N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Luister naar
14:18
Afscheid Mensen denken liever niet na over het einde van hun leven. Dat kan moeilijke situaties opleveren als de uitvaart geregeld moet worden. Deze tips helpen je om die te vermijden.
Na de afscheidsdienst klampen genodigden uitvaartbegeleider Joan Belmer weleens aan. „Als ik dood ga”, zeggen ze, „mag jij mijn uitvaart ook doen.” „Heb je weleens iets op papier gezet?” vraagt Joan Belmer dan. „Nee”, luidt steevast het antwoord. Met soms de toevoeging: „Mijn tijd is het nog lang niet.”
Treedt de dood in, dan blijken nabestaanden vaak slecht te zijn voorbereid op het regelen van de uitvaart. Zonde, zeggen uitvaartbegeleiders. Want hoe beter de voorbereiding, hoe groter de kans op een zo persoonlijk mogelijk afscheidssaluut.
Stilstaan bij de dood vinden mensen nog altijd lastig, zeggen zij. Zelden komen kerngezonde mensen bij uitvaartbegeleiders langs, voor een voorgesprek over het afscheid. Zelfs onder veel mensen op leeftijd heerst het taboe. Of de stoere onverschilligheid. ‘Stop mij maar in een doos’, horen uitvaartbegeleiders mensen zeggen. ‘Gooi mij maar in een container.’ Anderen tonen zich bijgelovig. ‘Mijn uitvaart nu al regelen? Echt niet! Dan roep ik de dood op me af!’
Hoe versoepel je het regelen van een uitvaart? NRC sprak erover met uitvaartondernemers. Wat zijn de vragen die zij het vaakst horen na een overlijden, waar je eigenlijk een antwoord op moet hebben?
Begraven of cremeren?
Meestal de eerste vraag die uitvaartbegeleiders stellen. Waarna het opvallend vaak stil blijft. ‘Mama heeft er nooit over gesproken’, zeggen de kinderen. Of de meningen lopen uiteen. Bespreek dit belangrijke onderwerp bij leven, zeggen uitvaartbegeleiders. En leg de wens – begraven of cremeren – daarna schriftelijk vast om misverstand te voorkomen.
Dit geldt al helemaal als je zelf hebt besloten geen van beide opties te willen: zo stellen sommige mensen hun lichaam ter beschikking aan de wetenschap. Ook voor het hebben van een donorcodicil geldt: zorg dat de nabestaanden weten dat dát is wat jij zelf gewild zou hebben.
Zelfstandig uitvaartbegeleider Ester van den Hoek ondervond zelf wat er gebeurt als je die adviezen links laat liggen. Haar vader weigerde pertinent te spreken over de invulling van zijn uitvaart, ook al was hij ziek, naderde zijn einde en werkte zijn dochter al drie jaar in de sector. Toen overleed hij. „Dan ga je zitten brainstormen”, zegt Van den Hoek, die twee zussen heeft. „Mijn jongste zusje dacht dat hij begraven wilde worden omdat hij het kennelijk een keertje had gehad over ‘mijn begrafenis’.” Een bekend misverstand, zegt Van den Hoek: oude mensen gebruiken vaak het woord ‘begrafenis’, gewoon omdat het een ingesleten woord is. „We kozen uiteindelijk voor cremeren.”
Je kunt niet duidelijk genoeg zijn, merkte ook uitvaartadviseur Roelof Marskamp. Een oudere man had weliswaar in een wilsbeschikking ‘begraven’ laten optekenen, maar op zijn sterfbed had hij het over cremeren gehad. Zei zijn dochter. En die had hem als laatste gesproken. Nee, zei de zoon, pa wilde een graf. Het werd cremeren. De ruzie liep zo hoog op dat de zoon en dochter het contact verbraken, weet Marskamp.
Ook goed om met je naasten te bespreken: wil je opgebaard worden in het uitvaartcentrum, thuis, in een verzorgingshuis, elders? En wat zouden zíj prettig vinden?
En, wát voor graf wilt u?
Na het maken van de keus ‘begraven of cremeren’ ben je er niet. Kies je voor begraven, dan is er ook een essentiële keus te maken: een particulier of een algemeen graf? Een particulier graf is een graf op eigen naam, vaak twee kisten diep. Met wie je het graf zult delen (je partner? een ander familielid?) is een keus die je (met je) eigen familie maakt.
Je koopt het recht op het graf meestal voor een vaststaand aantal jaren, bijvoorbeeld tien of twintig jaar. Je nabestaanden kunnen dat grafrecht tegen betaling verlengen. De prijzen voor particuliere graven lopen sterk uiteen. Maar om een idee te geven: een particulier graf in 2024 in de gemeente Utrecht kost voor tien jaar 3.542 euro. Daarna verlengen met tien jaar? Dat kost 2.013 euro.
