Hoe Poolse katten vogelgriep konden krijgen – en vier andere vragen over dit virus

Vijf vragen over vogelgriep De vogelgriep is permanent aanwezig. Ook bij zoogdieren duikt het virus geregeld op. Wat zijn de risico’s voor de mens?

Wetenschappers in Brazilië onderzoeken een vogel op het H5N1-virus.
Wetenschappers in Brazilië onderzoeken een vogel op het H5N1-virus. Foto Bruna Prado/AP

Virologen maken zich zorgen over het toenemend aantal zoogdieren dat besmet raakt met vogelgriep. Het hoogpathogene virus H5N1 dat vanuit wilde vogels komt, blijkt met name roofdieren ziek te maken. Hoe meer besmettingen bij zoogdieren er zijn en hoe langer het virus daar kan circuleren, hoe groter het risico dat het virus zich weet aan te passen. Zo’n aangepast virus kan uitbraken veroorzaken die van zoogdier op zoogdier gaan, waardoor het ook gevaarlijk wordt voor de mens.

1 Waarom is vogelgriep een permanent risico geworden?

Vogelgriep is in eerste instantie vooral besmettelijk voor vogels. In het verleden deden uitbraken zich voor in pluimveehouderijen als het virus oversloeg vanuit trekvogels die het vanuit het brongebied China over grote afstanden verspreidden. De uitbraken waren hier seizoensgebonden. Dat veranderde met het ontstaan van de hoogpathogene H5N1-variant in 1996 in de Chinese provincie Guangdong. Elf jaar later dook het virus ook op in Europa, meegevoerd door trekvogels. Dit virus had zich zodanig aangepast dat het jaarrond aanwezig bleef in wilde vogels.

Daardoor raken nu ook regelmatig wilde zoogdieren besmet, zoals vossen, beren, zeehonden en dolfijnen. Hoe vaker dat gebeurt, hoe groter de kans is dat er een virusvariant ontstaat die zich beter kan verspreiden onder zoogdieren. Dat risico bestaat bij dieren die van nature in grote groepen leven (denk aan zeeleeuwen in Peru en Chili die massaal stierven aan vogelgriep), maar helemaal bij vatbare dieren die kunstmatig dicht opeen leven, zoals in de pelsdierfokkerij.

2 Waarom vormen juist pelsdierhouderijen een risico?

Nertsen, wasbeerhonden en poolvossen die gehouden worden om hun bont zijn bevattelijk voor griepvirussen. Vaak worden ze gehouden in vrij open kooien (koelte is goed voor hun vachtontwikkeling). Wilde vogels komen af op hun voer en zo ligt besmetting op de loer. In zowel Spanje als Finland zijn waarschijnlijk op die manier pelsdieren besmet.

Omdat de dieren dicht opeen zitten kan het virus er makkelijk circuleren. Door selectie kan er dan een variant opkomen die makkelijker zoogdieren besmet. Dat lijkt in Spanje gebeurd te zijn, omdat er ‘zoogdierspecifieke’ aanpassingen werden gevonden. De Finse autoriteiten onderzoeken nog of het virus genetische veranderingen heeft ondergaan.

Tijdens de coronapandemie bleek de pelsdierhouderij ook een risico voor het ontstaan van nieuwe varianten. Daarom werd de sector in Nederland vervroegd verboden.

3 Waarom zijn in Nederland varkens een risicofactor?

In mei kreeg de minister van Landbouw het advies om bij varkenshouderijen beter toe te zien op vogelgriep. Als varkens besmet raken kunnen varkens- en mensengriepvirussen zich mengen. Zo kunnen ook mensen makkelijker ziek worden. Daarom zouden kippen en varkens ook niet samen moeten worden gehouden op gemengde bedrijven.

De kans op een nieuwe pandemie is weliswaar „heel klein, maar niet nul”, zei viroloog Ron Fouchier half mei in NRC. De Mexicaanse griep (2009) is immers ook in varkens ontstaan. Dierenartsen nemen steekproefsgewijs monsters af bij snotterende, hoestende varkens. Systematische monitoring, schreven de experts, zou ook moeten gebeuren bij wilde zwijnen, vossen en zeehonden.

4 Hoe zit het met de besmette huiskatten in Polen?

In Polen zijn tot dusver 46 zieke huiskatten (en een caracal) onderzocht op vogelgriep. Daarvan bleken er 29 positief voor H5N1 vogelgriep; 14 daarvan kregen en spuitje en 11 stierven aan de ziekte. Hoe de dieren besmet raakten is nog een mysterie, maar het vermoeden bestaat dat de dieren rauw gevogelte hebben gegeten. Dat verklaart hoe de infectie op verschillende plaatsen kon optreden bij dieren die soms niet eens buiten kwamen.

In Nederland acht voedselveiligheidsinstantie NVWA het risico op zo’n scenario klein. Vlees en eieren van besmette pluimveebedrijven komen niet meer op de markt. Producten van buiten de EU worden aan de grens gecontroleerd. Volgens het Voedingscentrum zijn er geen aanwijzingen zijn dat mensen vogelgriep krijgen door besmet gevogelte te eten.

Overdracht vanuit honden of katten op mensen is nog nooit vastgesteld, zegt het RIVM. Als een hond of kat ziek wordt na contact met een zieke of dode vogel, is het advies naar een dierenarts te gaan.

5 Wat is het gevaar voor mensen?

Tot nu toe hebben mensen slechts sporadisch vogelgriep gekregen. Bij sommigen verliep de infectie asymptomatisch, bij anderen ernstig. De verschijnselen zijn doorgaans ‘griepachtig’ met koorts, keelpijn en hoesten. Vaak treedt oogontsteking op, en ook maag-darmklachten zijn gemeld.

Waar virologen beducht voor zijn is dat vogelgriep gaat mengen met reguliere griepvirussen als iemand toevallig met beide besmet is. Dan zou het virus een snelle evolutionaire stap kunnen maken, en als nieuw virus waar mensen nauwelijks weerstand tegen hebben makkelijk van mens op mens kunnen overgaan. Een pandemie ligt dan op de loer.