden zijn gevallen.
Het lijkt erop alsof de protesten van de afgelopen weken uiteen zijn gevallen in legitieme demonstranten en relschoppers. Bij de dodelijke slachtoffers zijn ook jonge Kanaks, al zijn de precieze omstandigheden rond hun dood vooralsnog niet duidelijk. Volgens Franse autoriteiten werd op verschillende plekken brand gesticht en winkels geplunderd.
Het Franse besluit om in te grijpen volgt op het verzoek van Nieuw-Zeeland dat Frankrijk zondag om hulp vroeg om landgenoten veilig uit Nieuw-Caledonië te kunnen repatriëren. Sinds dinsdag zijn alle vluchten van en naar Nieuw-Caledonië waren opgeschort zijn volgens een schatting van het Franse persbureau AFP zeker 3.200 mensen vast op de eilanden. Eerder deze week riep de Franse president Emmanuel Macron de noodtoestand uit.
Daags voor de presentatie van het onderhandelaarsakkoord publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek deze week een nuttig overzichtje. In 2023 was volgens het CBS van alle instituties het vertrouwen in de politiek verreweg het laagst: 24 procent.
Het akkoord liet vervolgens zien dat het nieuwe kabinet plannen heeft (inzake asiel, migratie, stikstof, etc.) waarmee het gemakkelijk in botsing kan komen met twee andere instituties: de rechtelijke macht en de Europese Unie.
Voor de PVV niet per se een nadeel: die fractie vaart vaak met genoegen uit tegen deze instituties. Daarom kan het misschien geen kwaad even vast te stellen dat die twee veel meer vertrouwen genieten dan de politiek: 78 (rechters) en 47 procent (EU). Een grote mond leidt niet vanzelf tot een groter gezag.
Hoe zwak de reputatie van politici is blijkt ook uit het vertrouwen in banken. Sinds de kredietcrisis en aanverwante affaires geen instellingen die kunnen bogen op veel positieve publiciteit. Maar ook zij worden volgens het CBS meer vertrouwd dan politici: 50 om 24 procent. Om dichterbij huis te blijven: de pers, geliefd doelwit van radicaal-rechts, geniet eveneens meer vertrouwen dan de politiek, 37 procent.
Dus bijtende aanvallen op de EU, rechters en media kunnen mogelijk de indruk wekken dat politici de meeste geloofwaardigheid genieten, de werkelijkheid is omgekeerd. Je hoopt dat ook verslaggevers dit de komende tijd in hun oren knopen
Doorgaans groeit het vertrouwen in politici zodra een nieuw kabinet aantreedt. En nu de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB beleid belooft dat behoudende kiezers waarderen – ‘strengste asielbeleid ooit’, 130 op de snelweg, ‘landbouwinclusieve’ natuurpolitiek – doet dit effect zich ook nu waarschijnlijk voor.
De vraag bij veel beleidsplannen is alleen of ze uitvoerbaar zijn. Veel is de laatste maanden gezegd over voldoende afstand tussen Kamer en kabinet, maar als je deze week die 26 pagina’s ‘afspraken op hoofdlijnen’ las, begreep je wel dat onderhandelaars straks als Kamerlid afstand houden van de realisatie.
Want als er niets van terechtkomt kunnen coalitiefracties de mislukking netjes afschuiven op anderen: ministers, rechters, de EU
Geen gering gevaar
Ga maar na. Een opt-out van Europees asielbeleid, waardoor Nederland zelf zijn asielbeleid zou kunnen maken? Vereist wijziging van het Europees Verdrag, een zeldzaamheid. Asielopvang opwaarderen tot een crisis om een asielstop in te voeren? Afgaande op een Kamerbrief uit 2022 van staatssecretaris Eric van der Burg (Vreemdelingenzaken, VVD) juridisch niet te rechtvaardigen, zodat een Nederlandse rechter er zomaar een streep door kan halen. Brussel overhalen dat Nederland, na achttien jaar (!) coulance, tóch weer meer mest mag uitrijden dan is toegestaan volgens de Nitraatrichtlijn? Ook zéér onwaarschijnlijk.
En het past in het spelboek van radicaal-rechts om de onmogelijkheid van dit soort maatregelen aan te wenden om instituties als de rechtelijke macht en de EU aan te vallen. Dus hier sluimert geen gering gevaar: een venijnige variatie op de spektakelleegte in het hoofdlijnenakkoord.
Ook omdat het beloofde beleid hoge verwachtingen wekt. In De Telegraaf mochten lezers donderdag reageren op het akkoord en 85 procent was volgens de krant „zeer ingenomen’’. Lezers met alleen voornamen. „Heerlijk wakker worden, geweldig nieuws, gas erop!’’, aldus Frans. Willem: „Eindelijk normaal beleid en gezond verstand. Genoeg met die extreemlinkse fantasiewerkelijkheid, discriminatie van eigen bevolking en D66-dwangcultuur.’’
