Hoe Pétit Jérusalem relatief gespaard blijft van antisemitisme

Bouwvakker Shay Benzaken (24) is een echte Parijzenaar, maar liever is hij hier, in de vijftien kilometer noordelijker gelegen stad Sarcelles. „Veel familieleden wonen hier. Het is rustiger. De lucht is schoner”, zegt hij voor de deur van buurtcafé Amigos. Maar vooral: in Sarcelles voelt hij zich veilig. „Ik heb een tête de juif, je ziet aan mijn hoofd dat ik Joods ben”, zegt Benzaken, terwijl hij een sigaret aansteekt met die van een vriend. Het is Pesach, dus hij mag geen aansteker gebruiken. „In Parijs krijg ik vuile blikken, gevuld met Jodenhaat. Hier bestaat dat niet.”

‘Hier’ is de Joodse wijk van Sarcelles – ook wel petit Jérusalem genoemd. In deze stad met een kleine zestigduizend inwoners wonen zeker tienduizend Joden. In winkels worden Hebreeuwse boeken en koosjere producten verkocht, op affiches wordt reclame gemaakt voor koosjere bedden. Mannen dragen keppeltjes, hoeden en baarden; onder hun colberts piepen tzitzit (joodse gebedsdraden) uit, veel handen dragen tora’s. Vrouwen dragen pruiken die glimmen in de voorjaarszon.

Op deze zonnige ochtend is het de tweede dag van Pesach, waarbij het einde van de joodse slavernij in Egypte wordt gevierd, en verzamelt zich een dertigtal feestelijk geklede gelovigen voor de Grote Synagoge. Kinderen met keppeltjes rennen tussen volwassen benen door. „Dit zou je in Parijs niet snel zien”, zegt Benzaken – zwart bomberjack, zonnebril met blauwe glazen. „Als je daar naar de synagoge gaat, schiet je zo snel mogelijk naar binnen en ga je na de dienst meteen weer weg. Maar hier kunnen we rustig samen zijn.”


Lees ook
Nederlandse Joden ervaren nu ‘dubbel onbehagen’

Thuis bij Joram Rookmaaker, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam, tijdens de sjabbat.

Antisemitisme na 7 oktober

Het vertrouwen is opvallend in een tijd waarin religieuze spanningen hoogtijdagen vieren. Sinds de terreuraanvallen van Hamas op Israël op 7 oktober en de oorlog die Israël daarna in Gaza begon, nam het aantal antisemitische incidenten in Frankrijk fors toe. In 2023 werden bijna 1.700 antisemitische daden geregistreerd, veruit de meeste in de laatste drie maanden – ruim 1.200 meer dan in 2022. Franse Joden zien vooral een toename van antisemitisme uit pro-Palestijnse en dus vaak islamitische hoek.

Ook in Sarcelles, een met flats gevulde voorstad van Parijs waar naast de aanzienlijke Joodse gemeenschap duizenden moslims wonen, bestond de vrees dat ‘7 oktober’ tot onrust zou leiden, zegt de socialistische burgemeester Patrick Haddad (50) in zijn sobere kantoor. „Een paar dagen waren alle Joodse restaurants uitgestorven, één dag bleven de Joodse scholen dicht omdat er een gerucht rondging van een ophanden zijnde aanslag.”

Maar er gebeurde niets. Of nou, bijna niets. „We hebben sinds 7 oktober vijf of zes incidenten gehad en twee aangiftes”, zegt Haddad. Op een gebouw waren antisemitische teksten geklad en twee mezoeza’s (tekstkokertjes die sommige joodse families aan hun deurposten hangen) werden weggerukt. Inwoners vertellen dat een paar keer ‘Free Palestine’ in de Joodse buurt is geschreeuwd. „Maar de rust is relatief bewaard gebleven.”