Een algemeen graf deel je met vreemden. Het graf is dus niet van ‘jezelf’. Meestal liggen er drie kisten onder elkaar. In Utrecht kost zo’n graf dit jaar 1.480 euro. Na tien jaar wordt het graf geruimd.
Eeuwige grafrust
Er zijn meer mogelijkheden. Op steeds meer begraafplaatsen kun je worden begraven met ‘eeuwige grafrust’: er is dan geen risico dat je graf uiteindelijk wordt geruimd. Voor veel Nederlanders van het islamitische en joodse geloof is eeuwige grafrust belangrijk.
Ook zijn er natuurbegraafplaatsen: je graf ligt dan in een natuurgebied waar begraven is toegestaan. Een natuurbegraafplaats, schrijft de website Natuurbegraven Nederland, „is naast een natuurgebied vooral ook een plek van herinnering, bezinning en van rust.” Ook deze graven zijn voor eeuwig; ze mogen meestal enkel worden voorzien van een markering die uiteindelijk vergaat, zoals een schijf van een boomstam met de naam erin gekerfd.
Asbestemming
Kies je voor een crematie, dan is het raadzaam na te denken over wat er met de as moet gebeuren. Bewaren in een urn? Verstrooien op een begraafplaatsveldje? Verstrooien op zee? Verwerken in een halsketting? Of de urn begraven in het graf van de partner die wél voor begraven koos? De keuzes zijn eindeloos.
Heeft de overledene een uitvaartverzekering?
Een crematie kost gauw 7.000 euro, een begrafenisceremonie meestal iets meer. Een uitvaartverzekering dekt (een deel van) die kosten. Maar mensen weten vaak zelf niet of ze zo’n verzekering hebben – laat staan dat de nabestaanden het weten. Het Verbond van Verzekeraars, de belangenvereniging van schade- en levensverzekeraars, heeft zelfs een speciale online zoekservice in het leven geroepen, waar nabestaanden kunnen checken of de overledene verzekerd is, bijvoorbeeld als het polisblad kwijt is.
Je hebt twee soorten uitvaartverzekeringen: de kapitaalverzekering en de naturaverzekering. De kapitaalvariant verzekert een geldbedrag dat na overlijden wordt uitgekeerd en waarmee nabestaanden (een deel van) de uitvaart kunnen betalen. De natura-uitvaartverzekering keert geen geld uit, maar een vastgelegd pakket van diensten en producten. Denk aan een bepaald aantal rouwkaarten, de kosten voor begraven of cremeren en de huur van een zaal waar de afscheidsplechtigheid plaatsvindt.
Let op: keus voor uitvaartbegeleider staat je vrij
Ook als iemand verzekerd blijkt, heerst vaak een misverstand. Mensen die bij, zeg, DELA zijn verzekerd, zijn geneigd te denken dat ze dús ook door DELA hun uitvaart moeten laten regelen. Maar dat hoeft niet. De keuze voor een uitvaartbegeleider is vrij. Kanttekening: als je een naturapolis hebt bij één van de grote uitvaartverzekeringen en je kiest voor een andere uitvaartbegeleider, dan ben je bijna altijd duurder uit. Je loopt dan namelijk het schaalvoordeel mis van de ‘grote jongens’: door hun grootte kunnen zij producten en diensten massaal en daardoor relatief voordelig inkopen.
Check je polis
Zelf een spaarpot aanleggen kan ook, het niet hebben van een uitvaartverzekering is dan ook geen probleem. Heb je ’m wel, dan is raadzaam om te checken of het bedrag of de diensten die je hebt verzekerd wel overeenkomen met je wensen, zegt Roelof Marskamp. „Ik heb meegemaakt dat naasten kozen voor een crematie, ook al wilde de overledene eigenlijk worden begraven. De uitkering van de verzekering bleek minder hoog dan gehoopt.”
U weet naar wie de rouwkaarten moeten?
Nog zo’n quick win: het vooraf vastleggen van de namenlijst van mensen naar wie de rouwkaart mag. Rouwkaarten moeten na een overlijden gauw de deur uit, een goede voorbereiding scheelt veel stress. „Maar soms staan er alleen wat adressen in een boekje thuis in iemands la”, zegt Joan Belmer. „Sommige namen zijn doorgestreept, van mensen die zelf zijn overleden. Maar wie zegt dat alle andere adressen nog actueel zijn? Het netwerk van ouderen wordt steeds kleiner.”
Deel wachtwoord computer en telefoon!