En als enthousiaste kiezers hierna vernemen dat een rechter of een Brusselse ambtenaar hun favoriete plannen dwarsbomen, moet je er, ook als NSC en VVD, rekening mee houden dat er draagvlak voor onrechtstatelijk optreden ontstaat.
Impotente tekst
Dat hele akkoord is sowieso bevreemdend. Zoveel impliciete smetvrees las ik nooit eerder in een politieke tekst. Het deed me denken aan het begin van de formatie, toen VVD en NSC allebei dachten: we gaan dit kabinet hooguit gedogen. Vervolgens werden ze in de partij (VVD) of publicitair (NSC) onder druk gezet, en durfden ze het niet meer aan om buiten een coalitie met de PVV te blijven. Gedwongen loyaliteit.
En die tekst onderstreept dat het zodoende een formatie van argwaan en eigenbelang is geworden. PVV en BBB die graag willen. VVD en NSC die hun puntjes binnen harkten en bij allerlei vergaande voorkeuren van PVV en BBB dachten: och, die zijn toch onhaalbaar.
Het verklaart het eindresultaat: de meest impotente coalitietekst ooit.
Het punt is alleen dat VVD en NSC ook enorme electorale risico’s lopen. Aan de ene kant worden zij straks van nature gedwongen een matigende rol te spelen in een coalitie geleid door een vertegenwoordiger van radicaal-rechts. Ze hebben weliswaar de vrijheid afgedwongen om in de Kamer alles te zeggen, maar ze zitten in een rechtse coalitie en dat betekent ook twee andere dingen. Partijen als CDA, D66 en GL-PvdA zullen ze voortdurend aanvallen op hun samenwerking met de PVV, zodat hun electorale kansen in het midden slinken. Tegelijk zijn ze niet rechts genoeg om BBB en de PVV electorale concurrentie op de rechterflank aan te doen. Zo dreigt voor beide electorale marginalisatie. Zie ook: het CDA sinds 2010.
Zoveel impliciete smetvrees las ik nooit eerder in een politieke tekst
Intussen kan iedereen zien dat Wilders zijn bijtende gedrag op sociale media handhaaft. Binnenskamers schappelijk, daarbuiten ouderwets confronterend. Nog vorige week verweet hij de politiek dat „jullie onze grenzen wagenwijd [hebben] openstaan voor antisemieten’’ en “mensen die onze cultuur haten’’.
Interessant genoeg neemt BBB, vorig jaar nog strijder tegen polarisatie, de PVV- stijl over. Caroline van der Plas diende 25 april een motie in om „4 mei niet te gebruiken voor politieke statements’’, waarna Mona Keijzer op 4 mei een confronterend politiek statement postte.
PVV en BBB zijn kortom klaar voor het gevecht met niet-conservatief Nederland: de zon kan nooit gelijktijdig voor iedereen schijnen. En als je in een coalitie zit met twee partijen die eigenlijk niet willen, is een vechtdemocratie – ook op sociale media, ook met de vermeende culturele elite – een voortreffelijke manier om het eigen profiel te beschermen.
Remkes contra Plasterk
Verder is ook hun voorkeur voor Ronald Plasterk als premier veelzeggend. Het mag duidelijk zijn dat de nieuwe minister-president in deze constellatie over uitzonderlijke bestuurlijke vaardigheden moet beschikken. Maar je krijgt niet de indruk dat hij daarop is geselecteerd. Zijn PvdA-verleden, zijn jarenlange vete met Frans Timmermans en zijn aanvallen op modern links als Telegraaf-columnist spelenvermoedelijk een grotere rol.
In 2015 sprak ik Johan Remkes, en het ging voor een deel over het bestuurlijk opereren Plasterk, destijds minister van Binnenlandse Zaken Plasterk. In afgemeten zinnen deed Remkes uit de doeken hoe hij diens plan voor superprovincies had gedemonteerd – vooral met dank aan Plasterks bestuurlijke geklungel.
Je kunt er niet omheen: door dat Amsterdam UMC-onderzoek zijn er op dit moment vragen over Plasterks integriteit
Vrijdag probeerde de kandidaat-premier in De Telegraaf twijfel bij Omtzigt over zijn kandidatuur weg te nemen met een excuusbriefje over een wrokkig moment richting Omtzigt in zijn nadagen als informateur. Maar het had er alles van dat bij Omtzigt ook iets anders speelt: het onderzoek dat het Amsterdam Universitair Medisch Centrum (Amsterdam UMC) heeft ingesteld na een onthulling van NRC-collega’s Lucas Brouwers en Bas Haan over een mogelijk incomplete patentaanvraag waarmee Plasterk na zijn ministerschap miljonair werd. Hij zou de ware uitvinder buiten de aanvraag en de opbrengst hebben gehouden.
Interessant genoeg riep de jongerenbeweging van NSC er vrijdag toe op dat de NSC-fractie „de rug recht houdt’’ en Plasterks kandidatuur niet accepteert zolang het Amsterdam UMC-onderzoek loopt.