Beveiliging en samen opgroeien

Hoe dat kan? In eerste plaats omdat de beveiliging is opgeschroefd. „De eerste weken was er veel angst in de Joodse gemeenschap omdat het gevoel was ontstaan dat Joden nergens veilig zijn – zelfs niet in Israël”, zegt Haddad. „Dit gevoel werd versterkt door de opleving van antisemitisme. Om mensen gerust te stellen, plaatsten we wekenlang permanent agenten voor de deuren van Joodse scholen en andere leefplekken voor Joden – en nog steeds is er verhoogde beveiliging.”

Dit is te merken bij de met een hoog hek afgeschermde Grote Synagoge, waar politieagenten de verslaggever en fotograaf binnen vijf minuten om identificatie komen vragen. Vanwege de Pesach-viering staan vier in het zwart geklede mannen te posten rond het gebedshuis. „Dankzij hen voelen we ons veilig”, zegt taxichauffeur Philippe (66) – hij wil net als enkele andere gelovigen niet met zijn achternaam in de krant vanwege de gevoeligheid van het onderwerp. Bouwvakker Julien (40): „Als iemand al wat zou proberen te flikken, weet hij dat hij gepakt wordt.”

Maar vooral is het in Sarcelles rustig omdat de verschillende religieuze gemeenschappen elkaar kennen en samenleven, zegt bijna iedereen. „Je hebt hier moslims, boeddhisten, christenen en joden zoals wij”, zegt Benzaken – in totaal worden er door negentig nationaliteiten in ieder geval zeven verschillende religies beleden in de stad. „We zijn broers, vrienden – we vormen één gemeenschap.” Zijn collega, bouwvakker Shay Levi (25), zegt dat 60 procent van zijn vriendengroep uit Sarcelles joods is, de rest is moslim of iets anders. „We kennen elkaar al jaren en hebben geleerd hoe we naast elkaar kunnen bestaan.”

Benzaken denkt dat begrip voor de standpunten van anderen daarbij cruciaal is. „Wij steunen ons land, dat nu in oorlog is. En we snappen heel goed dat Palestijnen hún land steunen.” Levi: „Over sommige dingen zijn we het binnen mijn vriendengroep oneens, zoals wat de juiste oplossing is voor het Israëlisch-Palestijnse conflict. Dat hebben we jaren geleden al ontdekt, dus daar praten we niet meer over.”

Ook Fransen die van buiten Sarcelles komen, merken het verschil. Zoals de 49-jarige Sarah Aydin, een moslima uit het noordelijker departement L’Oise, die sinds een paar jaar achter de bar werkt bij Amigos, midden in de Joodse wijk. „Toen ik hier kwam, was ik bang, ik dacht dat Sarcelles een gevaarlijke stad was.” Hierbij speelde mee dat in haar moskee in L’Oise over Joden werd gezegd dat ze „de vijand” zijn, fluistert ze over de bar. „Maar niemand heeft me meer geholpen dan de Joden die ik hier heb ontmoet.”

Sarah Aydin werkt in Sarcelles, maar woont ergens anders. Ze rijdt iedere dag een uur om bij haar werk – de bar Amigos – te komen.
Foto Valentina Camu/Divergence

Inmiddels woont Aydin niet meer in Sarcelles, maar haar baan bij Amigos houdt ze aan – ze rijdt er iedere werkdag een uur voor. „Ik ben onderdeel van de gemeenschap geworden”, zegt ze. Tijdens het gesprek komen meermaals klanten binnen die Aydin liefkozend bij haar voornaam noemen. „Ik ben voor hen als een moeder, een zus.”


Lees ook
Bij niet-politieke mars tegen antisemitisme in Parijs gaat het vooral over politiek

Franse politici, onder wie oud-president Nicolas Sarkozy, parlementsvoorzitter Yaël Braun-Pivet, Senaatsvoorzitter Gérard Larcher, premier Élisabeth Borne en oud-president Francois Hollande, bij de mars.