Ester van den Hoek en haar zussen, wier vader niet over zijn uitvaart wilde praten, probeerden voor het opstellen van de genodigdenlijst van de ceremonie ook in hun vaders computer te grasduinen, maar ze wisten het wachtwoord alleen bij benadering. „We hebben net zolang zitten proberen tot we erin kwamen”, zegt Van den Hoek. De rouwkaarten kregen zij en haar zussen op tijd de deur uit, en voor de zekerheid plaatsten ze op Facebook ook nog een overlijdensbericht. En toch: na de uitvaart lieten drie mensen weten dat ze van niets wisten en er graag bij hadden willen zijn.
Wensen vastleggen? Dat kan zo
Er komen steeds meer apps op de markt om het overlijden goed te regelen. Ondernemers Erik Beek en Françoise Nieuwland lanceerden er onlangs een die helpt om vermijdelijke situaties ook echt te vermijden: My Goodbye. Daarin kun je alle informatie vinden die nodig is voor een soepele organisatie van de uitvaart en je nalatenschap beveiligd opslaan. Zoals een contactenlijst, een overzicht van je financiële situatie en, onder het kopje ‘digitale nalatenschap’, de vindplaats van wachtwoorden. Drie tot vijf vertrouwenspersonen, wier namen je noteert in de app en die op de hoogte worden gesteld van hun rol, vragen (en krijgen) na je overlijden een code voor toegang tot je app.
Beek en Nieuwland noemen het „onnodig” dat nabestaanden geconfronteerd worden met zogenaamd ‘onverwachte’ administratieve rompslomp. Dergelijke apps zijn in zekere zin de moderne, doorontwikkelde versie van het aloude ‘wensenboekje’ van de uitvaartondernemer, waarin je kunt optekenen hoe je je uitvaart voor je ziet, van de gewenste plek van opbaring tot het aantal rouwkaarten. Zo’n wensenboekje is nog altijd op te vragen bij tal van uitvaartondernemers – digitale wensenboekjes zijn te downloaden op hun websites.
En, hoe wilt u de uitvaart invullen?
Achter die ene vraag gaan honderd nieuwe vragen schuil: vragen over de ceremonielocatie, het vervoer naar die plek, de muziekkeuze. Werkelijk van alles is mogelijk, zeggen uitvaartondernemers tegen nabestaanden, maar die blijken nog opvallend vaak te denken dat ze zich lijdzaam te onderwerpen hebben aan een oud, inflexibel script. Kist, aula, koffiekamer: zo hoort het toch?
Dat hoeft dus niet. Uitvaartondernemers stellen daarom vaak vragen als: zijn bloemen gewenst en zo ja, in welke kleur en soort? En wilde meneer worden opgebaard in een kist? Of liever in een mand van bamboe, bananenblad of wilgenteen?
Besef: er is meer dan een aula
Er kan veel meer dan veel mensen denken. ‘Hoeveel liedjes mogen we eigenlijk draaien?’ (‘Dat mag u zelf bepalen!’). ‘U praat toch alles aan elkaar straks?’ (‘Alleen als u dat wilt. Misschien is het wel mooier van niet!’) ‘Echt, mogen wij de kist zélf vervoeren, en zelf een locatie kiezen?’
Joan Belmer organiseerde een uitvaart op een festivalterrein, in een circustent, op een afgehuurd veldje van een natuurgebied. Weleens gedacht aan Kasteel Ruurlo of een Haags strandpaviljoen?, suggereert de app My Goodbye. Uitvaartondernemer Linda van Alfen zat in de tuin van een overledene met diens nabestaanden te overleggen over de locatie, toen ze bedacht: ‘Waarom doen we het niet hier?’ De zoon keek verbaasd op. „Het werd één van de leukste uitvaarten die ik heb begeleid”, zegt Van Alfen: dertig, veertig genodigden op zelf meegebrachte klapstoelen. En daarna reed de zoon de kist naar het crematorium, in de eigen, gele camper.
Ja, aanraken mag
Nabestaanden verhouden zich ook vaak aarzelend tot het lichaam van de overledene. ‘Mag ik haar aanraken?’ ‘Mag ik haar haren zelf kammen?’ Het antwoord is vrijwel altijd ‘ja’.
Ali Karamatali, eigenaar van Taharah (‘islamitische uitvaartzorg op maat’) vraagt naasten standaard of ze willen meedoen aan de rituele wassing. „‘Mag dat, kan dat?’, vragen ze dan vaak. En veel mensen”, zegt Karamatali, „blijken enorm graag mee te helpen. En sommigen willen het niet. Dat is ook goed. Maar ik bied wel de mogelijkheid.”
Dat is wat alle uitvaartondernemers benadrukken: ze gooien alle opties op tafel. Want een tweede kans om het goed te doen, krijgen de nabestaanden niet.