Lees ook Hoe Ronald Plasterk miljonair werd – en de universiteit had het nakijken
Ook hieraan zit een boeiend rechtstatelijk aspect – Plasterk weet er alles van. In de veelbesproken „gezamenlijke basislijn’’ inzake de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat die de onderhandelende partijen onder Plasterks leiding in januari overeenkwamen, staan onder punt 7 twee zinnen over de integriteit van (kandidaat-)bewindslieden: „Voor democratie zijn hoge integriteitsnormen en transparantie bij politici belangrijk om vertrouwen te winnen en te behouden. Bewindspersonen en Kamerleden vervullen een voorbeeldfunctie door integriteitsnormen ten volle na te leven.’’
Je kunt er niet omheen: door dat Amsterdam UMC-onderzoek zijn er op dit moment vragen over Plasterks integriteit. En gezien het grote risico van confrontaties met instituties openbaart zich hier een boeiende testcase voor de kandidaat-premier annex oud-informateur én de onderhandelaars.
Hoe serieus nemen zij hun eigen afspraken voor het waarborgen van de democratische rechtstaat?
Het uitbundige applaus dat zaterdagavond klonk in de kleine zaal van het Concertgebouw in Amsterdam, was niet alleen een blijk van enthousiasme voor het concert dat het Jerusalem Quartet uit Israël er zojuist had gegeven. Er klonk ook een grote opluchting in door.
Opluchting dat het concert, dat dinsdag nog was afgeblazen uit vrees voor verstoringen door pro-Palestina-demonstranten, tóch was doorgaan, na felle kritiek op dat besluit. Opluchting ook dat het vlekkeloos was verlopen.
Maar van tevoren wist niemand dat het zo zou aflopen. Het publiek niet, dat het Concertgebouw aan het begin van de avond aantrof, beschermd met dranghekken, tientallen agenten, ME-busjes in de buurt, een drone in de lucht – en twee groepjes betogers met Palestijnse vlaggen.
Ook de musici van het strijkkwartet wisten niet wat ze konden verwachten. In Den Haag en het Amsterdamse Muziekgebouw waren concerten van hen eerder wél verstoord.
Spannend was het ook voor de directie van het Concertgebouw, die dinsdag nog bepaald had dat de twee voor donderdag en zaterdag geplande concerten van het Jerusalem Quartet niet door konden gaan, „vanwege aangekondigde demonstraties” en „de recente ontwikkelingen rond protesten in Amsterdam”. De veiligheid van het publiek zou niet gegarandeerd kunnen worden.
Maar donderdag kwam directeur Simon Reinink daar, onder druk van brede publieke verontwaardiging, op terug. Met aangescherpte veiligheidsmaatregelen, een eerdere aanvangstijd en een verkort programma moest het toch mogelijk zijn de veiligheid van bezoekers, personeel en musici te waarborgen.
‘Blij dat muziek niet tot zwijgen is gebracht’
„Ik vind het heel knap zoals het Concertgebouw ermee is omgegaan”, zegt Jules van Hessen (zelf dirigent), als hij na het concert samen met zijn dochter Naomi van Hessen (violist) stralend naar buiten komt. Vader en dochter hadden genoten van de muziek (strijkkwartetten van Paul Ben-Haim en Claude Debussy), maar zijn ook „superblij” dat de muziek niet tot zwijgen is gebracht door alle ophef en protesten van de afgelopen tijd.
„Ik was aan het begin van de avond wel nerveus”, zegt dochter Naomi. „Muziek is een van de weinige plekken waar je aan de wereld kan ontsnappen. Ik hoopte dat dat ook nu mogelijk zou zijn – en dat bleek gelukkig nog zo te zijn.”
Vader Jules was „heel boos” geweest toen hij had gehoord van de afgelasting. „Zo maak je het concertzalen wel makkelijk om te zeggen; we programmeren maar geen muziek meer als het moeilijk ligt, of van Joodse musici, want dan riskeren we gedoe.”
Met andere musici had Van Hessen uit protest snel een ‘tegenconcert’ georganiseerd, voor het moment zaterdagavond waarop het Jerusalem Quartet zou spelen. „Maer we waren heel tevreden dat dat uiteindelijk niet hoefde door te gaan: wegens succes geannuleerd!”
Betoging verliep vreedzaam
De betoging voor het Concertgebouw was ondertussen vreedzaam verlopen. Sommige van de pro-Palestina-demonstranten waren voor aanvang van het concert het gesprek aangegaan met concertgangers, wat soms tot een lange discussie leidde – die van beide kanten met beleefde vasthoudendheid werd gevoerd.
Toen het concert voorbij was, en de bezoekers weer de warme voorjaarsavond in liepen, stonden de betogers nog aan de overkant van de straat. Met Palestijnse vlaggen, anti-Israël-spandoeken en spreekkoren.