Gedeelde afkomst

Wat meespeelt, is dat Sarcellois van verschillende geloven vaak hun afkomst delen. Veel Joden in deze stad hebben hun wortels, net als de meeste Franse moslims, in oud-koloniën als Tunesië, Algerije of in het voormalige Franse protectoraat Marokko. Vanaf de jaren zestig kwamen Joden uit Noord-Afrika in groten getale naar Frankrijk vanwege de dekolonisatie en toenemende religieuze spanningen in het gebied.

„Mijn vader was een Duitse Jood die naar Marokko was gevlucht, mijn moeder een Marokkaanse Jodin”, vertelt de gepensioneerde communicatiemedewerker Georges Seligmann (68) bijvoorbeeld voor de Grote Synagoge – af en toe komt een kennis voorbij die hem met twee kussen groet. „Ik ben geboren in Marokko en ken de Arabisch-islamitische cultuur als geen ander. Voor een Nederlandse Jood zou het misschien anders zijn.”

Een goede vriend van Seligmann is Nabil Koskossi (48), een islamitische gemeentemedewerker die in het verleden pro-Palestijnse demonstraties organiseerde. „We belijden een ander geloof, maar we hebben dezelfde humor, we eten dezelfde gerechten, we dansen op dezelfde manier, we luisteren naar dezelfde muziek”, vertelt hij in een wat vervallen winkelcentrum in het centrum van Sarcelles. „Dat verbroedert.”

Nabil Koskossi in gesprek met een van de ontwerpers van Sarcelles, op het centrale winkelplein in de Parijse voorstad.
Foto Valentina Camu/Divergence

Verbroedering is ook wat Haddad – zelf de zoon van Tunesische Joden – probeert te bereiken sinds hij in 2018 burgemeester is. „Ik zeg niet: pas op, misschien zitten er wel salafisten [een fundamentalistische stroming binnen de islam] aan de andere kant van de stad. Maar ik onderstreep dat onze kracht erin zit dat we veel verschillende culturen hebben. Ik moedig mensen aan: leer elkaar kennen, vergelijk je met de ander, zoek gemeenschappelijke grond zodat je kunt nadenken over een gezamenlijke toekomst.”

Haddad probeert bovendien alle gemeenschappen op dezelfde manier te behandelen, waarbij hij iedereen langs dezelfde, republikeinse meetlat legt, zo beschrijft hij ook in zijn boek Nos racines fraternelles (Onze broederlijke wortels, 2023). „In een stad met zoveel verschillende gemeenschappen gaan mensen zich met elkaar vergelijken, onderzoeken of ze dezelfde rechten hebben en op dezelfde manier worden benaderd door de autoriteiten. Dus moet je laten zien dat geen gemeenschap wordt achtergesteld of juist in de slachtofferrol wordt geduwd.”

In praktijk betekent dit dat Haddad poogt precies evenveel te investeren in alle wijken, of het nou gaat om het verbeteren van het onderwijs of het opknappen van sociale huurwoningen. Het betekent dat hij zich even hard uitspreekt tegen racisme dat Noord-Afrikaanse moslims treft als tegen antisemitisme. Het betekent dat zijn gemeenteraad na 7 oktober 10.000 euro schonk aan het Rode Kruis in Israël, en toen Israël de oorlog in Gaza begon stuurde de gemeente 10.000 euro naar een Palestijns noodfonds. Haddad liet pro-Palestijnse graffititags verwijderen (ook niet-antisemitische) en weigerde de namen van de Israëlische gijzelaars af te beelden op het gemeentehuis, zoals meerdere Franse gemeenten wel deden.

De burgemeester krijgt „van beide kanten” kritiek, maar merkt dat inwoners overwegend positief reageren – hij werd in 2020 ruim verkozen. „Onze inwoners hebben er zelf ook belang bij”, verklaart Haddad. „Sarcelles is al een arme stad. Als het ook nog een slecht imago krijgt vanwege religieuze spanningen en in jouw paspoort staat dat je hier vandaan komt, kan dat invloed hebben bij sollicitaties.”

Onrust in 2014

Dat weten de inwoners, want het is hier niet altijd vredig geweest. Toen Israël in 2014 de Gazastrook inviel, barstten antisemitische rellen uit in de marge van een door de gemeente verboden pro-Palestijnse demonstratie. Honderden woedende, vooral islamitische jongeren trokken de Joodse wijk binnen, riepen antisemitische leuzen en vielen de synagoge aan.

Het is een pijnlijk onderwerp voor de Sarcellois. „Ik was naar buiten gegaan om de synagoge te beschermen en ben bijna met een bijl geraakt”, vertelt bouwvakker Julien. Shay Levi was op vakantie in Israël, maar hoorde van zijn neefjes hoe eng het was. „Jongens die wij kenden, vrienden, gooiden straatstenen op de synagoge, tegen onze huizen.”

Dat de gemoederen destijds zo hoog opliepen, had te maken met de toenmalige burgemeester, François Pupponi, zegt Nabil Koskossi, die de geannuleerde demonstratie had georganiseerd. „We hadden een conflict met Pupponi omdat hij niet had ingestemd met een wetsvoorstel om de staat Palestina te erkennen. We hadden jaren op hem gestemd, dus we voelden ons verraden en we wilden onze ontevredenheid uiten met een vreedzame demonstratie.” Toen de demonstratie werd verboden – waarna Koskossi de bijeenkomst annuleerde en opriep tot kalmte – sloeg de vlam in de pan.

Bakker Olivier en zijn zoon Elad. De familie woont al heel lang in Sarcelles.
Foto Valentina Camu/Divergence

Inmiddels hebben de joodse en de islamitische gemeenschap zich verzoend. Religieuze leiders gingen om tafel, jongerenwerkers, zogenoemde grands frères (grote broers) zorgden ervoor dat jongeren die op straat hingen geen gekke dingen deden, vrienden gingen opnieuw met elkaar in gesprek.

Koskossi heeft na 7 oktober niet overwogen weer een pro-Palestijnse demonstratie te organiseren. In plaats daarvan organiseert hij bijeenkomsten waarop joodse en islamitische sprekers debatteren. „De rellen waren het tegenovergestelde van wat we wilden bereiken. Ik denk nu dat het beter is om met elkaar in gesprek te gaan.” Haddad: „Van 2014 hebben we geleerd dat we het Israëlisch-Palestijnse conflict niet in onze publieke ruimte moeten uitvechten.”


Lees ook
Waarom het kwaad van het antisemitisme al 2000 jaar zo hardnekkig is

Waarom het kwaad van het antisemitisme al 2000 jaar zo hardnekkig is

Ook elders mogelijk?

Op de vraag of de formule-Sarcelles ook in andere plaatsen zou kunnen werken, denken inwoners verschillend. Seligmann denkt dat de gedeelde Noord-Afrikaanse cultuur een essentieel element is van het succes van de Parijse voorstad. Pascal Kilinc, de (christelijke) baas van Sarah Aydin, merkt op dat mogelijk helpt dat joden en moslims in Sarcelles zich overwegend in dezelfde, relatief arme sociaal-economische groep bevinden. In bijvoorbeeld Parijs wonen joden vaker in de chique wijken en moslims in armere buurten.

Burgemeester Haddad denkt dat zijn aanpak ook op andere plekken zou kunnen werken, maar dan moet de stadsindeling ernaar zijn. „Je hebt in Frankrijk vaak één buurt met veel witte mensen die er al heel lang wonen, tegenover een cité [een met flats gevulde buitenwijk] met mensen met een migratieachtergrond. Die twee zullen naar elkaar kijken met een bepaald wantrouwen. Als je die mensen meer mixt, is het minder waarschijnlijk dat ze elkaar zullen afwijzen.”